Er gaan hier in de Elzas diverse routes omhoog naar de Haut-Koenigsbourg. Gisteren heb ik de variant die in Bergheim begint genomen. Vanuit het stadje leidt de 'Route de Thannenkirch' je omhoog en net buiten Bergheim zie je het Château Reichenberg in het zonnetje tussen de wijngaarden oprijzen.
Château Reichenberg:
Vanaf dit kasteel rijdt je door een bos, tot je bij het bergdorpje Thannenkirch weer in wat meer open terrein komt. Na het dorpje gaat de klim nog een stukje verder en bij het gehucht Schaentzel volgt er een korte stukje dalen. Vervolgens is het nog een paar km klimmen door de bossen voor je op de lus rond de Haut-Koenigsburg komt. Gelukkig bleven de meeste toeristen keurig in de naast de parkeerstrook gemarkeerde 'loopstrook', zodat ik slechts een paar keer 'attention s.v.p.' behoefde te roepen. En na een klim van 13 km stond ik op 755 m hoogte naast de 'toeristentrekker' van de centrale Elzas. Helaas stond het kasteel voor een deel in de steigers, zodat er wat gemanoevreer met de camera aan te pas moest komen, om toch nog een acceptabel plaatje te kunnen krijgen. En ook het uitzicht over het Rijndal viel dit keer tegen, want het was nevelig en heiig. Bij helder weer heb je hier een fantastisch uitzicht!
Château Haut-Koenigsbourg:
'Een heiige boel' daarboven (zicht op Rodern, de Grasberg bij Bergheim en het Rijndal):
Na het nemen van de foto's en even wat gel en drinken 'ingenomen' te hebben, heb ik de afdaling naar NW-richting genomen, die je in Lièpvre brengt. Vanuit dat stadje ben ik via Ste. Croix-aux-Mines (dus niet over de druk bereden N59) naar Ste. Marie-aux-Mines gereden. Er loopt trouwens tussen Lièpvre en Ste. Croix ook een fietsroute over het tracé van een voormalige spoorlijn. In St. Marie ben ik omhoog gereden naar de Col du Haut de Ribeauvillé (742 m) en vervolgens verder geklommen naar Aubure en de net even voorbij dit bergdorpje gelegen Col de Fréland (831 m).
Op de Col de Fréland:
Het bankje bij de col bood een prima plek om weer even wat te nuttigen en te drinken, om vervolgens de afdaling naar Fréland en Hachimette in te zetten.
De Vogezen bij Fréland:
Net na Fréland ging het 'mis', want ik kwam in volle afdaling in een zwerm bijen terecht, waarvan er één mij gemeen pijnlijk in m'n voet stak:(:(:(. Omdat de zwerm aanhield, durfde ik niet meteen te stoppen om de angel te verwijderen.
Gelukkig nam de pijn snel af en had ik er verder weinig last van. Alleen gisteravond werd het toch een grote rode en enigszins opgezette en behoorlijk pijnlijke plek, waardoor ik ook begon te 'strompelen'. Maar het leed is al weer zo goed als geleden:d.
Nas Hachimette ging het richting Orbey. Hier volgde de volgende onaangename 'verrassing': over enige honderden meters was het wegdek op mijn route volledig opgebroken:(:(:(. Hierdoor moest ik mij tussen de wegenbouwmachines en het reeds tegemoetkomend verkeer (met de fiets kun je in zo'n situatie moeiliijk binnen de 'groene periode' van de verkeerslichten blijven) door manoevreren. Maar de klim naar de Col du Wettstein maakte veel goed. In het begin is het landschap half-open en vriendelijk, waardoor je niet voortdurend in het bos rijdt en er dus nog wat te zien is.
Op het einde van de klim, die steeds vlakker wordt, rijd je wel weer door de bossen.
Op de Col du Wettstein:
De Vogezen bij de Col du Wettstein:
Op de Col du Wettstein is de 'Nécropole Nationale du Linge', een oorlogskerkhof, waar gevallenen uit de periode 1914-1918 begraven liggen. In deze streek word je trouwens voortdurend geconfronteerd met het trieste verleden uit de Eerste en Tweede Wereldoorlog, want je vindt hier vele oorlogsgraven (zowel Franse als Duitse) en herdenkingplaatsen. Indrukwekkend is die op de Collet du Linge, waar een deel van de loopgraven uit de Eerste Wereldoorlog bewaard zijn gebleven en je 'even' stil kunt staan bij de ellende die zich daar afgespeeld moet hebben.
Franse oorlogsgraven op de Col du Wettstein:
Na een moment van bezinning, ben ik doorgereden naar de Collet du Linge (975 m) en vervolgens door de bossen licht dalend in Les Trois-Epis terecht gekomen. Hier heb ik de weg naar Ammerschwihr opgezocht. Dit is een snelle afdaling door de bossen, die je weer op lagere niveau's brengt en waar het ook beduidend zonniger en warmer was dan in de bergen/heuvels hier. En het is meteen ook een stuk drukker, want je zit weer op de 'Route du Vin'. In de bergen, waar de wegen uitstekend zijn, is (afgezien van de grote doorgaande wegen) nauwelijks verkeer.
De Route du Vin bij Sigolsheim...:
... en tussen Zellenberg en Ribeauvillé (met de Haut-Koenigsbourg op de achtergrond):
Na Ammerschwihr was het nog een 16-tal km's over de toch fraaie en glooiende Route du Vin, voordat ik na een tocht van 104 km weer in Bergheim terug was!
'La Porte Haute', de westelijke toegang tot Bergheim: