Re: Schwarzwald Super 4 september 2016
Geplaatst: 07 sep 2016 00:40
Een jonge tocht, dit jaar voor de derde keer georganiseerd op zondag 4 september, Der Schwarzwald Super!. Een ‘van berg tot berg’ verslag, omdat er voldoende over deze tocht is te verslaan.
Er is altijd een reden iets te doen, of iets te laten…
Ja ontzettende fietsCruijff, zo ken ik er nog wel 14…. Nu ja, voor mij was de reden deze tocht te gaan rijden er één van de mooie jeugdherinneringen aan deze regio. Zo’n 25 jaar geleden ben ik hier als tiener een paar jaar op rij geweest, met ouders en broer. Warme herinneringen aan prachtige bergen, dagen aan het zwembad, eerste vakantieliefdes en joekels van glazen bier….. Ik moest terug, alleen nu nog een goede reden… Via de site van de wielertoeristen zag ik deze tocht…. En wist het direct, die moest ik rijden! Alle mooie plekjes kwamen voorbij, inclusief Kirchzarten waar ik zo vaak als jochie was geweest. Tot zover de emotie, nu de tocht, het fietsen.
9 bergen, of bergen….
Ja, volmondig ja, het zijn bergen. Wellicht niet de langste bergen op de hoogtes zoals wij deze in de Alpen en andere hoge gebieden absorberen, maar er zitten absolute krengen tussen. Tijdens Schwarzwald Super! staan 9 bergen op het programma. Maar daarnaast is het, op 2 verbindingsstukken na met valsplat, net als Limburg, geen meter vlak. De 9 bergen: 1) Sirnitz (of Kreuzweg-Pass), (2) Hochkopf, (3) Schauinsland, (4) Thurner, (5) Brend, (6) Kandel, (7) Rinken, (8) Feldberg en (9) Hohtannhöhe (of Wiedener Eck). Vooral Kandel en Rinken wil ik hier noemen. Kandel is een kreng van de kant die wij gaan klimmen. 10 kilometer aan 10% gemiddeld. In de fase van de tocht rustig een Alpe te noemen tijdens Marmotte. Daarna afzinken en valsplat omhoog voor Rinken. Een onbeduidende verbinding tussen Oberried en Hinterzarten. Maar wel gewoon kilometers aan een stuk boven de 13% worstelen, door de bossen, eindigend op 500 meter gravel. Walgelijk kreng, oud Hollands afvlakken die zooi, maar gelijk aan Kandel nodig in een dergelijke tocht.
Wat vinden onze Deutsche freunde er van
Zelf omschrijven onze Rennradfreunde het als volgt: Der Schwarzwald Super! ist das intensivste Schwarzwalderlebnis für ambitionierte Rennradfahrer. Man fährt an einem Tag auf die höchsten Berge des Hochschwarzwaldes.
Een verdere belofte was de fourage, om de ongeveer 30 km gibt es Stationen mit regionaler Verpflegung. Hoewel geen sportvoeding, was er nergens gebrek aan en waren het voedsel en de dranken prima op orde om rond te komen. Van gehaktballen, kartoffelsuppe, groentebouillon, thee, koffie, ijsthee, water, diverse broden met schinken, jam, Nutella, eieren, muesli, natuurlijk koeken en fruit en alles in overvloed. De familiare sfeer op deze posten en gedurende deze dag maakte het zelfs meer dan uitstekend. Een niet te onderschatten voordeel van goed georganiseerde kleinschaligheid zal ik maar zeggen. Op de laatste post kon zelfs bier en wijn gedronken worden, dat ging mij dan weer iets te ver.
De weg er naar toe
Na overleg met de baas (en de bazin) kon ik vakantietijd boeken (en gezinsverlof nemen). Op woensdag 31 augustus om 0700 uur de auto gestart om vervolgens 1400 uur mijn spulletjes in een prachtige Bauernhof in Munstertal te droppen. Na uitgebreid welkom te zijn geheten was de verleiding mijzelf aan te sluiten op een Duits pilsnerinfuus groot. Immers was het 30 graden met een prachtige blauwe lucht. De voorspellingen voor de komende dagen bleven op dit niveau, dus toch maar op het fietsje geklommen om wat los te fietsen. Wiedener Eck op en Wiedener Eck neer, 36 km, douchen, stoel en bier…. Dank u.
De donderdag wat serieuzer gaan fietsen, ik was er immers toch en als ik vroeg zou starten, kon ik vroeg genieten van alles wat het leven naast het fietsen te bieden heeft. Kortom, de wekker om 0900 uur gezet en om 1100 uur opgestapt(….), het blijft vakantie. Na het ontbijt, met van het balkon uitzicht op de koeien die van stal naar bergweide gebracht werden, van de Bauernhof afgedaald naar centrum Munstertal. Via Stohren naar Schauinsland geklommen. Voor de lokaal bekenden, daar zit een flink stuk 18% in. Heerlijk opgewarmd mij bovenop Schauinsland gemeld en de afzink naar Oberried genomen. Met volle blijdschap kan ik u melden dat deze afzink dermate lekker loopt en overzichtelijk is, dat snelheden boven de 80 á 90 km per uur met gemak en voldoende comfort gehaald worden. En dalen is mijn liefde, mijn manier van ‘diep gaan’ (jaja, heb je um) zeg maar. Via Oberried doorgestoken naar Rinken, ik wilde een deel van de Super! verkennen. Had ik het maar niet gedaan, ik wist direct dat Schwarzwald niet alleen op het Zwarte Woud sloeg, maar ook op het zwart voor de ogen dat je er kunt fietsen. Via FeldbergPass (loper) en Wiedener Eck (loper) op het gemakkie terug naar Munstertal gereden. 105 km, lekker weer en een vriendelijke Bauernhof dame die geïnteresseerd vroeg hoe haar Hollandse Radfahrer het had gehad. Leuk mens.
De vrijdag een schitterende tocht over Kreuzweg (loper) gemaakt naar Schonau voor een beklimming die je moet hebben gedaan aldaar, zeggen ze. De klim naar Belchen. Okay, prachtig, Okay, lekker klimmen. Okay, bijzonder dat je bij Belchenbahnen even over gravel moet om weer terug op de verlaten en oude asfaltweg naar de top te komen. Maar een uitdagende tocht was dit niet. Het was lekker weer, eigenlijk te warm met 32 graden, de tocht niet te zwaar en dan is het een lekker tochtje, maar niet meer dan dat. Dik binnen het uur de Belchen bedwongen, even genieten van de prachtige vergezichten en een bekertje ophalen in de afdaling. Duitsers kunnen wel klimmen, maar zijn niet zo van het dalen… 72,5 km na aanvang bij Bahnhof Munstertal aangevangen met het middagprogramma, iets met zon en een terras.
De zaterdag benut, overigens net als vrijdagavond, voor a trip down memorie lane. Ik zal jullie er niet mee vermoeien, maar wat is het soms prachtig door je eigen verleden te sjokken en stil te staan bij plekken die ogenschijnlijk onveranderd zijn. Het enige dat echt veranderd is, ben jezelf. En grote campings blijken ineens kleiner te zijn en wandelingen van uren en uren, blijken wandelingen van maximaal 5 kilometer te zijn. Ondanks dat alles, maakte alleen deze ervaring deze trip al tot een onvergetelijke trip…
Leuk idioot, maar het ging toch over de Schwarzwald Super! 2016???
Owja, sorry, ik verloor mijzelf even in mijn eigen holle retoriek. Je had ook het deel hiervoor over kunnen slaan, je koos er voor door te lezen…
De tocht kent 3 Strecken: Brons, Zilver en Goud. Zilver lijkt qua afstand en hoogtemeters wat op Marmotte. Dik in de 4000hm en 180 km. Goud is een bikkelding, een ware extremradmarathon met 6500 hm en 260 km klimmen en dalen. Brons behandel ik hier niet, dat is niet voor ons soort mensen (grapje). Dat moest hem dus gaan worden, Gold, ik was immers op zoek naar een mooie uitdaging. Het is geen cyclo, het is echt een individuele rit, geen tijdsregistratie, maar een stempelkaart. Vertrek om 0530 uur, waar wat zenuwachtig geschuifel in het donker voor de start de ongeveer 150 deelnemers aan Goud kenmerkte. 0400 uur de wekker en dit doen we dus vrijwillig…
De eerste berg, Kreuzweg, moest in het absolute donker bedwongen worden. 1 woord: GAAF!!! Dit vond ik persoonlijk een mega ervaring. Natuurlijk had ik een goed koplampje (dank voor de tip Alien), maar alles om je heen stil, ruhe en donker. Wauw, wauw. Voor de klimtijd maakt het geen zak uit. Ongeveer net zo snel boven als eerder deze week. Met een plan vertrokken, hartslag rond 150 houden en minimaal 20km p/u gemiddeld moest het worden. Onervaren als ik ben, bleek dit uiteindelijk ervoor te zorgen dat ik zonder spierpijn van de fiets ben gestapt, dat kan dus iets ambitieuzer een volgende tocht. Bovenop Kreuzweg was het voldoende licht geworden om veilig volle bak te dalen. Kort voor dit moment, de mooiste momenten van de dag. Op de top de zonsopkomst mee mogen maken, waarbij prachtige vergezichten ontstonden.
Wat een zegen te mogen fietsen, op dit moment, op deze wegen.
De downhill naar Schonau is niet alleen dalen, maar kent wat klimmetjes via soms schitterende doorsteekjes naar plekken waar ik anders nooit was gekomen, prachtig.
2e berg Hochkopf is een prima ding, je begint er aan, het kost je kracht, maar niet ziedend veel, je komt boven en daalt hem af. Niets bijzonders. Vanaf daar was het veld van 150 wel gezet. Ik kwam met de 2e groep(je) mee, wat meer zegt over het niveau van de tocht (geen cyclo, meer een tocht voor liefhebbers van langere afstanden afzien en goedwillende renners die zilver en brons als mooie uitdaging zagen) dan over de Froome in mij. Met wat Duitse rennradfreunde en een voor velen bekend pakkie van sportvoedingwebshop (met oranje helm en bijbehorende S-Works), welke een Nederlander wonende in Duitsland betrof eigenlijk de hele dag doorgekomen. Zij klommen in het begin sneller, ik daalde sneller. Op het einde klom ik weer wat beter, de tocht dus iets beter ingedeeld. Leuke lui, helpt de dag echt fun te maken. Maar goed, Hochkopf af (bekertje stelen downhill) en beuken maar. Op een bepaald moment toch maar gevraagd waar we waren, bleken we redelijk onder de top van Schauinsland (berg 3) te zitten al. Erg leuke klim, duurt een poosje, maar wordt nooit echt vervelend. Van de top af weer rapido de bekende bochten naar Oberried. Ik kende hem, kon lekker doordalen en daarmee nog 2 bekertjes pikken van een Oosterbuur.
Van Oberried af via Kirchzarten naar Thurner gefietst. Eindelijk mijn kans kunnen pakken ook hier te shinen als Hollandse Cadel Evans. Wat een pijn, wat een leed, maar we waren toch maar met zijn 4-en, dus dat plannetje maar laten varen en beurten op kop gepakt. Thurner (berg 4) is een leuke berg, geen onding, ook geen makkie, eigenlijk een prima obstakel in het geheel. Van Thurner ging het richting Brend. Van de hoofdweg kwamen we via een schitterende (noem het een b- of beter c-weg) door enkele dalen en tussen wat berg(jes)en door aan de voet van Brend (berg 5). Hier begon het serieuzer te worden. Dit begon er op te lijken. Vooral richting top werd het al wat meer ‘klimmen zoals we dat van de Alpen kennen’. Het zuchten begon, het shirt ging tot de navel open. Overigens, de temperaturen waren prima voor het fietsen. Niet te warm meer, zoals de woensdag tot en met zaterdag het geval was, heerlijk fietsweer, bewolking maar niet koud, met wat zon. Net onder de top werden we vermaakt met wat onverwachte meters aan 16%, murder on the racefloor…..
Even wat eten en 4km zelfde weg terug om door te dalen naar de moeder aller k*tbergen (njah, met dus het nodige respect) van deze regio. Kandel (berg 6). 1.000 hm en 10 km klimmen in het roadbook, dus reken maar uit. De bekkies werden wat bleker in het groepje, hier werd wat tegenop gezien. En terecht, na 150 km was dit toch een ploert, zo één die er tussen hoort in een tocht als deze. Iets over het uur bovengekomen, waar de Duitse vriendelijkheid met soep en al wat niet meer stond te wachten. Het ‘echte fietsen’ was begonnen…. Wat ook bleek uit de afzink en het valsplat omhoog (30 km) naar Oberried om de doorsteek via Rinken naar Hinterzarten te maken. Rinken (berg 7)…. Hier ging de boel pas echt op slot, vooral ook omdat het ondertussen flink is gaan regenen. Het tempo ging dramatisch omlaag bij de meesten, het was pezen geworden, ook voor mij. Een geluk was wel dat de zilver strecke weer bij de onze was gekomen, waardoor eindelijk de eerste dames onderdeel van ons geheel werden. Co2niveau naar normaal en wat meer bekijks zal ik maar zeggen. Het stuk gravel reden wij achter een mooie Duitse jongedame en waar we normaal niet te beroerd zijn over het ‘split in het midden’ in te halen, gingen we nu voor maximaal bandenbehoud en de natuhr zoals deze voorhanden en daarmee genoten kon worden. Tot zover Rinken.
Net onder de top van Rinken, vlak voor Hinterzarten ging regenen over in storten. Het werd koud, de fouragepost was in een boerenschuur, waar veel leute met dekens hun fietszonden zaten te overdenken. Slim zou je zeggen, volgens mij het domste wat je kunt doen. Je wilt dan nl niet meer naar buiten, wat velen dus ook niet meer deden, tenminste niet om door te fietsen. Na 2 koppen hete en zoute soep doorweekt weer opgestapt met slechts nog 2 van mijn oorspronkelijke fietsmaten over. De Duitse Hollander kwam aan toen ik vertrok en heeft de tocht overigens ook uitgereden. Met mijn 2 Duitse vrienden door de stromende regen koers richting FeldbergPass gezet. De Feldberg (berg 8) is een loper, een relatief eenvoudige berg. Alleen hebben we in deze fase geen eenvoudige bergen meer… Het langsrazende verkeer zorgde voor extra water van onder, wat mijn Garmin deed stuiteren van ellende, en de rest van mijn lichaam nat maakte, waar het nog droog was dan. Feldberg bleek ik van de 3 het beste door te klimmen en vervolgens te dalen, waardoor ik met een flinke voorsprong op de heren aan de laatste berg begon, vanuit Schonau de HohtannHöhe (Wiedener Eck, berg 9) op. Klimmen ging nog relatief makkelijk. Ergens middenop begon mijn Garmin de flipmodus te bereiken, dus even in een bushokje het ding wat rust en energie gegeven. Na 10 minuten schoven mijn Duitse vrienden weer aan en ik weer aan bij hun. Naar de top, om de laatste afdaling aan te gaan naar Munstertal.
Na 12 uur en 9 minuten fietsen, met een gemiddelde van 21,5 km p/u kwam ik klappertandend van de koude aan bij de Belchenhalle, waar een enthousiast groepje Duitse dames en organisatoren klappend de finishers in het schemerdonker binnen haalden. Wat een tocht, wat een schitterende natuur en magnifieke ervaring, wat een geweldige dag en leuke lui. Wat een aanrader voor de langeafstand die hards en de klimmers op zoek naar een leuke tocht met normale afstanden, zonder ‘cyclodruk’…
Owja, op tijd inschrijven, dan vallen de kosten nog een beetje mee, 50 euro geloof ik. Wel dus een prijzige tocht, waarbij ze vooral aan de finish even iets meer konden doen. Gratis bord eten in plaats van betalen, een gratis drankje, je kent het wel. Tevens een beter aandenken dan een foto van de omgeving met een kruisje door het vakje Goud.. Maar goed, minor details… Het verblijf in een Bauernhof is goed betaalbaar, de camping ook, het leven is er niet schrikbarend duur, de omgeving magnifiek en de mensen zeer vriendelijk en gastvrij. Je voelt je niet alleen welkom, je bent het ook echt. Chapeau voor deze jonge organisatie van lokale enthousiastelingen. Chapeau ook voor de gemoedelijkheid en het onderlinge respect onder de deelnemers, wat een verschil met de massahysterie van de ‘bekende’ tochten…
Cheers,
Theo
Er is altijd een reden iets te doen, of iets te laten…
Ja ontzettende fietsCruijff, zo ken ik er nog wel 14…. Nu ja, voor mij was de reden deze tocht te gaan rijden er één van de mooie jeugdherinneringen aan deze regio. Zo’n 25 jaar geleden ben ik hier als tiener een paar jaar op rij geweest, met ouders en broer. Warme herinneringen aan prachtige bergen, dagen aan het zwembad, eerste vakantieliefdes en joekels van glazen bier….. Ik moest terug, alleen nu nog een goede reden… Via de site van de wielertoeristen zag ik deze tocht…. En wist het direct, die moest ik rijden! Alle mooie plekjes kwamen voorbij, inclusief Kirchzarten waar ik zo vaak als jochie was geweest. Tot zover de emotie, nu de tocht, het fietsen.
9 bergen, of bergen….
Ja, volmondig ja, het zijn bergen. Wellicht niet de langste bergen op de hoogtes zoals wij deze in de Alpen en andere hoge gebieden absorberen, maar er zitten absolute krengen tussen. Tijdens Schwarzwald Super! staan 9 bergen op het programma. Maar daarnaast is het, op 2 verbindingsstukken na met valsplat, net als Limburg, geen meter vlak. De 9 bergen: 1) Sirnitz (of Kreuzweg-Pass), (2) Hochkopf, (3) Schauinsland, (4) Thurner, (5) Brend, (6) Kandel, (7) Rinken, (8) Feldberg en (9) Hohtannhöhe (of Wiedener Eck). Vooral Kandel en Rinken wil ik hier noemen. Kandel is een kreng van de kant die wij gaan klimmen. 10 kilometer aan 10% gemiddeld. In de fase van de tocht rustig een Alpe te noemen tijdens Marmotte. Daarna afzinken en valsplat omhoog voor Rinken. Een onbeduidende verbinding tussen Oberried en Hinterzarten. Maar wel gewoon kilometers aan een stuk boven de 13% worstelen, door de bossen, eindigend op 500 meter gravel. Walgelijk kreng, oud Hollands afvlakken die zooi, maar gelijk aan Kandel nodig in een dergelijke tocht.
Wat vinden onze Deutsche freunde er van
Zelf omschrijven onze Rennradfreunde het als volgt: Der Schwarzwald Super! ist das intensivste Schwarzwalderlebnis für ambitionierte Rennradfahrer. Man fährt an einem Tag auf die höchsten Berge des Hochschwarzwaldes.
Een verdere belofte was de fourage, om de ongeveer 30 km gibt es Stationen mit regionaler Verpflegung. Hoewel geen sportvoeding, was er nergens gebrek aan en waren het voedsel en de dranken prima op orde om rond te komen. Van gehaktballen, kartoffelsuppe, groentebouillon, thee, koffie, ijsthee, water, diverse broden met schinken, jam, Nutella, eieren, muesli, natuurlijk koeken en fruit en alles in overvloed. De familiare sfeer op deze posten en gedurende deze dag maakte het zelfs meer dan uitstekend. Een niet te onderschatten voordeel van goed georganiseerde kleinschaligheid zal ik maar zeggen. Op de laatste post kon zelfs bier en wijn gedronken worden, dat ging mij dan weer iets te ver.
De weg er naar toe
Na overleg met de baas (en de bazin) kon ik vakantietijd boeken (en gezinsverlof nemen). Op woensdag 31 augustus om 0700 uur de auto gestart om vervolgens 1400 uur mijn spulletjes in een prachtige Bauernhof in Munstertal te droppen. Na uitgebreid welkom te zijn geheten was de verleiding mijzelf aan te sluiten op een Duits pilsnerinfuus groot. Immers was het 30 graden met een prachtige blauwe lucht. De voorspellingen voor de komende dagen bleven op dit niveau, dus toch maar op het fietsje geklommen om wat los te fietsen. Wiedener Eck op en Wiedener Eck neer, 36 km, douchen, stoel en bier…. Dank u.
