Een toch wel 'lastig' rondje...
Het is vrijdag 8 augustus tien voor zeven(!) als ik op de fiets stap. De zon komt net op boven het Plateau de Vaucluse en werpt haar eerste stralen op de Luberon. Ik heb de 'track' gestart en wordt zo via een voor mij onbekende route over weggetjes binnendoor door Robion, om Lagnes en Fontaine-de-Vaucluse naar de eerste klim van de deze trip geleid. Wat ga ik vandaag doen? Wel, een paar dagen geleden heb ik op de fietskaart op mijn standplaats 'geklikt' en vervolgens nog een keer een 'klik' gegeven op de top van de Mont Ventoux
. Ik was benieuwd welke route er dan uit zou rollen en hoe lang die zou zijn. De afstand viel wel mee, ruim 60 km en de route ging van hier via Bédoin naar de top. Ik wilde eigenlijk op weg naar Bédoin zo weinig mogelijk klimmen, vandaar de route over de binnenweggetjes. Fietsen over de druk bereden wegen naar l'Isle-sur-la-Sourgue (D901) en Pernes-les-Fontaines (D938) wilde ik niet. De mij 'aangeboden' route leidde trouwens over de D57 via La Roque-sur-Pernes-
Le Plateau en dat betekende wel een aardig stukje klimmen. Ik heb ook niet veel aan de route gewijzigd. Alleen vlak voor Bédoin heb ik i.p.v. de D974 te volgen, gekozen voor de veel rustiger D241. Qua afstand maakt dat eigenlijk niets uit.
Maar terug naar het begin. Het is nog heerlijk koel, er is weinig wind en zo binnendoor heb je ook weinig last van auto's en soortgelijk verkeer. Bovendien is het nog vroeg, dus de toeristen zijn ook nog niet op pad. Wat navigeren betreft, kom ik moeiteloos aan bij de voet van de klim naar Saumane en verder. Vanwege mijn ambitieuze plannen voor vandaag, doe ik het rustig aan. Op de klim fiets ik nog steeds in de schaduw en het loopt goed. In een rustig tempo en met een mooie cadans trap ik de kilometers weg. Het valt allemaal erg mee. Bij de laatste villa, links van de weg, rijd ik even in 't zonnetje. Ook niet verkeerd. Dan fiets ik nog weer een heel stuk in de schaduw, nog één keer in de zon en ik ben al boven.
Het stuk naar St-Didier is erg makkelijk, want het is nagenoeg alleen maar dalen, soms redelijk steil zelfs. De Mont Ventoux ziet er nog wat nevelig uit, maar er is geen wolkje te zien. Mooi zo! Ik kom net buiten het echte centrum van St-Didier tegenover een bakker op de D39, die mij weer buiten het stadje brengt. Net buiten de bebouwde kom dient er een sanitaire stop ingelast te worden. Meteen maar even een gelletje (uit zo'n tubetje van Decathlon) nemen en wat drinken en weer verder, richting Mazan. Ik heb de 'track' nu niet meer nodig, want hier ken ik de weg goed. Op de 'côte' in de D1 (met nog steeds een abominabel slecht wegdek) is het telkens weer genieten. De zon schijnt hier, je rijdt tussen de wijngaarden en hebt een mooi uitzicht op St-Didier en het Plateau de Vaucluse.
Ik hoef ook maar een klein stukje door Mazan. De D163 richting Bédoin is gelukkig hier en daar van nieuw asfalt voorzien, zodat de meest slechte stukken er uit zijn. Ook in de D974 ligt een nieuw wegdek. Na de bocht bij de afslag naar Crillon-le-Brave ben ik dus binnendoor naar Bédoin gegaan. Vlak voordat ik er ben, gaat er nog een tweede banaan naar binnen. Onderweg ben ik al een paar keer ingehaald door auto's met een racefiets op het dak of achterop. Ook op de grote parkeerplaats tegenover
Bar De l'Observatoire worden al fietsen in gereedheid gebracht. Het is 08:53 als ik het stadje binnenrijd en toch zit er al aardig wat 'volk' op het terrasje van
Bar du Cours. Maar ik fiets door, naar het pleintje net voorbij de rotonde in de D974. Daar kan ik nog even van het toilet gebruik maken, een tweede tubetje gel en een 'fruitjelly' wegwerken, drinken en 'alles op een rijtje zetten'
.
Als ik terug fiets naar de rotonde, zie ik kleine verkeersopstopping op de D974. Precies aan het begin van de weg naar de top. Dat kan ik natuurlijk niet gebruiken. Even goed opletten en geen 'valse start' maken. Als ik de rotonde genomen heb, zie ik dat ik gelukkig wel door kan rijden. Er staat een bestelauto aan de 'verkeerde' kant van de weg, in mijn rijrichting, waardoor er wat congestie ontstaan was. Precies op
de streep druk ik op de
Lap-toets van mijn computer, zodat mijn tijd in een apart segment vastgelegd wordt
. En daar gaat ie! Voor mij rijden een paar groepjes fietsers op MTB's en racefietsen. Ik haal (uiteraard) alles in en maak behoorlijk vaart. Dat is de eerste winst! Met 50x23 gaat het richting de haakse bocht bij de afslag naar Flassan. Daar ben ik dus al snel. Ik kan daarna nog een stukje op het buitenblad blijven rijden.
Ik heb het hier al vaker geschreven, daar waar ik bij de doorgang in de okerkleurige wal ben, schakel ik naar het binnenblad (34x23) en klim zo verder. Het eerste stuk van de klim stelt eigenlijk niet zo veel voor en heb je zo achter de rug. Ik ben al bij Ste-Colombe (492 m) en draai het rechte stuk naar Les Bruns op. Ook daar ben ik vlot. Nog even wat drinken, weer naar het buitenblad voor het 'dipje' na Les Bruns, veel vaart maken en vlak voordat ik de bocht bij St-Estève op draai, weer terug naar 'de 34'. Meteen na de bocht ga ik achter ook maar direct naar 'de 29', om zo rustig naar een goed ritme te zoeken. Ik ben nog steeds niet door andere fietsers ingehaald, maar dat gaat vast nog wel gebeuren
. Het is nog heerlijk koel in
het bos. Na de tweede bocht, in de aanloop naar het stuk met de S-bochten, word ik voor de eerste keer ingehaald door een racefietser. De man is zo te zien veel jonger dank ik, dus daar heb ik geen probleem mee
. Even later word ik voor de tweede keer ingehaald. Maar zelf ga ik ook gewoon door met het inhalen van het (nog) 'langzamere verkeer'. Ik heb mijn ritme ondertussen gevonden. Het stuk met de S-bochten, altijd een lastige passage, kom ik goed door. Ik zit niet te 'harken' en ben geloof ik maar één keer even uit het zadel geweest.
Alhoewel het nog rustig is op de D974, zijn er al wel de nodige 'volgers' actief, die om de zoveel kilometer langs de weg staan om hun 'helden' aan te moedigen en/of te fotograferen. Een knaap op een fel-oranje, als nieuw uitziende, Trek 29-er fietst met gebruik van zijn hele bovenlichaam omhoog. Jammer van de verspilde energie. Een ook niet meer zo jonge man op een matzwarte Vitus komt naast mij rijden. Heel langzaam word ik gepasseerd. Het bos is altijd zwaar, maar ik vind het voor mijn doen toch goed gaan. Daar is de 'fata morgana' al, de passage waarvan het lijkt alsof de klim sterk afvlakt. Maar als je er eenmaal bent, valt het toch weer tegen... Ik zit gelukkig niet vreselijk af te zien en ben eigenlijk al redelijk snel bij het gele
maison cantonaire (1028 m), dat links van de weg staat. Nu ben ik dus al bijna halverwege het bos èn halverwege de klim
. Vlak voor de grote S-bocht, waarvan je nóóit de binnenbocht moet nemen, hoor ik een auto omhoog komen. Als fietser heb ik 'voorrang'
, dus ga ik rustig wat naar links. Ik passeer een knaap op een spierwitte, merkloze 29-er. Hij fietst met een soort
sneakers op platte pedalen en zit de puffen en te zweten in de binnenbocht. De auto komt er ook aan! Ik schakel vliegensvlug 34x23 en 'sprint' een stuk naar voren. Ik wil 'ruim baan' hebben
.
Op mijn display zie ik regelmatig 10 (%) staan en dat is behoorlijk steil en lastig, zeker als het lang aanhoudt en dat doet het hier. Als het even iets vlakker wordt, slaag ik er in een paar van die kleine gelletjes uit mijn achterzak te peuteren en ook nog weer wat te drinken. Het lijkt er op dat ik de man op de zwarte Vitus in zal gaan halen. Doch dat lijkt inderdaad maar zo. Ik kom nu niet meer dichterbij en op een bepaald moment zie ik, dat hij toch weer wat uitloopt. Uit een volgauto met Frans kenteken wordt geroepen
Allez le grimpeur! Een eind verder staat een joch bij een volgauto (dezelfde? - ik weet het niet meer) in zijn handen te klappen als ik passeer. De aanloop naar de bocht met de twee grote loodsen is ook altijd een lastig steil stukje. Maar dan ben ik er toch. Nog even de tanden op elkaar en ik heb
het bos gehad
.
Snel wat drinken voordat ik bij het chalet (1419 m) ben en dan aan de laatste 6 km beginnen. Naast mij hoor ik
Allez! Ik kijk opzij, het is het joch uit de volgauto. Hij zit hier op de rotswand de fietsers opnieuw aan te moedigen. Ik steek mijn hand naar hem op. Mijn benen begin ik nu goed te voelen. Ja,
het bos, dat hakt er altijd stevig in. Ik merk dat ik nu niet meer zo makkelijk omhoog rijd als een goede week geleden, toen ik vanaf Sault kwam. Je zit helaas dan 'automatisch' ook wat minder van de klim te genieten. Het is hier vandaag wel weer prachtig hoor, want het is behoorlijk helder, dus is er veel te zien. En ik haal vaker in, dan dat ik ingehaald word en dat op mijn leeftijd
. Als ik bij de eerste fotograaf ben, pak ik snel mijn bidon en doe alsof ik wat drink. Zo sta ik ook eens in een andere pose op de foto
. De man kan het wel waarderen en zegt
c'est super!. Ik buffel weer verder. Bewust heb ik de gehele klim niet naar de 'rondetijd' gekeken en doe dat ook nu niet. Voor mijn gevoel zit ik wel goed en red ik het binnen de twee uur. Nog vier kilometer. Bij de tweede fotograaf wijs ik 'eigenwijs' naar de tekst
Le Grimpeur op het inmiddels wel bekende shirt
. Voor mij stapt een man van zijn racefiets en pakt zijn bidon. Ik denk dat hij gaat drinken, maar nee hoor, hij giet de inhoud over zijn hoofd. Ik hoop voor hem dat het water is!
En dan begin ik al aan het stuk waar zo ongeveer halverwege het monument voor Tommy Simpson staat. Het gaat nog steeds behoorlijk en ik zit niet af te zien. Dat wil niet zeggen dat het niet zwaar is, dat fietsen hier, bijna aan het einde van zo'n klim. Verdorie!!! Ik voel kramp opkomen! Als dat maar goed gaat! Ik ben nu niet ver meer van de top en zit niet op 'narigheid' te wachten. Onmiddellijk neem ik wat druk van de pedalen, voor zover dat hier tenminste gaat. En de ellende is, dat ik kramp in beide benen voel. Heel rustig probeer ik toch te blijven fietsen, terwijl ik er rekening mee houd dat ik, als het ècht niet meer gaat, bijtijds uit de pedalen moet klikken. Even denk ik nog dat 't helemaal fout zit, maar dan vermindert de kramp iets en kan ik toch blijven fietsen. Ik weet nu dat ik niet meer uit het zadel moet komen en ook geen kracht meer moet zetten voor een lastige passage, want dan zou het waarschijnlijk 'afstappen' betekenen. Pfff, ik moet nog het steile stuk naar de
Col des Tempêtes en het nog steilere laatste stuk naar de top. Heel traag fiets ik verder, goed op mijn benen lettend. Maar 't gaat en ik krijg zelfs de neiging toch weer iets sneller te gaan. Niet doen!
