Ik zit deze avond met zo'n katerig gevoel dat je overhoudt na een briljante fietstrip en je weer over mag tot de orde van de dag.
Dinsdagochtend vroeg stapte ik met 3 vrienden in de auto om rond 15.30 te arriveren bij een kleine site in de buurt van Saint Felicien in de Ardeche. Na de spullen in de kamers gezet te hebben, zijn we meteen begonnen voor een ritje van 40km. Een heerlijk zonnetje, veel op en af, versierde dorpen: al met al een mooie voorbode. Na het fietsen zijn we in St Felicien onze startnummers gaan afhalen. De grote parkeerweilanden en startdorp zijn bewijzen van een groot evenement, dat alleen in NL onbekend is.
Woensdagochtend is het zover. Eén maatje rijdt iedere dag vooruit met de bagage (en rijdt dan een lokale ronde), en stappen op de fiets naar Saint-Felicien. Er starten meerdere 4 daagse routes, maar snel hebben we ons startpoortje met tijdsregistratie gevonden. We zijn los. Binnen 10km zijn we bij de eerste verzorgingspost. Snel leren we dat we ons om eten, drinken en aandacht niet druk hoeven te maken: ieder dorp pakt uit met een eigen thema, en er is keuze zat (colaatje, koffie, pannenkoeken, gedroogd fruit, worst, maar regelmatig kan je ook een glaasje wijn, of lokaal gestookt aperitiefje krijgen). De grote wegen worden gemeden, en slingerend rijden we richting het zuiden. Veelal over goedlopende klimmetjes, maar een enkele keren worden we over een kreng gestuurd. Mooi moment om de beentjes te testen. Het valt ons op dat de gemiddelde leeftijd hoog is. Met mijn 46 jaar ben ik een kuiken! Soigneren mag dan een frans woord zijn, maar sinds de jaren 60 zijn de meeste deelnemers daarmee gestopt. De kleuren van de l'Ardechoise voeren de boventoon (paars en geel), en het liefst gecombineerd met de lokale koersbroek. Regelmatig vaag ik mij af hoe velen de dagen gaan doorkomen, om dan te beseffen dat de meesten al heel wat jaren meer op de fiets zitten en precies weten waar ze mee bezig zijn. De wind maakt het lastig, maar gestaag tellen de kilometers en hoogtemeters op.
Ineens herken ik de omgeving. 3 jaar gelden zat ik met mijn gezin in Privas en heb daar een paar mooie rondjes gemaakt. Ik herken het riviertjes waar we geweest zijn en weet dat het stadje om de hoek ligt. En dat is maar goed ook. Thuis had ik mijn crank losgemaakt om alles schoon te maken en weer in te vetten. De crank is lichtjes losgeraakt. Ik spreek bij de finish een dame van de organisatie aan. Oei, de technisch ondersteuner is al weg en de mechanieker van de Sport2000 werkt niet op woensdag. Eer ik het weet is iedereen voor mij in de weer en wordt een langs fietsende bekende aangesproken. Uiteraard heeft hij de lange ‘allan cle’ voor campa. We mogen achter hem aan fietsen, en ondertussen vertelt hij vrolijk over zijn L’Ardechoise avonturen uit het verleden. Na de crank goed vastgezet te hebben, komt hij met een lijst namen. Hij heeft 12 fietsers te logeren. Of er ook Hollanders bijzitten, want dan heeft hij veel nodig ☺
Wij rijden door naar een klein dorpje Chomerac, waar we in een heerlijk B&B zitten. Voordat we aan tafel kunnen, rijd ik met de volgwagen terug naar Privas. Ons andere maatje heeft een lege telefoonaccu, en we weten niet of hij de route naar overnachting op zijn Wahoo heeft staan. De finish lijkt mij een logische plek en als ik kom aanrijden veert hij opgelucht op. De dikke biefstukken van de gastheer hebben we dik verdiend.
Dag 1, 184km en 2900hm
https://www.strava.com/activities/2463259659
Bij het ontbijt worden we gewaarschuwd: slecht weer is op komst. Onze gastheer kijkt bezorgd. Zeker als we luchtig reageren op regen bij een graadje of 30. We peddelen via de oude spoorweg naar Privas en sluiten snel aan bij de colonne richting de Gorges de l’Ardeche. We gebinnen rap aan de Col du Benas, een heerlijk lopende klim van een kilometer of 9, die ik ken van mijn eerder bezoek. We worden door verschillende landgenoten ingehaald. Ze hebben er veel zin in. Na een mooie afdaling gaat het glooiend naar de gorges. We rijden niet richting Vallon Pont d”arc, maar juist naar het oosten St Martin d’Ardeche. Het is een heerlijk bakoven aan het worden. Aan de zuidzijde van de rivier mogen we weer sightsee-en in een klein dorpje: fiets op de schouder om een middeleeuws trapje te bestijgen. We vinden het allemaal hilarisch. Net als alle andere toeristen die er ronddwalen. Daarna wordt het tijd om ergens de plat de jour te scoren. Uiteraard zit er een ouder Nederlands stel te eten, die graag horen wat we aan het doen zijn. Lachend laat de man weten dat hij nooit zo gek zou zijn om hier zulke afstanden te fietsen. Hij weet niet wat hij mist. Inmiddels zijn zo ongeveer alle deelnemers al gepasseerd en rijden we na de lunch heel lang op volledig verlaten glooiende wegen naar het westen. Het is dat er gele pijlen op het wegdek staan, anders hadden we gedacht dat we verkeerd waren gereden. De luchten worden dreigender, en we weten dat we niet gaan ontkomen aan een nat pak. Zo’n 40km voor de finish gaan de hemelsluizen open, maar met een vestje aan, is het goed te doen. We mogen ook weer flink gaan klimmen, dus warm houden we het wel. In het plaatsje Banne is het inmiddels gestopt met regenen, waardoor we nog kunnen genieten van de rit over een kan door allerlei mooie rotspartijen. Na de afdaling naar Les Vans zoeken we snel ons adres op in een klein dorpje op een heuvel. Daar staan onze maten al op ons te wachten met enthousiaste verhalen over hun tour (met volgwagen) naar Vallon Pont d’Arc en onze B&B. We plonzen lekker in het zwembad en doen ons tegoed aan wat lokale biertjes.
Dag 2, 171km en 2600hm
https://www.strava.com/activities/2466084065
Het heeft flink geregend in de vroege ochtend, dus we mogen starten met een natte afdaling. Maatje 3 is na een rustdag ook weer opgestart. Vandaag gaat het een zware etappe worden volgens onze gastheer: onweer nattigheid en de hoogte in. We gaan het zien. De dag begint goed. We zijn amper op weg, maar mogen al snel over semi natuurlijke brug over een halfdroge rivier. Gaaf, hiervoor zijn we naar de Ardeche gekomen. Daarna volgt een lange aanloop vals plat door een schitterende vallei. Mijn maatje heeft er zin in en gaat er met 2 fransozen vandoor. Ik rijd een tijd met een landgenoot, die jaarlijks terugkomt voor dit evenement. Ik begrijp hem inmiddels goed. Na een kilometer of 5 geeft hij aan dat hij eigen tempo gaat rijden. Ik geef gas om mijn maatje in te halen. Totaal overbodig want iedere 15km kom je wel een dorp en dus verzorging tegen. Deze keer belanden we in ‘1001 nachten’, en na wat grappen met de locals beginnen we met zijn 2-en aan een mooie, maar stiekem toch lastige klim. Eenmaal op het plateau gekomen krijgen we geen minuut rust, maar de uitzichten vergoeden alles. Lang houden we het droog, maar uiteindelijk moeten we er aan geloven. We zitten de hele tijd tussen de 1000 en 1450 meter, dus warm is het hier niet meer te noemen. Waar wij ons behelpen met een gilletjes, zien wij Fransen in volledige poncho’s, helmcovers, regenbroeken, enzovoorts. Dus dat slepen ze mee in al die tassen en rugzakjes. Na de laatste afdaling pakken we een warme thee bij de verzorging. We staan er monter bij, maar zien dat de meeste Fransen wel afzien in dit weer. Sommigen staan gigantisch te shaken, vervelend! Uit het roadbook had ik al begrepen dat we nog een klim van 6km zouden hebben naar onze overnachting, een herberg gerund door een jong stel uit Marseille. Daar aangekomen worden we hartelijk begroet: we zijn de eersten. Toppers, die we zijn! ☺
Snel douchen en dan eens kijken of ze ook kranten hebben om de schoenen te drogen. Eer ik het weet zit ik in een doorbrekend zonnetje aan de tuintafel met een eigen gebrouwen biertje. Dit blijkt een voorbode te zijn voor een gezellige avond met 14 fietsers aan een lange tafel met wijn, bier en een gastheer met veel humor.
Dag 3, 144km en 3500hm
https://www.strava.com/activities/2468388338
We starten als laatste en de onze laatste dag. De langste, de meeste hoogtemeters, maar we starten op 1400 meter en finishen op 200 meter. De eerste 80 kilometer blijven op en af rijden op het plateau. 1300 meter is niet hoog, maar na 3 dagen merk ik dat het wel vermoeiend is. De hele tijd is de lucht dreigend en zo nu en dan rijden we in de mist. Het blijft wel droog. Na een kilometer of 90 komen verschillende meerdaagse routes bij elkaar en ook de drukke 1 daagse koers. We weten niet wat we moeten verwachten. We vrezen op de 3 langere klimmen die nog volgen, dat we ‘fietsles’ gaan krijgen. Nou die angst, was nergens voor nodig. Meedoen is hier echt belangrijker dan presteren en in de klimmen rijden we gestaag iedereen voorbij. Dit geeft veel moraal en ineens staat er een bord dat het over 50km voorbij is. Mijn eerste reactie? “Balen”. We besluiten er van te genieten en rond 16.30 rijden we Saint-Felicien binnen. We hebben het gefikt! In het dorp heerst een vrolijke chaos. Ons briljante plan om op een terrasje een pint te pakken, is volkomen zinloos. Dan maar plan B, richting onze overnachting van eerder deze week en kijken of we ergens op de route iets kunnen vinden. In Saint Victor zit een kroeg aan een klein pleintje. De 2 stoelen op het terras zijn al bezet, maar een plekje aan de fontein is zo gevonden. Een mooi moment om de dagen nog eens de revue te laten passeren en al zachtjes vooruit te kijken naar nieuwe fietsavonturen. Na nog 2 glazen rijden we de laatste 5km. Een groep Luxemburgers is ook gast, en hebben enthousiaste verhalen over hun zware tocht die dag. Wij geven ze een tip: kom volgend terug voor 4 dagen Ardeche!
Dag 4, 203km en 3700hm
https://www.strava.com/activities/2471652580