Adieu Provence, adieu La France!
(Fietsverslag van donderdag 2 oktober 2014)
Voor mijn laatste fietstocht dit jaar in de
Provence, heb ik gisteren een tochtje van een dikke 100 km door de Alpilles in mijn Sigma Rox 10.0 geladen. De weersvooruitzichten voor de komende week hier zijn (al weer) niet geweldig, dus hebben
madame en ik besloten om wat vroeger dan gewoonlijk naar Nederland terug te gaan. Maar ach, na ruim vier maanden in deze mooie streek gebivakkeerd te hebben, is
la rentrée toch ook wel weer leuk
.
Om kwart voor negen stapte ik in
kort-kort, maar wel met armstukken, dus voor de laatste keer dit jaar hier, op m'n 'titanium ros'. Tot aan Les Taillades heb ik het parcours van de fietsroute
Le Luberon en Vélo gevolgd. Je vermijdt zo de drukke D2 door Robion. Die fietsroute loopt via een vrij smalle weg, eerst door het oude Robion (schilderachtig) en daarna langs tegen de voet van de Luberon gelegen villa's. Terwijl ik hier nog in de schaduw fietste, zag ik tussen de bomen door dat Cavaillon al heerlijk in de zon lag. Tussen Robion en Les Taillades fiets je dan door een stukje open terrein met een mooi zicht op de berg. Zo af en toe kom je daar een auto van
riverains (aanwonenden) tegen. En zo kwam mij gisteren ook tweemaal een auto tegemoet. Je kunt elkaar daar goed passeren, doch opvallend was dat beide auto's helemaal aan de kant van het weggetje stopten om mij vrij baan te geven
. Er zijn nog wel keurige automobilisten! En was het toeval dat er beide keren een vrouw achter het stuur zat
?
Na Les Taillades volgt er dan een minder interessant stuk over een wat opgelapt en dus hobbelig wegdek. En toen was ik al in Cavaillon. Daar is het op dit tijdstip altijd druk, dus goed opletten, want iedereen heeft haast en ik moet daar meteen al een paar rotondes passeren. Ook in de stad zelf, waar je verscheidene keren van rijstrook moet wisselen en ook nog een paar stoplichten zijn, moest ik mij niet laten afleiden. Maar ik was weer eens vlot door de stad en reed in 'no time' al weer op de brug over de Durance. Daarna, het is inmiddels bekend neem ik aan, komt de fietsbrug over de TGV spoorlijn en de direct daarnaast gelegen A7. Ook de D26 naar Orgon is altijd druk. Er zijn daar wel brede fietsstroken, doch sommige vrachtauto's rijden bijna over de rand van die stroken. In Orgon moest er een rijbaanbreed spandoek opgehangen (of verwijderd) worden en blokkeerde een hoogwerker de ene rijstrook. De
Police Municipale van Orgon regelde het verkeer, dus dat gaf gelukkig ook geen problemen.
Na de omleiding i.v.m. de aanleg van een nieuw viaduct over de 'gewone' spoorlijn, fietste ik dan al weer over het parallel aan de die spoorlijn lopende weggetje richting de D569. Ik reed hier al vlak langs de steile rotsen van de oostelijke Alpilles (
Les Plaines). Bij de spoorwegovergang, waar ik rechtsaf ben gegaan, kwamen mij twee Franse racefietsers tegemoet, doch zij gingen in tegenovergestelde richting verder. Het zouden niet de enige fietsers zijn die ik hier vandaag zou zien. De D569 begint met wat vals plat, waarna er een makkelijke klim (max. 4%) volgt naar 128 meter, het punt waar je linksaf naar Sénas kunt.
Aan het begin van de D569 fietste ik vlak langs de steile rotsen van Les Plaines (Alpilles):
De D569, vlak voor de op 128 m hoogte gelegen afslag naar Sénas:
Na de 'top' krijg ik steeds meer van de Alpilles te zien. Ik verlies hier langzaam weer wat van de gewonnen hoogte, zodat het fietsen haast 'als vanzelf' gaat en ik daardoor ook al snel bij de afslag naar Eygalières ben (D25). Daar reed ik echt de Alpilles binnen. Ik voel dat er hier wel wat meer wind staat dan in de Luberon en die wind heb ik recht op kop. Eerst weer over vals plat, maar bij restaurant
La Ribote de l'Homme Noir begint het echte 'klimmen'. De klim is gemiddeld 5% en met 34x23 klim ik makkelijk naar de top op ongeveer 270 m. Ik fiets hier door een bosachtige omgeving, waar ik tussen de bomen door telkens de enigszins grillige rotsen van de Alpilles te zien krijg. Er komen mij hier ook opvallend 'veel' fietsers tegemoet. Ik schrijf 'veel', omdat het al begin oktober is en je op zo'n doordeweekse dag eigenlijk bijna niemand meer zou verwachten. Doch het is schitterend weer en de Alpilles zijn een geliefd en aantrekkelijk fietsgebied. Het is er prachtig door de gevarieerde landschappen en je kunt er leuk een beetje klimmen. Voor de niet zo erg geoefende fietsers is dat laatste hier al snel lastig genoeg
.
Het afgelopen weekeinde is het het jachtseizoen hier geopend, dus zijn er ook al weer jagers actief. Ik zie er een die op zo'n mini-krukje, in z'n oranje hesje en met zijn geweer op schoot, op de helling op de uitkijk zit. Een ander komt in zijn terreinauto aanrijden en geeft hem vanuit de auto met handgebaren een paar aanwijzingen. Wat verder staat er nog een, fel oranje T-shirt aan en
portable aan z'n oor. Ja, kennelijk gaat het er bij de jacht tegenwoordig ook een beetje
numérique (digitaal) aan toe
.
Na het colletje wil ik snelheid maken in de afdaling, doch er loopt een jachthond precies midden op de weg. Z'n belletje is met een grote, groene, niet ingekorte soort
tie wrap om z'n hals bevestigd. Wat gaat 't dier doen? Hij sjokt in een sukkeldrafje voor mij uit, kijkt eens om en aan zijn 'slome blik' te zien, mag ik er wel langs. Toch wacht ik maar even tot hij wat meer naar de kant van de weg is gegaan. Hup, er voorbij en dalen. Ik ben nu uit het bos en geniet van het mooie landschap. Ah, daar is de afslag naar Aureille al. Die ga ik nemen, om daarna over de
Pas de la Figuière (247 m) dan verder naar Aureille te dalen.
Op de D25 bij de afslag naar Aureille:
Er komt een vijftal Franse renners uit richting Eygalières aan. Ze groeten allemaal en draaien de D25a naar het colletje op. Dat is vanaf deze kant geen echte klim, want je bent hier op de splitsing al bijna op de hoogte van de pas. Ik berg mijn camera op en fiets ook richting col. Ik heb geluk, want de Fransen staan daar nog. Snel pak ik mijn camera en maak een foto. Dan blijkt dat ze op een achterblijvende kameraad stonden te wachten. Ik had mij voor de foto dus niet zo behoeven te haasten...
Op de Pas de la Figuière:
Ze vertrekken weer en ik begin ook aan de mooie afdaling. Ik fiets hier dwars door het berglandschap, want Aureille ligt eigenlijk helemaal aan de zuidzijde van de keten. Er verschijnen ook steeds meer olijfboomgaarden. Op het wat vlakkere terrein ten zuiden van de rotsen wemelt het van de olijfbomen en olijfolieproducenten.
De D25a voert door een prachtig landschap van rotsen en olijfbomen:
(Hier kijkend in de richting van de Pas de la Figuière)
Navigerend op de
track van mijn Rox 10.0, kom ik net buiten Aureille op de D24a richting Mouriès. Ook hier rijd ik, in het zonnetje, weer over een rustige weg en hoofdzakelijk tussen de olijfbomen. Ik heb wel weer wat wind tegen. De olijven zijn al mooi geel-groen van kleur en ik denk nog 'over een maand of zo zullen ze wel geoogst worden'. Uit de omgeving van Beaumes-de Venise, waar ook heel goede olijfolie geproduceerd wordt, ben ik gewend dat de oogst pas in november gebeurt. Ik was dan ook hooglijk verbaasd, toen ik, net voor de aansluiting met de D24, zag dat men al aan 't oogsten was. Staand op speciale 'driepootladders', werd met een houten harkje met grove vertanding de boom leeg 'geharkt'. De olijven vielen op een onder de bomen liggend fijnmazig net. Ik heb voordat ik de foto maakte, eerst maar even netjes gevraagd of dat goed was. Geen bezwaar!
In de Alpilles bij Mouriès is men dit jaar al vroeg met de olijfoogst begonnen:
In de Alpilles wemelt het van de olijfolieproducenten:
Terwijl ik bovenstaande foto maakte, zag ik dat er aan het begin van de D24 naar
Le Destet een groot bord stond met
Route barrée à 1 km. Vervelend, want na een 'rondje Les Baux-de-Provence', wilde ik juist via
Le Destet naat Eygalières. Er komen twee vrouwen op sportfietsjes uit de richting van de afsluiting. Maar eens even vragen of je er met de fiets misschien wel langs kunt. Volgens hen zou dat geen probleem zijn. Er was een kleine omleiding, zeiden ze, via een bruggetje. Mooi zo, straks maar eens proberen. Maar nu eerst even de armstukken af doen, daarvoor is het inmiddels wel te warm geworden. Na Mouriès ben ik , ook weer binnendoor, over de mooie en eveneens rustige D5 naar Maussane-les-Alpilles gefietst. Ook hier waren weer veel (race)fietsers onderweg. En ook hier reed ik weer tussen heel veel olijfboomgaarden.
De Rox 10.0 gaf mij in Maussane prefect aan hoe ik zonder omweg op de D27 moest komen. Als je een stukje op weg bent op deze weg, wordt na het chique hotel
Manville het landschap wat meer open en krijg je het plateau en de rotsen waarop Les Baux-de-Provence is gelegen al goed te zien. Ook kun je duidelijk zien waar de
Col de la Vayède (230 m) ligt. Als ik een paar foto's gemaakt heb en weer op de fiets wil stappen, komt er een gele VW-kampeerbus met Zwitsers kenteken (kanton GE = Genève = Franstalig Zwitserland) aan. Ik wil even wachten met opstappen tot de bus gepasseerd is, doch het busje stopt. 't Raampje gaat open en een vriendelijke vrouw roept iets. Ik versta het niet meteen en denk dat ze de weg wil vragen. Doch als ik er heen loop, zegt ze
'Ça va?' ('Gaat het?'). Ik voel al 'nattigheid', want zo begin je niet als je de weg wilt vragen.
'Avez-vous besoin d'aide? ('Hebt u hulp nodig?'), zegt ze. Ik begin te lachen en zeg 'Nee, dank u, ik heb even een foto genomen.' Ze begint nu ook te lachen. Ik bedank haar vriendelijk, 't busje gaat verder en ik stap op en fiets richting Les Baux. Ik heb dat wel vaker, als ik even langs de kant van de weg sta, denkt men vaak dat ik 'panne' heb en biedt men hulp aan.
Op de D27 tussen Maussane en Les Baux zie je 't stadje en de Col de la Vayède al liggen:
De klim naar de
Col de la Vayède (230 m) begint met zo'n 5% en eindigt met 9%. Doch het is maar een korte klim en eigenlijk stelt het dus niet veel voor. Bij les Baux is het nu een heel stuk rustiger dan in het seizoen. De lange rij parkeerplaatsen, waarbij op het wegdek telkens
payant staat geschilderd, is op de paar laatste na verder leeg. In de bocht meteen na het colletje staat bij een Duitse toeristenbus-met-aanhanger een grote groep 'fietstoeristen'. Daar moet ik, voordat ze gaan fietsen, snel voorbij, want dat wordt natuurlijk niets in de nu volgende afdaling
.
