mdk schreef:...Ik zou het absoluut niet vervelend vinden als er de komende periode nog zo'n verslagen en foto's volgen...
Het is hier natuurlijk geen 'verzoekprogramma'
, maar ter gelegenheid van mijn
1000e post hier op dit forum, wil ik zo'n vriendelijk verzoekje wel een keertje inwilligen
.
Op het Plateau de Vaucluse
Gisteren was het weer zo laat: er stond een stevige Mistral en zoals jullie inmiddels weten, is dat niet mijn favoriete fietsweer... De weersvooruitzichten voor vandaag waren wat de wind betreft veel beter. Het was dan ook mijn bedoeling om vandaag in het westelijke deel van de Alpilles te gaan fietsen. Maar toen ik de meteoroloog van Météo France hier vanmorgen op de radio hoorde zeggen '...un Mistral assez fort sur La Camargue vers 60 km/h...' (een tamelijk krachtige Mistral tegen 60 km/h in de Camargue), heb ik mijn plannen maar bijgesteld. 'Plan-B' was voor mij het Plateau de Vaucluse met de voor mij nog onbekende Col de la Liguière, 'ergens' hoog boven St. Saturnin-lès-Apt. Via Maubec-Le Village bereikte ik vanuit m'n standplaats de doorgaande weg van Robion naar Coustellet (en verder). In Coustellet zag ik dat bij het 'Musée de la Lavande' de eerste touringcars met toeristen al weer gearriveerd waren. Maar goed, daar kwam ik niet voor, dus rustig verder gefietst richting Gordes. Even een stukje klimmen en zo'n 2 km voor Gordes ben ik bij de rotonde op de D2 gebleven en 'onderlangs' richting Roussillon en St. Saturnin verder gegaan.
Gordes in de ochtendzon, gezien vanaf de D2 ten zuiden van het stadje:
Pays de Gordes, met de Grand Luberon op de achtergrond:
Na Gordes daalt de weg eerst flink en links en rechts zie je de 'optrekjes' van de beter gesitueerden in het prachtige landschap liggen
. Wat verder wordt het een stuk vlakker en geniet ik van de enigszins bedwelmende geuren van de nu volop in bloei staande lavendelvelden.
...de nu volop in bloei staande lavendelvelden:
Weer wat verder kom ik op vals plat en peddel ik rustig richting St. Saturnin. Vlak voor dit stadje begint het ongemerkt steeds steiler te worden en ga ik maar naar het binnenblad. Bij het binnenrijden van dit Provençaalse stadje zie ik ook het 'handelsmerk' van St. Saturnin: de typische molen. Het is er (nog) rustig. Ik draai even een rondje, maak een foto van de molen en zoek dan de weg naar de col die ik vandaag op wil.
Het 'handelsmerk' van St. Saturnin-lès-Apt:
Ik weet dat ik eerst een stukje de D943 moet hebben en dan al snel rechtsaf de D230 op moet. Dan zie ik aan het begin van de D943 een bord met de tekst 'Route barrée à 1500 m' (na 1500 m wegafsluiting). Dat heb ik nu weer! Maar goed, het is zaterdag en dan zal er wel niet aan de weg gewerkt worden. Misschien kan ik er dus met de fiets toch wel door. Al snel zie ik dat er een dranghek staat met naast de tekst die op de afsluiting duidt, ook het ronde rode-bord-met-witte-balk (éénrichtingsverkeer dus). Er staat ook een man in zijn 'zondagse pak' bij (en dat met de temperaturen van vandaag), die een auto die voor mij rijdt door laat gaan. En van het afgezette weggedeeltje komt een busje van de Gendarmerie aanrijden. Waarschijnlijk is de weg dus afgesloten i.v.m. de een of andere activiteit (het is weekeinde en dan organiseren de Fransen graag iets...). 'Spannender' wordt het niet, want ik heb geluk: de wegafsluiting begint precies voorbij de afslag die ik zoek!
Het begint meteen flink te klimmen, dus rijd ik met 34x23 over deze rustige weg omhoog. Nauwelijks wind en volop in de zon voelt het niet echt makkelijk aan. Al na een paar bochten kan ik door het vrij open landschap de omgeving goed bekijken. Ik zie de Petit Luberon en de Grand Luberon met de antennemast op de Mourre Nègre (1125 m) in hun volle glorie in de uitbundig brandende zon. Iets dichterbij zie ik de rode okerrotsen bij Rousillon en ook de bergketen van de Alpilles tekent zich scherp af tegen de blauwe lucht. Ook het hooggelegen Gordes is duidelijk herkenbaar. Ik geniet er maar van!
Om mijn rug wat te ontzien, schakel ik wat hoger op de klim maar naar 34x26. Niet dat het veel helpt, maar je moet toch wat... Gelukkig wordt het de laatste km's vlakker en kan ik even rechtop gaan zitten en m'n rug wat strekken. Nadat ik de 'Piste DFCI La Liguière' (een toegansweg voor de brandweer i.g.v. bosbrand) gepasseerd ben, kan de col niet ver meer zijn. Nog twee bochten en ik sta op 998 m op de Col de la Liguière. Die heb ik
!
Helaas ben ik er (weer) eens niet alleen, want als ik afstap word ik zo ongeveer 'gek' van de vliegen die op mij afkomen (schijn ik gevoelig voor te zijn).
Op de Col de la Liguière:
Toch neem ik even de tijd voor een foto, eet twee bananen en twee 'gelletjes' en drink wat, alvorens de afdaling in te zetten. Bij het 'vlekje' Sarraud stop ik even om het landschap voor het forum (en mijzelf) vast te leggen. Ik mijmer nog even wat over alle medefietsers die nu waarschijnlijk op de berg daar in de verte nog meer afzien dan ik zojuist gedaan heb...
In de afdaling van de Col de la Liguière bij Sarraud:
Het daalt vlot, maar de wegen hier zijn 'een ramp', want hobbelig en opgelapt. Vlak voor St. Jean-de-Sault slak ik linksaf richting St. Hubert. Er staat hier duidelijk wat meer wind en de temperaturen zijn aangenaam. Heerlijk zo! Voor St. Hubert kom ik nog langs de belvédère die vorig jaar in één van mijn ritten beschreven is. Ik geniet van het voor mij zeer bekende landschap van de Gorges de la Nesque en ben daarna vlot in St. Hubert (832 m). Na St. Hubert is het dalen geblazen, tot ik bij de afslag naar Méthamis aan de korte en makkelijke klim naar de Col de la Ligne (756 m) begin.
Op de Col de la Ligne:
Hier peuzel ik op een kei in de schaduw een muesli- en twee fruitrepen op en drink flink wat, alvorens ik de afdaling naar Murs inzet. De eerste 1 à 1,5 km gaan nog een beetje 'af-en-op', maar daarna komt de vaart er flink in en ben ik snel in Murs.
Murs, waar de brem nog volop bloeit (een heerlijk geurt):
Na Murs kies ik er voor om na een klein stukje van de route die van de Col de Murs komt, verder te dalen naar Joucas. Het gaat hier vrij steil naar beneden, over een 'hopeloze' weg. Het lijkt wel een lappendeken en het is dan ook voortdurend 'kont van het zadel' om de klappen op te vangen! In Joucas eet ik op een stenen bankje in de schaduw een appel, terwijl de 'zij' van een Luxemburgs stel motorrijders mij groet en 'bon appetit' toewenst. Vanuit Joucas ga ik richting Goult en Lumières en pak een klein stuk D900 (ex-N100) naar de afslag richting Lacoste. Vervolgens neem ik wel vrijwel meteen het klimmetje over de côte richting Ménerbes. Na eenmaal over de côte te zijn gefietst, zie je Ménerbes schitterend op de rotsrichel liggen. Ik kan niet meer de moed opbrengen om nog omhoog te fietsen en blijf op het vlakke, om met tegenwind (ik kan mij niet herinneren op de D3 richting het westen ooit wind mee gehad te hebben) het laatste deel van deze 101 km lange tour af te leggen.