Vorige week zondag nog gesproken met een semi-prof die op weg was naar de Ronde van Voerendaal. Leuke gast en ambitieuze renner, komt uit een echt rennersnest wiens hele familie sterk betrokken is bij het wielrennen. Al snel ging het over doping, trainingen, materiaal, en dus ook al snel over de veiligheid van het wielrennen en ik vroeg hem zo hoe het begrip veiligheid leeft in het peloton. Hij was er vrij duidelijk in, als je vanaf je zesde op een racefiets zit weet je precies hoe je fiets aanvoelt, hoe je een bocht aansnijdt en hoe vast elk boutje op je fiets is aangedraaid, kortom de renner en fiets zijn één. Hetzelfde geldt natuurlijk voor een jonge renner als Wouter Weylandt, ook één met zijn fiets. En juist daarom wordt in het peloton het fatale ongeluk gezien als een noodlottig spel van toevalligheden; een kleine onoplettendheid, pedaal achter een muurtje, uit evenwicht, een wiel van een collega schampend (aldus volkskrant), geen schuiver als gevolg maar een keiharde directe klap op het asfalt, op slag dood. Hij zag ook niet zoveel in een verbeterde helm, het zou waarschijnlijk niet eens door het peloton geaccepteerd worden; we zijn zelf verantwoordelijk, we weten wat we doen en vallen hoort daarbij (littekens als bewijs). Het rijden met oortjes vond hij wel bijdragen aan een verhoogde veiligheid. Het gaf hem de juiste informatie indien een ongeluk of opstopping voor hem plaatsvond, zodat hij goed kan anticiperen. Aan het eind van het gesprek hadden we het nog over sportbeleving en ambities. Als semi-prof geldt voor hem maar één ding, profrenner worden. Hij zou zelfs niet doorgaan met fietsen (ook niet als liefhebber) als hem dat niet lukte, net zoals vrienden van hem als gestopt waren
Wielrennen als middel om hogerop te komen, om je een inkomen te verschaffen en natuurlijk om mooie koersen te winnen (eer en glorie).
Het gesprek heeft me ook aan het denken en gezien de sommige reacties hier op het forum sluit het aan op een hier kennelijk heersende opvatting over eigen verantwoording, "er valt weinig te verbeteren" en kom niet aan onze sport. Ik besef nu ook veel meer dat ambitieuze wedstrijdsporters een hele andere opvatting over wielrennen hebben of een hele andere sportbeleving hebben dan de liefhebbers die langs de kant van de weg of voor de tv de sport beleven. Echter de tv-kijker, de begeleidende staf, de commentator, de oud-renner en de familie heeft niet het gevoel van controle die de renner zelf wel denkt te hebben (hoewel ik denk dat geluk ook heel sterk meespeelt in alle gevallen dat een ongeluk wel goed afloopt of op het nippertje wordt ontlopen). Daarnaast ervaart de renner een groot gevoel van belemmering zodra zijn sport in zijn uiting preventief wordt belemmerd door de buitenwereld (uci, media, politiek, publiek), kennelijk ziet ie niet de goede intenties en alleen de nadelen in tegenstelling tot de buitenwereld die wel de voordelen ziet. Dat hier sommigen de wielrensport t.a.v. veiligheid een uit-ontwikkelde sport vinden geeft denk ik deze tegenstelling in beleving tussen sporter en buitenstaander al aan (en helemaal als aangevoerd wordt dat er sinds 2003 geen dode meer is gevallen en een helm is een vorm van schijnveiligheid). Een rationaliserend mens is een vreemd wezen
Overigens fiets ik (als ik in mijn eentje fiets of een klein overzichtelijk groepje) ook het liefst zonder helm buiten (geeft me het meeste gevoel van vrijheid), maar om dan zomaar alle risicos en mogelijke verbeteringen dan weg te wimpelen
.. dacht het niet. Bovendien zal niemand ontkennen dat bij het aanscherpen en toepassen van preventieve regelgeving er dan nog genoeg mogelijkheden overblijven om al dan niet een zwaar ongeluk te krijgen, maar uiteindelijk niets doen lijkt me geen optie. Elke sport ontwikkeld zich en zal zich blijven ontwikkelen (zie b.v. het anti-dopingbeleid onder druk van media, publiek opinie en het bedrijfsleven).
