La Drôme à Vélo III. Het dorp St. Pantaléon-les-Vignes, in de streek waar de Côtes-du-Rhône Villages wijnen gemaakt worden, is één van de dorpen die hun naam op het etiket van de fles mogen vermelden. Wijn speelt in deze streek dan ook een belangrijke rol.
Daarnaast is de olijventeelt hier ook belangrijk: Nyons heet de beste olijfolie van Frankrijk te leveren. De rotonde 'met de kurken' bij de entree van St. Pantaleon laat al zien dat het hier om wijn gaat.
Rotonde 'met de kurken' bij St. Pantaléon-les-Vignes:
Ook sieren de Fransen hun dorpen en steden graag op met bloemen. Er is zelfs een heuse classificatie met één of meer sterren (bloemen). Deze 'Charrette Bleue' (blauwe kar) staat naast de rotonde met kurken en die 'charrette' kom je wel eens tegen op ansichtkaarten uit de serie 'Images du Midi' (plaatjes uit het zuiden).
Charrette Bleue bij St. Pantaléon:
Gisteren ben ik vanuit m'n standplaaats eerst een stukje gedaald naar St. Pantaléon en via dit dorpje over een rustig binnenweggetje naar Rousset-les-Vignes geklommen. Omdat je eerst daalt, moest ik dus ook wat meer klimmen dan via de rechtstreekse route naar Rousset. Al voordat ik op de fiets stapte, zag ik aan de aanwezige lensvormige wolken (lenticularis of lenti's), dat er in de hogere luchtlagen nog aardig wat wind zou moeten staan. Op de radio gaf Météo France aan dat de Mistral en Trammontana zouden gaan liggen en het 's middags zo'n 26 à 27 graden zou worden. Nu, in de afdaling na Rousset voelde ik meteen dat er nog best veel wind stond en het was ook behoorlijk fris (koud mag je niet zeggen als je het voorrecht geniet om hier in september bij mooi weer te mogen fietsen!).
Na Rousset volgde ik de inmiddels bekende route naar Taulignan. In Taulignan kun je via een leuke, zeer rustige weg (de D809) omhoog naar de côte bij Aleyrac. Deze weg kent zelfs een paar heuse haarspeldbochten, maar is wel een beetje hobbelig qua wegdek. Als je dus 'strak' wilt dalen vanaf de côte, kun je beter de D9 nemen! Vlak voordat de D809 op de D9 uitmondt, kun je via een erg steil, maar wel geasfalteerd weggetje naar de ruïne van een 'prieuré' (priorij) rijden. Wel de moeite van zo'n kleine omweg waard!
Ruïne van de Prieuré bij Aleyrac:
Op de côte (496 m) zag ik al dat de windmolens niet draaiden. Dat betekent dat er òf te weinig òf te veel wind is. Er was dus (veel) te veel wind, maar er waren ook fraaie lenti's te zien!
Lenticularis (lensvormige wolk)
boven het Montagne de la Série:
Lenti's en stilstaande windmolens bij het Montagne de la Série:
Na de nodige foto's genomen te hebben, kon de afdaling naar La Bégude-de-Mazenc ingezet worden. Net voordat je La Bégude binnenrijdt, kun je linksaf naar Portes-en-Valdaine en kom je via La touche in Le Colombier.
La Bégude-de-Mazenc:
Dat bleek geen slechte keuze, want ik kreeg de wind achter en het voelde ook voor wat de temperatuur betreft meteen een stuk aangenamer aan! Bij Le colombier kwam ik op de weg Montélimar-Grignan en kon ik aan de klim naar de Col du Colombier (432 m) beginnen. Net voor ik de col bereikt had, kwam m'n broer (zie 'La Drôme à Vélo II') mij tegemoet rijden. Puur toeval, want we hadden niets afgesproken en hij dacht zelfs dat ik vanwege de wind niet op de fiets zou zitten. Hij brak zijn afdaling spontaan af en gezamenlijk zijn we naar Grignan gefietst.
Grignan, met het imposante kasteel 'Du Marquis de Sérigné' (momenteel helaas gedeeltelijk in de steigers)
:
Vervolgens zijn we nog via Chamaret en Colonzelle naar Richerenches gereden. Mijn broer is daar teruggegaan, om weer via Colonzelle, Chamaret en Chantemerle-les-Grignan naar Grignan terug te keren. Bij Richerenches rijd je de 'Enclave des Papes' binnen. Het gebied rondom Valréas is een in het departement Drôme gelegen enclave van het departement Vaucluse. Overigens is van dit stukje Vaucluse het geelte ten westen van de weg Valréas-Visan eigenlijk weinig interessant om te fieten, want het is vlak en biedt alleen fraaie landschappen 'op afstand'. Zelf ben ik, met de wind nu meestal van opzij, naar Valréas gereden. Dat was opletten geblazen om te voorkomen dat ik van de weg in de greppel zou belanden. Vanuit Valreas kun je leuk binnendoor naar Rousset en dan, wat ik gedaan heb, halverwege afslaan naar St. Pantaléon. Daarna moest ik vanaf de 'rontonde met de kurken' nog een stukje klimmen, voordat ik na een tochtje van 81 km weer op m'n vertrekpunt terug was.