Fietstochten van "Le Grimpeur"
Dat fenomeen van een hele hoge hartslag tijdens de afdaling heb ik al vaker gehoord. Shirts die heftig mee 'trillen' vanwege een stevige wind (bvb. door snelheid tijdens een afdaling of tegen de wind in rijden) durven al eens een vertekening van de hartslag veroorzaken.
Een oplossing hiervoor heb ik niet meteen (behalve misschien spannende kledij te dragen )
Ikzelf heb er nog nooit last van, mijn fietskledij zit redelijk nauw en ik draag altijd een strak zittend zweetshirt onder mijn kledij.
Een oplossing hiervoor heb ik niet meteen (behalve misschien spannende kledij te dragen )
Ikzelf heb er nog nooit last van, mijn fietskledij zit redelijk nauw en ik draag altijd een strak zittend zweetshirt onder mijn kledij.
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Aha, bedankt voor je info! Ik droeg inderdaad geen echt strakke kleding, dus dat zou heel goed een verklaring kunnen zijn. Ik zal eens kijken of ik een 'sexy' shirt bij mij heb en of ik dan ook van die vreemde uitslagen krijg. Maar dan moet ik wel oppassen dat ik niet al te aantrekkelijk word voor wie weet . Alhoewel, op mijn leeftijd... .Maar even serieus, ik ga wel 't een en ander uitproberen, want ik vind het wel interessant om proberen te achterhalen wat de oorzaak is.
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Ja, daar kan ik mij wel iets bij voorstellen. Vooral ten zuiden van de Luberon en de Durance zijn inderdaad vrij veel drukke wegen. Maar als je de binnenweggetjes neemt - er zijn daar een aantal fietsroutes - en de mooie en interessante gebieden weet te vinden, kun je er toch prachtige tochten maken. M'n huidige standplaats, Maubec, ligt veel gunstiger en je hebt aan de noordzijde van de Luberon eigenlijk maar één ècht drukke weg, de D900 richting Apt en verder. Doch daar hoef je helemaal niet te fietsen, want er ligt een prima fietspad. En inderdaad, als je het Plateau de Vaucluse op gaat richting Murs of Fontaine-de Vaucluse, kun je heerlijk klimmen. Bijvoorbeeld de Col de Murs (627), Col de la Ligne (765), Col de la Liguière (998) en de Col de Lagarde d'Apt (1101) zijn leuke cols en liggen in een schitterend en ook in het hoogseizoen niet druk gebied. Maar ook tussen Maubec en Bonnieux kun je op de hellingen van de Luberon fijn fietsen. Cheval Blanc ligt eigenlijk net een beetje 'verkeerd' om in de directe omgeving mooie tochtjes te maken. Je kunt vandaar wel vrij vlot - helaas met een aanloop over 'vervelende' wegen - de Durance oversteken en dan in de Alpilles genieten van klimmetjes en erg mooie landschappen. Het is daar eigenlijk alleen rondom Les Baux-de-Provence relatief druk. Zo, meer promotie maak ik voor deze streek nu even niet...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Als je van Mormoiron via (of langs) Blauvac naar Malemort rijdt en dan via/langs Venasque en de Route touristique naar Le Beaucet en La Roque-sur-Pernes gaat en zo naar Fontaine-de-Vaucluse, zit je al goed. Neem vanaf Fontaine vooral de Route touristique (D100a) naar Cabrières-d'Avignon en ga daarna verder naar Gordes. Vanaf (door) Gordes kun je via de D15 naar Murs (is de minst drukke weg). Dan sla je wel het meest steile deel van de Col de Murs over, maar over de D15 moet je ook nog een flink stuk klimmen. Alternatief is om vanaf Gordes via Joucas (D102/D102a) of langs Joucas via de D2 en de D4 naar Murs te rijden. Vanaf Murs naar de col stelt namelijk qua klim weinig voor. Over de vanaf Le Chêne (bij Apt) komende D4 is de lastigste variant (en bovendien erg mooi). 't Is maar een tip .
60 x Ventoux
Thx, zo heb ik die route ook uitgezet. De D4 variant zal ik nog even bekijken want dat weet ik zo niet uit het hoofd. Bedankt voor de tipLe Grimpeur schreef:Als je van Mormoiron via (of langs) Blauvac naar Malemort rijdt en dan via/langs Venasque en de Route touristique naar Le Beaucet en La Roque-sur-Pernes gaat en zo naar Fontaine-de-Vaucluse, zit je al goed. Neem vanaf Fontaine vooral de Route touristique (D100a) naar Cabrières-d'Avignon en ga daarna verder naar Gordes. Vanaf (door) Gordes kun je via de D15 naar Murs (is de minst drukke weg). Dan sla je wel het meest steile deel van de Col de Murs over, maar over de D15 moet je ook nog een flink stuk klimmen. Alternatief is om vanaf Gordes via Joucas (D102/D102a) of langs Joucas via de D2 en de D4 naar Murs te rijden. Vanaf Murs naar de col stelt namelijk qua klim weinig voor. Over de vanaf Le Chêne (bij Apt) komende D4 is de lastigste variant (en bovendien erg mooi). 't Is maar een tip .
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar de lavendelvelden op 1000 m
(Verslag van dinsdag 15 juli 2014)
De renners in La Grande Boucle hadden een rustdag en dat was voor Le Grimpeur dus een goede gelegenheid om weer op de fiets te stappen, want dan hoefde ik geen rekening met de TV-uitzending te houden . Omdat ik vandaag in een gebied zou gaan fietsen dat ik ken 'als m'n broekzak', was het niet nodig een route in de Rox te laden. Nee, als ik daar ga fietsen komt er geen kaart of GPS-navigatie aan te pas. Vanaf Maubec ben ik binnendoor naar Oppède-Les Poulivets gereden en verder via Petit-Coustellet richting de D900. Vlak voordat ik onder het voormalige spoorwegtracé door ging, zag ik dat er aan dat tracé gewerkt wordt. Kennelijk wordt de mooie Véloroute du Calavon toch doorgetrokken. Ik heb wel eens gedacht dat dat wegens geldgebrek of zo nooit zou gebeuren. Na het viaductje kom je op de D900 en moet je een 100 tal meters over deze weg, alvorens je af kunt slaan richting Les Imberts. Die D900 is een drukke weg en ik was dan ook blij dat een hoffelijke bestuurder van een bestelwagen mij voor liet gaan bij die afslag. Op de D211 word je er aan herinnerd dat 'De Tour', net als ik , tegenwoordig vaak over binnenweggetjes gaat.
Hier moet je a.s. zondag niet zijn, of juist wel ?:
Na de D211 kom je net voor Les Imberts op de D2 richting Gordes. Direct na het verlaten van de 'bebouwde kom' van Les Imberts begint de weg al te stijgen. Op het steilste stuk haal ik een groepje zwalkende en ploeterende 'toeristen' op ATB's en racefietsen in. Ja, met 7% is dat voor veel mensen toch eigenlijk al een 'brug te ver' . Maar goed, ze fietsen in elk geval nog en niet eens op E-bikes. Dat is ook al heel wat... Zo'n 2 km voor Gordes, bij een rotonde, gaat de D2 'onderlangs' richting St-Saturnin-lès-Apt. Dat betekende voor mij een heel stuk in dalende lijn fietsen . Op de kruising van de D2 met de D102 zag ik dat het grote lavendelveld, zoals de meeste laaggelegen velden, al 'gemaaid' was.
Hier is de lavendel al geoogst:
Het beleid van de Franse (lokale) overheid m.b.t. het onderhoud van de wegen blijft voor mij een raadsel. Zo fiets ik over een stukje splinternieuw wegdek, zo houdt dat weer op en kun je met goed fatsoen niet netjes aan de rand van de weg fietsen. Dan is er opeens weer een nieuw stuk, gevolgd door weer een sectie 'oude meuk'. Als ik denk dat er eindelijk een lang nieuw stuk komt, houdt ook dat een paar kilometer voor St-Saturnin weer op. Of zouden die vernieuwde stukken misschien iets met de passage van 'De Tour' te maken hebben? Ik maak mij er maar niet druk over en geniet van de mooie omgeving. In de buurt van St-Saturnin wordt de omgeving wat meer geaccidenteerd en naar het stadje loopt de weg echt op. Daarna ga ik net zo hard, of harder, weer naar beneden, alvorens ik over de D179 'op-en-af' richting de D34 kan fietsen. Net buiten St-Saturnin herinnert een groot bord nogmaals aan de komende Tour-passage.
St-Saturnin-lès-Apt, gezien vanaf de D179:
De Tour de France komt hier ècht voorbij:
Als ik in de buurt van de afslag naar Lagarde-d'Apt kom, zie ik dat er hier nog steeds volop bloeiende lavendelvelden zijn. Dat zou straks, als ik heel 'hoog' ben nog veel fraaier worden...
Lavendelveldje langs de D179 tussen St-Saturnin-lès-Apt en de afslag naar de col:
Net voorbij het volgende en veel grotere lavendelveld, is de kruiding van de D2 met de D34. Hier ga ik linksaf en begint de ruim 11 km lange klim naar het Plateau d'Albion. Het display van mijn Rox geeft 5% aan en ik denk 34x26 te trappen. Maar wat gaat dat zwaar! Ben ik dan zo slecht 'in vorm'? Verhip, ik zie dat de ketting nog op het grote blad ligt ! Omdat de D179, zoals gezegd, telkens 'op-en-af' ging, heb ik de ketting vaak op het binnenblad laten liggen tijdens de afdaling. Maar kennelijk niet consequent en dat was ik dus even vergeten... Met 34x23 gaat het een stuk beter en dat verzet houd ik de gehele klim aan. Het is een klim die vrij constant met 7% stijgt. Maar er zitten ook wel een paar passages van 8% in. Je fietst hier tussen lage eikenboompjes en zo af en toe heb je een mooi doorkijkje op het dal. Er is hier nauwelijks verkeer, dus heb je de weg min of meer voor jezelf.
Ik neem een binnenbocht om eens te kijken hoe steil die wel niet is: 10%. Een traag over de weg kruipend vliegend hert kan ik gelukkig nog net ontwijken. Het zou jammer zijn als ik zo'n mooie, grote kever met zijn enorme scharen zou overrijden. Het tweede deel van de klim biedt veel schaduw van de rotswand rechts. Het klimmen gaat vlot en ik ben tevreden met mijn tempo, dat zo tussen de 10,8 en 12,8 km/u ligt. M'n hartslag komt niet boven de 149 bpm. Op mijn leeftijd hoef ik niet zo nodig allerlei extremen na te jagen . Als ik op 900 m hoogte ben aangekomen, verschijnen er weer bloeiende lavendelvelden langs de weg. En na 11,25 km klimmen ben ik op de col aangekomen. Er waait een aangenaam briesje en heet is het er zeker niet. Volgens de borne kilométrique op de pashoogte ben ik naar 1110 m hoogte geklommen. Volgens de site van de Carte des cols de France is het echter 'slechts' 1101 m en mijn nauwkeurig door mij gekalibreerde Rox 10.0 houdt het op 1074 m...
Op de Col de Lagarde-d'Apt (er staat geen naambord op deze col):
Ik heb het in voorgaande jaren al geschreven, je fietst hier over ontzettende goede en heel brede wegen, die aangelegd zijn in de periode dat de Fransen op dit plateau hun kernraketten in silo's opgeslagen hadden. Als de weg omhoog loopt, is er steevast een brede strook voor 'langzaam' verkeer. Nu is het er erg stil. Her en der staat een afgelegen boerderij. Toeristen komen hier nauwelijks, die kennen dit gebied niet. Voor veel mensen is het hier ook te stil. Er is 'niets te doen' en er 'gebeurt hier niets'. Ik houd juist erg van de schoonheid en de rust die de desolate landschappen hier uitstralen... De lavendel bloeit er nog volop. De enorme velden kleuren de hellingen hier helemaal paars. En de Mont Ventoux met z'n 'witte kop' maakt het plaatje perfect 'af'!
Verstild landschap langs de D34 tussen Lagarde-d'Apt en Brouville:
Bij de afslag naar Brouville en Sault:
Hellingen vol lavendelvelden bij Brouville:
Uren kan ik er naar kijken en van genieten! Je hoort hier niets anders dan het zoemen van de bijen, die druk in de weer zijn om er voor te zorgen dat ik straks weer van die heerlijke lavendelhoning 'nieuwe oogst' kan kopen. De liquide-variant is (vind ik) het lekkerst! En dan volgt de steile afdaling richting Sault. Hier laat ik mijn Lynskey zijn gang gaan. Samen komen we tot ruim 70 km/u. In mijn wat nauwer aansluitende 'Campa-outfit' heb ik geen last gehad van vreemde uitslagen van de registratie mijn hartslag, zoals ik die in mijn vorige verslag meldde. Met dank aan Quirit voor de tip. Voor mijn volgende rit zal ik het andere shirt weer aan doen en eens kijken hoe de HRM-band dan reageert.Vlak voordat ik op de D943 kom, presenteert het stadje Sault zich op een manier zoals je het anders eigenlijk niet te zien krijgt. Hier liggen trouwens links en rechts van de weg ook nog schitterende lavendelveldjes.
Sault, gezien vanaf de D245, vlak voor de aansluiting op de D943:
Ik ga linksaf de D943 op en klim naar St-Jean-de Sault en verder richting St-Saturnin-lès-Apt. Er is hier op het Plateau de Vaucluse, vanwege de nog overal bloeiende lavendel, veel meer toeristenverkeer dan gewoonlijk. Dat is wel een beetje jammer. Die lavendelvelden leveren wel fraaie plaatjes op, zoals hieronder bijvoorbeeld. Vanaf de D943 zie je op de open stukken de Mont Ventoux ook mooi liggen en met zo'n paars lveld op de voorgrond, is dat toch een bijzonder beeld.
De Mont Ventoux, gezien vanaf de D943 tussen St-Jean-de-Sault en St. Hubert:
Bij de splitsing na St-Jean ga ik min of meer rechtdoor richting Monieux en Méthamis. Op die splitsing buigt de weg naar links als je naar St-Saturnin of naar Apt wilt. Het verbindingsweggetje, met een kleine côte, brengt mij op de weg naar St-Hubert. Na St-Hubert volgt er een lange afdaling en houd ik op de tweesprong Méthamis - Murs links aan. Even een korte klim naar de Col de la Ligne (756 m) en dan hoofdzakelijk dalen naar Murs. Net voor Murs ben ik richting Gordes gegaan. Dat betekende eerst nog wat verder dalen en dan nog een relatief korte klim, alvorens je naar Gordes suist. Door Gordes is het steeds weer remmen en de toeristen in de gaten houden, want die letten niet op een 'verdwaalde' racefietser. Na Gordes weer dalen, bijna tot aan het verkeerslicht in Coustellet. Dan nog een stukje flink vals plat tot aan Robion en Maubec en deze prachtige 115 km lange rit zit er ook weer op. Kijk hier voor het kaartje en het hoogteprofiel.
(Verslag van dinsdag 15 juli 2014)
De renners in La Grande Boucle hadden een rustdag en dat was voor Le Grimpeur dus een goede gelegenheid om weer op de fiets te stappen, want dan hoefde ik geen rekening met de TV-uitzending te houden . Omdat ik vandaag in een gebied zou gaan fietsen dat ik ken 'als m'n broekzak', was het niet nodig een route in de Rox te laden. Nee, als ik daar ga fietsen komt er geen kaart of GPS-navigatie aan te pas. Vanaf Maubec ben ik binnendoor naar Oppède-Les Poulivets gereden en verder via Petit-Coustellet richting de D900. Vlak voordat ik onder het voormalige spoorwegtracé door ging, zag ik dat er aan dat tracé gewerkt wordt. Kennelijk wordt de mooie Véloroute du Calavon toch doorgetrokken. Ik heb wel eens gedacht dat dat wegens geldgebrek of zo nooit zou gebeuren. Na het viaductje kom je op de D900 en moet je een 100 tal meters over deze weg, alvorens je af kunt slaan richting Les Imberts. Die D900 is een drukke weg en ik was dan ook blij dat een hoffelijke bestuurder van een bestelwagen mij voor liet gaan bij die afslag. Op de D211 word je er aan herinnerd dat 'De Tour', net als ik , tegenwoordig vaak over binnenweggetjes gaat.
Hier moet je a.s. zondag niet zijn, of juist wel ?:
Na de D211 kom je net voor Les Imberts op de D2 richting Gordes. Direct na het verlaten van de 'bebouwde kom' van Les Imberts begint de weg al te stijgen. Op het steilste stuk haal ik een groepje zwalkende en ploeterende 'toeristen' op ATB's en racefietsen in. Ja, met 7% is dat voor veel mensen toch eigenlijk al een 'brug te ver' . Maar goed, ze fietsen in elk geval nog en niet eens op E-bikes. Dat is ook al heel wat... Zo'n 2 km voor Gordes, bij een rotonde, gaat de D2 'onderlangs' richting St-Saturnin-lès-Apt. Dat betekende voor mij een heel stuk in dalende lijn fietsen . Op de kruising van de D2 met de D102 zag ik dat het grote lavendelveld, zoals de meeste laaggelegen velden, al 'gemaaid' was.
Hier is de lavendel al geoogst:
Het beleid van de Franse (lokale) overheid m.b.t. het onderhoud van de wegen blijft voor mij een raadsel. Zo fiets ik over een stukje splinternieuw wegdek, zo houdt dat weer op en kun je met goed fatsoen niet netjes aan de rand van de weg fietsen. Dan is er opeens weer een nieuw stuk, gevolgd door weer een sectie 'oude meuk'. Als ik denk dat er eindelijk een lang nieuw stuk komt, houdt ook dat een paar kilometer voor St-Saturnin weer op. Of zouden die vernieuwde stukken misschien iets met de passage van 'De Tour' te maken hebben? Ik maak mij er maar niet druk over en geniet van de mooie omgeving. In de buurt van St-Saturnin wordt de omgeving wat meer geaccidenteerd en naar het stadje loopt de weg echt op. Daarna ga ik net zo hard, of harder, weer naar beneden, alvorens ik over de D179 'op-en-af' richting de D34 kan fietsen. Net buiten St-Saturnin herinnert een groot bord nogmaals aan de komende Tour-passage.
St-Saturnin-lès-Apt, gezien vanaf de D179:
De Tour de France komt hier ècht voorbij:
Als ik in de buurt van de afslag naar Lagarde-d'Apt kom, zie ik dat er hier nog steeds volop bloeiende lavendelvelden zijn. Dat zou straks, als ik heel 'hoog' ben nog veel fraaier worden...
Lavendelveldje langs de D179 tussen St-Saturnin-lès-Apt en de afslag naar de col:
Net voorbij het volgende en veel grotere lavendelveld, is de kruiding van de D2 met de D34. Hier ga ik linksaf en begint de ruim 11 km lange klim naar het Plateau d'Albion. Het display van mijn Rox geeft 5% aan en ik denk 34x26 te trappen. Maar wat gaat dat zwaar! Ben ik dan zo slecht 'in vorm'? Verhip, ik zie dat de ketting nog op het grote blad ligt ! Omdat de D179, zoals gezegd, telkens 'op-en-af' ging, heb ik de ketting vaak op het binnenblad laten liggen tijdens de afdaling. Maar kennelijk niet consequent en dat was ik dus even vergeten... Met 34x23 gaat het een stuk beter en dat verzet houd ik de gehele klim aan. Het is een klim die vrij constant met 7% stijgt. Maar er zitten ook wel een paar passages van 8% in. Je fietst hier tussen lage eikenboompjes en zo af en toe heb je een mooi doorkijkje op het dal. Er is hier nauwelijks verkeer, dus heb je de weg min of meer voor jezelf.
Ik neem een binnenbocht om eens te kijken hoe steil die wel niet is: 10%. Een traag over de weg kruipend vliegend hert kan ik gelukkig nog net ontwijken. Het zou jammer zijn als ik zo'n mooie, grote kever met zijn enorme scharen zou overrijden. Het tweede deel van de klim biedt veel schaduw van de rotswand rechts. Het klimmen gaat vlot en ik ben tevreden met mijn tempo, dat zo tussen de 10,8 en 12,8 km/u ligt. M'n hartslag komt niet boven de 149 bpm. Op mijn leeftijd hoef ik niet zo nodig allerlei extremen na te jagen . Als ik op 900 m hoogte ben aangekomen, verschijnen er weer bloeiende lavendelvelden langs de weg. En na 11,25 km klimmen ben ik op de col aangekomen. Er waait een aangenaam briesje en heet is het er zeker niet. Volgens de borne kilométrique op de pashoogte ben ik naar 1110 m hoogte geklommen. Volgens de site van de Carte des cols de France is het echter 'slechts' 1101 m en mijn nauwkeurig door mij gekalibreerde Rox 10.0 houdt het op 1074 m...
Op de Col de Lagarde-d'Apt (er staat geen naambord op deze col):
Ik heb het in voorgaande jaren al geschreven, je fietst hier over ontzettende goede en heel brede wegen, die aangelegd zijn in de periode dat de Fransen op dit plateau hun kernraketten in silo's opgeslagen hadden. Als de weg omhoog loopt, is er steevast een brede strook voor 'langzaam' verkeer. Nu is het er erg stil. Her en der staat een afgelegen boerderij. Toeristen komen hier nauwelijks, die kennen dit gebied niet. Voor veel mensen is het hier ook te stil. Er is 'niets te doen' en er 'gebeurt hier niets'. Ik houd juist erg van de schoonheid en de rust die de desolate landschappen hier uitstralen... De lavendel bloeit er nog volop. De enorme velden kleuren de hellingen hier helemaal paars. En de Mont Ventoux met z'n 'witte kop' maakt het plaatje perfect 'af'!
Verstild landschap langs de D34 tussen Lagarde-d'Apt en Brouville:
Bij de afslag naar Brouville en Sault:
Hellingen vol lavendelvelden bij Brouville:
Uren kan ik er naar kijken en van genieten! Je hoort hier niets anders dan het zoemen van de bijen, die druk in de weer zijn om er voor te zorgen dat ik straks weer van die heerlijke lavendelhoning 'nieuwe oogst' kan kopen. De liquide-variant is (vind ik) het lekkerst! En dan volgt de steile afdaling richting Sault. Hier laat ik mijn Lynskey zijn gang gaan. Samen komen we tot ruim 70 km/u. In mijn wat nauwer aansluitende 'Campa-outfit' heb ik geen last gehad van vreemde uitslagen van de registratie mijn hartslag, zoals ik die in mijn vorige verslag meldde. Met dank aan Quirit voor de tip. Voor mijn volgende rit zal ik het andere shirt weer aan doen en eens kijken hoe de HRM-band dan reageert.Vlak voordat ik op de D943 kom, presenteert het stadje Sault zich op een manier zoals je het anders eigenlijk niet te zien krijgt. Hier liggen trouwens links en rechts van de weg ook nog schitterende lavendelveldjes.
Sault, gezien vanaf de D245, vlak voor de aansluiting op de D943:
Ik ga linksaf de D943 op en klim naar St-Jean-de Sault en verder richting St-Saturnin-lès-Apt. Er is hier op het Plateau de Vaucluse, vanwege de nog overal bloeiende lavendel, veel meer toeristenverkeer dan gewoonlijk. Dat is wel een beetje jammer. Die lavendelvelden leveren wel fraaie plaatjes op, zoals hieronder bijvoorbeeld. Vanaf de D943 zie je op de open stukken de Mont Ventoux ook mooi liggen en met zo'n paars lveld op de voorgrond, is dat toch een bijzonder beeld.
De Mont Ventoux, gezien vanaf de D943 tussen St-Jean-de-Sault en St. Hubert:
Bij de splitsing na St-Jean ga ik min of meer rechtdoor richting Monieux en Méthamis. Op die splitsing buigt de weg naar links als je naar St-Saturnin of naar Apt wilt. Het verbindingsweggetje, met een kleine côte, brengt mij op de weg naar St-Hubert. Na St-Hubert volgt er een lange afdaling en houd ik op de tweesprong Méthamis - Murs links aan. Even een korte klim naar de Col de la Ligne (756 m) en dan hoofdzakelijk dalen naar Murs. Net voor Murs ben ik richting Gordes gegaan. Dat betekende eerst nog wat verder dalen en dan nog een relatief korte klim, alvorens je naar Gordes suist. Door Gordes is het steeds weer remmen en de toeristen in de gaten houden, want die letten niet op een 'verdwaalde' racefietser. Na Gordes weer dalen, bijna tot aan het verkeerslicht in Coustellet. Dan nog een stukje flink vals plat tot aan Robion en Maubec en deze prachtige 115 km lange rit zit er ook weer op. Kijk hier voor het kaartje en het hoogteprofiel.
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Door de Alpilles
(Verslag van vrijdag 18 juli 2014)
Vanaf mijn standplaats hier in de Luberon is de enige reden om niet in de Alpilles te gaan fietsen, dat je door Cavaillon moet. Aangezien ik inmiddels wel zo'n beetje weet hoe je daar zonder 'kleerscheuren' door moet zien te komen, ben ik vandaag dus wel in de Alpilles gaan fietsen . Ik neem, het is bekend, altijd de fietsroute binnendoor naar Cavaillon. Dat is leuker en een veel mooiere route dan via de drukke D2 door Robion. Als ik tussen Robion en Les Taillades geniet van het ochtendzonnetje en het zicht op de Luberon, loopt er een eindje voor mij uit een vrouw te wandelen. Ze loopt zo ongeveer midden op het weggetje. Ze heeft haar wandelstok horizontaal achter haar rug geklemd. Ik taxeer dat ik haar wel links kan passeren, mits ze niet 'van haar lijn af gaat wijken'. Dat doet ze dus wel en uiteraard exact op het moment dat ik er langs wil . Pardon!, roep ik. Ze draait zich om en weet niet wat te doen. Zoals een overstekende kip ook steevast doet, wijkt ze naar de verkeerde kant uit, naar links in plaats van naar rechts. Ik rem, sta bijna stil en denk nog om niet om te vallen 'nu niet vergeten uit het pedaal te klikken'. Dan valt bij madame net op tijd het kwartje en blijft ze gelukkig stil staan. Ik krijg nog wel netjes uitgebreide excuses te horen vanwege haar voor mij toch wel vervelende manoeuvre. Zo, dat hebben we al vast gehad...
Tussen Robion en Les Taillades fiets je vlak langs de Luberon:
Na Les Taillades verlaat ik de fietsroute, want die maakt daar een voor mij overbodige 'lus' en ga ik over de hobbelige D143 en langs de Auchan hypermarché de stad in. Iets verder, net voorbij de Lidl supermarkt, doet een kennelijke alcoholist verwoede pogingen om met behulp van de spijlen van een groot hek een fles Pastis (of ander alcoholisch spul) open te krijgen . Het is druk in Cavaillon. Je moet hier niet afhankelijk zijn van GPS-navigatie, want op je display kijken is hier riskant. 't Is heure de pointe (spitsuur) en iedereen heeft haast en denkt dat hij/zij overal voorrang heeft of krijgt. Je moet in het stadje ook een paar keer snel van rijstrook wisselen, dus als je hier vreemd bent... Ik kom er gelukkig goed door en ook de laatste en altijd drukke en gevaarlijke rotonde voor je de Durance oversteekt, laat ik nu achter mij. Tussen de brug over de rivier en de fietsbrug moet ik nog een toerit naar een zone indrustrielle passeren. Een vrachtwarenchauffeur laat mij daar gelukkig voorgaan. Nog één rotonde en dan fiets ik, licht klimmend, over de brede fietsstrook van de D26 richting Orgon. Ook daar moet ik nog een rotonde nemen, voordat ik op de Route de Jean Moulin - Chemin de la liberté , de D24B, de Alpilles binnenrijd. Wat een rust opeens!
Vorige week zondag, toen ik hier een omweg moest maken op mijn tocht naar de Étang de Berre, lag er in deze D24B al wel een stukje nieuw asfalt, maar nu zie ik tot mijn verbazing na een paar kilometer dat er een compleet nieuw wegdek ligt. Het asfalt is nog vers, 't voelt nog plakkerig aan als je er over fietst. Maar het rijdt heerlijk, dat wel. Ondanks dat het vrijdag is en er een stuk verderop in Eygalières dan markt is, is het rustig op deze mooie weg. Hier en daar ligt een domaine van een wijn- en/of olijfolie-producent en verder zie je alleen de mooie natuur van dit heerlijke stukje Zuid-Frankrijk.
Een chique wijndomein langs de Route de Jean Moulin in de Alpilles:
Vlak voor Eygalières pronkt op een heuveltje de XIIe eeuwse Chapelle St-Sixte. Vanwege het tijdstip kan ik er nu alleen een foto van de achterzijde van nemen, want het tegenlicht maakt dat een foto van de andere zijde (wel de mooiste) al bij voorbaat tot mislukken gedoemd is.
De XIIe eeuwse Chapelle St-Sixte bij Eygalières:
In Eygalières moet ik vanwege de markt officieel de met borden en dranghekken gemarkeerde déviation marché-route volgen. Doch ik weet dat ik er met de fiets wel gewoon door kan, als ik het 'publiek' maar z'n gang laat gaan. Het geeft mij ook de gelegenheid om er een tweetal plaatjes van te schieten .
Markt in Eygalières:
Bar-Restaurant Le Progrès heeft voor deze marktdag Aioli & Dame Blanche op het menu gezet:
Na Eygalières ga ik echt de natuur in, eerst een stukje richting Eyguières. Een vrij fors gebouwde racefietser in rood shirt haalt mij in. Ik probeer niet aan te pikken, waarom zou ik? Je voelt al dat het vandaag weer heet gaat worden in de Provence en zeker in de Alpilles is het dan 'zweten geblazen'. De fietser in het rode shirt gaat rechtsaf, richting Mouriès en dat is de kant die ik ook op wil. Ik moet hier eerst naar zo'n dikke 200 m hoogte klimmen, maar het gaat door het bos en het is goed te doen. De 'fietser in 't rood' heb ik al snel 'te pakken'. De man zucht diep als hij mij ziet passeren. Ja, zijn bouw heeft hij niet mee voor dit soort werk . Na het naamloze colletje volgt er een wat langer stuk dalen richting het buurtschap Le Destet. Het is hier een schitterende fietsomgeving en heerlijk rustig.
Op de D24 tussen de D25 en Le Destet...:
... en een stukje verderop:
Direct voorbij Le Destet sla ik rechtsaf en kom zo op de D78 naar Maussane-les-Alpilles. Hier moet ik eerst over een paar côtes voordat de afdaling naar Maussane begint Het landschap wordt nu wat meer open van karakter en op het hoogste punt kijk je een heel eind weg, zo ongeveer richting Arles.
Uitzicht vanaf het hoogste punt in de D78:
Ik hoef niet door Maussane, want de afslag naar St-Rémy-de-Provence is eigenlijk al meteen aan het begin van het stadje. De fietsenmaker die hier op de hoek een aantal jaren zijn winkel had, heeft plaatsgemaakt voor een winkel waar je allerlei stoffen kunt kopen. In het stadje zelf is nog wel een fietsenwinkel gevestigd, maar of dat dezelfde is? Misschien ga ik er een volgende keer wel een kijkje nemen. Nu fiets ik het stadje weer uit en zie dat de D5, nog voordat je bij het aquaduct bent, ook een nieuw wegdek heeft gekregen. Er is zelfs in de richting van St-Rémy, dus in de 'klimrichting', een brede fietsstrook aangelegd .
De D5 van Maussane naar St-Rémy heeft tegenwoordig een fietsstrook:
De klim begint vrij vlak met zo'n 3 - 4 procent stijging. Daar fiets je ook nog over een rechte weg. Maar het tweede deel van de klim is erg leuk, met al z'n bochten en een stijgingspercentage van 5 à 6. Er zitten zelfs twee stukjes van 8% in, althans volgens mijn Rox. Je klimt hier uiteindelijk naar ongeveer 240 meter. Precies op de 'col' eindigt de fietsstrook en volgt de mooie afdaling naar St-Rémy. Net voordat je het stadje binnenrijdt, kom je langs Les Antiques. Er lopen wel wat toeristen rond, maar ik had gedacht dat het drukker zou zijn. De fraaie historische bouwsels staan op een open, gratis toegankelijk terrein, dus is het naastgelegen parkeerterrein tegenwoordig payant. Ja, er moet natuurlijk wel geld binnenkomen...
Even pauzeren bij Les Antiques:
Ik heb voor het gemak mijn route voor vandaag in de Rox geladen, zodat ik in St-Rémy op de vrij drukke D5 goed op het uit het stadje komende verkeer kan blijven letten en met een half oog op mijn display bijtijds zie wanneer ik voor moet sorteren om linksaf te gaan. En zo fiets ik dan binnendoor naar de Vieux chemin d'Arles. Over deze weg kom ik dan op de D27, die mij de Alpilles weer in zal brengen. Ook dit is weer een klim met een helling van 5 à 6 procent. De weg voert je door een half open bosachtige omgeving en wat hogerop kent deze klim ook een aantal leuke bochten. In verband met brandgevaar is op het colletje het weggetje naar het uitkijkpunt, zoals gewoonlijk met het huidige droge weer, afgesloten. Ik ben er nog nooit geweest. In de afdaling naar de voet van de korte klim naar Les Baux-de-Provence zie je 't dorpje al op het plateau liggen. Het is altijd lastig daar een fatsoenlijke foto van te maken. Les Baux ligt eigenlijk altijd min of meer in tegenlicht, of je zou er denk ik laat in de middag moeten zijn.
Dalend over de D27 zie je telkens Les Baux liggen:
Voor het verbindingsweggetje naar Les Baux geldt een omleiding, zie ik. Ik denk dat het vanwege de drukte is, doch nadat ik het inrijverbod genegeerd heb , zie ik dat er aan de weg, of eigenlijk meer aan de trottoirs gewerkt wordt. Ik kan er echter goed langs en 'wip' snel naar de Col de la Vayède (230 m). Tussen de wijngaarden en olijfboomgaarden daal ik vervolgens terug naar de D5 en verder richting Maussane. Daar neem ik eerst de D78 en daarna een weggetje binnendoor naar Mouriès. Vanaf Mouriès loopt er dan een leuke, smalle weg - de D24A - naar Aureille. Hier liggen ook weer ontzettend grote olijfboomgaarden, want in de Alpilles wordt naast wijn ook erg veel olijfolie geproduceerd.
Veel olijfbomen langs de smalle en rustige D24A tussen Mouriès en Aureille:
Ik weet dat je op de enigszins verstopt liggende Place de l'église in Aureille prima even kunt pauzeren. Met de inmiddels fors ingetreden hitte, het is ruim boven de 35 graden, kan ik wel een korte pauze gebruiken. De tafels en stoelen van restaurant La Table des Alpilles staan opgestapeld en met een kabel beveiligd naast een boom. Ik denk daarom dat het restaurant gesloten is, want het ziet er een beetje verlaten uit met de gesloten ramen en deuren. Maar als ik, in de weinige schaduw die er te vinden is, op de hoek van een bank mijn appeltje eet, zie ik dat er in het restaurant toch een aantal tafels bezet zijn. Ha, ha, men zit daar aangenaam in een salle climatisée te genieten van de voortreffelijke keuken van dit etablissement.
Op de Place de l'église in Aureille:
Na mijn 'eenvoudige lunch' , vervolg ik mijn rit en begint de klim naar de volgende 'col'. Maar eerst schiet ik nog even snel een foto van het gebied waar ik door zal gaan fietsen.
De oostelijke Alpilles, gezien vanaf de D25A bij Aureille:
Het wordt eentonig, maar ook deze weg klimt met 5 - 6 procent. Je fietst hier tussen mooi gevormde kalkzandsteen rotsen onder een niet van ophouden wetende zon. Het zijn hier eigenlijk allemaal hellingen en colletjes 'van niets', doch als het heet is en je nog (te) weinig kilometers in de benen hebt, moet je hier soms behoorlijk afzien. Momenteel geldt dat voor mij gelukkig niet, maar ik heb hier in het verleden ook wel eens zitten hijgen en puffen onder de brandende zon. Na de Pas de la Figuière (247 m) ben ik snel weer op de D25 richting Eygalières. Trouwens, op de pas gaf mijn Rox een hoogte van 246 meter aan. Ik heb nog niet eerder geconstateerd dat het apparaat bijna dezelfde hoogte aangaf het naambord op de col of de Michelinkaart vermeldden. Nu ik het toch over de Rox heb, vandaag, in mijn minder nauw aansluitende shirt, heb ik tijdens de afdalingen helemaal geen rare indicaties van de hartslag gezien. Ik heb er speciaal op gelet. Op de grafiek in het Data Center is ook niets vreemds te zien.
Na Eygalières gaat het over het nieuwe asfalt 'in vliegende vaart' naar Orgon. Op de 'beruchte' rotonde bij het binnenrijden van Cavaillon moet ik wel weer alle zeilen bijzetten om er überhaupt te kunnen passeren. Vooral de vrachtauto's gunnen een fietser, die ook nog weer even snel in z'n pedaal moet klikken, vaak noch tijd, nog ruimte om dit verkeersknooppunt veilig te passeren. Verder gaat het gelukkig zonder problemen door Cavaillon. Twee lastige 'pukkels', vlak voor Robion, moeten er nog genomen worden. De eerste is een helling van minstens 8% en dat valt nog wel mee, maar de tweede is met minimaal 13% een stuk lastiger. Het kan zijn dat hij veel steiler is, want de Rox heeft even tijd nodig om het stijgingspercentage te berekenen en het is maar een korte helling. Voor mijn gevoel is het daar wel steiler dan 13%. Mijn hartslag liep daar op tot 159 bpm en dat is zo'n 8 bpm hoger dan een vorige keer. Maar dat heeft mogelijk met de hitte te maken. En dan, na 111 km, kan ik mijn vrouw weer begroeten en zit het er voor vandaag op. Bekijk hier de route en het hoogteprofiel van deze rit. Morgen, zaterdag, neem ik een rustdag en zondag komt de Tour hier langs. Maar Météo France verwacht voor zondagmiddag onweersbuien voor onze omgeving, dus of m'n vrouw en ik even naar de D2 lopen om in een flits van onder een paraplu de renners voorbij te zien trekken... ? Maandag en dinsdag komt de Mistral trouwens weer op bezoek, dus voorlopig heb ik weer een paar 'verplichte' rustdagen voor de boeg !
