Fiets.nl

Amclassic-fan schreef: Maar goed de regel is 80 cm en niet 75 cm. De enige voorwaarde waar je aan moet voldoen is de hoek die je bovenarm met je onderarm maakt. En als je boven de pak 'm beet 1m80 bent en je zadel op 5 cm achter je bracket hebt staan is die hoek echt wel prima in orde.

1.3.023 For individual time trials and time trials for teams of up to four riders on the road, and for the individual and team pursuits, kilometre and 500m time trials and record attempts on the track, an extension may be added to the steering system. The distance between the vertical line passing through the bottom bracket axle and the extremity of the handlebar may not exceed 75 cm, with the other limits set in article 1.3.022 (B,C,D) remaining unchanged. A support for the elbows or forearms is permitted (see diagram “Structure (1)”).

For individual road time trials and time trials for teams of up to four riders, controls or levers fixed to the handlebar extension may extend beyond the 75 cm limit as long as they do not constitute a change of use, particularly that of providing an alternative hand position beyond the 75 cm mark.

Gustav schreef:

Amclassic-fan schreef: Maar goed de regel is 80 cm en niet 75 cm. De enige voorwaarde waar je aan moet voldoen is de hoek die je bovenarm met je onderarm maakt. En als je boven de pak 'm beet 1m80 bent en je zadel op 5 cm achter je bracket hebt staan is die hoek echt wel prima in orde.

De regel is (in mijn geval) toch wel 75 cm??

1.3.023 Voor de tijdrit(ten) op de weg en de volgende baanwedstrijden: individuele en ploegenachtervolging, 1000 m en 500 m, mag een vast opzetstuur in een horizontale positie gemonteerd worden. De afstand tussen de verticale lijn door de bracketlas (PP) en het uiteinde van het stuur (AA) mag niet meer dan 75 cm zijn, de andere afmetingen gesteld in art. 1.3.022 (B,C,D) blijven gelijk. Een voorarmsteun of elleboogsteun is toegestaan (zie afbeelding “Structuur1B”).
Voor de tijdrit(ten) op de weg, mogen de bedieningsonderdelen aan het stuur de afstand van 75 cm overschrijden, voor zover dat geen oneigenlijk gebruik inhoudt, dat wil zeggen een verleggen van het steunpunt van de handen
buiten de 75 cm-zone.
Voor de baan- en wegwedstrijd(en), zoals beschreven in de eerste alinea, mag de afstand van 75 cm vergroot worden tot 80 cm indien dat om morfologische redenen noodzakelijk is; onder morfologische redenen dient te
worden verstaan hetgeen de grootte of lengte van de lichaamsdelen van de renner betreft. Een renner, die meent om deze redenen een afstand tussen 75 en 80 cm nodig te hebben, dient het college van commissarissen hierover
in te lichten op het moment van tonen van zijn licentie. In dat geval kan het college van commissarissen de volgende test toepassen: nagaan of de hoek tussen arm en onderarm niet groter is dan 120°, wanneer de renner in beweging is.