Hmmm... des te meer ik er over nadenk, des te moeilijker deze vraag eigenlijk wordt... Mijn eerdere voorstel is denk ik niet het juiste idee. Nieuwe poging:53x11 schreef:Excuus voor de tech-talk:
@mda1: Ik begrijp niet helemaal wat je de integraal van kracht (over tijd? =impuls, over afstand? =arbeid) extra gaat leren dan wat een SRM je ook kan vertellen (SRM blijkt volgens de literatuur een vailde en betrouwbaar apparaat). Wat je van te voren al wel zeker weet is dat bij gelijke hoeksnelheid van de cranks het moment bij een rond tandwiel constant zal zijn en bij een ovaal blad zal fluctueren. Of de totale arbeid per omwenteling ook gelijk is hangt een beetje af van de manier waarop je weerstand op gaat leggen (het voert een beetje te ver om daar hier op in te gaan)
Misschien is het een goed idee om de hoeksnelheid op te leggen (met een servomotor bijvoorbeeld) als het je alleen om mogelijke energieverliezen in de aandrijflijn te doen. is.
Het idee van ovale kettingbladen is dat je meer kracht gevraagd wordt op dát punt dat je het kunt leveren, en minder op dat punt waar je het moeilijk vind om het te leveren (dode punt). Het uiteindelijke doel is dat een wielrenner er harder mee kan fietsen. Maar hoe meet je dat? En wat meet je dan precies?
Even hardop denken:
Het idee van ovale bladen is, als ik het goed beredeneer, dat een renner zijn vermogen beter (efficienter) over kan brengen van zijn benen op de aandrijving van de fiets. Het gaat dus om de ratio tussen wat een renner aan vermogen kan leveren, en wat er daadwerkelijk op de krank terechtkomt (minus de mogelijke extra verliezen in de aandrijflijn). Maar dat ga je dus nooit kunnen meten door op de krank zelf te meten. Je zult op de crank altijd hetzelfde vermogen meten (minus de extra verliezen op de aandrijflijn). Het product van (hoek)snelheid en kracht is voor alle bladen, ovaal of rond, uiteindelijk hetzelfde. Kijk maar: Als je aan het achterwiel 300 watt meet. Dan tel je daar her verlies van de aandrijflijn bij op (zeg 2%), en je weet wat het vermogen aan de crank is: 306 watt. Of daar nou ovale of ronde bladen op zitten maakt niet uit, aan de crank heb je gewoonweg 306 watt nodig. Dus de SRM gaat 306 wat meten. Met beide type bladen.
Hetgeen wat misschien wél verandert is het vermogen wat de renner nodig heeft om die 306 watt op de crank te genereren. Want als de crank ovaal of rond is, of meer of minder dode punt heeft: als het beter aansluit op de fysiologie van de renner, zal ie het makkelijker vinden om die 306 watt te genereren. Wat je dus eigenlijk wil meten is het 'echte' vermogen wat de renner nodig heeft om een bepaald wattage op het achterwiel (of crank) te krijgen, eerst met ronde en en dan met ovale bladen. En die twee dan vergelijken.
Hoe je het wel meet? weet ik niet precies... VO2 van de renner? Hartslag? Beiden? Ik ben geen inspanningsfysioloog, dus iemand anders mag het zeggen. Maar als mechanicus (of eigenlijk natuurkundige) lijkt me een SRM of Powertap niet geschikt. Sterker nog: Ieder onderzoek waar met SRM of Powertap een verschil is gemeten kan denk ik linea recta in het cylindrisch archief. Behalve als het verschil aan aandrijfverliezen woden toegeschreven. Maar dan heeft het weer niks met bewegingswetenschappen te maken.