Een zondagmorgenritje voor de al wat oudere racefietser
(
Sault - le Mont Ventoux v.v.)
Omdat ik dit jaar nog niet zo heel veel kilometers gemaakt heb en ook om mijn knieën zo veel mogelijk te ontzien, ben ik vandaag de Mont Ventoux weer eens
vanuit Sault gaan 'doen' en dus niet vanuit Bédoin of Malaucène. Vanaf Maubec naar Sault is wel een 46 à 50 km over 'niet echt vlak terrein' en zo'n aanloop
sprak mij om bovengenoemde reden deze keer dan ook niet echt aan. Daarom ben ik, heel luxueus, samen met m'n vrouw met de auto naar Sault gereden om
zo 'fris' aan de klim te kunnen beginnen. Het was zo vroeg op zondagmorgen overal heerlijk rustig op de wegen. Nu, eigenlijk ook weer niet. In Coustellet zat de
boel vast vanwege het opbouwen van de zondagmarkt. Omdat er geen schot in de zaak zat, zijn we maar omgekeerd en via een kleine omweg naar Les Imberts
en verder gereden (handig als je de weg een beetje kent door al die fietstochten die je hier al gemaakt hebt
). Ook waren er nog al wat jagers onderweg voor
hun zondagse 'schietfestijn'. Maar verder was het rustig. In Sault, op de parkeerplaats
les Aires, zagen we dat er reeds diverse fietsers zich aan het
voorbereiden waren voor de klim naar de top van de
Géant de Provence. Dan gaat het dus nog meer 'kriebelen'. Nog even een sachet gel plus twee gel-
gums, een vrijgen-pruimenreep, een rijsttoetje en wat isotone sprotdrank naar binnen gewerkt en 'het feest kon beginnen'. Een andere racefietser (met een auto
met Frans kenteken) groette mij en zei 'Nederlander hè?'. Ik groette terug en bevestigde zijn vraag. Hij bleek dus een Engelsman te zijn. Terwijl ik aan het begin
van de D164 even op mijn vrouw wachtte voor een korte 'fotosessie' passeerde er een groepje van drie fietsers. Ik vraag mij dan altijd af hoe lang het duurt
voordat ik hen ingehaald zal hebben, want ik blijf ambitieus!
Klaar voor de start van de klim naar de top:
Na het maken van de foto's dook ik richting
Pays de Sault. Het was nog best fris zo net na half negen. De zon begon ook nu pas echt boven de 'horizon' te
komen. Zoals bekend, volgt na de steile afdaling eigenlijk al meteen een stukje vals plat, dat al snel gevolgd wordt door de klim naar het eerste plateau. Ik reed
daar dan ook al direct in de zon en van het frisse gevoel was niets meer over. Het was qua temperatuur juist ideaal 'klimweer'. Het klimmen ging vlot.
Afwisselend 'draaide' ik 34x21 of 34x23. Voordat ik er erg in had, was ik al bij het gehuchtje
le Ventouret (op de terugweg heb ik het kapelletje op de foto
gezet). Ook de grote parkeerstrook bij het 'pick-nick-veld' had ik snel te pakken. De drie fietsers die net voor mij gestart waren, had ik na zo'n 8 km al achter mij
gelaten. Het liep allemaal 'gesmeerd', veel beter dan ik verwachtte. De laatste kilometers voor
Chalet Reynard gingen op het buitenblad en dan schiet het
ècht op. Na 1:10 en 'nog wat' was ik bij
Chalet Reynard. Aan het einde van de bocht ben ik weer naar het binnenblad en achter naar 'de 23' gegaan. Dat
ging goed, doch het leek mij wel iets te ambitieus. Dan maar 34x26, om soepel te kunnen blijven draaien. Hup, daar was de eerste 'broodfotograaf' al. Hij en z'n
assistent (de 'kaartjesuitreiker') waren de boel nog aan het opbouwen, doch mij even op de foto zetten kon er (gelukkig) al wel vanaf. Er lagen veel
schapekeutels op het wegdek... En ja hoor, na de volgende bocht begint de kudde natuurlijk net over te steken. Kssst..., roep ik (wat moet je eigenlijk doen om
die beesten te stoppen?). Een paar beginnen er te rennen en 'er valt een gat', waar ik mooi door kan. Daar is de volgende fotograaf. 'Aha, le maillot du
grimpeur' roept hij als hij mij ziet. We wisselen even een groet en wensen elkaar een prettige dag. Ik klim verder... Voor mij rijdt een racefietser die kennelijk 'wat
in de problemen' zit. Hij rijdt op het middenblad van z'n triple en heeft achter ook nog 'iets over'. Waarom schakelt zo'n man dan niet lichter, vraag je je af. 'C'est
dur?', vraagt hij aan mij. 'Ça va', zeg ik. 'Pour moi, ça va, excusez moi', zeg ik. Het is natuulijk niet eerlijk om er zo luchtig over te doen, want hij komt
waarschijnlijk uit 'het bos' en ik kom 'maar van Sault'. 'Bonne route', roept hij mij nog toe. Ik klim verder... Anderhalve kilometer voor de top, als het steilste stuk
van deze 6 km begint, schakel ik pas naar 'de 29'. Vlak voor de
Col des Tempêtes trek ik mijn trui recht om 'fatsoenlijk' op de laatste foto's te komen
. Ook
hier weer wordt mijn 'Grimpeur-trui' duidelijk opgemerkt. 'C'est superbe', krijg ik te horen nadat de fotograaf z'n werk gedaan heeft. Ik klim verder... Als je het dak
van brasserie
le Vendran ziet, is het ergste leed geleden en rest nog slechts de quasi steile bocht naar de streep. Op de streep wijst mijn tellertje 1:45:01
aan. Ik ben tevreden.
De klimtijd Sault - le Mont Ventoux:
Nu nog een geschikt 'slachtoffer' vinden om mij even op de foto te zetten... Aha, daar herken ik de vrouw van een medefietser die uit Sault vertrok toen ik daar de
parkeerplaats op reed. 'Est-ce que je vous ai vu dans le parking à Sault ce matin?' probeer ik in mijn beste Frans (Heb ik u vanmorgen op de parkeerplaats in
Sault gezien?). Er komt een bevestiging. Of zij mij dan misschien even op de foto wil zetten? 'Natuurlijk!' Ik had haar al met haar eigen camera in de weer
gezien, dus leek zij mij wel een geschikte kandidaat. Net als ze de eerste foto wil schieten, komt er een grote toeristenbus aan. Dat wordt door haar direct
gemeld en we zoeken een meer geschikt standpunt. Ze maakt drie foto's en ik zie ook hoe ze met de zoom-knop in de weer is. Dat zit wel goed, denk ik. Ze
verontschuldigt zich nog voor het feit dat het topje van de zendmast er niet helemaal op staat... Ik zeg dat dat niet zo erg is, bedank haar en nadat ik de foto's zelf
even bekeken heb, bedank ik haar nogmaals en zeg dat ze prima zijn.
Op de Mont Ventoux (#43):
Na het nuttigen van een banaan, een appeltje en de nodige slokken sportdrank schiet ik in mijn windjackje en zet ik de afdaling in. 't Is helaas te heiig voor mooie
vergezicht-foto's. Er komen nog hele 'horden' fietsers omhoog. Het is op deze mooie septemberzondag behoorlijk druk op de hellingen van de Mont Ventoux.
Een heel stuk lager, bij het gehuchtje
le Ventouret knijp ik even in de remmen om het mooie 17e eeuwse kapelletje eens te fotograferen.
Het 17e eeuwse kapelletje Notre Dame des Anges (ook wel
la chapelle du Ventouret geheten)
bij het gehucht le Ventouret:
Vervolgens daal ik verder over het al vanaf
Chalet Reynard hobbelige wegdek. Vorig jaar schreef ik al, dat ik liever naar Bédoin of Malaucène daal. Maar ja,
mijn vrouw wachtte in Sault op mij. Op het plateau net boven Sault ben ik nog een keer gestopt voor het maken van een foto. En terwijl ik stond te 'worstelen' om
het op zich fraaie landschap in pal tegenlicht te fotograferen, hoorde ik een boel lawaai achter mij. Alsof er een stuk rots of zo naar beneden kwam rollen. Ik
draaide mij om en zag eerst helemaal niets en niemand. Meteen daarna kwam er echter een reusachtige hinde (vrouwtjeshert) uit de bossen de weg op en ze
rende dwars door het gemaaide lavendelveld aan de overzijde van de weg naar de verderop gelegen bosjes. Opgeschrikt (opgejaagd) door jagers? Het deed
mij in elk geval beseffen dat het hier (en elders) in volle vaart naar beneden suizen niet geheel zonder risico is.
Landschap in de afdaling van de Mont Ventoux, met Sault boven het midden van de weg vaag zichtbaar (tegenlicht-opname)
:
Nog slechts een paar kilometer dalen en ik kon beginnen aan de korte slotklim naar de
promenade in Sault, waar mijn vrouw al op mij stond te wachten.
Weer terug op de promenade in Sault:
Na mijn vrouw kort 'bijgepraat' te hebben, was het nog een goede 300 m terug naar de auto, waar mijn tellertje voor de dagafstand slechts een bescheiden aantal
kilometers aangaf
:
En toch was het een zeer welbestede zondagmorgen, ook voor mijn vrouw, die zich die drie uurtjes in Sault best vermaakt heeft (terrasje, winkeltjes...
).