Fietstochten van "Le Grimpeur"
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Adieu Ventoux, à la prochaine!
(Vaarwel Ventoux, tot ziens!)
Het zou vandaag, vrijdag 26 september, een prachtige dag worden hier in de Vaucluse. En daar had ik een speciale bestemming voor in gedachten:
Op de P Les Aires was nog plaats genoeg. Ik was er ook de enige fietser die er zijn fietstocht aan het voorbereiden was. Pas veel later, zo hoorde ik achteraf van mijn vrouw, zouden er veel meer auto's met fietsers arriveren.
Vanwege de lage temperaturen zo vroeg in de ochtend, had ik gekozen voor een 'kniebroek' en een shirt met lange mouwen. Voor alle zekerheid had ik bovendien nog een korte broek, een shirt met korte mouwen en armstukken meegenomen. Mocht het in Sault dan al redelijk warm zijn, dan zou ik mij nog snel even kunnen verkleden. Overigens zou het volgens de site van Windfinder om 08:00 op de top slechts 1 graad zijn. Om 11:00 uur werd er een temperatuur van 8 graden verwacht en 's middags om 14:00 zou de temperatuur dan opgelopen moeten zijn tot 12 graden. Geen echt hoge waarden dus. Wel werd er weinig wind verwacht: 2 - 3 m/s. Ik hield het maar bij de gekozen outfit. M'n vrouw, altijd bezorgd , vroeg zelfs of ik niet toch maar twee shirts aan zou doen. Doch dat wordt natuurlijk (heel) snel veel te warm. Na nog wat gegeten en gedronken te hebben, stapte ik om goed half negen op de fiets. De zon begon in Sault net boven de huizen uit te komen.
In de 'afdaling' vanuit Sault was het erg koud, ook al omdat je daar met hoge snelheid (tegen de 55 km/u) over de D164 naar het bruggetje over de Nesque sjeest. Bovendien ligt het begin van de D164 daar nog in de schaduw. Doch na het bruggetje reed ik al in de zon en daar begint de weg meteen ook al een beetje te stijgen. Ik had daardoor al geen last meer van de kou. Tot aan het veel hoger gelegen dennenbos zou ik in de zon blijven rijden . Ik was hier de enige fietser. Pas in het bos zie ik een fietser voor mij rijden. Ik ben snel bij hem. Het is een enigszins gezet mannetje, rugzakje, pedalen met toeclips en zo te zien een 'zwoeger'. Ik draai hier met 34x23 een mooi tempo en ben in het wat koelere bos best tevreden met de gekozen kleding. Daar doemt de volgende fietser op: ik haal een al wat oudere man in. Hij is gekleed in zo'n fel geel windjackje. Dat mensen in zo'n benauwd kledingstuk kunnen klimmen .
Even een paar gelletjes nemen . Bij Le Ventouret is er na de bocht even een iets steilere passage: 34x26. Daarna trap ik afwisselend 34x23 en 34x26, afhankelijk van hoe 'steil' het is. Ik wil absoluut niet forceren, want op (opkomende) kramp tijdens de laatste 6 km zit ik nu niet direct te wachten. Mijn hartslag varieert zo tussen de 133 en 139 bpm. Ik zag trouwens na zo'n 10 km fietsen dat het inmiddels 11,6 graden geworden was. Dus zelfs in het bos begon de temperatuur al wat op te lopen. En ik begon al goed op te schieten. Daar waar je voor de eerste keer met een lus om een soort ravijn rijdt, peuzelde ik snel een banaan, terwijl ik mijn tempo met een iets groter verzet meteen maar wat opvoerde en zat te genieten van de omgeving. Je hebt op deze mooie klim diverse 'doorkijkjes' richting de bergen in het zuidoosten. Prachtig! Ik haal nog een wat oudere dame op een 'stalen ros' in, doch verder zijn er nog maar weinig fietsers. Zo af en toe komt er al eentje naar beneden.
Ik neem nog twee gelletjes en ter hoogte van het grote waterreservoir ga ik naar het buitenblad. Daar blijf ik mee rijden tot ik de bocht bij het Chalet Reynard achter mij laat. Het eerste deel van de klim, dus tot aan het chalet, heb ik in 1:10 afgelegd. Nu moet ik dus nog 6 km en daar doe ik doorgaans iets minder dan 40 minuten over. Dan zou ik over de hele klim minder dan 1:50 gaan doen, een tijd waar ik 'mee kan leven' . Vanaf het chalet fiets ik heerlijk in de zon en is de temperatuur een aangename 'klimtemperatuur'. Al voordat ik op de D974, de weg die vanaf Bédoin omhoog komt, arriveerde, was het ondertussen 12,6 graden geworden.
Op het stukje tussen het chalet en de Fontaine La Grave loopt de schaapskudde aan de overzijde van de weg, netjes achter de vangrail. Een paar schapen lopen wel op de weg, maar aan de overkant en langs de de kant van de weg. De herder staat aan 'mijn' zijde toe te kijken. Zijn drie honden liggen of scharrelen wat om hem heen. Ik groet hem vriendelijk en hoor dat hij z'n radiootje aan heeft staan. 't Lijkt of hij naar de een of andere sportwedstrijd luistert.
Het is heerlijk rustig weer, maar wel erg heiig en er is ook een dikke, bruine, inversielaag te zien. Ook hier zijn nog niet veel fietsers actief. Ik geniet van het kale landschap voor en 'boven' mij en ik kan gelukkig in een voor mijn doen redelijk tempo omhoog fietsen. De fotograaf van griffephotos is er niet, of nog niet. Een racefietser haalt mij in. De knaap, hij is echt veel jonger dan ik, fietst in een tempo dat ik waarschijnlijk niet lang vol zou kunnen houden, dus blijf ik in m'n eigen 'gangetje' omhoog rijden. Maar 't schiet wel op hoor. Ik ben al weer bij de 'plooi' die vooraf gaat aan het gedeelte met het 'Simpson-monument'. De borne geeft aan dat ik 'dus' nog maar 2 km van de top verwijderd ben . Ik begin het nu behoorlijk warm te krijgen met m'n lange mouwen. Het is nog te doen, dat wel, doch je zou hier nu ook best in korte mouwen kunnen fietsen. De 'kniebroek' voldoet nog prima (althans voor mijn 'oude' knieën ). En dan komt die behoorlijk lastige laatste kilometer. Bij het monument zijn deze keer nog geen 'pelgrims' te zien, daar is het kennelijk nog te vroeg voor. Op de Col des Tempêtes zie ik de fotograaf van sport-photo ook niet staan. Je kunt altijd al helemaal aan het begin van het stuk naar de col aan z'n autootje met geopende achterklep zien of hij er is.
Gelukkig heb ik deze keer helemaal geen last van krampjes en dat, terwijl ik eigenlijk maar weinig gedronken heb. Het was nog zo koel, dat ik er gewoon geen behoeft aan had. De klim vanaf de col is altijd even 'doorbijten', maar ik zit niet 'stuk' en ook dit 'laatste loodje' geeft geen problemen. De fotograaf van photoventoux (even 'scrollen' ) is er al wel. Deze keer heb ik geluk en word ik uitgebreid door hem op de plaat gezet. Ja, er zijn ook nog geen andere fietsers om te fotograferen. Omdat er nog weinig verkeer is, kan ik de bocht naar het plateau ruim nemen. Ik was van plan om niet de nauwe passage voor fietsers te nemen, maar gewoon via de brede weg naar de streep te rijden. Doch daar komt natuurlijk weer net een camper naar beneden zetten. Ik zou er wel langs kunnen, maar voor de veiligheid pak ik dan toch maar het 'fietspad'. Eenmaal boven, wip ik even snel tussen de afzettingen door en tik op de streep op de Sigma Rox 10.0 de tijd af: 1:43:48. Een tijd waar ik meer dan tevreden mee ben!
Redelijk vroeg uit Sault vertrokken, dus geklommen in 'aangepaste' kledij voor deze 55e keer:
Ondanks de heiige lucht, was er in het noorden toch genoeg van de Alpen te zien:
De D974 slingert als een 'zilveren lint' langs de helling:
Blik op de Col des Tempêtes (1841 m):
Er zijn (erg) weinig fietsers en trouwens ook erg weinig toeristen op de top. Heerlijk rustig zo. Ik zoek een plekje voor mijn fiets, drink wat en kijk een beetje rond. Naar het oosten en noorden is het uitzicht het mooiste, naar het zuiden en westen is het erg heiig. Er is geen of nauwelijks wind en de temperatuur is meer dan aangenaam (>17 graden volgens mijn computer, doch dat is wellicht wat aan de optimistische kant ):
Een Fransman heeft zijn mooie blauwe Lapierre hybride tegen de auto van z'n ophaler/volger gezet. Er wordt iets uit de auto gehaald en hup, daar gaat de fiets. Hij glijdt weg en valt op 't wegdek. Een (de) Fransman raapt hem dan gewoon op, zet hem iets beter terug tegen de auto en kijkt niet eens of er misschien krassen op gekomen zijn (of erger). 't Gebeurt vlak voor mijn neus en daardoor krijgt de Fransman mijn fiets 'in beeld'. Hij begint ook maar meteen in 't Frans tegen mij te babbelen . Hoeveel tandwielen ik achter heb, wil hij weten en hij begint ze met z'n vingers te tellen. Maar als hij bij het tweede kransje is, heb ik hem al verteld dat 't er elf zijn. 'Elf?', zegt hij verwonderd, 'ik heb er tien en een triple'. 'Ja', zeg ik, 'en ik heb voor ook maar twee bladen' . Dan wil hij de vertanding weten. Of 34x29 voldoende is om de klim mee te doen, vraagt hij. 'Voor mij wel', zeg ik, 'ik ben nog jong' en noem hem mijn leeftijd. Hij is duidelijk een stuk jonger dan ik en zegt 'en dat noemt u jong?'. 'Het was maar een grapje', zeg ik. Ik voer nog een geanimeerd gesprek met hem over mijn beklimmingen. Hij wil weten van welke kanten ik hier zoal omhoog ben gekomen en in welke tijden. Hij is hier voor de eerste keer, is in Bédoin begonnen en hij heeft er 2:07 over gedaan. Ik zeg hem dat dat helemaal geen slechte tijd is! Ja, daarna moet hij er ook nog aan geloven en mij op de foto zetten. Dat doet hij natuurlijk graag. Zelf schiet ik, voordat ik de afdaling inzet, nog een paar plaatsje van het uitzicht. Dat is iedere keer weer hetzelfde, maar toch ook weer niet.
Als ik bij de Col des Tempêtes ben, zie ik dat de fotograaf van sport-photo zich aan het installeren is. Hij ziet mij komen, pakt vliegensvlug z'n camera en weet nog net een drietal foto's van mij te maken. Die routinier kan snel werken! Ik kom 'vast' te zitten achter een camper met Belgisch kenteken. We hebben ongeveer dezelfde snelheid, alleen gaat de camper (uiteraard) veel langzamer door de bochten. Bij iedere bocht probeer ik er, goed op tegenliggers lettend, langs te komen. Het lukt niet. Het lijkt wel of de bestuurder(ster) mij er met opzet niet langs wil laten. Er is niet veel tegemoetkomend gemotoriseerd verkeer. Wel komen er nu hele 'colonnes' fietsers omhoog. Werk aan de winkel voor de fotografen . De fotograaf van griffephotos is inmiddels ook gearriveerd. Gelukkig draait de camper bij Chalet Reynard de parkeerplaats op en heb ik verder vrij baan richting Sault.
Ook op deze klim is het nu druk met fietsers. De meeste rijden in kort-kort, een enkeling zelfs in een mouwloos shirt. De zon schijnt volop en waarschijnlijk is het tijdens het klimmen al behoorlijk warm. Ik daal maar in één run door naar Sault, want ik heb geen verkeer voor mij en om te fotograferen is het eigenlijk net een beetje te heiig. Bovendien zit mijn vrouw daar op mij te wachten en dus wil ik mij aan de afgesproken tijd houden. Zo halverwege de afdaling komt er nog een Duitser met zo'n BMW MPV omhoog. Hij 'moet' om een klimmende fietser heen en laat voor mij maar weinig ruimte over (even wachten tot je er ruim langs kunt komt bij veel automobilisten kennelijk niet in hun hoofd op). Ja 'verkeerstechnisch' heeft stijgend verkeer voorrang boven dalend, doch het was natuurlijk wel zo sympathiek geweest, als hij even gewacht had tot ik er voorbij zou zijn. Maar verder geeft de afdaling geen problemen.
Mijn vrouw heeft zich in Sault ook redelijk weten te vermaken en na de fietstocht genieten we op het terras van La Promenade de Justin, met de Ventoux op de achtergrond, van een overheerlijke Assiette Gourmande:
Het wemelde op dat terras trouwens van de racefietsers, ook nog veel Nederlanders (soms eenvoudig te herkennen aan hun 'Rabo-shirt' ). Toen we terug naar Maubec reden, gaf de thermometer bij de apotheek in Sault 23 graden aan. Wat een verschil met vanmorgen!
Dit tochtje, van 50 km, is hier ook weer te vinden. 't Is mooi geweest, in één seizoen vijf keer 'omhoog'.
(Vaarwel Ventoux, tot ziens!)
Het zou vandaag, vrijdag 26 september, een prachtige dag worden hier in de Vaucluse. En daar had ik een speciale bestemming voor in gedachten:
Het leek mij dan ook wel leuk om, alvorens uit de Provence te vertrekken, 'de 55' nog vol te maken . Om niet de gehele dag 'van huis' te zijn (Maubec - Sault - Mont Ventoux v.v. is circa 142 km) en om mijn vrouw ook nog een beetje een 'dagje uit' te gunnen, zouden we met de auto naar Sault rijden. Toen we om 07:10 vanuit ons tijdelijke onderkomen hier vertrokken, begon het net een beetje licht te worden. Met het licht van de langzaam opkomende zon was alleen al de autorit de moeite waard. Schitterend was het enigszins nevelige landschap van het Pays de Gordes. Helemaal fantastisch werd het toen we St-Jean-de-Sault naderden en de Mont Ventoux daar in het ochtendgloren zagen liggen. Een uurtje na ons vertrek waren we in Sault (765 m). Bij het binnenrijden van het stadje gaf de digitale thermometer van de plaatselijke pharmacie 6 graden aan, 'frisjes' dus .Le Grimpeur schreef:Dat ik zo vaak de Mont Ventoux op ga, komt alleen maar omdat ik graag zware beklimmingen doe en niet omdat het de Mont Ventoux is...
...En als je er, zoals ik, al zo vaak omhoog bent geweest, gaan de 'getalletjes' ook een beetje een rol spelen. Ja, zo zit een mens, of zo zitten sommige mensen, nu eenmaal in elkaar .
Op de P Les Aires was nog plaats genoeg. Ik was er ook de enige fietser die er zijn fietstocht aan het voorbereiden was. Pas veel later, zo hoorde ik achteraf van mijn vrouw, zouden er veel meer auto's met fietsers arriveren.
Vanwege de lage temperaturen zo vroeg in de ochtend, had ik gekozen voor een 'kniebroek' en een shirt met lange mouwen. Voor alle zekerheid had ik bovendien nog een korte broek, een shirt met korte mouwen en armstukken meegenomen. Mocht het in Sault dan al redelijk warm zijn, dan zou ik mij nog snel even kunnen verkleden. Overigens zou het volgens de site van Windfinder om 08:00 op de top slechts 1 graad zijn. Om 11:00 uur werd er een temperatuur van 8 graden verwacht en 's middags om 14:00 zou de temperatuur dan opgelopen moeten zijn tot 12 graden. Geen echt hoge waarden dus. Wel werd er weinig wind verwacht: 2 - 3 m/s. Ik hield het maar bij de gekozen outfit. M'n vrouw, altijd bezorgd , vroeg zelfs of ik niet toch maar twee shirts aan zou doen. Doch dat wordt natuurlijk (heel) snel veel te warm. Na nog wat gegeten en gedronken te hebben, stapte ik om goed half negen op de fiets. De zon begon in Sault net boven de huizen uit te komen.
In de 'afdaling' vanuit Sault was het erg koud, ook al omdat je daar met hoge snelheid (tegen de 55 km/u) over de D164 naar het bruggetje over de Nesque sjeest. Bovendien ligt het begin van de D164 daar nog in de schaduw. Doch na het bruggetje reed ik al in de zon en daar begint de weg meteen ook al een beetje te stijgen. Ik had daardoor al geen last meer van de kou. Tot aan het veel hoger gelegen dennenbos zou ik in de zon blijven rijden . Ik was hier de enige fietser. Pas in het bos zie ik een fietser voor mij rijden. Ik ben snel bij hem. Het is een enigszins gezet mannetje, rugzakje, pedalen met toeclips en zo te zien een 'zwoeger'. Ik draai hier met 34x23 een mooi tempo en ben in het wat koelere bos best tevreden met de gekozen kleding. Daar doemt de volgende fietser op: ik haal een al wat oudere man in. Hij is gekleed in zo'n fel geel windjackje. Dat mensen in zo'n benauwd kledingstuk kunnen klimmen .
Even een paar gelletjes nemen . Bij Le Ventouret is er na de bocht even een iets steilere passage: 34x26. Daarna trap ik afwisselend 34x23 en 34x26, afhankelijk van hoe 'steil' het is. Ik wil absoluut niet forceren, want op (opkomende) kramp tijdens de laatste 6 km zit ik nu niet direct te wachten. Mijn hartslag varieert zo tussen de 133 en 139 bpm. Ik zag trouwens na zo'n 10 km fietsen dat het inmiddels 11,6 graden geworden was. Dus zelfs in het bos begon de temperatuur al wat op te lopen. En ik begon al goed op te schieten. Daar waar je voor de eerste keer met een lus om een soort ravijn rijdt, peuzelde ik snel een banaan, terwijl ik mijn tempo met een iets groter verzet meteen maar wat opvoerde en zat te genieten van de omgeving. Je hebt op deze mooie klim diverse 'doorkijkjes' richting de bergen in het zuidoosten. Prachtig! Ik haal nog een wat oudere dame op een 'stalen ros' in, doch verder zijn er nog maar weinig fietsers. Zo af en toe komt er al eentje naar beneden.
Ik neem nog twee gelletjes en ter hoogte van het grote waterreservoir ga ik naar het buitenblad. Daar blijf ik mee rijden tot ik de bocht bij het Chalet Reynard achter mij laat. Het eerste deel van de klim, dus tot aan het chalet, heb ik in 1:10 afgelegd. Nu moet ik dus nog 6 km en daar doe ik doorgaans iets minder dan 40 minuten over. Dan zou ik over de hele klim minder dan 1:50 gaan doen, een tijd waar ik 'mee kan leven' . Vanaf het chalet fiets ik heerlijk in de zon en is de temperatuur een aangename 'klimtemperatuur'. Al voordat ik op de D974, de weg die vanaf Bédoin omhoog komt, arriveerde, was het ondertussen 12,6 graden geworden.
Op het stukje tussen het chalet en de Fontaine La Grave loopt de schaapskudde aan de overzijde van de weg, netjes achter de vangrail. Een paar schapen lopen wel op de weg, maar aan de overkant en langs de de kant van de weg. De herder staat aan 'mijn' zijde toe te kijken. Zijn drie honden liggen of scharrelen wat om hem heen. Ik groet hem vriendelijk en hoor dat hij z'n radiootje aan heeft staan. 't Lijkt of hij naar de een of andere sportwedstrijd luistert.
Het is heerlijk rustig weer, maar wel erg heiig en er is ook een dikke, bruine, inversielaag te zien. Ook hier zijn nog niet veel fietsers actief. Ik geniet van het kale landschap voor en 'boven' mij en ik kan gelukkig in een voor mijn doen redelijk tempo omhoog fietsen. De fotograaf van griffephotos is er niet, of nog niet. Een racefietser haalt mij in. De knaap, hij is echt veel jonger dan ik, fietst in een tempo dat ik waarschijnlijk niet lang vol zou kunnen houden, dus blijf ik in m'n eigen 'gangetje' omhoog rijden. Maar 't schiet wel op hoor. Ik ben al weer bij de 'plooi' die vooraf gaat aan het gedeelte met het 'Simpson-monument'. De borne geeft aan dat ik 'dus' nog maar 2 km van de top verwijderd ben . Ik begin het nu behoorlijk warm te krijgen met m'n lange mouwen. Het is nog te doen, dat wel, doch je zou hier nu ook best in korte mouwen kunnen fietsen. De 'kniebroek' voldoet nog prima (althans voor mijn 'oude' knieën ). En dan komt die behoorlijk lastige laatste kilometer. Bij het monument zijn deze keer nog geen 'pelgrims' te zien, daar is het kennelijk nog te vroeg voor. Op de Col des Tempêtes zie ik de fotograaf van sport-photo ook niet staan. Je kunt altijd al helemaal aan het begin van het stuk naar de col aan z'n autootje met geopende achterklep zien of hij er is.
Gelukkig heb ik deze keer helemaal geen last van krampjes en dat, terwijl ik eigenlijk maar weinig gedronken heb. Het was nog zo koel, dat ik er gewoon geen behoeft aan had. De klim vanaf de col is altijd even 'doorbijten', maar ik zit niet 'stuk' en ook dit 'laatste loodje' geeft geen problemen. De fotograaf van photoventoux (even 'scrollen' ) is er al wel. Deze keer heb ik geluk en word ik uitgebreid door hem op de plaat gezet. Ja, er zijn ook nog geen andere fietsers om te fotograferen. Omdat er nog weinig verkeer is, kan ik de bocht naar het plateau ruim nemen. Ik was van plan om niet de nauwe passage voor fietsers te nemen, maar gewoon via de brede weg naar de streep te rijden. Doch daar komt natuurlijk weer net een camper naar beneden zetten. Ik zou er wel langs kunnen, maar voor de veiligheid pak ik dan toch maar het 'fietspad'. Eenmaal boven, wip ik even snel tussen de afzettingen door en tik op de streep op de Sigma Rox 10.0 de tijd af: 1:43:48. Een tijd waar ik meer dan tevreden mee ben!
Redelijk vroeg uit Sault vertrokken, dus geklommen in 'aangepaste' kledij voor deze 55e keer:
Ondanks de heiige lucht, was er in het noorden toch genoeg van de Alpen te zien:
De D974 slingert als een 'zilveren lint' langs de helling:
Blik op de Col des Tempêtes (1841 m):
Er zijn (erg) weinig fietsers en trouwens ook erg weinig toeristen op de top. Heerlijk rustig zo. Ik zoek een plekje voor mijn fiets, drink wat en kijk een beetje rond. Naar het oosten en noorden is het uitzicht het mooiste, naar het zuiden en westen is het erg heiig. Er is geen of nauwelijks wind en de temperatuur is meer dan aangenaam (>17 graden volgens mijn computer, doch dat is wellicht wat aan de optimistische kant ):
klimmer schreef:Met korte mouwen en broek wordt bibberen. 19-24 graden voorspeld minus 12 = 8-12 graden op de top. Met een lange broek verlies je minder warmte=energie.
Ja, het is toch altijd weer lastig om vanaf een afstand (lees 'vanaf je standplaats') te beoordelen hoe het op de top aan zal voelen .Le Grimpeur schreef:...Mijn ervaring is, dat ook al lijken de temperaturen op de top laag, als er zon en weinig wind is, voelt het daar toch behaaglijk aan...
Een Fransman heeft zijn mooie blauwe Lapierre hybride tegen de auto van z'n ophaler/volger gezet. Er wordt iets uit de auto gehaald en hup, daar gaat de fiets. Hij glijdt weg en valt op 't wegdek. Een (de) Fransman raapt hem dan gewoon op, zet hem iets beter terug tegen de auto en kijkt niet eens of er misschien krassen op gekomen zijn (of erger). 't Gebeurt vlak voor mijn neus en daardoor krijgt de Fransman mijn fiets 'in beeld'. Hij begint ook maar meteen in 't Frans tegen mij te babbelen . Hoeveel tandwielen ik achter heb, wil hij weten en hij begint ze met z'n vingers te tellen. Maar als hij bij het tweede kransje is, heb ik hem al verteld dat 't er elf zijn. 'Elf?', zegt hij verwonderd, 'ik heb er tien en een triple'. 'Ja', zeg ik, 'en ik heb voor ook maar twee bladen' . Dan wil hij de vertanding weten. Of 34x29 voldoende is om de klim mee te doen, vraagt hij. 'Voor mij wel', zeg ik, 'ik ben nog jong' en noem hem mijn leeftijd. Hij is duidelijk een stuk jonger dan ik en zegt 'en dat noemt u jong?'. 'Het was maar een grapje', zeg ik. Ik voer nog een geanimeerd gesprek met hem over mijn beklimmingen. Hij wil weten van welke kanten ik hier zoal omhoog ben gekomen en in welke tijden. Hij is hier voor de eerste keer, is in Bédoin begonnen en hij heeft er 2:07 over gedaan. Ik zeg hem dat dat helemaal geen slechte tijd is! Ja, daarna moet hij er ook nog aan geloven en mij op de foto zetten. Dat doet hij natuurlijk graag. Zelf schiet ik, voordat ik de afdaling inzet, nog een paar plaatsje van het uitzicht. Dat is iedere keer weer hetzelfde, maar toch ook weer niet.
Als ik bij de Col des Tempêtes ben, zie ik dat de fotograaf van sport-photo zich aan het installeren is. Hij ziet mij komen, pakt vliegensvlug z'n camera en weet nog net een drietal foto's van mij te maken. Die routinier kan snel werken! Ik kom 'vast' te zitten achter een camper met Belgisch kenteken. We hebben ongeveer dezelfde snelheid, alleen gaat de camper (uiteraard) veel langzamer door de bochten. Bij iedere bocht probeer ik er, goed op tegenliggers lettend, langs te komen. Het lukt niet. Het lijkt wel of de bestuurder(ster) mij er met opzet niet langs wil laten. Er is niet veel tegemoetkomend gemotoriseerd verkeer. Wel komen er nu hele 'colonnes' fietsers omhoog. Werk aan de winkel voor de fotografen . De fotograaf van griffephotos is inmiddels ook gearriveerd. Gelukkig draait de camper bij Chalet Reynard de parkeerplaats op en heb ik verder vrij baan richting Sault.
Ook op deze klim is het nu druk met fietsers. De meeste rijden in kort-kort, een enkeling zelfs in een mouwloos shirt. De zon schijnt volop en waarschijnlijk is het tijdens het klimmen al behoorlijk warm. Ik daal maar in één run door naar Sault, want ik heb geen verkeer voor mij en om te fotograferen is het eigenlijk net een beetje te heiig. Bovendien zit mijn vrouw daar op mij te wachten en dus wil ik mij aan de afgesproken tijd houden. Zo halverwege de afdaling komt er nog een Duitser met zo'n BMW MPV omhoog. Hij 'moet' om een klimmende fietser heen en laat voor mij maar weinig ruimte over (even wachten tot je er ruim langs kunt komt bij veel automobilisten kennelijk niet in hun hoofd op). Ja 'verkeerstechnisch' heeft stijgend verkeer voorrang boven dalend, doch het was natuurlijk wel zo sympathiek geweest, als hij even gewacht had tot ik er voorbij zou zijn. Maar verder geeft de afdaling geen problemen.
Mijn vrouw heeft zich in Sault ook redelijk weten te vermaken en na de fietstocht genieten we op het terras van La Promenade de Justin, met de Ventoux op de achtergrond, van een overheerlijke Assiette Gourmande:
Het wemelde op dat terras trouwens van de racefietsers, ook nog veel Nederlanders (soms eenvoudig te herkennen aan hun 'Rabo-shirt' ). Toen we terug naar Maubec reden, gaf de thermometer bij de apotheek in Sault 23 graden aan. Wat een verschil met vanmorgen!
Dit tochtje, van 50 km, is hier ook weer te vinden. 't Is mooi geweest, in één seizoen vijf keer 'omhoog'.
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 27 sep 2014 20:05, 1 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Daarom ben ik deze keer ook incognito gegaan !
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Toch niet gevallen, hoop ik!?pinarello schreef:Niet ongevaarlijk die schapen heb ik vorige week gemerkt in de afdaling.
60 x Ventoux
Hé, zo'n zelfde hapje heb ik daar een week geleden ook gegeten!Le Grimpeur schreef:Adieu Ventoux
.......na de fietstocht genieten we op het terras van La Promenade de Justin, met de Ventoux op de achtergrond, van een overheerlijke Assiette Gourmande:
Mooi verhaal weer!
Lekker verslag weer. Ik heb ook altijd ruzie met de chauffeurs in de afdaling. Meestal Belgische dames die totaal niet kunnen sturen en ook totaal niet in hun spiegels kijken. Ontzettend irritant.
Zo'n Gourmande is inderdaad een aanrader alhoewel ik op dat bewuste terras meestal voor de steak haché frites val (met die typische Franse, wat zure mayonaise van Amora...)
Zo'n Gourmande is inderdaad een aanrader alhoewel ik op dat bewuste terras meestal voor de steak haché frites val (met die typische Franse, wat zure mayonaise van Amora...)
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Rond de Petit Luberon en via Parrotier naar het Plateau de Vaucluse
(Fietstocht van zondag 28 september 2014)
Volgens de vooruitzichten van Météo France worden maandag en vooral dinsdag a.s. hier nogal wisselvallige dagen. Daarom heb ik voor deze zondag nog even 'snel' een tripje gepland. Bovendien zou het vandaag erg fraai weer worden met heel veel zon, niet al te veel wind en met aangename temperaturen. De te rijden route ken ik uit mijn hoofd, maar ik heb 'm toch ook nog even in mijn Sigma Rox 10.0 gezet, om te kijken of daar nog 'vreemde' zaken uit zouden komen. Op het rare stukje eenrichtingsverkeer in de D4 richting Murs na, is mij echter verder niets opgevallen. Voor het eerste gedeelte van mijn fietstocht had ik bovendien nog een ander 'hulpje', namelijk de bewegwijzering van de fietsroute Le Luberon en vélo. In voorgaande jaren heb ik over deze fietsroute, die van Cavaillon via Forcalquier rondom de Luberon loopt, al meer dan eens geschreven. Ja, als je in deze omgeving wilt fietsen, heb je de keuze uit diverse routes. Zo is er ten noorden van Apt ook een fietsroute langs de ocres en kun je, als je niet van klimmen houdt, natuurlijk de Véloroute du Calavon volgen. Je geniet dan toch van de mooie omgeving, hebt een prima fietspad tot je beschikking en geen last van gemotoriseerd verkeer.
Mijn route rond de berg begon 'tegen de wijzers van de klok in' : Robion, Les Taillades en daarna richting Vidauque en Cheval Blanc. Het was nog aardig fris toen ik om goed half negen in kort-kort vertrok en ik vroeg mij dan ook al snel af, of ik toch niet beter armstukken aan had kunnen doen. Net voor Cheval Blanc passeer ik tweemaal het Canal de Carpentras en kom zo op de Chemin de Valloncourt, die al snel overgaat in de Chemin Saint-François. Deze smalle weg loopt, door een mooie omgeving, langs de voet van de Luberon. Je fietst er midden in de natuur. Er zijn zo links en rechts een paar parkeerplaatsen, waar de 'joggers' en wandelaars dan hun auto's kwijt kunnen. Zo redelijk vroeg op zondagmorgen zie je hier eigenlijk alleen maar 'joggers'. Het is een weggetje met een tweetal stevige 'pukkeltjes', waarvoor ik even uit het zadel moet komen. Via de Chemin de Saint-Ferréol en een vreemd 'doorsteekje' kom ik bij de drukke D973 uit. De fietsroute gaat aan de overzijde van deze weg verder.
Daar fiets ik door een heel andere omgeving. Links houd ik wel voortdurend zicht op de Luberon, doch rechts zijn er veel boomgaarden. De fietsroute ligt hier tussen de D973, waarvan ik het drukke verkeer duidelijk kan horen en een spoorlijn. Ook fiets ik hier een stuk langs het Canal Saint-Julien, een aftakking van het Canal de Carpentras. Dan moet ik de spoorlijn over en verlaat ik ook het kanaal. Overal staan de bordjes die aangeven hoe je je route moet vervolgen. Je bent in Frankrijk, dus moet je wel goed op blijven letten, want soms staan de bordjes een beetje verdekt opgesteld , doch meestal zie je ze van tevoren al duidelijk staan.
De bordjes van de fietsroute Le Luberon en vélo vertellen je duidelijk waar je heen moet:
Ik heb nu een lange rechte weg voor mij, met zo af en toe rechts van de weg een paar grote opslagloodsen van de fruittelers. Wat een beetje tegenvalt is de oostenwind, die ik hier precies tegen heb en toch wat sterker is dan ik verwachtte. Even 'in de beugel' en doortrappen dan maar. Het is hier, aan de zuidzijde van de Luberon, wel wat warmer en aan armstukken heb ik hier dan ook geen behoefte meer. De tweede helft van dit deel van de route fiets ik in de beschutting en heb ik geen last meer van de wind, maar is er ook niets anders te zien dan het groen waar ik tussen en onder rijd. Waar ik gelukkig ook geen last van heb, is van het autoverkeer. Een enkele keer kom je hier een auto tegen, dat is alles. Ik ben al snel bij de redelijk drukke D32, de weg die van Mérindol over de Durance de Bouches du Rhône in gaat. Maar ik ga aan de overzijde van de weg nog een stukje binnendoor en klim dan over een helling van 5 à 6 procent naar het hooggelegen Mérindol. De fietsroute loopt dwars door het dorpje en brengt je via een hooggelegen weggetje (de Chemin des Huguenots), langs fraai gelegen huizen en vrij van druk verkeer, naar Les Borrys.
De kwaliteit van dit weggetje is 'Frans', d.w.z. hobbelig en er ligt ook wel wat gruis. Het gaat een beetje 'op-en-af' en een hoog gemiddelde maak je hier dan ook niet. Nee, als je wilt 'racen' moet je de D973 nemen. Dan fiets je wel over een fietsstrook, maar raast het verkeer voortdurend (vlak) langs je. 't Is maar waar je voor kiest . Als ik de laatste huizen achter mij heb gelaten, verandert de kwaliteit van de weg en wordt het categorie 'RF' (route forestière): slecht wegdek met gaten in het asfalt en veel meer gesteente op de weg. Gelukkig is dit na twee- à driehonderd meter al weer voorbij en kom ik in Les Borrys op de D173, een normale weg. Omdat je er relatief 'hoog' rijdt, heb je op die Chemin des Huguenots zo af en toe wel mooie doorkijkjes op de bergen en dorpjes aan de overzijde van de Durance.
De D173 van Les Borrys naar Lauris is een voor fietsers erg aantrekkelijke weg. Je fietst hier door een eerst bosachtige en later meer open omgeving over een sterk geaccidenteerd parcours. Er zitten in deze weg een paar hellingen van gemiddeld zo'n 7 procent met uitschieters van 9 en 11 procent. Als het klimmen achter de rug is, zie ik Lauris al op de rand van de hoge rots liggen en dus moet ik opnieuw een beetje gaan klimmen. Met 6 en 7 procent klimt de weg het stadje in. Het is er druk en net voordat ik helemaal 'boven' ben, moet er voor mij een auto linksaf naar een parkeerplaats. Er is ook veel tegemoetkomend verkeer, dus stokt de boel. Ik houd wat in, in de hoop dat een tegenligger de auto gelegenheid zal geven af te slaan. Helaas, helaas, dat gebeurt niet en dus moet ik uit m'n linker pedaal . Dat betekent daarna op de helling opnieuw inklikken, iets wat met de hevig slingerende Look Kéo 2 Max pedalen vaak lastig is.
Na Lauris kom ik op de D27 naar Lourmarin. Hier rijd ik in de volle zon en heb ik een mooi zicht op de Luberon en omgeving. Ter hoogte van Puyvert stop ik even voor een foto en om het landschap op mij in te laten werken. Heerlijk, eind september nog in zulk fraai weer en zo'n mooie streek te kunnen fietsen .
Langs de D27 bij Puyvert, tussen Lauris en Lourmarin:
In Lourmarin sla ik meteen linksaf, richting het château, maar niet voordat ik het stadje zelf nog even op de SDHC-card heb 'geschoten'. Een koppel Aziatische toeristen doet dat ook en laat gemakshalve hun auto gewoon letterlijk midden op de rijstrook staan. Ze komen wel uit de auto om foto's te maken, maar zoeken dus niet even een plekje om te parkeren. Wat bezielt sommige mensen toch ?
Lourmarin:
Mijn fietsroute loopt direct langs het kasteel. Er lopen wel wat toeristen bij het Château de Lourmarin, doch het is er gelukkig niet hinderlijk druk. Ik kan het bouwwerk dan ook rustig eens vanuit een ander standpunt fotograferen.
Het Château de Lourmarin:
In Lourmarin zijn op de diverse terrasjes waar ik langs fiets de tafeltjes al gedekt voor de zondagse 'lunch'. Het is dan ook heerlijk weer om nog gezellig op een terrasje te zitten en te genieten van wat de chef voor je in gedachten had . Ik zie dat er ook nog een markt is, iets wat altijd goed is voor extra 'volk'. En zo kom ik op de D943, de weg die naar Bonnieux en Apt gaat. Deze weg duikt vlak na Lourmarin de kloof van de Combe de Lourmarin in, waar ook het riviertje de Aigue Brun haar weg gevonden heeft.
De D943 aan het begin van de Combe de Lourmarin:
In de kloof fiets ik, op het buitenblad, over bochtig vals plat richting de klim naar de colletjes bij Bonnieux en Le Pointu. Het is druk op deze weg, want het is zondag en dan trekken de Fransen er graag op uit: naar allerlei belles brocantes (rommelmarkten), gewone- of kunstmarktjes, om te gaan wandelen of gewoon voor familiebezoek of om ergens lekker te gaan eten. Aan de kentekens te zien, rijden er ook nog veel toeristen van 'elders' uit Frankrijk. Ondanks de drukte, vind ik het toch steeds weer leuk om hier in de kloof te fietsen. Bij het verkeersbord 'wegversmalling' schakel ik naar het binnenblad en neem, tezamen met een hele sliert auto's, de 'lusjes' omhoog richting de afslag naar Bonnieux. Die afslag ligt op een helling, daarom moet je zien daar in één ruk door te kunnen fietsen. De auto achter mij rijdt gelukkig rustig, dus ga ik er voor fietsen en geef duidelijk aan dat ik linksaf zal gaan. En nu alleen nog een beetje geluk hebben met de tegenliggers, anders moet je alsnog stoppen. Er zijn even geen tegenliggers en tegelijk met een motorrijder en zo'n '8-persoons Peugeot bus' draai ik de D36 op. De 'bus' gaat meteen naar rechts, een wat lager dan het wegdek gelegen grindweggetje op. Een wat onverwachte manoeuvre. De motorrijder ziet het gelukkig bijtijds en rijdt om de auto heen. Ik kan zo ook doorrijden en klim over de goed lopende helling (5 - 6 procent) naar Bonnieux.
In Bonnieux zou je zo aan willen schuiven, want het ruikt er bij het terras waar ik langs kom verleidelijk. Maar ik moet door. Aan deze kant van de Luberon kijk ik uit over het Pays d'Apt, de Monts de Vaucluse en de Mont Ventoux. Ook niet verkeerd . Voor de afdaling heb ik gekozen voor de rustige en niet erg steile D3. Zo heb ik ook nog de gelegenheid om een beetje rond te kijken en nog wat te genieten, want binnenkort zal het er hier ook voor ons op zitten . Een paar kilometer voor Apt liggen, als je van 'boven' komt links van de weg, twee gerenommeerde AOP Luberon wijndomeinen: Château de l'Isolette en pal daarnaast Château de Mille.
Twee bekende wijndomeinen op de hellingen tussen Bonnieux en Apt:
(Château de l'Isolette)
(Château de Mille)
Ik blijf niet op de D3 tot in Apt, maar 'wip' naar de rotonde in de D943 en kom zo, na nog een stukje dalen, op een rotonde in de D900 uit. Daar ben ik linksaf gegaan en op de volgende rotonde richting Le Chêne. Net voor Le Chêne heb ik de D201 genomen en zo kwam ik op de D4 naar Murs. Over dit eerste stuk van de D4 schreef ik laatst al dat dit een oninteressant stuk weg is. Daar blijf ik ook nu nog bij . Maar ik 'moest' er wel over om bij een wèl erg interessant stuk van mijn route te kunnen komen. Op de kruising van de D4 met de D60 ben ik rechtsaf richting Lioux gegaan en meteen na het bruggetje over een zijtak van de Ruisseau de Lioux, kun je dan linksaf de binnenlanden in. Er staat daar een bordje Parrotier, dáár moet je dus linksaf, wil je een bijzonder mooi en volgens mij weinig bekend hoekje aandoen op je fietstochten hier.
Met 34x23 begin ik aan de klim, die mij via twee haarspeldbochten naar Parrotier (een buitenwijkje van Lioux) brengt. Na Parrotier volgt er een korte afdaling en zie je de weg verder omhoog al liggen. Eerst is het nog helemaal niet steil en loopt de weg zelfs ook nog een keer weer een beetje af. Maar dan begint het! Het wordt al snel steil (9%) en dat blijft zo. Ik fiets, of beter gezegd zwoeg, hier door een erg open garrigue-landschap met lage bomen en struikgewas. De tijm groeit hier weelderig. De bochtige weg kent gelukkig een prima wegdek, waar zo hier en daar slechts een beetje gruis in de bochten ligt. Het wordt als maar steiler, 11% geeft het display van mijn computer aan en dat blijft zo. Telkens als je denkt dat dat het was, zie je na al weer een bocht dat de weg steil omhoog blijft lopen. Het is ook nog eens warm, of heet, dat kan ook. Het is hier, in strikt willekeurige volgorde, prachtig, steil, heet en stil. Een prima fietsomgeving dus .
Eindelijk vlakt de klim wat af tot 9 à 8 procent. Hè, hè, even bijkomen! Daarna lijkt het voorbij te zijn en is het op een gegeven moment nog maar 3%. Maar..., op het einde, vlak voor Bézaure, wordt het opnieuw weer steil en krijg ik nog een keer een passage van 11% voor de kiezen!
Het weggetje van Parrotier naar Château Bezaure heeft een prima wegdek:
Als er rechts in het woeste landschap een door een paar boomgaarden omgeven ruïne opduikt, weet je dat jer er bijna bent . Het is nu ook niet meer zo steil en op het hoogste punt sta je dan oog in oog met Château Bézaure. Het ziet er uit als een soort 'kasteelboerderij'.
De omgeving van Bézaure:
Château Bézaure:
Vanaf Bezaure richting Murs ligt er in de afdaling nog een vrij nieuw wegdek, maar dat gaat al snel over in een ruw, hobbelig stuk weg. Het landschap verandert en heeft het karakter van dat wat je ook aantreft ten NW van St-Saturnin-les-Apt: ravijnen in een rotsachtige omgeving. Ik duik naar het laagste deel van een klein ravijn en klim dan weer rustig terug. Dat herhaalt zich bijna meteen, maar dan in overtreffende trap. De afdaling gaat met -9% en gezien de aard van het wegdek moet ik dan toch veel bijremmen, anders verlies ik denk ik snel de controle over de fiets. Ook nu klim ik weer over een veel minder steile helling terug het ravijn uit. Het is een schitterende omgeving. Dan volgt er nog een makkelijk stukje en daarna kom ik op de kruising met de D15, de weg die van Murs naar de Col de la Ligne loopt. Op die kruising had ik rechtdoor willen gaan naar de D4, dan naar Murs en vlak voor Murs naar Gordes. Doch het verbindingsweggetje (D15a) was net voorzien van verse gravillons . Daarom ben ik maar linksaf via de D15 naar Murs gereden en door het dorpje verder over deze weg richting Gordes.
Bijna halverwege Gordes heb ik de D244 naar de Col des Trois Termes (574 m) gepakt en ben over de steile D177 naar de Abbaye de Sénanque het dal van de Sénancole in gedoken. Bij de abdij kun je dus, ik schreef er onlangs nog over, via de parkeerplaats je weg vervolgen en klimmen naar de Côte de Sénancole. Maar omdat volgens mij die grote parkeerplaats onverhard is en mijn banden vandaag al genoeg te lijden hebben gehad, heb ik wat 'gesmokkeld'. Ik ben 'stiekem' gewoon doorgereden en heb een paar honderd meter, meer is het niet, het stukje éénrichtingsverkeer van de D177 gepakt. Ik kwam er twee auto's tegen, waarvan de bestuurders gelukkig niet naar hun voorhoofd wezen of erger... . Daarna ben ik over het smalle weggetje 'volledig legaal' naar de côte op 460 m geklommen. En daarmee zat het klimmen er voor mij voor vandaag al weer op.
Toen ik bij Gordes weer op de D15 kwam en ik het dorpje net gefotografeerd had, stopte er een Franse auto. Raampje open en ja hoor, de weg werd gevraagd. Hoe weten de mensen toch altijd dat ik 'overal' de weg weet? Ze wilden naar Rousillon. In mijn beste Frans heb ik ze keurig uitgelegd dat ze door moesten rijden tot aan de kleine rotonde, naar links etc. etc. Zelfs het wegnummer wist ik te noemen. Alles nog een keer herhaald. Het was ze duidelijk en ze waren zo te zien blij dat ze dus op de goed weg waren. Nu kun je prima horen dat ik geen Fransman ben en de constructie van mijn zinnen klopt ook niet altijd, maar ik stond geen 'abacadabra' uit te kramen. Gewoonlijk zegt een Fransman dan tegen je bonne balade (goede (fiets)tocht), ook wel bonne route (goede 'reis') of gewoon even bon après-midi (goede middag verder). Maar nee hoor, je hebt ze netjes in 't Frans te woord gestaan, maar omdat je 'dus' een niet vloeiend Frans sprekende buitenlander bent, gaat men opeens over op 'kindertaal'. Hij wees op mijn fiets en zei bon vélo, waarna hij met beide handen de bekende trapbeweging maakte. Ja, zo kun je dus ook aangeven dat je iemand verder nog een goede fietstocht wenst .
Gordes, maar weer eens vanuit een andere hoek gefotografeerd :
Het eerste stuk van de afdaling naar Les Imberts liep dus weer eens niet. Een landgenoot in een MPV van het bekende Duitse 'merk met de ster' stopte eerst gewoon midden op de rijbaan om van het zicht op Gordes te genieten en reed vervolgens nog een poos twijfelend door, wel afslaan, niet afslaan? Pas toen er niets bijzonders meer te zien was, gaf hij wat gas en kon ik ook beter doorrijden. Op het steile gedeelte van de afdaling had ik gelukkig 'vrij baan'. Via Les Imberts en Petit-Coustellet ben ik terug naar Maubec gereden. Bij het viaductje in de Véloroute du Calavon, zag ik dat de verlenging nu helemaal gereed is: geen dranghekken meer, wel overal keurige bordjes en wegwijzertjes. Iets voor een volgende keer? Deze rit, 106 km lang, is natuurlijk ook weer op Strava te vinden.
(Fietstocht van zondag 28 september 2014)
Volgens de vooruitzichten van Météo France worden maandag en vooral dinsdag a.s. hier nogal wisselvallige dagen. Daarom heb ik voor deze zondag nog even 'snel' een tripje gepland. Bovendien zou het vandaag erg fraai weer worden met heel veel zon, niet al te veel wind en met aangename temperaturen. De te rijden route ken ik uit mijn hoofd, maar ik heb 'm toch ook nog even in mijn Sigma Rox 10.0 gezet, om te kijken of daar nog 'vreemde' zaken uit zouden komen. Op het rare stukje eenrichtingsverkeer in de D4 richting Murs na, is mij echter verder niets opgevallen. Voor het eerste gedeelte van mijn fietstocht had ik bovendien nog een ander 'hulpje', namelijk de bewegwijzering van de fietsroute Le Luberon en vélo. In voorgaande jaren heb ik over deze fietsroute, die van Cavaillon via Forcalquier rondom de Luberon loopt, al meer dan eens geschreven. Ja, als je in deze omgeving wilt fietsen, heb je de keuze uit diverse routes. Zo is er ten noorden van Apt ook een fietsroute langs de ocres en kun je, als je niet van klimmen houdt, natuurlijk de Véloroute du Calavon volgen. Je geniet dan toch van de mooie omgeving, hebt een prima fietspad tot je beschikking en geen last van gemotoriseerd verkeer.
Mijn route rond de berg begon 'tegen de wijzers van de klok in' : Robion, Les Taillades en daarna richting Vidauque en Cheval Blanc. Het was nog aardig fris toen ik om goed half negen in kort-kort vertrok en ik vroeg mij dan ook al snel af, of ik toch niet beter armstukken aan had kunnen doen. Net voor Cheval Blanc passeer ik tweemaal het Canal de Carpentras en kom zo op de Chemin de Valloncourt, die al snel overgaat in de Chemin Saint-François. Deze smalle weg loopt, door een mooie omgeving, langs de voet van de Luberon. Je fietst er midden in de natuur. Er zijn zo links en rechts een paar parkeerplaatsen, waar de 'joggers' en wandelaars dan hun auto's kwijt kunnen. Zo redelijk vroeg op zondagmorgen zie je hier eigenlijk alleen maar 'joggers'. Het is een weggetje met een tweetal stevige 'pukkeltjes', waarvoor ik even uit het zadel moet komen. Via de Chemin de Saint-Ferréol en een vreemd 'doorsteekje' kom ik bij de drukke D973 uit. De fietsroute gaat aan de overzijde van deze weg verder.
Daar fiets ik door een heel andere omgeving. Links houd ik wel voortdurend zicht op de Luberon, doch rechts zijn er veel boomgaarden. De fietsroute ligt hier tussen de D973, waarvan ik het drukke verkeer duidelijk kan horen en een spoorlijn. Ook fiets ik hier een stuk langs het Canal Saint-Julien, een aftakking van het Canal de Carpentras. Dan moet ik de spoorlijn over en verlaat ik ook het kanaal. Overal staan de bordjes die aangeven hoe je je route moet vervolgen. Je bent in Frankrijk, dus moet je wel goed op blijven letten, want soms staan de bordjes een beetje verdekt opgesteld , doch meestal zie je ze van tevoren al duidelijk staan.
De bordjes van de fietsroute Le Luberon en vélo vertellen je duidelijk waar je heen moet:
Ik heb nu een lange rechte weg voor mij, met zo af en toe rechts van de weg een paar grote opslagloodsen van de fruittelers. Wat een beetje tegenvalt is de oostenwind, die ik hier precies tegen heb en toch wat sterker is dan ik verwachtte. Even 'in de beugel' en doortrappen dan maar. Het is hier, aan de zuidzijde van de Luberon, wel wat warmer en aan armstukken heb ik hier dan ook geen behoefte meer. De tweede helft van dit deel van de route fiets ik in de beschutting en heb ik geen last meer van de wind, maar is er ook niets anders te zien dan het groen waar ik tussen en onder rijd. Waar ik gelukkig ook geen last van heb, is van het autoverkeer. Een enkele keer kom je hier een auto tegen, dat is alles. Ik ben al snel bij de redelijk drukke D32, de weg die van Mérindol over de Durance de Bouches du Rhône in gaat. Maar ik ga aan de overzijde van de weg nog een stukje binnendoor en klim dan over een helling van 5 à 6 procent naar het hooggelegen Mérindol. De fietsroute loopt dwars door het dorpje en brengt je via een hooggelegen weggetje (de Chemin des Huguenots), langs fraai gelegen huizen en vrij van druk verkeer, naar Les Borrys.
De kwaliteit van dit weggetje is 'Frans', d.w.z. hobbelig en er ligt ook wel wat gruis. Het gaat een beetje 'op-en-af' en een hoog gemiddelde maak je hier dan ook niet. Nee, als je wilt 'racen' moet je de D973 nemen. Dan fiets je wel over een fietsstrook, maar raast het verkeer voortdurend (vlak) langs je. 't Is maar waar je voor kiest . Als ik de laatste huizen achter mij heb gelaten, verandert de kwaliteit van de weg en wordt het categorie 'RF' (route forestière): slecht wegdek met gaten in het asfalt en veel meer gesteente op de weg. Gelukkig is dit na twee- à driehonderd meter al weer voorbij en kom ik in Les Borrys op de D173, een normale weg. Omdat je er relatief 'hoog' rijdt, heb je op die Chemin des Huguenots zo af en toe wel mooie doorkijkjes op de bergen en dorpjes aan de overzijde van de Durance.
De D173 van Les Borrys naar Lauris is een voor fietsers erg aantrekkelijke weg. Je fietst hier door een eerst bosachtige en later meer open omgeving over een sterk geaccidenteerd parcours. Er zitten in deze weg een paar hellingen van gemiddeld zo'n 7 procent met uitschieters van 9 en 11 procent. Als het klimmen achter de rug is, zie ik Lauris al op de rand van de hoge rots liggen en dus moet ik opnieuw een beetje gaan klimmen. Met 6 en 7 procent klimt de weg het stadje in. Het is er druk en net voordat ik helemaal 'boven' ben, moet er voor mij een auto linksaf naar een parkeerplaats. Er is ook veel tegemoetkomend verkeer, dus stokt de boel. Ik houd wat in, in de hoop dat een tegenligger de auto gelegenheid zal geven af te slaan. Helaas, helaas, dat gebeurt niet en dus moet ik uit m'n linker pedaal . Dat betekent daarna op de helling opnieuw inklikken, iets wat met de hevig slingerende Look Kéo 2 Max pedalen vaak lastig is.
Na Lauris kom ik op de D27 naar Lourmarin. Hier rijd ik in de volle zon en heb ik een mooi zicht op de Luberon en omgeving. Ter hoogte van Puyvert stop ik even voor een foto en om het landschap op mij in te laten werken. Heerlijk, eind september nog in zulk fraai weer en zo'n mooie streek te kunnen fietsen .
Langs de D27 bij Puyvert, tussen Lauris en Lourmarin:
In Lourmarin sla ik meteen linksaf, richting het château, maar niet voordat ik het stadje zelf nog even op de SDHC-card heb 'geschoten'. Een koppel Aziatische toeristen doet dat ook en laat gemakshalve hun auto gewoon letterlijk midden op de rijstrook staan. Ze komen wel uit de auto om foto's te maken, maar zoeken dus niet even een plekje om te parkeren. Wat bezielt sommige mensen toch ?
Lourmarin:
Mijn fietsroute loopt direct langs het kasteel. Er lopen wel wat toeristen bij het Château de Lourmarin, doch het is er gelukkig niet hinderlijk druk. Ik kan het bouwwerk dan ook rustig eens vanuit een ander standpunt fotograferen.
Het Château de Lourmarin:
In Lourmarin zijn op de diverse terrasjes waar ik langs fiets de tafeltjes al gedekt voor de zondagse 'lunch'. Het is dan ook heerlijk weer om nog gezellig op een terrasje te zitten en te genieten van wat de chef voor je in gedachten had . Ik zie dat er ook nog een markt is, iets wat altijd goed is voor extra 'volk'. En zo kom ik op de D943, de weg die naar Bonnieux en Apt gaat. Deze weg duikt vlak na Lourmarin de kloof van de Combe de Lourmarin in, waar ook het riviertje de Aigue Brun haar weg gevonden heeft.
De D943 aan het begin van de Combe de Lourmarin:
In de kloof fiets ik, op het buitenblad, over bochtig vals plat richting de klim naar de colletjes bij Bonnieux en Le Pointu. Het is druk op deze weg, want het is zondag en dan trekken de Fransen er graag op uit: naar allerlei belles brocantes (rommelmarkten), gewone- of kunstmarktjes, om te gaan wandelen of gewoon voor familiebezoek of om ergens lekker te gaan eten. Aan de kentekens te zien, rijden er ook nog veel toeristen van 'elders' uit Frankrijk. Ondanks de drukte, vind ik het toch steeds weer leuk om hier in de kloof te fietsen. Bij het verkeersbord 'wegversmalling' schakel ik naar het binnenblad en neem, tezamen met een hele sliert auto's, de 'lusjes' omhoog richting de afslag naar Bonnieux. Die afslag ligt op een helling, daarom moet je zien daar in één ruk door te kunnen fietsen. De auto achter mij rijdt gelukkig rustig, dus ga ik er voor fietsen en geef duidelijk aan dat ik linksaf zal gaan. En nu alleen nog een beetje geluk hebben met de tegenliggers, anders moet je alsnog stoppen. Er zijn even geen tegenliggers en tegelijk met een motorrijder en zo'n '8-persoons Peugeot bus' draai ik de D36 op. De 'bus' gaat meteen naar rechts, een wat lager dan het wegdek gelegen grindweggetje op. Een wat onverwachte manoeuvre. De motorrijder ziet het gelukkig bijtijds en rijdt om de auto heen. Ik kan zo ook doorrijden en klim over de goed lopende helling (5 - 6 procent) naar Bonnieux.
In Bonnieux zou je zo aan willen schuiven, want het ruikt er bij het terras waar ik langs kom verleidelijk. Maar ik moet door. Aan deze kant van de Luberon kijk ik uit over het Pays d'Apt, de Monts de Vaucluse en de Mont Ventoux. Ook niet verkeerd . Voor de afdaling heb ik gekozen voor de rustige en niet erg steile D3. Zo heb ik ook nog de gelegenheid om een beetje rond te kijken en nog wat te genieten, want binnenkort zal het er hier ook voor ons op zitten . Een paar kilometer voor Apt liggen, als je van 'boven' komt links van de weg, twee gerenommeerde AOP Luberon wijndomeinen: Château de l'Isolette en pal daarnaast Château de Mille.
Twee bekende wijndomeinen op de hellingen tussen Bonnieux en Apt:
(Château de l'Isolette)
(Château de Mille)
Ik blijf niet op de D3 tot in Apt, maar 'wip' naar de rotonde in de D943 en kom zo, na nog een stukje dalen, op een rotonde in de D900 uit. Daar ben ik linksaf gegaan en op de volgende rotonde richting Le Chêne. Net voor Le Chêne heb ik de D201 genomen en zo kwam ik op de D4 naar Murs. Over dit eerste stuk van de D4 schreef ik laatst al dat dit een oninteressant stuk weg is. Daar blijf ik ook nu nog bij . Maar ik 'moest' er wel over om bij een wèl erg interessant stuk van mijn route te kunnen komen. Op de kruising van de D4 met de D60 ben ik rechtsaf richting Lioux gegaan en meteen na het bruggetje over een zijtak van de Ruisseau de Lioux, kun je dan linksaf de binnenlanden in. Er staat daar een bordje Parrotier, dáár moet je dus linksaf, wil je een bijzonder mooi en volgens mij weinig bekend hoekje aandoen op je fietstochten hier.
Met 34x23 begin ik aan de klim, die mij via twee haarspeldbochten naar Parrotier (een buitenwijkje van Lioux) brengt. Na Parrotier volgt er een korte afdaling en zie je de weg verder omhoog al liggen. Eerst is het nog helemaal niet steil en loopt de weg zelfs ook nog een keer weer een beetje af. Maar dan begint het! Het wordt al snel steil (9%) en dat blijft zo. Ik fiets, of beter gezegd zwoeg, hier door een erg open garrigue-landschap met lage bomen en struikgewas. De tijm groeit hier weelderig. De bochtige weg kent gelukkig een prima wegdek, waar zo hier en daar slechts een beetje gruis in de bochten ligt. Het wordt als maar steiler, 11% geeft het display van mijn computer aan en dat blijft zo. Telkens als je denkt dat dat het was, zie je na al weer een bocht dat de weg steil omhoog blijft lopen. Het is ook nog eens warm, of heet, dat kan ook. Het is hier, in strikt willekeurige volgorde, prachtig, steil, heet en stil. Een prima fietsomgeving dus .
Eindelijk vlakt de klim wat af tot 9 à 8 procent. Hè, hè, even bijkomen! Daarna lijkt het voorbij te zijn en is het op een gegeven moment nog maar 3%. Maar..., op het einde, vlak voor Bézaure, wordt het opnieuw weer steil en krijg ik nog een keer een passage van 11% voor de kiezen!
Het weggetje van Parrotier naar Château Bezaure heeft een prima wegdek:
Als er rechts in het woeste landschap een door een paar boomgaarden omgeven ruïne opduikt, weet je dat jer er bijna bent . Het is nu ook niet meer zo steil en op het hoogste punt sta je dan oog in oog met Château Bézaure. Het ziet er uit als een soort 'kasteelboerderij'.
De omgeving van Bézaure:
Château Bézaure:
Vanaf Bezaure richting Murs ligt er in de afdaling nog een vrij nieuw wegdek, maar dat gaat al snel over in een ruw, hobbelig stuk weg. Het landschap verandert en heeft het karakter van dat wat je ook aantreft ten NW van St-Saturnin-les-Apt: ravijnen in een rotsachtige omgeving. Ik duik naar het laagste deel van een klein ravijn en klim dan weer rustig terug. Dat herhaalt zich bijna meteen, maar dan in overtreffende trap. De afdaling gaat met -9% en gezien de aard van het wegdek moet ik dan toch veel bijremmen, anders verlies ik denk ik snel de controle over de fiets. Ook nu klim ik weer over een veel minder steile helling terug het ravijn uit. Het is een schitterende omgeving. Dan volgt er nog een makkelijk stukje en daarna kom ik op de kruising met de D15, de weg die van Murs naar de Col de la Ligne loopt. Op die kruising had ik rechtdoor willen gaan naar de D4, dan naar Murs en vlak voor Murs naar Gordes. Doch het verbindingsweggetje (D15a) was net voorzien van verse gravillons . Daarom ben ik maar linksaf via de D15 naar Murs gereden en door het dorpje verder over deze weg richting Gordes.
Bijna halverwege Gordes heb ik de D244 naar de Col des Trois Termes (574 m) gepakt en ben over de steile D177 naar de Abbaye de Sénanque het dal van de Sénancole in gedoken. Bij de abdij kun je dus, ik schreef er onlangs nog over, via de parkeerplaats je weg vervolgen en klimmen naar de Côte de Sénancole. Maar omdat volgens mij die grote parkeerplaats onverhard is en mijn banden vandaag al genoeg te lijden hebben gehad, heb ik wat 'gesmokkeld'. Ik ben 'stiekem' gewoon doorgereden en heb een paar honderd meter, meer is het niet, het stukje éénrichtingsverkeer van de D177 gepakt. Ik kwam er twee auto's tegen, waarvan de bestuurders gelukkig niet naar hun voorhoofd wezen of erger... . Daarna ben ik over het smalle weggetje 'volledig legaal' naar de côte op 460 m geklommen. En daarmee zat het klimmen er voor mij voor vandaag al weer op.
Toen ik bij Gordes weer op de D15 kwam en ik het dorpje net gefotografeerd had, stopte er een Franse auto. Raampje open en ja hoor, de weg werd gevraagd. Hoe weten de mensen toch altijd dat ik 'overal' de weg weet? Ze wilden naar Rousillon. In mijn beste Frans heb ik ze keurig uitgelegd dat ze door moesten rijden tot aan de kleine rotonde, naar links etc. etc. Zelfs het wegnummer wist ik te noemen. Alles nog een keer herhaald. Het was ze duidelijk en ze waren zo te zien blij dat ze dus op de goed weg waren. Nu kun je prima horen dat ik geen Fransman ben en de constructie van mijn zinnen klopt ook niet altijd, maar ik stond geen 'abacadabra' uit te kramen. Gewoonlijk zegt een Fransman dan tegen je bonne balade (goede (fiets)tocht), ook wel bonne route (goede 'reis') of gewoon even bon après-midi (goede middag verder). Maar nee hoor, je hebt ze netjes in 't Frans te woord gestaan, maar omdat je 'dus' een niet vloeiend Frans sprekende buitenlander bent, gaat men opeens over op 'kindertaal'. Hij wees op mijn fiets en zei bon vélo, waarna hij met beide handen de bekende trapbeweging maakte. Ja, zo kun je dus ook aangeven dat je iemand verder nog een goede fietstocht wenst .
Gordes, maar weer eens vanuit een andere hoek gefotografeerd :
Het eerste stuk van de afdaling naar Les Imberts liep dus weer eens niet. Een landgenoot in een MPV van het bekende Duitse 'merk met de ster' stopte eerst gewoon midden op de rijbaan om van het zicht op Gordes te genieten en reed vervolgens nog een poos twijfelend door, wel afslaan, niet afslaan? Pas toen er niets bijzonders meer te zien was, gaf hij wat gas en kon ik ook beter doorrijden. Op het steile gedeelte van de afdaling had ik gelukkig 'vrij baan'. Via Les Imberts en Petit-Coustellet ben ik terug naar Maubec gereden. Bij het viaductje in de Véloroute du Calavon, zag ik dat de verlenging nu helemaal gereed is: geen dranghekken meer, wel overal keurige bordjes en wegwijzertjes. Iets voor een volgende keer? Deze rit, 106 km lang, is natuurlijk ook weer op Strava te vinden.
60 x Ventoux