Mijn 41e klim naar Le Mont Ventoux
Omdat het weer hier
gisteren, net als eergisteren trouwens, erg fraai was, ben ik maar weer eens op de racefiets gesprongen. Want als de zon volop schijnt, de middagtemperaturen zo rond de 27 à 28 graden liggen en er bovendien weinig wind staat, heb je als fietser niets te klagen. En ook vandaag is 't trouwens weer zo'n mooie dag.
Voor mijn tocht van gisteren ben ik eerst over de
Véloroute du Calavon naar de westzijde van Apt gefietst. Daar heb ik de D943 naar St. Saturnin-les-Apt genomen. Omdat
St. Saturnin een stuk hoger ligt dan Apt, begint de weg meteen te stijgen. Je ziet het stadje dan ook heel fraai in de zon tegen de helling liggen, met de ruïne van het
château daar weer hoog boven. Het wegdek is prima, maar er is irritant veel druk verkeer en de meeste automobilisten passeren mij rakelings. Ik ben dan ook blij als ik, na zo'n 10 km gefietst te hebben, in St. Saturnin ben, want daarna is er op de D943 weinig verkeer meer.
Het was gisteren ook nog eens erg helder weer, zodat ik aan het begin van de klim volop van de prachtige omgeving kon genieten. In deze tijd van het jaar, als de zon relatief laag staat, zit er nog veel tekening in het landschap. Ik zie de 'plooien' in het Luberon-gebergte, dichterbij de rode okers van Roussillon en het 'rode stadje' zelf en het bijna altijd goed herkenbare Gordes ligt op de zuidhelling van het Plateau de Vaucluse ook al volop in de Provençaalse zon. Schitterend!
Een jager in zo'n geel fluorescerend hesje, geweer op de rug, klautert samen met zijn drie honden tegen de helling op de bosjes in. Niet 'mijn ding', dat jagen. Maar het is hier in Frankrijk erg populair.
Hogerop in de klim kom ik in een
gorge-achtige omgeving, waar de weg
en corniche (in de rotswand uitgehouwen) verloopt. Mijn benen voelen erg goed aan, de omgeving werkt inspirerend, dus is het klimmen alleen maar plezierig. Ik passeer kort na elkaar twee bruggetjes en kom daarna bij de afslag naar de mooie weg die aan de overkant van de
gorge loopt. Ik ben nu al op 450 m hoogte aangekomen. Even verder is de splitsing richting Lioux. Maar ik klim verder het plateau op. De profs schijnen hier ooit ook eens gekoerst te hebben, want er staat met grote witte letters 'David Millar' op de weg gekalkt. Als de weg het eikenbos in duikt en ik opeens volop in de schaduw rijd, is het merkbaar frisser. Midden in de bossen ligt daar opeens links van de weg het kasteeltje van
Javon. Op het hoogste punt in de D943 (815 m), boven op het Plateau de Vaucluse, krijg ik een fraaie blik op de Mont Ventoux voorgeschoteld. Even een plaatje schieten!
Op 815 m op het Plateau de Vaucluse bij St. Jean-de-Sault:
Mijn plan was om tot Sault door te rijden en dan via de erg steile klim naar de
Col de Lagarde-d'Apt terug te keren naar Apt. Doch omdat de benen vandaag zo goed aanvoelen en vanwege het fraaie weer, begint het 'te kriebelen' en begin ik te denken aan het bijstellen van mijn plan. Ik zou natuurlijk ook vanuit Sault de 'seniorenklim' naar de Mont Ventoux kunnen gaan doen! 't Is heen-en-terug wel een stuk verder dan het andere plan, dus een wat ruimere ravitailleringspauze in Sault zit er daardoor eigenlijk niet in. Daarom begin ik mijn voorraad bananen en fruitrepen maar vast tijdens het fietsen te nuttigen.
Als ik in Sault arriveer, is de wekelijkse markt al bijna voorbij en daar heb ik dan ook geen last van. Even een korte stop bij een prullenbak om wat verpakkingsafval kwijt te raken, nog een fruitreep en een paar gelletjes naar binnen werken en dan begin ik om 12:00 uur aan de klim naar de Ventoux.
Wat een vergezichten zijn er vandaag. Schitterend, zoals ik het Plateau d'Albion, het Montagne d'Albion en het Montagne de Lure daar zie liggen. Het is haast of je de piek in dat laatste gebergte zo 'kunt pakken'. En het klimmen kost mij geen enkele moeite (relatief gesproken dan). Van een in de schaduw van een boom pauzerend stel Nederlandse toerfietsers, roept de vrouw als ik langskom: 'Kijk daar heb je de bolletjestrui'. Altijd grappig, zoiets. Een stuk hogerop worden de vergezichten nog fraaier, want de besneeuwde toppen van de zuidelijke Alpen komen tevoorschijn.
Bovenin, op de vlakkere delen van de klim, kan ik mooi even rechtop gaan zitten, om zo mijn rug wat te ontspannen. Want de rug blijft toch een zwak punt. Maar 't gaat redelijk goed vandaag. Vlak voor
Chalet Reynard stop ik nog een drietal gelletjes in mijn mond, in de bocht bij het chalet schakel ik naar 'de 27' en dan kan ik aan de laatste 6 km beginnen. Het is nog opvallend druk, wat een fietsers nog zo achter in september. Aan hun tempo is te zien dat de meesten 'uit
het bos' gekomen zijn en het daardoor dus een stuk lastiger hebben dan ik. Ik ga dan ook, op twee na, tijdens die laatste 6 km iedereen voorbij. Wel leuk natuurlijk, maar geen echt eerlijke vergelijking. Er zijn ook relatief veel 'zwalkers' bij, die kennelijk te veel hooi op hun vork hebben genomen. Enfin, dat is een bekend 'Ventoux-verschijnsel'.
De beide professionele fotografen waren trouwens ook nog actief. Zo halverwege dit deel van de klim merk ik, dat ik mogelijk tot nu toe wat te veel 'gas heb gegeven', want ik voel dat er wat krampjes opsteken. Dus even oppassen. Maar gelukkig gaan de laatste erg lastige kilometers ook goed en als ik bij de tweede fotograaf (die bij de
Col des Tempêtes staat) voor de foto naar de tekst op mijn shirt wijs, roept hij spontaan: 'Aha, Le Grimpeur'. Nog even doorbijten en dan, na een klimtijd van 1:51:56, sta ik voor de
41e keer met de racefiets op de top van de Mont Ventoux!
Voor de 41e keer op de Mont Ventoux:
Bouwvakkers, fietsers en Le Grimpeur op de Mont Ventoux:
Het is er rommelig, want bouwvakkers geven de gevel van de 'laagbouw' een opknapbeurt. Hierdoor is een groot deel van de zuidzijde van het gebouw met grote hekken afgezet en is er dus nog minder pakeerruimte voor de toeristen dan gewoonlijk. Een Duitse 'biker', vraagt of ik met zijn i-Phone even een paar foto's van hem wil schieten. Even later laat ik mij door een Duitse toeriste zelf ook fotograferen en vervolgens maak ik nog maar wat foto's van het schitterende uitzicht op de Alpen.
Uitzicht op de Franse Alpen vanaf de Mont Ventoux:
Nu nog even mijn vrouw bellen, om te vertellen dat het 'wat later wordt'. Helaas neemt ze niet op. Dan straks nog maar een keertje proberen. Ik eet nog een appeltje en begin daarna aan terugreis. Alhowel ik al diverse malen vanaf Sault omhoog ben gereden, wordt dit mijn eerste afdaling langs die kant. Ik vind 't maar niks! De weg is erg hobbelig en je moet erg oppassen om geen 'rare klappen' te maken. Nee, geeft mij de afdalingen naar Bédoin of Malaucène maar! In de buurt van Sault wordt de weg pas weer geschikt om fijn te kunnen dalen. Bij Sault aangekomen neem ik het binnenweggetje dat tussen La Loge en Sault uitkomt, zodat ik niet weer omhoog door het stadje moet. Als ik mijn vrouw bel, neemt ze gelukkig wel op. Mijn benen zijn nog zo goed, dat ik 'gewoon' op het buitenblad met 50x19 en 50x21 terug het Plateau de Vaucluse op kan rijden. Een daarna is het hoofdzakelijk dalen, dalen en dalen (op een klein stukje klimmen na, in de D943 langs de
gorge tegenover de D115). Daardoor ben ik ook sneller terug in Apt dan ik verwachtte en kijk ik met erg veel voldoening terug op een mooie tocht van 126 km en met een netto fietstijd van 5:48 uur.