(Verslag van vrijdag 18 juli 2014)
Vanaf mijn standplaats hier in de Luberon is de enige reden om niet in de Alpilles te gaan fietsen, dat je door Cavaillon moet. Aangezien ik inmiddels wel zo'n beetje weet hoe je daar zonder 'kleerscheuren' door moet zien te komen, ben ik vandaag dus wel in de Alpilles gaan fietsen . Ik neem, het is bekend, altijd de fietsroute binnendoor naar Cavaillon. Dat is leuker en een veel mooiere route dan via de drukke D2 door Robion. Als ik tussen Robion en Les Taillades geniet van het ochtendzonnetje en het zicht op de Luberon, loopt er een eindje voor mij uit een vrouw te wandelen. Ze loopt zo ongeveer midden op het weggetje. Ze heeft haar wandelstok horizontaal achter haar rug geklemd. Ik taxeer dat ik haar wel links kan passeren, mits ze niet 'van haar lijn af gaat wijken'. Dat doet ze dus wel en uiteraard exact op het moment dat ik er langs wil . Pardon!, roep ik. Ze draait zich om en weet niet wat te doen. Zoals een overstekende kip ook steevast doet, wijkt ze naar de verkeerde kant uit, naar links in plaats van naar rechts. Ik rem, sta bijna stil en denk nog om niet om te vallen 'nu niet vergeten uit het pedaal te klikken'. Dan valt bij madame net op tijd het kwartje en blijft ze gelukkig stil staan. Ik krijg nog wel netjes uitgebreide excuses te horen vanwege haar voor mij toch wel vervelende manoeuvre. Zo, dat hebben we al vast gehad...
Tussen Robion en Les Taillades fiets je vlak langs de Luberon:
Na Les Taillades verlaat ik de fietsroute, want die maakt daar een voor mij overbodige 'lus' en ga ik over de hobbelige D143 en langs de Auchan hypermarché de stad in. Iets verder, net voorbij de Lidl supermarkt, doet een kennelijke alcoholist verwoede pogingen om met behulp van de spijlen van een groot hek een fles Pastis (of ander alcoholisch spul) open te krijgen . Het is druk in Cavaillon. Je moet hier niet afhankelijk zijn van GPS-navigatie, want op je display kijken is hier riskant. 't Is heure de pointe (spitsuur) en iedereen heeft haast en denkt dat hij/zij overal voorrang heeft of krijgt. Je moet in het stadje ook een paar keer snel van rijstrook wisselen, dus als je hier vreemd bent... Ik kom er gelukkig goed door en ook de laatste en altijd drukke en gevaarlijke rotonde voor je de Durance oversteekt, laat ik nu achter mij. Tussen de brug over de rivier en de fietsbrug moet ik nog een toerit naar een zone indrustrielle passeren. Een vrachtwarenchauffeur laat mij daar gelukkig voorgaan. Nog één rotonde en dan fiets ik, licht klimmend, over de brede fietsstrook van de D26 richting Orgon. Ook daar moet ik nog een rotonde nemen, voordat ik op de Route de Jean Moulin - Chemin de la liberté , de D24B, de Alpilles binnenrijd. Wat een rust opeens!
Vorige week zondag, toen ik hier een omweg moest maken op mijn tocht naar de Étang de Berre, lag er in deze D24B al wel een stukje nieuw asfalt, maar nu zie ik tot mijn verbazing na een paar kilometer dat er een compleet nieuw wegdek ligt. Het asfalt is nog vers, 't voelt nog plakkerig aan als je er over fietst. Maar het rijdt heerlijk, dat wel. Ondanks dat het vrijdag is en er een stuk verderop in Eygalières dan markt is, is het rustig op deze mooie weg. Hier en daar ligt een domaine van een wijn- en/of olijfolie-producent en verder zie je alleen de mooie natuur van dit heerlijke stukje Zuid-Frankrijk.
Een chique wijndomein langs de Route de Jean Moulin in de Alpilles:
Vlak voor Eygalières pronkt op een heuveltje de XIIe eeuwse Chapelle St-Sixte. Vanwege het tijdstip kan ik er nu alleen een foto van de achterzijde van nemen, want het tegenlicht maakt dat een foto van de andere zijde (wel de mooiste) al bij voorbaat tot mislukken gedoemd is.
De XIIe eeuwse Chapelle St-Sixte bij Eygalières:
In Eygalières moet ik vanwege de markt officieel de met borden en dranghekken gemarkeerde déviation marché-route volgen. Doch ik weet dat ik er met de fiets wel gewoon door kan, als ik het 'publiek' maar z'n gang laat gaan. Het geeft mij ook de gelegenheid om er een tweetal plaatjes van te schieten .
Markt in Eygalières:
Bar-Restaurant Le Progrès heeft voor deze marktdag Aioli & Dame Blanche op het menu gezet:
Na Eygalières ga ik echt de natuur in, eerst een stukje richting Eyguières. Een vrij fors gebouwde racefietser in rood shirt haalt mij in. Ik probeer niet aan te pikken, waarom zou ik? Je voelt al dat het vandaag weer heet gaat worden in de Provence en zeker in de Alpilles is het dan 'zweten geblazen'. De fietser in het rode shirt gaat rechtsaf, richting Mouriès en dat is de kant die ik ook op wil. Ik moet hier eerst naar zo'n dikke 200 m hoogte klimmen, maar het gaat door het bos en het is goed te doen. De 'fietser in 't rood' heb ik al snel 'te pakken'. De man zucht diep als hij mij ziet passeren. Ja, zijn bouw heeft hij niet mee voor dit soort werk . Na het naamloze colletje volgt er een wat langer stuk dalen richting het buurtschap Le Destet. Het is hier een schitterende fietsomgeving en heerlijk rustig.
Op de D24 tussen de D25 en Le Destet...:
... en een stukje verderop:
Direct voorbij Le Destet sla ik rechtsaf en kom zo op de D78 naar Maussane-les-Alpilles. Hier moet ik eerst over een paar côtes voordat de afdaling naar Maussane begint Het landschap wordt nu wat meer open van karakter en op het hoogste punt kijk je een heel eind weg, zo ongeveer richting Arles.
Uitzicht vanaf het hoogste punt in de D78:
Ik hoef niet door Maussane, want de afslag naar St-Rémy-de-Provence is eigenlijk al meteen aan het begin van het stadje. De fietsenmaker die hier op de hoek een aantal jaren zijn winkel had, heeft plaatsgemaakt voor een winkel waar je allerlei stoffen kunt kopen. In het stadje zelf is nog wel een fietsenwinkel gevestigd, maar of dat dezelfde is? Misschien ga ik er een volgende keer wel een kijkje nemen. Nu fiets ik het stadje weer uit en zie dat de D5, nog voordat je bij het aquaduct bent, ook een nieuw wegdek heeft gekregen. Er is zelfs in de richting van St-Rémy, dus in de 'klimrichting', een brede fietsstrook aangelegd .
De D5 van Maussane naar St-Rémy heeft tegenwoordig een fietsstrook:
De klim begint vrij vlak met zo'n 3 - 4 procent stijging. Daar fiets je ook nog over een rechte weg. Maar het tweede deel van de klim is erg leuk, met al z'n bochten en een stijgingspercentage van 5 à 6. Er zitten zelfs twee stukjes van 8% in, althans volgens mijn Rox. Je klimt hier uiteindelijk naar ongeveer 240 meter. Precies op de 'col' eindigt de fietsstrook en volgt de mooie afdaling naar St-Rémy. Net voordat je het stadje binnenrijdt, kom je langs Les Antiques. Er lopen wel wat toeristen rond, maar ik had gedacht dat het drukker zou zijn. De fraaie historische bouwsels staan op een open, gratis toegankelijk terrein, dus is het naastgelegen parkeerterrein tegenwoordig payant. Ja, er moet natuurlijk wel geld binnenkomen...
Even pauzeren bij Les Antiques:
Ik heb voor het gemak mijn route voor vandaag in de Rox geladen, zodat ik in St-Rémy op de vrij drukke D5 goed op het uit het stadje komende verkeer kan blijven letten en met een half oog op mijn display bijtijds zie wanneer ik voor moet sorteren om linksaf te gaan. En zo fiets ik dan binnendoor naar de Vieux chemin d'Arles. Over deze weg kom ik dan op de D27, die mij de Alpilles weer in zal brengen. Ook dit is weer een klim met een helling van 5 à 6 procent. De weg voert je door een half open bosachtige omgeving en wat hogerop kent deze klim ook een aantal leuke bochten. In verband met brandgevaar is op het colletje het weggetje naar het uitkijkpunt, zoals gewoonlijk met het huidige droge weer, afgesloten. Ik ben er nog nooit geweest. In de afdaling naar de voet van de korte klim naar Les Baux-de-Provence zie je 't dorpje al op het plateau liggen. Het is altijd lastig daar een fatsoenlijke foto van te maken. Les Baux ligt eigenlijk altijd min of meer in tegenlicht, of je zou er denk ik laat in de middag moeten zijn.