De donderdag wat serieuzer gaan fietsen, ik was er immers toch en als ik vroeg zou starten, kon ik vroeg genieten van alles wat het leven naast het fietsen te bieden heeft. Kortom, de wekker om 0900 uur gezet en om 1100 uur opgestapt(….), het blijft vakantie. Na het ontbijt, met van het balkon uitzicht op de koeien die van stal naar bergweide gebracht werden, van de Bauernhof afgedaald naar centrum Munstertal. Via Stohren naar Schauinsland geklommen. Voor de lokaal bekenden, daar zit een flink stuk 18% in. Heerlijk opgewarmd mij bovenop Schauinsland gemeld en de afzink naar Oberried genomen. Met volle blijdschap kan ik u melden dat deze afzink dermate lekker loopt en overzichtelijk is, dat snelheden boven de 80 á 90 km per uur met gemak en voldoende comfort gehaald worden. En dalen is mijn liefde, mijn manier van ‘diep gaan’ (jaja, heb je um) zeg maar. Via Oberried doorgestoken naar Rinken, ik wilde een deel van de Super! verkennen. Had ik het maar niet gedaan, ik wist direct dat Schwarzwald niet alleen op het Zwarte Woud sloeg, maar ook op het zwart voor de ogen dat je er kunt fietsen. Via FeldbergPass (loper) en Wiedener Eck (loper) op het gemakkie terug naar Munstertal gereden. 105 km, lekker weer en een vriendelijke Bauernhof dame die geïnteresseerd vroeg hoe haar Hollandse Radfahrer het had gehad. Leuk mens.
De vrijdag een schitterende tocht over Kreuzweg (loper) gemaakt naar Schonau voor een beklimming die je moet hebben gedaan aldaar, zeggen ze. De klim naar Belchen. Okay, prachtig, Okay, lekker klimmen. Okay, bijzonder dat je bij Belchenbahnen even over gravel moet om weer terug op de verlaten en oude asfaltweg naar de top te komen. Maar een uitdagende tocht was dit niet. Het was lekker weer, eigenlijk te warm met 32 graden, de tocht niet te zwaar en dan is het een lekker tochtje, maar niet meer dan dat. Dik binnen het uur de Belchen bedwongen, even genieten van de prachtige vergezichten en een bekertje ophalen in de afdaling. Duitsers kunnen wel klimmen, maar zijn niet zo van het dalen… 72,5 km na aanvang bij Bahnhof Munstertal aangevangen met het middagprogramma, iets met zon en een terras.
De zaterdag benut, overigens net als vrijdagavond, voor a trip down memorie lane. Ik zal jullie er niet mee vermoeien, maar wat is het soms prachtig door je eigen verleden te sjokken en stil te staan bij plekken die ogenschijnlijk onveranderd zijn. Het enige dat echt veranderd is, ben jezelf. En grote campings blijken ineens kleiner te zijn en wandelingen van uren en uren, blijken wandelingen van maximaal 5 kilometer te zijn. Ondanks dat alles, maakte alleen deze ervaring deze trip al tot een onvergetelijke trip…
Leuk idioot, maar het ging toch over de Schwarzwald Super! 2016???
Owja, sorry, ik verloor mijzelf even in mijn eigen holle retoriek. Je had ook het deel hiervoor over kunnen slaan, je koos er voor door te lezen…
De tocht kent 3 Strecken: Brons, Zilver en Goud. Zilver lijkt qua afstand en hoogtemeters wat op Marmotte. Dik in de 4000hm en 180 km. Goud is een bikkelding, een ware extremradmarathon met 6500 hm en 260 km klimmen en dalen. Brons behandel ik hier niet, dat is niet voor ons soort mensen (grapje). Dat moest hem dus gaan worden, Gold, ik was immers op zoek naar een mooie uitdaging. Het is geen cyclo, het is echt een individuele rit, geen tijdsregistratie, maar een stempelkaart. Vertrek om 0530 uur, waar wat zenuwachtig geschuifel in het donker voor de start de ongeveer 150 deelnemers aan Goud kenmerkte. 0400 uur de wekker en dit doen we dus vrijwillig…
De eerste berg, Kreuzweg, moest in het absolute donker bedwongen worden. 1 woord: GAAF!!! Dit vond ik persoonlijk een mega ervaring. Natuurlijk had ik een goed koplampje (dank voor de tip Alien), maar alles om je heen stil, ruhe en donker. Wauw, wauw. Voor de klimtijd maakt het geen zak uit. Ongeveer net zo snel boven als eerder deze week. Met een plan vertrokken, hartslag rond 150 houden en minimaal 20km p/u gemiddeld moest het worden. Onervaren als ik ben, bleek dit uiteindelijk ervoor te zorgen dat ik zonder spierpijn van de fiets ben gestapt, dat kan dus iets ambitieuzer een volgende tocht. Bovenop Kreuzweg was het voldoende licht geworden om veilig volle bak te dalen. Kort voor dit moment, de mooiste momenten van de dag. Op de top de zonsopkomst mee mogen maken, waarbij prachtige vergezichten ontstonden.