Ik rijd terug naar Maussane en ga dan maar eens kijken of de weg naar
Le Destet ècht helemaal dicht zit. Ik ben al een eindje aan het fietsen, als er van werkzaamheden nog helemaal geen sprake is. 't Is dus weer een 'Franse' kilometer, want op een gegeven moment kom ik opnieuw een bord tegen dat de weg na 1 km afgesloten is. Wat de vrouwen bedoelden, is mij een raadsel. Hier kan ik dus echt niet verder. De weg is diep uitgegraven, geen doorkomen aan. Rechts is een irrigatiekanaaltje met een vrij smalle betonnen 'kademuur' en een roestig bruggetje. Daar kan ik met mijn raceschoenen plus fiets in geen geval over. Aan de overzijde van de weg zie ik nog net een andere racefietser door het hoge gras banjeren. Eens kijken of het daar misschien lukt. Doch daar loop ik vast bij een hoog talud, waar ik ook liever niet met fiets en al naar beneden zou moeten klauteren. Er zit dus niets anders op dan maar weer terug te rijden en de officiële omleiding via Mouriès te volgen
.
Op de D5 naar Mouriès staan bij een soort ruitersportcentrum (
Promenades à cheval) de Duitse fietstoeristen voluit in de breedte over de hele weg. Ik geef een 'brul' (nee, ik geen 'scheisse'
), waarop ze de ruimte voor mij maken. De bus staat inmiddels in Mouriès, waar de chauffeur al met een videocamera in de aanslag op 'zijn groep' staat te wachten. Vanwege mijn tijdverlies bij de wegwerkzaamheden en de noodzakelijke extra kilometers, geef ik 'vol gas' richting de buurtschappen
Les Baumettes en
Le Destet. Daarna gaat het met 50x23 naar de
côte. Het loopt in het begin slechts met 2 - 3 procent op. Pas vlak voor de top gun ik mij op het laatste stukje van 4% even het binnenblad. 't Is trouwens wel een mooie klim, want je fietst ook hier weer in een schitterende omgeving. In een vorig verslag deze zomer heb ik er al een paar foto's van geplaatst.
Naar Eygalières is het eigenlijk alleen nog maar dalen, dus daar ben ik snel. Ook vanaf dit stadje naar Orgon gaat het erg vlot, want er ligt een nieuw wegdek en het is bij vlagen hooguit een beetje vals plat (2%). De
Chapelle St-Sixte, net buiten Eygalières, ligt er mooi bij en ik kan er vanaf de weg prima een foto van maken, dus daar ben ik nog maar een keertje voor gestopt.
De Chapelle St-Sixte bij Eygalières in de Alpilles:
En vanaf Orgon ben ik via dezelfde route als op de heenweg weer naar Maubecgereden. Terug is iets lastiger, want daar moest ik nog even over de venijnige helling bij Robion (14%). En ook helemaal 'achterom' in 't stadje is het nog even 'leuk' steil (9%). Doch daarna zat 't er op. Door het 'oponthoud' is de rit wel iets langer geworden dan gepland: i.p.v. krap 101 km, werd het ruim
108 km en dat is ook weer op
Strava te zien.
Ter afsluiting van mijn verblijf in de
Provence, voor de liefhebbers, hierbij nog wat getalletjes uit het Sigma
Data Center 3.3 (gecorrigeerde opgave, want er waren abusievelijk door mij nog een drietal ritten uit NL meegenomen
):
- aantal fietstochten 29
- gereden kilometers 2.991
- gereden hoogtemeters 42.410
- netto fietstijd 141:14:05
Zo, dit was dan voor wat dit jaar betreft, mijn laatste verslag vanuit Frankrijk. Graag dank ik iedere lezer(es) voor zijn/haar belangstelling en tevens voor alle, altijd weer positieve (
), reacties! Tot een volgende keer!