Dalend over de D27 zie je telkens Les Baux liggen:
Voor het verbindingsweggetje naar Les Baux geldt een omleiding, zie ik. Ik denk dat het vanwege de drukte is, doch nadat ik het inrijverbod genegeerd heb , zie ik dat er aan de weg, of eigenlijk meer aan de trottoirs gewerkt wordt. Ik kan er echter goed langs en 'wip' snel naar de Col de la Vayède (230 m). Tussen de wijngaarden en olijfboomgaarden daal ik vervolgens terug naar de D5 en verder richting Maussane. Daar neem ik eerst de D78 en daarna een weggetje binnendoor naar Mouriès. Vanaf Mouriès loopt er dan een leuke, smalle weg - de D24A - naar Aureille. Hier liggen ook weer ontzettend grote olijfboomgaarden, want in de Alpilles wordt naast wijn ook erg veel olijfolie geproduceerd.
Veel olijfbomen langs de smalle en rustige D24A tussen Mouriès en Aureille:
Ik weet dat je op de enigszins verstopt liggende Place de l'église in Aureille prima even kunt pauzeren. Met de inmiddels fors ingetreden hitte, het is ruim boven de 35 graden, kan ik wel een korte pauze gebruiken. De tafels en stoelen van restaurant La Table des Alpilles staan opgestapeld en met een kabel beveiligd naast een boom. Ik denk daarom dat het restaurant gesloten is, want het ziet er een beetje verlaten uit met de gesloten ramen en deuren. Maar als ik, in de weinige schaduw die er te vinden is, op de hoek van een bank mijn appeltje eet, zie ik dat er in het restaurant toch een aantal tafels bezet zijn. Ha, ha, men zit daar aangenaam in een salle climatisée te genieten van de voortreffelijke keuken van dit etablissement.
Op de Place de l'église in Aureille:
Na mijn 'eenvoudige lunch' , vervolg ik mijn rit en begint de klim naar de volgende 'col'. Maar eerst schiet ik nog even snel een foto van het gebied waar ik door zal gaan fietsen.
De oostelijke Alpilles, gezien vanaf de D25A bij Aureille:
Het wordt eentonig, maar ook deze weg klimt met 5 - 6 procent. Je fietst hier tussen mooi gevormde kalkzandsteen rotsen onder een niet van ophouden wetende zon. Het zijn hier eigenlijk allemaal hellingen en colletjes 'van niets', doch als het heet is en je nog (te) weinig kilometers in de benen hebt, moet je hier soms behoorlijk afzien. Momenteel geldt dat voor mij gelukkig niet, maar ik heb hier in het verleden ook wel eens zitten hijgen en puffen onder de brandende zon. Na de Pas de la Figuière (247 m) ben ik snel weer op de D25 richting Eygalières. Trouwens, op de pas gaf mijn Rox een hoogte van 246 meter aan. Ik heb nog niet eerder geconstateerd dat het apparaat bijna dezelfde hoogte aangaf het naambord op de col of de Michelinkaart vermeldden. Nu ik het toch over de Rox heb, vandaag, in mijn minder nauw aansluitende shirt, heb ik tijdens de afdalingen helemaal geen rare indicaties van de hartslag gezien. Ik heb er speciaal op gelet. Op de grafiek in het Data Center is ook niets vreemds te zien.
Na Eygalières gaat het over het nieuwe asfalt 'in vliegende vaart' naar Orgon. Op de 'beruchte' rotonde bij het binnenrijden van Cavaillon moet ik wel weer alle zeilen bijzetten om er überhaupt te kunnen passeren. Vooral de vrachtauto's gunnen een fietser, die ook nog weer even snel in z'n pedaal moet klikken, vaak noch tijd, nog ruimte om dit verkeersknooppunt veilig te passeren. Verder gaat het gelukkig zonder problemen door Cavaillon. Twee lastige 'pukkels', vlak voor Robion, moeten er nog genomen worden. De eerste is een helling van minstens 8% en dat valt nog wel mee, maar de tweede is met minimaal 13% een stuk lastiger. Het kan zijn dat hij veel steiler is, want de Rox heeft even tijd nodig om het stijgingspercentage te berekenen en het is maar een korte helling. Voor mijn gevoel is het daar wel steiler dan 13%. Mijn hartslag liep daar op tot 159 bpm en dat is zo'n 8 bpm hoger dan een vorige keer. Maar dat heeft mogelijk met de hitte te maken. En dan, na 111 km, kan ik mijn vrouw weer begroeten en zit het er voor vandaag op. Bekijk hier de route en het hoogteprofiel van deze rit. Morgen, zaterdag, neem ik een rustdag en zondag komt de Tour hier langs. Maar Météo France verwacht voor zondagmiddag onweersbuien voor onze omgeving, dus of m'n vrouw en ik even naar de D2 lopen om in een flits van onder een paraplu de renners voorbij te zien trekken... ? Maandag en dinsdag komt de Mistral trouwens weer op bezoek, dus voorlopig heb ik weer een paar 'verplichte' rustdagen voor de boeg !
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Rondje via La Roque-sur-Pernes en de Col de Murs over het Plateau de Vaucluse
(Verslag van woensdag 23 juli 2014)
Na het slechte weer van afgelopen zondag, gevolgd door twee dagen Mistral, wilde ik natuurlijk graag weer eens 'op de fiets'. Maar ik wilde natuurlijk ook de tweede Pyreneeën-etappe 'live' zien. Daarom had ik al ruim voor 07:00 uur m'n kom muesli, pasta, bakje vanillerijst en vers fruit 'naar binnen gewerkt' en reed ik om 07:40 uur weg voor een rondje over het Plateau de Vaucluse. Eerst binnendoor naar Les Imberts (Commune de Gordes). Net voordat ik bij het viaductje onder de voormalige spoorlijn langs de D900 was, viel mijn oog op een veld met zonnebloemen, met de Luberon als achtergrond. Even twijfelde ik, zal ik vandaag nu eens geen foto's maken en gewoon mijn rondje fietsen, zodat ik bijtijds weer terug ben voor de TV-uitzending? Dan zou ik dus ook geen verslag behoeven te maken, want een verslag zonder foto's, kan dat eigenlijk wel ? Doch 'het bloed kruipt waar het niet gaan kan' en zodoende stond ik al weer naast mijn fiets om de camera te pakken .
De westelijke punt van de Luberon:
Van Les Imberts ging het via Cabrières-d'Avignon richting de klim naar Bourbourin. Dat is een leuke klim, die je naar zo'n 230 meter hoogte brengt. Zoals altijd na de passage van een storing en een dag of wat Mistral, was de atmosfeer ook nu weer flink opgeruimd. Het was prachtig helder weer en op Bourbourin tekenden de Alpilles zich haarscherp tegen de hemel af. Op de voorgrond zag je Cavaillon heel mooi liggen en omdat ik de omgeving goed ken, had ik diverse herkenningspunten ter oriëntatie, zoals de grote witte fabriek van Omya bij Orgon. Op mijn eenvoudige plaatjes komt dat er allemaal niet zo duidelijk af, maar de foto's geven denk ik wel een aardig beeld van de prachtige fietsomgeving.
Op Bourbourin, kijkend in de richting van Cavaillon en de Alpilles...:
...en in de richting van de Luberon:
In de afdaling richting Lagnes komen er veel racefietsers omhoog. Het lijkt op een bij elkaar horende groep, waarvan er een aantal op dit klimmetje heeft moeten lossen. De meeste zijn ook niet meer zo piepjong en hebben toch wel een buikje... Vlak voor Lagnes neem ik de D100a (Route Touristique) naar Fontaine-de-Vaucluse. Dat betekent weer een klein stukje klimmen, alvorens het steil naar beneden gaat. Is het in de korte S-bocht al steil (voor mij -8%), daarna gaat het met -13% richting Fontaine. Dat steile stuk is echter niet lang en vervolgens daal ik met meer 'normale' percentages over het hobbelige weggetje en door een mooie bosachtige omgeving. Zo vroeg in de ochtend is het nog erg rustig in Fontaine-de-Vaucluse, zodat ik er snel door ben. Op de grote parkeerplaats voor campers, aan de noordzijde van de Sorgue, waar gewoonlijk veel kampeerauto's staan, is er nu niet één te zien ! Er staat zegge-en-schrijve één personenauto en helemaal aan het begin staan er nog een stuk of zes. Maar dat is alles. Vreemd. Even voorbij het aquaduct ga ik rechtsaf en begint voor mij de lange klim langs Saumane naar La Roque-sur-Pernes. Bij Saumane zit er een 'dipje' in de klim, maar verder is het constant klimmen geblazen. Als ik boven ben (de Rox geeft 374 m aan), ligt de Mont Ventoux recht voor mij. De berg is hier over de volle breedte te zien. Bij La Roque-sur-Pernes-Le Plateau ben ik al weer aan het dalen.
Bij La Roque-sur-Pernes-Le Plateau ben je al weer aan het dalen:
Het is maar een korte en niet erg steile afdaling. Na La Roque-sur-Pernes heb ik de bijzonder fraaie en erg geaccidenteerde route binnendoor via Le Beaucet naar Venasque genomen. Vlak voor Venasque is er ook weer zo'n heel steil stukje, voor mij nu dus in dalende richting. Bij Venasque begint ook de aanloop naar de klim richting Col de Murs al. Bij de splitsing naar de Col de Murs - Col des Trois Termes begint de eigenlijke klim. Met 34x21 rijd ik hier vandaag makkelijk omhoog. Het is vanaf deze kant ook geen echt lastige col. Meestal geeft mijn Rox 5% aan, soms zakt het percentage even tot 4, of zelfs tot 3. Alleen in het begin was er een passage van 7%. Het is een mooie, regelmatige klim. De klim vanaf de zuidzijde is veel onregelmatiger, met bij en na Murs een groot vlak gedeelte. Maar in de onderste helft zit er daar wel een wat steiler stuk, waar je vaak in de volle zon rijdt en dat maakt het dan toch weer wat zwaarder... Je kunt aan de zuidzijde ook nog via Joucas omhoog, die klim is wat minder lastig, vind ik. Een onbekende variant is aan de zuidzijde nog te vinden als je in het gehucht Le Parrotier (vlakbij Limoux) begint. In die variant zitten ook nog een paar heel gemeen steile stukjes. Op de col ontbreekt nog immer het naambord en ik heb de hoop dat het ooit nog eens terug zal keren maar te laten varen.