Wat een zegen te mogen fietsen, op dit moment, op deze wegen.
De downhill naar Schonau is niet alleen dalen, maar kent wat klimmetjes via soms schitterende doorsteekjes naar plekken waar ik anders nooit was gekomen, prachtig.
2e berg Hochkopf is een prima ding, je begint er aan, het kost je kracht, maar niet ziedend veel, je komt boven en daalt hem af. Niets bijzonders. Vanaf daar was het veld van 150 wel gezet. Ik kwam met de 2e groep(je) mee, wat meer zegt over het niveau van de tocht (geen cyclo, meer een tocht voor liefhebbers van langere afstanden afzien en goedwillende renners die zilver en brons als mooie uitdaging zagen) dan over de Froome in mij. Met wat Duitse rennradfreunde en een voor velen bekend pakkie van sportvoedingwebshop (met oranje helm en bijbehorende S-Works), welke een Nederlander wonende in Duitsland betrof eigenlijk de hele dag doorgekomen. Zij klommen in het begin sneller, ik daalde sneller. Op het einde klom ik weer wat beter, de tocht dus iets beter ingedeeld. Leuke lui, helpt de dag echt fun te maken. Maar goed, Hochkopf af (bekertje stelen downhill) en beuken maar. Op een bepaald moment toch maar gevraagd waar we waren, bleken we redelijk onder de top van Schauinsland (berg 3) te zitten al. Erg leuke klim, duurt een poosje, maar wordt nooit echt vervelend. Van de top af weer rapido de bekende bochten naar Oberried. Ik kende hem, kon lekker doordalen en daarmee nog 2 bekertjes pikken van een Oosterbuur.
Van Oberried af via Kirchzarten naar Thurner gefietst. Eindelijk mijn kans kunnen pakken ook hier te shinen als Hollandse Cadel Evans. Wat een pijn, wat een leed, maar we waren toch maar met zijn 4-en, dus dat plannetje maar laten varen en beurten op kop gepakt. Thurner (berg 4) is een leuke berg, geen onding, ook geen makkie, eigenlijk een prima obstakel in het geheel. Van Thurner ging het richting Brend. Van de hoofdweg kwamen we via een schitterende (noem het een b- of beter c-weg) door enkele dalen en tussen wat berg(jes)en door aan de voet van Brend (berg 5). Hier begon het serieuzer te worden. Dit begon er op te lijken. Vooral richting top werd het al wat meer ‘klimmen zoals we dat van de Alpen kennen’. Het zuchten begon, het shirt ging tot de navel open. Overigens, de temperaturen waren prima voor het fietsen. Niet te warm meer, zoals de woensdag tot en met zaterdag het geval was, heerlijk fietsweer, bewolking maar niet koud, met wat zon. Net onder de top werden we vermaakt met wat onverwachte meters aan 16%, murder on the racefloor…..
Even wat eten en 4km zelfde weg terug om door te dalen naar de moeder aller k*tbergen (njah, met dus het nodige respect) van deze regio. Kandel (berg 6). 1.000 hm en 10 km klimmen in het roadbook, dus reken maar uit. De bekkies werden wat bleker in het groepje, hier werd wat tegenop gezien. En terecht, na 150 km was dit toch een ploert, zo één die er tussen hoort in een tocht als deze. Iets over het uur bovengekomen, waar de Duitse vriendelijkheid met soep en al wat niet meer stond te wachten. Het ‘echte fietsen’ was begonnen…. Wat ook bleek uit de afzink en het valsplat omhoog (30 km) naar Oberried om de doorsteek via Rinken naar Hinterzarten te maken. Rinken (berg 7)…. Hier ging de boel pas echt op slot, vooral ook omdat het ondertussen flink is gaan regenen. Het tempo ging dramatisch omlaag bij de meesten, het was pezen geworden, ook voor mij. Een geluk was wel dat de zilver strecke weer bij de onze was gekomen, waardoor eindelijk de eerste dames onderdeel van ons geheel werden. Co2niveau naar normaal en wat meer bekijks zal ik maar zeggen. Het stuk gravel reden wij achter een mooie Duitse jongedame en waar we normaal niet te beroerd zijn over het ‘split in het midden’ in te halen, gingen we nu voor maximaal bandenbehoud en de natuhr zoals deze voorhanden en daarmee genoten kon worden. Tot zover Rinken.
Net onder de top van Rinken, vlak voor Hinterzarten ging regenen over in storten. Het werd koud, de fouragepost was in een boerenschuur, waar veel leute met dekens hun fietszonden zaten te overdenken. Slim zou je zeggen, volgens mij het domste wat je kunt doen. Je wilt dan nl niet meer naar buiten, wat velen dus ook niet meer deden, tenminste niet om door te fietsen. Na 2 koppen hete en zoute soep doorweekt weer opgestapt met slechts nog 2 van mijn oorspronkelijke fietsmaten over. De Duitse Hollander kwam aan toen ik vertrok en heeft de tocht overigens ook uitgereden. Met mijn 2 Duitse vrienden door de stromende regen koers richting FeldbergPass gezet. De Feldberg (berg 8) is een loper, een relatief eenvoudige berg. Alleen hebben we in deze fase geen eenvoudige bergen meer… Het langsrazende verkeer zorgde voor extra water van onder, wat mijn Garmin deed stuiteren van ellende, en de rest van mijn lichaam nat maakte, waar het nog droog was dan. Feldberg bleek ik van de 3 het beste door te klimmen en vervolgens te dalen, waardoor ik met een flinke voorsprong op de heren aan de laatste berg begon, vanuit Schonau de HohtannHöhe (Wiedener Eck, berg 9) op. Klimmen ging nog relatief makkelijk. Ergens middenop begon mijn Garmin de flipmodus te bereiken, dus even in een bushokje het ding wat rust en energie gegeven. Na 10 minuten schoven mijn Duitse vrienden weer aan en ik weer aan bij hun. Naar de top, om de laatste afdaling aan te gaan naar Munstertal.
Na 12 uur en 9 minuten fietsen, met een gemiddelde van 21,5 km p/u kwam ik klappertandend van de koude aan bij de Belchenhalle, waar een enthousiast groepje Duitse dames en organisatoren klappend de finishers in het schemerdonker binnen haalden. Wat een tocht, wat een schitterende natuur en magnifieke ervaring, wat een geweldige dag en leuke lui. Wat een aanrader voor de langeafstand die hards en de klimmers op zoek naar een leuke tocht met normale afstanden, zonder ‘cyclodruk’…
Owja, op tijd inschrijven, dan vallen de kosten nog een beetje mee, 50 euro geloof ik. Wel dus een prijzige tocht, waarbij ze vooral aan de finish even iets meer konden doen. Gratis bord eten in plaats van betalen, een gratis drankje, je kent het wel. Tevens een beter aandenken dan een foto van de omgeving met een kruisje door het vakje Goud.. Maar goed, minor details… Het verblijf in een Bauernhof is goed betaalbaar, de camping ook, het leven is er niet schrikbarend duur, de omgeving magnifiek en de mensen zeer vriendelijk en gastvrij. Je voelt je niet alleen welkom, je bent het ook echt. Chapeau voor deze jonge organisatie van lokale enthousiastelingen. Chapeau ook voor de gemoedelijkheid en het onderlinge respect onder de deelnemers, wat een verschil met de massahysterie van de ‘bekende’ tochten…
Cheers,
Theo