Tot slot nog een aantal ideetjes, denkrichtingen:
- bij het marathonlopen zie je nog wel eens de ideale lijn op de weg aangebracht. En bij het schaatsen mag tegenwoordig niet meer over de lijn worden geschaatst. Bij de afdaling skiën zie je ook blauwe veiligheidslijnen aangebracht om de skiërs te helpen de juiste lijn te kiezen en om de uiterste grenzen van de skie-baan aan te geven. Misschien is zoiets voor profwedstrijden en cyclos in een (deel van een) lange risicovolle afdaling ook mogelijk. Een blauwe lijn die de minimaal te houden afstand aangeeft tot de witte lijn van de grens van het asfalt. Een soort minimale lijn op het wegdek om zo veilig mogelijk om potentieel gevaarlijke stukken heen te manoeuvreren, maar vooral om die potentieel gevaarlijke stukken aan te kondigen en te duiden (wellicht verschil maken tussen doorgetrokken lijnen en onderbroken lijnen die een lange aanloop nemen)
- De oortjes (v2.0), maar dan in combinatie met GPS en een vooraf ingesproken navigatiestem die als een soort digitale bijrijder (net als het rallyrijden) gevaarlijke stukken van het parcours aankondigt en de stem van de ploegleider overruled.
- Neutraliseren van een afdaling in bergetappes (met finish bergop!) zie ik niet als probleem indien je het verschil in finishtijden van de voorgaande cols mee laat tellen in het eindklassement. Is een finish in het dal, dan pas je in de laatste afdaling geen neutralisatie toe. De huidige discussie in de
giro omtrent de beklimming van de Crostis en daarna de beklimming + finish van de Zoncolan zou hier een voorbeeld voor kunnen zijn. Afdaling Crostis neutraliseren (scheelt weer bomen), beklimmingen mee laten tellen in het eind/dagklassement. Je zou er wel eens een spannender wedstrijd van kunnen krijgen, zonder dat je teveel risico hoeft te nemen in een afdaling.
- Verbieden van vreemde houdingen in een afdaling. Gewoon je kont op het zadel in plaats van je lichaamszwaartepunt op bovenbuis of stuur. Ik zie liever alle renner veilig beneden aankomen dan dat afdalen als een acrobatische kunstvorm wordt beschouwd, hoe spectaculair dan ook. Het geeft ook een slecht voorbeeld aan wielrenners die geen goede dalers zijn (zoals vele toeristen).
Tot slot nog een vraag:
Stel je zet een groep actieve prof/elite-renners bij elkaar met de vraag om concrete voorstellen te doen om de veiligheid omtrent het wielrennen te verbeteren. Met welk voorstel of type denkrichting zouden ze komen? Daarnaast zet je een groep niet-actieve renners in comité bijelkaar met dezelfde vraagstelling. Welke verschillen zou dat opleveren?
Niet-actieve renner als Rob Harmeling en Steven de Jongh kwamen in Holland Sport met het voorstel van rustig afdalen (weliswaar voor alpdhuzes) en het idee van een integraalhelm. Gezien de reacties hier in dit topic leeft dat totaal niet bij (kennelijk) actieve wielrenners (zijn die wedstrijdgericht? of vinden ze zichzelf zgn. realistisch?). Hoe kan daar zon verschil in zitten?
En hier nog een column van Anky van Grunsven (bodyprotectors met airbags voor paardrijders, leuk idee voor fietsers!
):
http://www.telegraaf.nl/telesport/colum ... 813705.ece