Veel racefietsers (m/v) doen de Col de Murs aan :
Als ik in de afdaling even stop en op mijn hurken op de schoenen met Look-plaatjes zit te wiebelen om een leuk standpunt voor een foto te creëren, stopt er een cabrio naast mij. Hij zit achter het stuur en zij doet kennelijk aan fotografie, want mevrouw komt half overeind en schiet met haar 'dikke' spiegelreflex een paar foto's. Moet je voor de 'wat betere foto' niet even uitstappen ? Ik heb mijn 'plaat' geschoten en ga verder, net als de cabrio. Ze rijden een eindje voor mij uit en stoppen telkens kort voor nog weer een foto. Alles vanuit de auto. Na zo'n vier à vijf van die 'fotoshots' (de auto had een Brits kenteken ), passeer ik ze. Daar zakt mijn broek toch wel een beetje van af, niet eens de moeite willen nemen om naar een goed standpunt te zoeken of naar elementen die wat diepte in je foto kunnen brengen.
Aan de zuidzijde van de Col de Murs tussen de col en Murs:
Ook in Murs is het rustig. Her en der zitten wat 'kunstenaars' te aquarelleren. Jammer voor ze dat de meeste lavendelvelden hun mooie kleur inmiddels kwijt zijn. Maar er is hier nog genoeg ander fraais om te schilderen. Alhoewel ik eigenlijk aan het begin van het dorpje rechtsaf moet, richting Gordes, rijd ik even door naar de andere kant van Murs. Gewoon omdat ik het leuk vind .
De Mairie annexe école in Murs:
Dalend verlaat ik de omgeving van Murs en klim daarna weer terug het plateau op. Over de D15 gaat het vervolgens hard naar beneden, richting Gordes. 't Is een schitterende stukje dalen, waar je veel van de omgeving te zien krijgt, zeker met het heldere weer van vandaag. In Gordes lopen altijd wel toeristen rond, toch is het er - zeker voor de maand juli - eigenlijk rustig te noemen. Als je het dorpje weer verlaat, moet je altijd echt op je hoede zijn voor plotseling stoppende auto's, want je rijdt daar over een stukje weg waar je het mooiste zicht op dit village perché hebt. En dan moet er gefotografeerd worden, desnoods (of meestal) vanuit de auto. Op de rotonde aan de zuidzijde van Gordes ben ik over de D2 richting Rousillon gegaan. Wat ik hier ook steeds meer zie, zijn lieden die véél en véél jonger zijn dan ik en op zogenaamd 'sportief' ogende fietsen hier over de heuveltjes (niet de cols) fietsen, met een gezicht van 'kijk mij eens'. Exact, ze rijden dus op E-bikes voor de 'sportief aangelegde dertiger' (een nieuwe trend?) . Ga toch wat trainen en ga eens ècht fietsen, zou ik ze toe willen roepen...
Omdat ik in dit hoekje (nog) niet alle binnen- en verbindingsweggetjes ken, heb ik een leuke route in mijn Rox geladen. En zo fiets ik over de rustige D146 richting Goult, daarna scherp naar links een stukje over de D60 richting Joucas en tenslotte moet ik over de D169 naar Rousillon klimmen. Hoe dichter ik het stadje nader, hoe steiler het wordt en tevens hoe drukker... Wat een verschil met Gordes! Hier wemelt het van de toeristen. Was het wel zo verstandig om dwars door het dorpje te gaan fietsen? Als ik bijna boven ben, moet ik door een smalle passage, waar het verkeer uit mijn richting voorrang heeft. Doch daar hebben de automobilisten maling aan. Twee automobilisten 'persen' gewoon door. Er blijft nauwelijks ruimte voor mij. Er komt nog een kleine vrachtauto achteraan. Op de steile helling is het in het smalle straatje erg lastig om uit de pedalen te klikken. Ik kan mijzelf net overeind houden, maar kom bijna klem te zitten tussen 't vrachtwagentje en de muur.
Pff, pff, even bijkomen. Ik stop naast een muurtje en kijk op een mooie formatie oker-rotsen, de rotsen waar dit stadje zijn bekendheid aan ontleent. Nu ik toch gestopt ben, kan ik er ook wel even een foto van maken. Ik moet wel oppassen hier zelf niet ook een bezienswaardigheid te worden, want als ik weer op de fiets stap om mijn rit te vervolgen, hoor ik een landgenoot tegen zijn zoontje zeggen: 'Kijk, een meneer op een fiets' . Wegwezen hier!
Oker-rotsen in Rousillon:
Ik mag weer een stuk dalen . Het is inmiddels behoorlijk heet geworden, ruim 31,5 graden! Gelukkig zit het grootste deel van mijn rit er inmiddels op. Langs Les Huguets gaat het richting de Pont Julien. Deze keer fiets ik niet over de brug, die in de Véloroute du Calavon is opgenomen, maar over de nieuwe brug, die er naast gebouwd is. En zo kan ik vanaf die nieuwe brug de mooie oude Romeinse brug nog een keer op de foto zetten.
De Pont Julien tussen Rousillon en Bonnieux:
Vanaf hier ga ik over de D108 naar Lacoste. Ik zie het stadje daar al hoog op de rotsen liggen. Dat betekent dus nog weer een behoorlijk stuk klimmen en dat in deze hitte!Het terras van Café de France in Lacoste zit helemaal vol. Logisch, het is lunchtijd en vanaf dit terras heb je een magnifiek uitzicht over de vallei en de Luberon. Ik geniet zelf ook van het uitzicht dat ik vanaf de fiets heb, want er zijn genoeg momenten waarop je de omgeving prima in beeld krijgt. Na het verlaten van het dorpje moet ik nog een stuk verder klimmen, maar daarna kan ik even 'bijkomen' op de lange afdaling richting Ménerbes. Ik fiets maar niet door Ménerbes, dan zou ik weer naar zo'n hooggelegen dorpje moeten klimmen en mij wellicht opnieuw tussen de toeristen een weg moeten zien te banen. Dus rijd ik er omheen en ga verder binnendoor naar Oppède-le Vieux, een veel rustiger dorpje, waar je eigenlijk altijd zonder problemen door komt. De klim naar dit dorpje is op 't laatst ook weer zo ontzettend steil. Op het terrasje waar ik in Oppède langs fiets, is het ook al zo gezellig druk. Nog een laatste afdaling en ik ben al weer bijna terug op mijn startpunt, ruim op tijd om nog te douchen voordat het meest interessante deel de Tour-etappe begint. Hier is het kaartje en hoogteprofiel van deze 105 km lange rit te vinden.
(Verslag van woensdag 23 juli 2014)
Na het slechte weer van afgelopen zondag, gevolgd door twee dagen Mistral, wilde ik natuurlijk graag weer eens 'op de fiets'. Maar ik wilde natuurlijk ook de tweede Pyreneeën-etappe 'live' zien. Daarom had ik al ruim voor 07:00 uur m'n kom muesli, pasta, bakje vanillerijst en vers fruit 'naar binnen gewerkt' en reed ik om 07:40 uur weg voor een rondje over het Plateau de Vaucluse. Eerst binnendoor naar Les Imberts (Commune de Gordes). Net voordat ik bij het viaductje onder de voormalige spoorlijn langs de D900 was, viel mijn oog op een veld met zonnebloemen, met de Luberon als achtergrond. Even twijfelde ik, zal ik vandaag nu eens geen foto's maken en gewoon mijn rondje fietsen, zodat ik bijtijds weer terug ben voor de TV-uitzending? Dan zou ik dus ook geen verslag behoeven te maken, want een verslag zonder foto's, kan dat eigenlijk wel ? Doch 'het bloed kruipt waar het niet gaan kan' en zodoende stond ik al weer naast mijn fiets om de camera te pakken .
De westelijke punt van de Luberon:
Van Les Imberts ging het via Cabrières-d'Avignon richting de klim naar Bourbourin. Dat is een leuke klim, die je naar zo'n 230 meter hoogte brengt. Zoals altijd na de passage van een storing en een dag of wat Mistral, was de atmosfeer ook nu weer flink opgeruimd. Het was prachtig helder weer en op Bourbourin tekenden de Alpilles zich haarscherp tegen de hemel af. Op de voorgrond zag je Cavaillon heel mooi liggen en omdat ik de omgeving goed ken, had ik diverse herkenningspunten ter oriëntatie, zoals de grote witte fabriek van Omya bij Orgon. Op mijn eenvoudige plaatjes komt dat er allemaal niet zo duidelijk af, maar de foto's geven denk ik wel een aardig beeld van de prachtige fietsomgeving.
