SRM - Schoberer Rad Messtechnik
Geplaatst: 06 feb 2006 15:32
Om even terug te komen op de "Power Profile" tabel die ik eerder postte. Ik heb wat opzoekingswerk gedaan en enkele dingen toegestuurd gekregen; ik heb ook wat extra uitleg. Boeiend.
- ten eerste een geupdate tabel met licht andere cijfers- ten tweede beschik ik over een gloednieuw -nog niet vrijgegeven- Excelsheet waar je je eigen gewicht kan invullen; als iemand dit op een webspace kan plaatsen, laat maar weten, dan mail ik dit door!!
De doelzones weerspiegelen dit:- 5 seconden: maat voor maximaal vermogen van het creatine fosfaat systeem (neuromuscular power)- 1 minuut: maat voor vermogen van het lactaat systeem (niet maximaal, maar wel als goede maatstaf - anaerobic capacity)- 5 minuten: maat voor maximaal aëroob vermogen (pVO2max - maximal oxygen taken)- 20 minuten of FT: maat voor maximaal vermogen op MLSS (kan een kleine overschatting van MLSS inhouden, maar binnen de marge van gebruikelijke meetfouten - lactate threshold - LT)
Dit hele schema is samengesteld door Dr. Coggan in samenwerking met onder meer CyclingPeaks; hij heeft lang gewerkt aan een automatisch invulschema, waarvan ik dus al een versie gekregen heb (gelieve me via mail te contacteren als je 't online kan zetten!).
Een rennersprofiel kan gemaakt worden door de resultaten van een atleet te omcircelen in het schema, en zo de atleet toe te wijzen aan meest overeenstemmende rennerscategorie. Toch dient dit ook gerelativeerd te worden. Bovendien moet je beseffen dat de prestatie van een renner telkens met de wereldtop hierin vergeleken worden: zo zullen veel wegrenners in de 5sec-tabel relatief zwak overkomen, vergeleken met de wereldtop van baansprinters; omgekeerd zullen niet op duur gerichte baanwielrenners relatief laag scoren in de 5 minuten kolom. Er is een aparte tabel voor baan en weg overwogen, maar Dr. Coggan heeft dit verworpen (veel renners zijn immers in beide disciplines actief).
Na het aanduiden van de respectievelijke prestatie van een renner kan je een profiel bepalen. Dit zijn de mogelijkheden.
1. (-) Hier vind je een tabel van een "all rounder". De renner blinkt niet uit in bepaalde specifieke domeinen in zijn categorie, maar haalt overal behoorlijke prestaties. Heel weinig renners zullen dit patroon vertonen en tóch bovenaan scoren bij elke categorie; een grote meerderheid zal wel dit patroon vertonen.bv. Man is een Master 45+, criterium/punten-renner; vrouw is master 40+, expert MTB en cat. 3 wegrenster.
2. (\) Een "sprinter", nl een atleet wiens sterke punten voornamelijk liggen in de hele korte sprint/inspanning. Deze vertoont een patroon waarbij hij/zij beter scoort in de eerste 2 kolommen en behoorlijk minder in de andere. Hij wordt wel geholpen door het feit dat aerobe capaciteiten trainbaar zijn; de kans bestaat dat deze capaciteiten juist al jaren getraind zijn. Onder het motto "race your strengths" doet zo'n renner er goed aan zijn kansen op piste of in criteria te gaan wagen!bv. man is cat. 3 renner met een hele sterke sprint; vrouw is USA nationaal kampioene 500m en "match sprint"
3. (/) Een oplopend patroon, voornamelijk tussen de 1 en 5min. De "tijdrijder". Deze is relatief zwak in anaerobe capaciteit, maar relatief sterk in aerobe capaciteit en vooral op MLSS niveau. Zo'n renner kan sterker worden door op z'n zwakke punten te werken, maar moet hierbij opletten dat dit niet ten koste gaan van zijn kracht-uithouding.bv. man is prof divisie III, omschreven als sterke tijdrijder; vrouw is Australische elite renster (top 10 nationale kampioenschappen)
4. (^) Omgekeerd V-patroon, een renner die een relatief hoge anaerobe en aerobe capaciteit heeft, en dus een potentiële all-rounder is, maar zich niet genoeg focuste op het ontwikkelen van een hoge capaciteit op MLSS niveau.bv. man is masters 40+, wereldkampioen en wereldrecordhouder 3000m achtervolging (2x Olympisch); vrouw is USA nationaal kampioene 3000m achtervolging
5. (V) Een V-patroon, heel onwaarschijnlijk.
Deze profilering is vooral interessant om te zien waar je sterktes liggen; gaat een pak gemakkelijker met de nieuwe tabel die ik kreeg met de absolute vermogens per gewichtsklasse!