Als de fotograaf bij de
Col des Tempêtes (1841m) de fietsster voor mij gefotografeerd heeft, loopt hij even terug naar zijn auto. Ik probeer een 'vrolijk gezicht' te trekken voor de foto, maar dat hoeft niet. Ik hoor de fotograaf praten. Tegen wie dan? Het blijkt dat hij een hond bij zich heeft en daar is hij nu even 'druk ' mee. Er wordt niet gefotografeerd. Dan maar niet. Voorzichtig 'kruip' ik omhoog. Het gaat nog steeds. Ook de laatste fotograaf, die bij
Le Vendran, 'pakt' mij niet. Op het midden van de weg fiets ik door de laatste bocht, het plateau op via de nauwe doorgang en vervolgens moet ik naar een op de top lopende fietser gebaren dat hij de doorgang naar links even vrij moet houden. Ik wil wel tot aan de streep kunnen fietsen en rechts loopt veel volk, dus ga ik meestal tussen de hekjes door. Op de streep start ik de volgende
Lap, stop de computer en zie later dat ik het toch nog nèt binnen de 2 uur gefikst heb:
1:59:31 ! En zonder
pied à terre, dus de klimt telt gewoon
.
Vijf - twee = 52x !:
En toch was het druk op de top:
Bij de belvédère langs de D164 tussen Chalet Reynard en Le Ventouret:
Bij Le Ventouret:
Blik op Sault en het Plateau d'Albion vanaf de D164:
Lavendeldistilleerderij bij Sault:
Sault, gezien vanaf de D1 bij La Loge:
Ik heb wel even een dikke minuut naast mijn fiets gestaan, voordat ik weer fatsoenlijk kon lopen. En druk dat het was op de top. Uiteraard veel, heel veel fietsers, maar er kwamen ook zeer regelmatig auto's langs. Ik heb even een rustig plekje gezocht om wat te drinken, een appeltje en een fruitreep te eten en te genieten van het uitzicht. Met een oorverdovend gebulder scheurt er vanuit het noorden een Mirage in rugvlucht(!) laag over de berg. Hij maakt een halve rol en duikt daarna de vallei tussen de Ventoux en het Plateau de Vaucluse in. Een zeer spectaculair gratis vliegshowtje! Ik hoor Nederlands spreken. Naast mij staat een zo te zien 'aanspreekbaar' echtpaar, dus maar even gevraagd of zij mij even op de foto willen zetten. Mevrouw gaat het doen en maakt er echt werk van. Ze schiet een stuk of zes foto's en als ze denkt dat ik er niet helemaal op sta, moet het over. Meneer fietst ook, of heeft kennelijk gefietst, want er volgen nog wat belangstellende vragen over de klim en het verzet. Nadat ik ze uitvoerig bedankt heb en zij koffie gaan drinken, probeer ik mijn vrouw te bellen. Dat lukt mij hier op top eigenlijk nooit (geen netwerk). Nu dus ook niet. Het is hier aangenaam warm, er is nauwelijks wind en ik sta nog wat te genieten van al het 'gedoe' hier.
Als ik net aan de afdeling richting Bédoin begonnen ben, zie ik in een flits een man met slechts één been op een voor hem aangepaste racefiets omhoog komen. Hij is bijna boven. In gedachten maak ik een diepe buiging voor hem! De eerste helft van de afdaling naar het
Chalet Reynard loopt niet. Ik moet achter een auto blijven hangen, die op zijn beurt weer achter langzaam dalende fietsers hangt. Het is ontzettend druk en vanwege de auto's die omhoog komen en slalom moeten rijden langs de vele fietsers, kan ik de auto dus niet passeren. Dan gaat het op een gegeven moment beter en kan ik de auto inhalen. Wat een verkeer, wat een verkeer. Ik ben gelukkig niet van plan om naar Bédoin terug te gaan. Dat zou ook weer een afdaling met veel remmen geworden zijn, vrees ik. Bij
Chalet Reynard heb ik wel een netwerk, maar dat valt telkens weg, zodat er geen verbinding tot stand komt. Ik begin aan de 'meetrap'-afdaling naar Sault. Daar is het gelukkig veel minder druk. Er komen wel veel fietsers omhoog. In een van de bochten staat weer zo'n grote vrachtwagen boomstammen te laden. Hij is, zo te zien, bijna vol geladen. Maar deze keer ben ik hem voor! Wat lager pikt mijn fiets gelukkig vanzelf wat meer snelheid op en hoef ik niet meer zo veel mee te trappen.
