In de Elzas, zo ongeveer halverwege Colmar en Sélestat, ligt het dorpje Bergheim. Vanuit dat dorpje heb ik gisteren een "verkennend" rondje van 81 km gefietst. Eerst over een licht glooiende weg, tussen de wijgaarden en met uitzicht op de heuvels, naar Ribeauvillé gereden. Daar struikel je halverwege de ochtend al over de toeristen en ik was dan ook blij dat ik de rotondes bij het centrum voorbij was. Vervolgens richting Ste. Marie-aux-Mines. Meteen buiten Ribeauvillé begint de weg te stijgen en rijd je in het bos en dat blijft zo tot je op de eerste col bent. Het eerste deel van de klim verloopt vlot, want het stijgt matig en er is ook niet veel verkeer. Wel is er op twee punten een stuk met wat bochten waar nog een soort klinkers liggen, dus goed sturen, want de boel ligt niet meer helemaal zoals het hoort. Het tweede deel van de klim is wat steiler. Ook op de col is weinig te zien:
Dan volgt er een leuke afdaling naar Ste. Marie-aux-Mines, wat overigens een stadje is waar je volgens mij zo door kunt rijden, wat ik dan ook gedaan heb!
Net buiten het stadje, zie je in de verte al het volgende doel, de Col de Bagenelles. Eerst rijd je, licht stijgend, door een wat meer open dal, waardoor er iets meer van de omgeving te zien is. Aan een paar voorbijrazende motorrijders hoor ik even later hoe de weg verder verloopt. En ja hoor, aan het einde van het dal draait de weg "terug" en begint de eigenlijke klim naar de col. De
Col de Bagenelles brengt mij op 903 m en hoewel je daar wel leuke plaatjes zou kunnen schieten, fiets ik toch door, want het gaat nog verder omhoog. Even later ben ik op de Col des Pré de Raves (1005 m) en dan is het nog zo'n 6 km naar de Col du Bonhomme. Deze col ligt lager, dus is het klimmen eigenlijk voorbij: er volgt nu meer dalen dan stijgen. Bij de Col du Bonhomme (949 m) kom je op de doorgaande weg van St. Dié naar Colmar. Deze weg wordt ook veel gebruikt door het vrachtverkeer, dat niet door de tunnel tussen St. Dié en Ste. Marie mag.
Ns een korte ravitaillering, zet ik de afdaling in. Dat kun je het beste doen als er net even geen zware vrachtauto's omhoog komen. Ik heb geluk en word in de afdaling slechts één keer door zo'n "mastodont" ingehaald. Na een lange afdaling, kom je in Kaysersberg en vanuit dat stadje zoek ik de weg naar Kientzheim, Ribeauvillé en tenslotte Bergheim weer op.
Maar er zijn ook diverse varianten te rijden, waardoor je niet of nauwelijks over de doorgaande weg(en) hoeft te fietsen. En "beneden", over de "Route du Vin" is het wel mooi fietsen qua landschap, maar wemelt het nu nog van de toeristen, die zich hoofdzakelijk per auto verplaatsen. In het "achterland" was het rustig en ik denk dat dit voor een groot deel van de streek geldt.