Na een tijdje probeerde ik een ander middel; ceterizine, en dat hielp wek. Maar wat GG zegt; medicijnen hebben altijd een of andere nare bijwerking, of je het nu merkt of niet.
Dit jaar heb ik voor het eerst gemerkt dat het minder is; ik heb er eigenlijk alleen rond april even last van gehad maar dat was goed te doen met die ceterizine. Nu moet het volkomen ondraaglijk zijn als ik de hooikoorts-site bekijk maar ik heb echt nergens last van.
Je schijnt vier verschillende soorten hooikoortsmedicijnen te hebben, en misschien moet je uitvinden welke het beste voor je werkt.
Van Wikipedia:
Medicatie van hooikoorts is vooral gericht op klachtenvermindering; in de vorm van immunotherapie is een preventieve behandeling mogelijk. Er zijn vier soorten reguliere behandelingen tegen hooikoorts: cromonen, antihistaminica, corticosteroïden en immunotherapie.
Cromonen, veelal in de vorm van een neusspray, remmen het vrijkomen van antistoffen. Cromonen werken geleidelijk en moeten dagelijks gebruikt worden. Ze hebben geen bijwerkingen. Voorbeelden zijn cromoglicinezuur en nedocromil.
Antihistaminica blokkeren de effecten van histamine en hebben een snellere werking dan cromonen. Een antihistaminicum onderdrukt allergische reacties door het blokkeren van histamine. Een antihistaminicum voor hooikoorts is verkrijgbaar in de vorm van tabletten, drank en druppels. Voorbeelden zijn acrivastine, cetirizine, clemastine, cyproheptadine, desloratadine, ebastine, fexofenadine, ketotifen, levocetirizine, loratadine en mizolastine. Daarnaast kunnen neussprays en oogdruppels lokaal verlichting geven. Voorbeelden zijn azelastine, emedastine, ketotifen, levocabastine en levocabastine. Deze stoffen kunnen bijwerkingen veroorzaken.
Corticosteroïden (bijnierschorshormonen) werken ontstekingsremmend, verminderen overgevoeligheidsverschijnselen en voorkomen zwelling van het neusslijmvlies. Corticosteroïden worden gebruikt indien langdurig hinder van hooikoorts wordt ondervonden. Toedieningsvormen zijn neussprays of longpufjes. Voorbeelden zijn beclometason, budesonide, flunisolide, fluticason, mometason en triamcinolonacetonide.
Immunotherapie (allergievaccinatie of desensibilisatie) is een behandeling die niet alleen de klachten bestrijdt, maar ook de onderliggende oorzaak van de hooikoorts aanpakt. Bij deze behandelingsvorm kan een hooikoortspatiënt ongevoelig worden gemaakt voor de pollen waar hij/zij gevoelig voor is. Dit gebeurt door telkens een kleine hoeveelheid allergenen toe te dienen. Meestal is dit steeds in een iets toenemende hoeveelheid, gedurende drie tot vijf jaar. Het lichaam kan dan langzaam aan het allergeen wennen en er na verloop van tijd minder hevig op reageren. De behandelmethode is te verkrijgen in de vorm van tabletten en injecties. Overleg met de arts is voor immunotherapie noodzakelijk. Voorbeelden van middelen zijn: Oralgen, Grazax, Sublivac Best, Novo Helisen, SlitOne en Staloral. Deze medicamenten zijn op recept verkrijgbaar en kunnen bijwerkingen veroorzaken.
Natuurlijke behandeling Behandelmethodes uit de Fytotherapie of homeopathie zijn veelal geen reguliere medicijnen maar zelfzorgmiddelen. Via methoden afkomstig uit de farmacognosie groeit het aantal middelen met een natuurlijke herkomst. Er zijn verschillende gerandomiseerde, dubbelblinde studies met positieve uitkomsten uitgevoerd in relatie met hooikoorts. Een extract (Ze339) van het groot hoefblad (Petasites hybridus) blijkt even effectief als antihistaminica, zoals cetirizine. Andere voorbeelden van natuurlijke middelen bij hooikoorts is het homeopathische product Galphimia glauca en het fythotherapeutische Pollenax dat eveneens profylactisch gebruikt kan worden. Natuurlijke middelen hebben minder of geen bijwerkingen.