Op Bourbourin, kijkend in de richting van Cavaillon en de Alpilles...:
...en in de richting van de Luberon:
In de afdaling richting Lagnes komen er veel racefietsers omhoog. Het lijkt op een bij elkaar horende groep, waarvan er een aantal op dit klimmetje heeft moeten lossen. De meeste zijn ook niet meer zo piepjong en hebben toch wel een buikje... Vlak voor Lagnes neem ik de D100a (Route Touristique) naar Fontaine-de-Vaucluse. Dat betekent weer een klein stukje klimmen, alvorens het steil naar beneden gaat. Is het in de korte S-bocht al steil (voor mij -8%), daarna gaat het met -13% richting Fontaine. Dat steile stuk is echter niet lang en vervolgens daal ik met meer 'normale' percentages over het hobbelige weggetje en door een mooie bosachtige omgeving. Zo vroeg in de ochtend is het nog erg rustig in Fontaine-de-Vaucluse, zodat ik er snel door ben. Op de grote parkeerplaats voor campers, aan de noordzijde van de Sorgue, waar gewoonlijk veel kampeerauto's staan, is er nu niet één te zien ! Er staat zegge-en-schrijve één personenauto en helemaal aan het begin staan er nog een stuk of zes. Maar dat is alles. Vreemd. Even voorbij het aquaduct ga ik rechtsaf en begint voor mij de lange klim langs Saumane naar La Roque-sur-Pernes. Bij Saumane zit er een 'dipje' in de klim, maar verder is het constant klimmen geblazen. Als ik boven ben (de Rox geeft 374 m aan), ligt de Mont Ventoux recht voor mij. De berg is hier over de volle breedte te zien. Bij La Roque-sur-Pernes-Le Plateau ben ik al weer aan het dalen.
Bij La Roque-sur-Pernes-Le Plateau ben je al weer aan het dalen:
Het is maar een korte en niet erg steile afdaling. Na La Roque-sur-Pernes heb ik de bijzonder fraaie en erg geaccidenteerde route binnendoor via Le Beaucet naar Venasque genomen. Vlak voor Venasque is er ook weer zo'n heel steil stukje, voor mij nu dus in dalende richting. Bij Venasque begint ook de aanloop naar de klim richting Col de Murs al. Bij de splitsing naar de Col de Murs - Col des Trois Termes begint de eigenlijke klim. Met 34x21 rijd ik hier vandaag makkelijk omhoog. Het is vanaf deze kant ook geen echt lastige col. Meestal geeft mijn Rox 5% aan, soms zakt het percentage even tot 4, of zelfs tot 3. Alleen in het begin was er een passage van 7%. Het is een mooie, regelmatige klim. De klim vanaf de zuidzijde is veel onregelmatiger, met bij en na Murs een groot vlak gedeelte. Maar in de onderste helft zit er daar wel een wat steiler stuk, waar je vaak in de volle zon rijdt en dat maakt het dan toch weer wat zwaarder... Je kunt aan de zuidzijde ook nog via Joucas omhoog, die klim is wat minder lastig, vind ik. Een onbekende variant is aan de zuidzijde nog te vinden als je in het gehucht Le Parrotier (vlakbij Limoux) begint. In die variant zitten ook nog een paar heel gemeen steile stukjes. Op de col ontbreekt nog immer het naambord en ik heb de hoop dat het ooit nog eens terug zal keren maar te laten varen.
Veel racefietsers (m/v) doen de Col de Murs aan :
Als ik in de afdaling even stop en op mijn hurken op de schoenen met Look-plaatjes zit te wiebelen om een leuk standpunt voor een foto te creëren, stopt er een cabrio naast mij. Hij zit achter het stuur en zij doet kennelijk aan fotografie, want mevrouw komt half overeind en schiet met haar 'dikke' spiegelreflex een paar foto's. Moet je voor de 'wat betere foto' niet even uitstappen ? Ik heb mijn 'plaat' geschoten en ga verder, net als de cabrio. Ze rijden een eindje voor mij uit en stoppen telkens kort voor nog weer een foto. Alles vanuit de auto. Na zo'n vier à vijf van die 'fotoshots' (de auto had een Brits kenteken ), passeer ik ze. Daar zakt mijn broek toch wel een beetje van af, niet eens de moeite willen nemen om naar een goed standpunt te zoeken of naar elementen die wat diepte in je foto kunnen brengen.
Aan de zuidzijde van de Col de Murs tussen de col en Murs:
Ook in Murs is het rustig. Her en der zitten wat 'kunstenaars' te aquarelleren. Jammer voor ze dat de meeste lavendelvelden hun mooie kleur inmiddels kwijt zijn. Maar er is hier nog genoeg ander fraais om te schilderen. Alhoewel ik eigenlijk aan het begin van het dorpje rechtsaf moet, richting Gordes, rijd ik even door naar de andere kant van Murs. Gewoon omdat ik het leuk vind .
De Mairie annexe école in Murs:
Dalend verlaat ik de omgeving van Murs en klim daarna weer terug het plateau op. Over de D15 gaat het vervolgens hard naar beneden, richting Gordes. 't Is een schitterende stukje dalen, waar je veel van de omgeving te zien krijgt, zeker met het heldere weer van vandaag. In Gordes lopen altijd wel toeristen rond, toch is het er - zeker voor de maand juli - eigenlijk rustig te noemen. Als je het dorpje weer verlaat, moet je altijd echt op je hoede zijn voor plotseling stoppende auto's, want je rijdt daar over een stukje weg waar je het mooiste zicht op dit village perché hebt. En dan moet er gefotografeerd worden, desnoods (of meestal) vanuit de auto. Op de rotonde aan de zuidzijde van Gordes ben ik over de D2 richting Rousillon gegaan. Wat ik hier ook steeds meer zie, zijn lieden die véél en véél jonger zijn dan ik en op zogenaamd 'sportief' ogende fietsen hier over de heuveltjes (niet de cols) fietsen, met een gezicht van 'kijk mij eens'. Exact, ze rijden dus op E-bikes voor de 'sportief aangelegde dertiger' (een nieuwe trend?) . Ga toch wat trainen en ga eens ècht fietsen, zou ik ze toe willen roepen...
Omdat ik in dit hoekje (nog) niet alle binnen- en verbindingsweggetjes ken, heb ik een leuke route in mijn Rox geladen. En zo fiets ik over de rustige D146 richting Goult, daarna scherp naar links een stukje over de D60 richting Joucas en tenslotte moet ik over de D169 naar Rousillon klimmen. Hoe dichter ik het stadje nader, hoe steiler het wordt en tevens hoe drukker... Wat een verschil met Gordes! Hier wemelt het van de toeristen. Was het wel zo verstandig om dwars door het dorpje te gaan fietsen? Als ik bijna boven ben, moet ik door een smalle passage, waar het verkeer uit mijn richting voorrang heeft. Doch daar hebben de automobilisten maling aan. Twee automobilisten 'persen' gewoon door. Er blijft nauwelijks ruimte voor mij. Er komt nog een kleine vrachtauto achteraan. Op de steile helling is het in het smalle straatje erg lastig om uit de pedalen te klikken. Ik kan mijzelf net overeind houden, maar kom bijna klem te zitten tussen 't vrachtwagentje en de muur.
Pff, pff, even bijkomen. Ik stop naast een muurtje en kijk op een mooie formatie oker-rotsen, de rotsen waar dit stadje zijn bekendheid aan ontleent. Nu ik toch gestopt ben, kan ik er ook wel even een foto van maken. Ik moet wel oppassen hier zelf niet ook een bezienswaardigheid te worden, want als ik weer op de fiets stap om mijn rit te vervolgen, hoor ik een landgenoot tegen zijn zoontje zeggen: 'Kijk, een meneer op een fiets' . Wegwezen hier!
Oker-rotsen in Rousillon:
Ik mag weer een stuk dalen . Het is inmiddels behoorlijk heet geworden, ruim 31,5 graden! Gelukkig zit het grootste deel van mijn rit er inmiddels op. Langs Les Huguets gaat het richting de Pont Julien. Deze keer fiets ik niet over de brug, die in de Véloroute du Calavon is opgenomen, maar over de nieuwe brug, die er naast gebouwd is. En zo kan ik vanaf die nieuwe brug de mooie oude Romeinse brug nog een keer op de foto zetten.
De Pont Julien tussen Rousillon en Bonnieux:
Vanaf hier ga ik over de D108 naar Lacoste. Ik zie het stadje daar al hoog op de rotsen liggen. Dat betekent dus nog weer een behoorlijk stuk klimmen en dat in deze hitte!Het terras van Café de France in Lacoste zit helemaal vol. Logisch, het is lunchtijd en vanaf dit terras heb je een magnifiek uitzicht over de vallei en de Luberon. Ik geniet zelf ook van het uitzicht dat ik vanaf de fiets heb, want er zijn genoeg momenten waarop je de omgeving prima in beeld krijgt. Na het verlaten van het dorpje moet ik nog een stuk verder klimmen, maar daarna kan ik even 'bijkomen' op de lange afdaling richting Ménerbes. Ik fiets maar niet door Ménerbes, dan zou ik weer naar zo'n hooggelegen dorpje moeten klimmen en mij wellicht opnieuw tussen de toeristen een weg moeten zien te banen. Dus rijd ik er omheen en ga verder binnendoor naar Oppède-le Vieux, een veel rustiger dorpje, waar je eigenlijk altijd zonder problemen door komt. De klim naar dit dorpje is op 't laatst ook weer zo ontzettend steil. Op het terrasje waar ik in Oppède langs fiets, is het ook al zo gezellig druk. Nog een laatste afdaling en ik ben al weer bijna terug op mijn startpunt, ruim op tijd om nog te douchen voordat het meest interessante deel de Tour-etappe begint. Hier is het kaartje en hoogteprofiel van deze 105 km lange rit te vinden.
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 24 jul 2014 17:33, 4 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux
Met veel plezier gelezen!