In de afdaling stop ik nog een paar keer om een paar plaatjes te schieten. 't Is soms lastig vanwege de ongunstige lichtval. Bij
Le Ventouret staan ook weer volgers langs de kant. Het drietal fietsers waarvoor ze er staan, stapt af en laat zich fotograferen. Het is het type fietsers waarvoor 'afstappen tijdens de klim' überhaupt geen gespreksthema is
. In de buurt van Sault zie ik uit de schoorsteentjes van de lavendeldistilleerderijen rook opstijgen. De bedrijfjes zijn in volle gang de oogst aan het verwerken en het geurt er heerlijk. Toch bloeit er hier ook nog steeds lavendel! Ik klim maar niet het stadje in, doch fiets binnendoor, zodat ik halverwege Sault en
La Loge uitkom. Op de hoek, waar het weggetje op de D1 uitkomt, lukt het mij wel m'n vrouw te bellen. Ik sta hier trouwens ook aan de rand van een nog bloeiend lavendelveld en leg dat maar eens op een foto vast. Nog wat eten en drinken en de min of meer 'vals plat klim' naar St-Jean
Commune de Sault (vroeger heette dat St-Jean-de-Sault) kan beginnen (50x23). Dat gaat prima, niks geen kramp meer
. Na St-Jean loopt de weg nog even wat omhoog, maar daarna is het bijna alleen dalen. Ja, net voor
Javon zit er nog een 'bultje'.
IK zit een beetje na te genieten van de 'grote klim' en geniet ondertussen van het mooie, ruige landschap. Halverwege de
gorge ga ik rechtsaf richting Limoux, eerst een pietsje vals plat en dan weer dalen via een mooi en bochtig parcours. Prachtig, zoals de
Rochers de Lioux er bij liggen. Ze liggen volgens mij tot laat in de middag helemaal in de schaduw, maar ik fiets heerlijk in de zon. Ik kruis de D4, de weg naar de Murs en de gelijknamige col en ga verder richting Joucas. Ter hoogte van dit hooggelegen dorpje begin ik de wind te voelen. De wind zou vanmiddag wat toe gaan nemen en uit ZW-richtingen komen. Maar ik heb er nu nog geen last van. Een dikke 2 km voor Gordes begint de 3 km lange klim naar de D2. Normaliter draai ik daar mijn hand niet voor om, doch nu heb ik de wind tegen, is het beste er af en er lijkt er dus geen einde aan dat stuk te komen. Ik wist niet dat het zo'n eind was
! Ik ben dan ook blij als ik bij de kleine rotonde ben en naar beneden kan suizen! Net voorbij Les Imberts wordt ik nog even door een bij of wesp in mijn linkerarm gestoken, zodat ik nu met een hevig jeukende en opgezwollen arm zit. En gisteren was ik rechts al door een wesp gestoken. Ik word zo langzamerhand gek van de jeuk! Vanaf Coustellet heb ik de wind recht van voren en zit ik toch wel een beetje af te zien. De D2 loopt hier ook nog eens een beetje op, de rand van het wegdek is slecht en het verkeer raast maar langs. Ik ben 't zat! Maar het zit er gelukkig bijna op!
Van mijn vorige klim naar de top van de Mont Ventoux, op 31 juli jl. vanuit Sault, zaten mij eigenlijk twee dingen een beetje dwars. Ten eerste dat ik met de auto naar de voet van de klim ben gereden
en ten tweede dat ik die klim eigenlijk 'te makkelijk'
vond gaan. Die twee zaken heb ik vandaag voor mijzelf in elk geval rechtgezet
. De route (
131 km) en het profiel van de rit van vandaag zijn op
Strava te zien.