Klimmen aan de zuidzijde van de mont Ventoux
Het was hier
gisteren beslist niet wat in de luchtvaartmeteorolgie
CAVOK (Clouds and Visibility OK) genoemd wordt. 's Morgens bij het ontwaken was
de Mont ventoux nog duidelijk zichtbaar, doch al snel vormden zich wat wolkenslierten rond de berg. En niet veel later was er van de Ventoux helemaal niets
meer te zien. In het westen was het al die tijd al geheel bewolkt, doch naar het oosten zag je nog wel wat zon. Omdat ik hier vanaf mijn kampeerplek in het
geheel geen internetverbinding heb en het tot stand brengen van een WiFi-verbinding in de ruimte waar dat wel kan heel moeizaam gaat, kon ik dus niet
snel even het weerbericht raadplegen. Dan maar naar de radio luisteren. Daar gaf
Météo France voor de Languedoc-Rousillon, de regio rond Marseille en
in een later bericht ook voor de
Provence aan dat er daar veel bewolking zou zijn. 's Middags zou er wel weer op zon gerekend kunnen worden. Even
wachten dus. Omdat de temperatuur best OK was, besloot ik toch maar te gaan fietsen en ben ik om kwart voor elf in korte broek en met korte mouwen op pad
gegaan. Vanuit Aubignan ging het naar Caromb, Modène en St. Pierre-de-Vassols. Kort na dit dorpje ben ik gaan klimmen naar het hooggelegen
Crillon-le-Brave. Als je meteen doorrijdt naar Bédoin, mis je het eigenlijke dorpje, dus ben ik maar even het steile straatje omhoog gereden. Je hebt daar boven een
leuke
belvédère, waar je met helder weer een mooi uitzicht naar het westen (richting Caromb) hebt. Verder is Crillon een dorpje voor lieden 'met geld', want
de horeca-etabilissementen ter plaatse vallen in de nog al prijzige categorie
.
Crillon-le-Brave (la Mairie):
Vanuit Crillon volgt een leuke afdaling, waarin je bovenin een mooi zicht op de streek rondom Bédoin hebt. Omdat ik er al een poosje niet meer geweest was,
heb ik om te zien of er nog iets veranderd was, even een rondje door Bédoin gemaakt, . Het enige wat ik zo snel zag, was dat de horeca zich daar verder
uitgebreid heeft en dat de
cyclistes tegenwoordig verzocht worden hun auto's te parkeren op de parkeerplaats aan de westzijde van het dorpje. Na deze
verkenning ben ik over de hoofdzakelijk stijgende weg richting Flassan gefietst. Van de Mont Ventoux was de bovenste helft geheel in een dik en donker
wolkenpak gehuld. Bij Flassan aangekomen, brak de zon er weer even door, zodat het leuke dorpje mooi in de omgeving werd uitgelicht.
Flassan ligt tegen de helling van de Mont Ventoux:
De weg van Flassan naar Villes-sur-Auzon verloopt eigenlijk geheel in flink dalende lijn, zodat je over die 4 km alleen een beetje hoeft bij te trappen. Dat was
met het oog op de komende klim dus wel prettig. Vanuit Villes-sur-Auzon wilde ik weer eens omhoog naar de
Col N.D. des Abeilles, of zoals het in Villes
tegenwoordig staat aangegeven naar de
Col des Abeilles. Voor mij is dat nog steeds, afgezien van de Mont Ventoux, de zwaarste klim hier in de regio.
Die 11 km klimmen zijn beslist geen peuleschilletje. Tot aan het eerste plateau bij de pick-nick-plaats ging het met 34x23 vlot omhoog. Daarna wordt de klim iets
steiler en ben ik, om soepel te kunnen blijven draaien, overgegaan naar 34x26. Omdat er vandaag niet veel zon was, viel het allemaal wel mee (relatief
gesproken dan) en kon ik een aardig strak tempo vasthouden. Maar het blijft een hele klus hoor. Pas na bij de afslag naar
la Gabelle vlakt de klim wat af, om
dan vlak voor de afslag naar Flassan en les Isnards (de kruising met de D217) weer wat aan te trekken. Een paar honderd meter na die kruising wardt het echt
veel minder steil en kun je even op adem komen van alle inspanningen. Bij
les Abeilles zie je de col (996 m) al liggen en lijkt het weer steiler te worden, doch
dat is gezichtsbedrog. Die laatste paar honderd meter maak je fluitend af!
Op de Col N.D. des Abeilles:
Na het schieten van de foto op de col, een extra slok en een banaan, ben ik even een stukje teruggereden naar
les Abeilles om daar maar eens een foto van
het kapelletje te maken. Ik ben er al heel vaak langsgekomen, maar van een plaatje schieten kwam het nooit. Dus
voilà.
Het kapelletje bij les Abeilles:
Na de col duik je naar beneden, moet je weer een stukje klimmen, duik je opnieuw naar beneden (ruim 63 km/u zonder te trappen) en ga je vervolgens weer
omhoog. Daarna begint de afdaling richting Sault. Eerst gaat het rustig naar beneden, maar na de bocht met de
belvédère (waar je een schitterend
panorama voorgeschoteld krijgt van het
Pays de Sault en de daarachter gelegen
Montagne d'Albion en
Montagne de Lure) gaat het echt snel
bergaf! Vooral het laatste stuk is behoorlijk steil, maar daar rem ik vanwege de vrij scherpe bocht en de huizen (met uitritten!) meestal een beetje bij. Je kunt
daar echter flinke snelheden halen als je wilt.
Het Pays de Sault (met Sault in het midden op de foto)
gezien vanaf de D1:
Ik ben even helemaal doorgereden naar Sault. Dat wil zeggen, direct na het tankstation ben ik linksaf omhoog gegaan, zodat ik meteen bij de
promenade in
het in dit jaargetijde erg stille stadje arriveerde. Zonder te pauzeren ben ik er door gereden, om het aan de andere zijde (langs het grote oorlogmonument) weer
te verlaten. Terwijl ik tussen
la Loge en de afslag naar de
Gorges de la Nesque op de fiets een pruimen-vijgenreep zat te eten, passeerden mij een drietal
racefietsers, twee mannen en een vrouw. De mannen reden op Amerikaans titanium. De voorste man, die mij vriendelijk groette, reed op een
Merlin.
De vrouw reed op een rode
Kestrel en de achterste man had een titanium
Litespeed onder z'n 'kont'. Ik schat dat het Amerikanen of Britten waren. De beide
mannen hadden in het linker uiteinde van hun stuur bij wijze van stuurdop een spiegeltje verwerkt. Nooit eerder zo gezien. Het zag er uit als een soort verdikt
uiteinde van de stuurbeugel en was ook netjes met stuurlint omwikkeld. Mijn reep was intussen op en ik ben hen gaan volgen op een fietslengte of twee. En zo
reden er dus opeens drie Amerikaanse titanium racers bij elkaar. Zul je ook niet vaak zien (afgezien van een forumrit). Het spiegeltje werd ook gebruikt, want de
man voor mij heb ik niet om zien kijken, maar toch kreeg ik middels het bekende handgebaar een teken dat er een grote bos takken op de weg lag... Ze gingen,
net als ik, richting
Gorges de la Nesque. Eens even kijken hoe dat met het klimmen zou gaan, want daar wil ik nog wel eens een beetje een competitie van maken...
Helaas, toen de weg ter hoogte van Monieux ook maar iets op begon te lopen, reed ik al snel alleen..., voorop dus
. Meestal, zo ook nu, doe ik de klim naar de
Belvédère de Castellaras op het buitenblad van mijn compact en dat was voor de drie kennelijk te veel van het goede. Na even flink doorgetrokken te hebben,
keek ik achterom en zag ik dat ze al een heel stuk achterop geraakt waren. Ondanks mijn 'leeftijdshandicap'
, kon ik toch met een snelheid van tussen de 21 en 24
km/u met 50x21 naar de
belvédère op 734m klimmen en dat gaf een goed gevoel! Toen ik, al een stuk in de afdaling, een foto stond te maken, kwamen de
drie voorbij en werd er wederom gegroet.
De Gorges de la Nesque:
Een heel stuk verder, ongeveer halverwege de afdaling, stond het drietal langs de kant: er werd een band geplakt. Ik had wel een beetje met ze te doen, want
'bandenpech', daar zit je natuurlijk niet op te wachten! Ik werd wel weer gegroet ('titanium-broeders onder elkaar'
). Verder het is altijd weer een genot, die
lange afdaling naar Villes-sur-Auzon. Na Villes daalt het nog een stuk verder, tot je even het redelijk steile klimmetje naar het centrum van Mormoiron moet
nemen. Van Mormoiron naar de rotonde net voor Bédoin moet je ook nog twee hellinkjes bedwingen, maar daarna gaat het weer vlot naar beneden richting
St. Pierre-de-Vassols, Modène en Caromb. In Caromb moet je weer een stukje steil omhoog het dorpje in en daarna is het klimmen afgelopen, want kun je in volle
vaart naar Aubignan racen. De top van de Ventoux was nog steeds door dikke, maar nu wel wat minder dreigende, wolken omgeven. Ondanks de vele wolken,
was het
gisteren toch wel aangenaam fietsweer, want het was niet koud en er was ook weinig wind. Voldaan kon ik dan ook weer een mooie afstand in mijn
logboekje bijschrijven: