Hier is dan mijn verslag.
In 2013 was ik er ook maar dat liep uit op een deceptie. Het weer was toen zo slecht dat ik niet eens van start ben gegaan.
Ja, ik kan nu eenmaal niet tegen regen.
Toch heb ik er een jaar lang spijt van gehad hoewel ik van een aantal 2013 deelnemers gehoord heb dat het eigenlijk wel verstandig was. In ieder geval beter dan wel van start gaan en na een uur omdraaien.
Maar ik had dus wel wat goed te maken en 2014 moest en zou ik dus rijden.
In de dagen daarvoor de Kühtai en de Timmelsjoch nog maar eens gedaan die met mooi en droog weer prima gingen. Echter de weersverwachting was op zijn zachtst gezegd niet best voor de zondag.
De tijden dat mijn tijd belangrijk was heb ik jaren gelden al achter mij gelaten, eigenlijk een proces zonder dit bewust te beseffen. Toch moet ik in ieder geval de limieten in de gaten houden. Je wordt er immers onverbiddelijk uitgehaald.
Op zaterdag mijn spullen opgehaald.
Sölden ademt wielrennen, de hele week al maar vrijdag en zaterdag gaat het helemaal los.
De organisatie geeft een handig rugzakje cadeau wat heel goed van pas gaat komen. Veel wordt er gesproken over hoe alle kleding en spullen opgeborgen moeten worden. Drie zakken in je wielershirt is in ieder geval te weinig.
Zondag ochtend vroeg aan het ontbijt. In het hotel zijn er niet veel mensen die kunnen beweren dat ze goed geslapen hebben. Iedereen heeft toch wel last van gezonde zenuwen.
Naar de start, het is koud maar droog en dat is het belangrijkste.
Als het startschot is geklonken rij ik zo’n 10 minuten daarna ook over de startlijn.
Naar Oetz gaat in een flow en voordat je het goed en wel beseft ben je in aan de voet van de Kühtai.
Daar staan veel mensen stil om kleren uit te doen, ik dus ook.
Dan naar boven. Dat gaat prima en droog. De Kühtai is niet echt mijn ding, daarvoor is deze te onregelmatig maar toch na een 2 uur en 10 minuten sta ik boven alwaar de rugzak weer afgaat om een windjasje aan te doen.
Ja, en dan die afdaling. Het is waar, hier breek je je maximum snelheid, of je nu wilt of niet, dat gaat gewoon vanzelf en is echt niet dat je zegt dat er onverantwoorde risico’s genomen worden. 91 wijst mijn tellertje aan. Wel oppassen voor koeien.
Dan slingeren door Innsbruck alwaar het aan het begin van de Brenner wat begint te regenen. Maar weer gestopt om een regenjasje uit de rugzak te halen. Ik had net een jasje erin gestopt. De regen blijkt niet door te zetten dus maar weer uitgedaan.
Doorgaan op de Brenner, hele slierten renners in mijn wiel en natuurlijk niemand die over neemt. Och, ik rij voor mijzelf en heb nu het mooiste uitzicht, zie hoog boven mij viaducten waar vrachtauto’s naar boven kruipen, geniet van de omgeving en zie echt overal mensen staan met die typische aanmoedigingen…..hop hop hop hop hop. En dan de bellen en de ratels. Langs het hele parcours staan ze. Prachtig al die enthousiaste mensen die ons gewone tour fietsers de hele dag een hart onder de riem steken.
Op de Brenner weer mijn afval afgegeven, jasje uit de rugzak gehaald en naar beneden, La bella Italia in. Ik zit ruim voor de limieten, daar heb ik mij in ieder geval voor niets zorgen over gemaakt.
De Jaufenpass op. Een parchtige klim, uitblinkend in regelmatigheid. Dat is wat voor mij, ik pak mijn ritme en in een constant tempo ga ik naar boven. Het zal achteraf mijn beste klim zijn.
De top van de Jaufenpass zit in de mist en het is nu niet echt warm daar. Weer een verkleedpartij en naar beneden. Het eerste gedeelte is er niet veel zicht en de weg is nat. Op stukken ligt er nieuw maar nat asfalt. Hier durf ik niet hard te dalen maar dat neemt niet weg dat het een mooie afdaling is waar je heerlijk door de bochten op het autovrije parcours kunt zwieren.
In St. Leonhard aangekomen is het weer droog en veel te warm voor alle kleding. Dus langs de kant zijn er weer massale verkleedpartijen.
Dan de Timmeslsjoch op. Ik heb er nu behoorlijk wat opzitten en heb wat last van mijn rug. Doe dus wat rek en strek oefeningen.
Naar boven, dat is een zware kluif. Het begint even wat te regenen .
Ik weet dat even voor tunnel nummer 15 het echte zware stuk begint. Niet dat de rest een eitje is, verre van dat, maar even voor tunnel 15 is het toch echt afzien. Het is inmiddels door gaan regenen, ja, echt regenen! Bordje met “5 tornanti”, dan een bordje met “3 tornanti”, het is afzien, het komt nu met bakken uit de hemel, mijn grootste tandje achter is al lang vies. Het is kruipen naar boven.
Dan de tunnel 16, het wordt vlakker. Didi de duivel staat aan te moedigen.
In tunnel 18 staan er weer een aantal mede strijders zich om te kleden.
Dat doe ik ook. Het is ijzig koud, mistig en zeik en zeik nat. Alle kleren die in de rugzak zitten doe ik aan, Windstopper en regenjas over mijn wielershirt, kniestukken en beenstukken, 2 paar handschoenen. Regen overschoenen, aangeschaft na de test in Fiets waren sinds de start nog niet uitgeweest.
Met 30 graden een paar bergen opfietsen lijkt nu toch heel wat gemakkelijker, met weemoed denk ik dan ook terug aan vele hete Marmottes en andere tochten in de Alpen onder een koperen ploert met op het asfalt druppend zweet. Dat lijkt mij nu de hemel op aarde.
Ja , ik kan niet tegen regen, dan is het of er een knop omgaat. Toch, ik weet dat ik het ga halen en dat droogt als het ware een beetje.
Ik vraag mij nu trouwens wel af hoe de profs hun verkleedpartijen met hun beenstukken doen. Hoe trekken zij die uit. Op tv zie je ze met hun beenstukken aan en even later zonder dat je ze hebt zien stoppen zijn die dingen uit.
Maar nu naar beneden. Potdik van de mist en door een watergordijn. Ik daal maar heel langzaam, durf niet harder en ben eigenlijk blij dat ik nog een stukje omhoog mag naar het tolstation.
Dan verder naar beneden. Mijn handen zijn Ijskoud, schakelen is lastig.
Halfweg de afdaling hoor ik mijn telefoon afgaan in mijn rugzak. Het is mijn vrouw, waar ik blijf.
Maar dan duurt het niet lang meer en rol ik over de finish.
Ook in de stromende regen staat het rijen dik van het publiek. Ik krijg een deken om mij heen en sta te rillen, niet meer te stoppen maar wel zo blij dat ik dit gehaald heb.
Mijn vrouw mis ik en zij mij. Iedereen is dan ook gecamoufleerd in regenkleding en dekens.
In het hotel zie ik haar weer en samen gaan we trots het finisher shirt halen.
Wel met een paraplu ….