De oude theorie die zei "werk op je zwaktes" dient m.i. eerder vervangen te worden door "race your strenghts!".
- ten eerste een geupdate tabel met licht andere cijfers- ten tweede beschik ik over een gloednieuw -nog niet vrijgegeven- Excelsheet waar je je eigen gewicht kan invullen; als iemand dit op een webspace kan plaatsen, laat maar weten, dan mail ik dit door!!
De doelzones weerspiegelen dit:- 5 seconden: maat voor maximaal vermogen van het creatine fosfaat systeem (neuromuscular power)- 1 minuut: maat voor vermogen van het lactaat systeem (niet maximaal, maar wel als goede maatstaf - anaerobic capacity)- 5 minuten: maat voor maximaal aëroob vermogen (pVO2max - maximal oxygen taken)- 20 minuten of FT: maat voor maximaal vermogen op MLSS (kan een kleine overschatting van MLSS inhouden, maar binnen de marge van gebruikelijke meetfouten - lactate threshold - LT)
Dit hele schema is samengesteld door Dr. Coggan in samenwerking met onder meer CyclingPeaks; hij heeft lang gewerkt aan een automatisch invulschema, waarvan ik dus al een versie gekregen heb (gelieve me via mail te contacteren als je 't online kan zetten!).
Een rennersprofiel kan gemaakt worden door de resultaten van een atleet te omcircelen in het schema, en zo de atleet toe te wijzen aan meest overeenstemmende rennerscategorie. Toch dient dit ook gerelativeerd te worden. Bovendien moet je beseffen dat de prestatie van een renner telkens met de wereldtop hierin vergeleken worden: zo zullen veel wegrenners in de 5sec-tabel relatief zwak overkomen, vergeleken met de wereldtop van baansprinters; omgekeerd zullen niet op duur gerichte baanwielrenners relatief laag scoren in de 5 minuten kolom. Er is een aparte tabel voor baan en weg overwogen, maar Dr. Coggan heeft dit verworpen (veel renners zijn immers in beide disciplines actief).
Na het aanduiden van de respectievelijke prestatie van een renner kan je een profiel bepalen. Dit zijn de mogelijkheden.
1. (-) Hier vind je een tabel van een "all rounder". De renner blinkt niet uit in bepaalde specifieke domeinen in zijn categorie, maar haalt overal behoorlijke prestaties. Heel weinig renners zullen dit patroon vertonen en tóch bovenaan scoren bij elke categorie; een grote meerderheid zal wel dit patroon vertonen.bv. Man is een Master 45+, criterium/punten-renner; vrouw is master 40+, expert MTB en cat. 3 wegrenster.
2. (\) Een "sprinter", nl een atleet wiens sterke punten voornamelijk liggen in de hele korte sprint/inspanning. Deze vertoont een patroon waarbij hij/zij beter scoort in de eerste 2 kolommen en behoorlijk minder in de andere. Hij wordt wel geholpen door het feit dat aerobe capaciteiten trainbaar zijn; de kans bestaat dat deze capaciteiten juist al jaren getraind zijn. Onder het motto "race your strengths" doet zo'n renner er goed aan zijn kansen op piste of in criteria te gaan wagen!bv. man is cat. 3 renner met een hele sterke sprint; vrouw is USA nationaal kampioene 500m en "match sprint"
3. (/) Een oplopend patroon, voornamelijk tussen de 1 en 5min. De "tijdrijder". Deze is relatief zwak in anaerobe capaciteit, maar relatief sterk in aerobe capaciteit en vooral op MLSS niveau. Zo'n renner kan sterker worden door op z'n zwakke punten te werken, maar moet hierbij opletten dat dit niet ten koste gaan van zijn kracht-uithouding.bv. man is prof divisie III, omschreven als sterke tijdrijder; vrouw is Australische elite renster (top 10 nationale kampioenschappen)
4. (^) Omgekeerd V-patroon, een renner die een relatief hoge anaerobe en aerobe capaciteit heeft, en dus een potentiële all-rounder is, maar zich niet genoeg focuste op het ontwikkelen van een hoge capaciteit op MLSS niveau.bv. man is masters 40+, wereldkampioen en wereldrecordhouder 3000m achtervolging (2x Olympisch); vrouw is USA nationaal kampioene 3000m achtervolging
5. (V) Een V-patroon, heel onwaarschijnlijk.
Deze profilering is vooral interessant om te zien waar je sterktes liggen; gaat een pak gemakkelijker met de nieuwe tabel die ik kreeg met de absolute vermogens per gewichtsklasse!
De oude theorie die zei "werk op je zwaktes" dient m.i. eerder vervangen te worden door "race your strenghts!".