Rondje in de andere richting...
Ging mijn vorige verslag over een rondje over het Plateau de Vaucluse 'met de wijzers van de klok mee', dit verslag gaat over een tocht in omgekeerde richting...
Gisteren hadden we hier een dagje met een stevige
Mistral, die gelukkig in de loop van de afgelopen nacht geheel ging liggen. We, mijn vrouw en ik, hebben
gisteren uit de wind hier op het enige echte terrasje in Maubec nog wel van het fraaie weer kunnen genieten onder begeleiding van een glaasje rosé...
Dus zo slim was het nu ook weer niet. Alleen maken de rukwinden het dan geen prettig fietsweer. Vanmorgen was er hier en daar nog wat sluierbewolking en
waren er een paar flarden laaghangende bewolking. Volgens de weerberichten zou het echter een mooie dag moeten worden en dat is het zeker ook geworden!
Toen ik vanmorgen om negen uur wegfietste (korte mouwen, korte broek), was het nog behoorlijk fris. Je kunt dan wel iets 'warmers' aantrekken, maar een half
uurtje later, als je al weer aan het klimmen bent, is dat dan al weer veel te warm. Terwijl ik mijn weg 'binnendoor' naar het Plateau de Vaucluse zocht, genoot ik
van het landschap in het vroege ochtendlicht.
Olijfbomen en de Luberon in het vroege ochtendlicht, gezien vanaf de D148 bij St. Pantaléon (kijkend in de richting van Ménerbes)
:
Het Plateau de Vaucluse in het vroege ochtendlicht, gezien vanaf de D104 tussen St. Pantaléon en Gordes (kijkend in de richting van Joucas)
:
Gelukkig kan ik de tijd nemen om alles rustig op mij in te laten werken. Nadat ik bovenstaande foto genomen heb, schiet ik rechtsaf een ongenummerd weggetje
in en zoek ik al zig-zaggend de D60 richting Joucas. Deze keer besluit ik
door Joucas te rijden en bij het verlaten van het dorpje neem ik de weg naar Murs.
In Joucas begint de klim naar Murs:
Het is een mooie klim, dat stuk vanaf Joucas naar Murs. En dat geldt nog meer voor het stuk klimmen van Murs naar de Col de la Ligne. Ik schreef al eerder dat
deze 9 km lange klim echt de moeite waard is. Ook vanmorgen was het weer volop genieten geblazen: met de warmte van de septemberzon op je rug fietsen in
de stilte van het
arrière pays provençal (het Provençaalse achterland), wat kan een fietser zich nog meer wensen? Tussen de laatste huizen van Murs en de
col ben ik zegge-en-schrijve één racefietser tegengekomen. Verder was er geen enkel verkeer... Op de Col de la Ligne was, zoals gewoonlijk, weinig te
beleven. Op de parkeerplaats stonden wel erg veel auto's. Jagers of wandelaars? Ik denk het laatste, want ik hoorde eigenlijk geen 'geknal'. In de verte lag de
Mont Ventoux in de zon te blinken.
Op de Col de la Ligne (756 m)
:
Na een paar kilometer gedaald te zijn, ben ik op de driesprong linksaf richting Méthamis verder gaan dalen. Ook dit is een erg mooie route, vooral het laatste
stuk is schitterend. Je rijdt daar door fraaie
gorges, zoiets als de
Gorges de la Nesque, maar dan kleiner en korter. Aan het einde kijk je dan telkens heel
mooi op Méthamis en op de Mont Ventoux. Maar eerst kom je nog lang de
Chapelle Sainte Foy. Het is mij dit jaar al vaken opgevallen dat er tegenwoordig
groen-witte richtingwijzers voor fietsers staan. Een goed initiatief van het
Département de Vaucluse. Zo ook hier bij het kapelletje. Er wordt zelfs aangegeven
dat je er water kunt tappen en dat kan met heet weer hier op het Plateau de Vaucluse erg welkom zijn. Zo veel tappunten vind je daar niet...
Bij de Chapelle Sainte Foy langs de D5 tussen St. Hubert en Méthamis:
Na de driesprong blijf je dalen tot je in Méthamis bent. Ik ben echter diverse keren gestopt om foto's te maken en tegelijkertijd even rustig van het landschap en
de panorama's te genieten.
Hier beginnen de gorges, die pas vlak voor Méthamis eindigen:
Méthamis en de Mont Ventoux:
Méthamis:
De 'nieuwe' wegwijzers voor fietsers:
Behalve bovenstaande wegwijzers met plaatsnaam en afstand, vind je op de diverse routes ook kleine bordjes met alleen het fietssymbooltje. Zo kun je dus
makkelijk een bepaalde route volgen. Ik heb ooit eens ergens op de website van een camping hier gelezen dat de Vaucluse een paradijs voor fietsers is. Dat
valt natuurlijk niet te ontkennen! Na Méthamis heb ik mijn weg vervolgd richting
St. Estève. Net voorbij dit gehuchtje kun je tweemaal linksaf en kom je op een
erg steil weggetje (op de Michelinkaart staat 15%) naar de
Belvédère AOC Raisin Muscat du Ventoux (
zie mijn vorige verslag). Maar eerst nog even een
foto schieten van het landschap hier.
Op de D14 tussen Méthamis en St. Estève:
Het steile, ongenummerde, weggetje is snel gevonden. Je blijft eerst 'vlak' rijden, dus moet het inderdaad wel erg steil worden, want de
belvédère ligt toch
op een respectabele hoogte. Nu, steil wordt het. Het is een enigszins 'golvend' weggetje met heel erg steile passages, maar wel leuk om eens een keertje te
doen. Ik heb er wel de 34 x 29 voor nodig gehad! Je komt een honderdtal meters ten oosten van het 'druivenmonument' uit. Daar stop ik even om nogmaals van
het panorama te genieten en wat te drinken. Daarna daal ik weer, richting de brede en goed geplaveide D158 die langs de steengroeve van
Lafarge naar
Malemort-du-Comtat loopt. Vervolgens gaat het over de mooie D5 richting St. Didier. Bij het binnenrijden van dit dorpje word je welkom geheten in het gebied
van de zes
Cantons (bestuurlijke eenheid binnen een
arrondissement) die zich verenigd hebben onder de naam
Ventoux - Comtat-Venaissin.
Welkom:
St. Didier, de toren met poort van de kerk aldaar:
Na St. Didier moet er weer geklommen worden. Het is zo'n 4,5 km klimmen naar La Roque-sur-Pernes (
le Plateau) en de daar voorbij gelegen naamloze
col. Daarna volgt er een lange afdaling die je langs Saumane voert. Aan het einde van deze afdaling heb ik even het 'lusje' door Fontaine-de-Vaucluse gepakt,
om zo op de
Route Touristique naar Gordes te geraken. Dit is ook weer even stevig klimmen, vooral de laatste paar bochten zijn pittig. Als je boven bent,
staat er een bord dat aangeeft dat het een 14%-hellinkje betreft!
Een 14%-hellinkje:
Na het plateautje volgt de afdaling richting Lagnes, maar in de bocht ben ik lanksaf richting Cabrières-d'Avignon gegaan. Dat betekende opnieuw een stukje
klimmen, wat daarna beloond werd met een mooie afdaling naar Cabrières. De rest van de rit liep via Les Imberts en
Petit-Coustellet weer terug naar
Maubec. Het was schitterend weer, er waren schitterende landschappen en panorama's te zien en het was overal heerlijk rustig, dus
ik heb genoten!
De dagafstand (wordt dit de nieuwe 'standaard'
?)
: