Fietstochten van "Le Grimpeur"
- daniel1975
- Forum-lid HC
- Berichten: 39975
- Lid geworden op: 11 nov 2004 14:14
Jaloers.....
Less is bore
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar het 'dak' van de Bourgogne
(Verslag van de rit van zaterdag 6 juni 2015)
'Kenners' van de Morvan weten nu natuurlijk al waar ik vandaag gefietst heb, als ik het naar het 'dak' van de Bourgogne geweest ben. En de anderen mogen zich, na het lezen van dit verslag, ook wel een beetje als 'kenner' beschouwen .
Terwijl bij de start in Étang-sur-Arroux de zon al volop scheen, hing er nog een dikke wolkendeken over de toppen van de hoogste heuvels van de zuidelijke Morvan. Ik hoopte dat daar snel verandering in zou komen, want zo zag het er maar kil uit. Doch toen ik eenmaal op de D61 richting St-Léger-sous-Beuvray fietste, kon ik gerust zijn, want de wolken waren aan het oplossen en de hemel werd steeds blauwer. De bermen langs de D61 zijn onlangs onder handen genomen en 't rook er dan ook naar vers gemaaid gras.
Al snel kwamen enige doelen voor vandaag 'in zicht':
Na het passeren van het bord, dat mij vertelde dat ik nu in het Parc Naturel Régional du Morvan was, ben ik op 't binnenblad gaan rijden (34x19). Zo kon ik soepel blijven draaien op de licht stijgende weg. Ik geloof dat het tot aan Bibracte nergens boven de 6 procent is geweest. Al genietend 'peddel' ik hier door een prachtig groene en erg heuvelachtige omgeving. De open stukken worden afgewisseld door passages met bos. In één van die open gedeeltes zie ik St-Léger-sous-Beuvray al liggen. Er is niet veel verkeer, iets wat volgens mij in het hoogseizoen waarschijnlijk wel anders zal zijn. Voorbij St-Léger vind ik het zelfs nog rustiger worden op de weg. Als ik al een flink stuk 'geklommen' heb, zie ik links de D274 met de wegwijzer naar Les Jours. Hier moet ik straks, na mijn 'rondje Mont Beuvray', dus weer uitkomen. Nog zo'n 2 km en ik ben bij Bibracte, waar de wegzijzer vermeldt dat het links naar Bibracte - Mont Beuvray gaat. Maar je ziet eigenlijk helemaal niet dat de klim daar begint. Geen bordje met 'D274', alleen een brede inrit naar het museum en de parkeerplaats. Toch moet je daar afslaan en dan vlak voor de ingang van het museum linksaf omhoog. Er staat geloof ik een bordje met de kreet Route du Site of iets dergelijks. Daar gaat, meteen steil, een weggetje het bos in. Zo'n weggetje dat doet denken aan de Italiaanseweg bij Doorwerth of het Rozenbos bij Rheden, maar dan steiler .
Als je van St-Léger-sous-Beuvray komt en je ziet dit, moet je dus linksaf :
Op de Michelinkaart staat aangegeven dat het tot 20 procent gaat, dus heb ik mij op 't ergste voorbereid. Ik lees op de display van de Rox al snel 9 procent, dan 11 procent en daarna wordt het ècht lastig, want er verschijnt 14 procent op het schermpje. Even, héél even maar, valt het percentage terug tot 9 à 11, om daarna weer op te lopen tot 15! Maar het voelt alsof het veel steiler is. Ik vraag mij dan ook af of de 'techniek' van de Rox dit wel bij kan benen, omdat het gelukkig vrij korte passages zijn en zo'n apparaatje altijd enige tijd nodig heeft om zich aan te passen. De klim vlakt iets af. Inmiddels snak ik naar adem. Links voor mij zie ik een weiland met 'toestanden', er staan wat auto's, er is een grote tent en er lopen toeristen. Ben ik er al? Ik weet dat de klim niet erg lang is. Nee, ik ben er nog niet. Ik zie ook regelmatig haltes voor de navette (pendelbus), voor 'gewone' stervelingen dus. Maar ik moet op de fiets nog verder, omhoog, naar de top. Op dit punt gaat het wel en ik krijg weer wat lucht. Mijn hartslag is nog niet boven de 152 bpm geweest. Die probeer ik, als 'oude man' , natuurlijk ook binnen de perken te houden.
O jee, daar gaan we weer! Er volgt nog een gemeen steil stuk, waar ik opnieuw 15 procent aflees en ik op
158 bpm uitkom. Maar, ik ben er zo te zien nu bijna . In een bocht ligt een onverharde parkeerplaats, draait de weg verder naar rechts en gaat naar beneden. Achter de parkeerplaats zie ik een heuvel met de een of andere gedenksteen. Eerst even bijkomen! Ik parkeer de Lynskey tegen de houten bekleding van een poubelle (afvalbak), naast weer zo'n bushalte. Even wat drinken en eten. Spectaculair is het hier in elk geval niet. Ondertussen zie ik dat ik best over de parkeerplaats naar de steen op de grasheuvel zou kunnen fietsen en dat doe ik even later dan ook maar. Tegen het monument kan ik mijn fiets niet kwijt, maar ietsje lager is een oriëntatietafel met gedenksteen en daar kan ik fiets wel goed neerzetten. Snel een foto maken. Ik hoop dat de foto bruikbaar zal zijn, want er is alleen maar fel tegenlicht.
Op de Mont Beuvray (809 m):
Er komt een groepje Franse wandelaars aan. 'Ik heb geen fiets', zegt een van de dames uit het gezelschap. 'Dan zult u moet lopen', antwoord ik. 'Maar het is zwaar hoor, op de fiets', zeg ik nog. Een van de heren, zo'n beetje van mijn generatie schat ik, heeft belangstelling voor de fiets. Of ik achter een '32' heb? Ik vertel hem de vertandingen. Als ik zeg dat ik voor '50 en ...' heb, vult hij mij al aan: '... en 34'. Hij heeft er kennelijk verstand van. Hij wil ook weten hoeveel de fiets weegt en vraagt of het een taille 54 (maat 54) is. Ik probeer hem uit te leggen dat dit bij zo'n frame eigenlijk anders aangegeven wordt, doch dat het daar min of meer wel op neerkomt. Leuk, zo'n wandelaar die ook verstand van racefietsen lijkt te hebben...
De wandelaars gaan verder en zelf fiets ik over de heuvel en de P terug naar de D274, om aan de rest van de rondrit te beginnen. Er geldt hier éénrichtingsverkeer, dus mag ik niet over dezelfde weg terug. Er volgen nu zo'n 4 km over een niet al te best wegdek met veel los gruis en een helling waar de fiets op deze bochtige weg graag naar beneden wil. Bovendien heb ik voortdurend te maken met overgangen van 'donker' naar 'licht' en omgekeerd, wat het dalen extra lastig maakt. Ik moet dus òf risico's nemen, òf af en toe een beetje 'slepend' remmen. Dat laatste is natuurlijk niet goed, doch met mijn tubeless banden hoef ik mij over een eventuele klapband in elk geval geen zorgen te maken. En dan ben ik 'eindelijk' terug op de D61 en mag ik voor de tweede keer de 2 km naar de afslag fietsen. Bij het museum komt een grote groep Franse racefietsers uit de uitrit. Die hebben kennelijk vanaf de Mont Beuvray wel dezelfde weg terug genomen . Natuurlijk blijf ik nu op de D61, die al snel D18 wordt, omdat ik in het departement Nièvre (58) kom. Op naar de volgende 'pukkel'!
De Morvan tussen Bibactre en de afslag naar Glux-en-Glenne:
Bij de afslag naar Glux-en-Glenne staat de Haut Folin al aangegeven. Na Glux kom ik weer in de bossen terecht, wat bij de inmiddels weer flink opgelopen temperatuur wel prettig is. Bij een doorkijkje zie ik een grote rood-witte antennemast. Daar zal de top dus wel ergens zijn. De D500 is een soort Route Forestière (RF), een weg t.b.v. de bosbouw. Het middelste gedeelte van de weg is op veel plaatsen, waarschijnlijk nog niet zo lang geleden, helemaal kapot gereden. Grote brokken glimmend, kleverig asfalt liggen naast de gaten. Ik probeer de eveneens aanwezige teer spetters zo goed als mogelijk te ontwijken door zo'n beetje 'op het kantje' te gaan rijden. Iets hoger op het talud liggen de gevelde boomstammen te wachten op transport. De weg zal dus nog wel meer te lijden krijgen. Gelukkig hoef ik straks, op de terugweg, niet over deze weg.
Bij Pré du Masse wordt de D500 de Route Forestière du Bois du Roi. Het klimmen hier gaat makkelijk, want het is geen erg steile klim en haast ongemerkt ben ik al bijna bij de afslag naar de top. Links van de weg lopen twee wandelaars voor mij uit en er komen een drietal klassieke Porsches uit tegenovergestelde richting. Verder is er geen verkeer. Het weggetje naar de top is de Route Forestière du Haut Folin en klimt nog nauwelijks. Vlak voor het einde van de weg staat een grote steen als markering van de top van de hoogste 'berg' van de Morvan en ook van de Bourgogne, de Haut Folin (901 m). Ik ben op het 'dak' aangekomen .
Op de top van de Haut Folin:
Maar waar is die hoge mast dan? Ik fiets naar het einde van het weggetje en zie alleen maar een gebouwtje tussen de bomen door, terwijl ik toch al bijna aan het einde van de weg ben. Pas op 't allerlaatste moment krijg ik de, een beetje naar links staande, mast in zicht. Hij hield zich gewoon schuin achter de hoge sparren .
De antennemast op de Haut Folin:
Terug naar Étang-sur-Arroux, waar mij nog een laatste 'beproeving' staat te wachten. Maar eerst even een flink stuk dalen. Door het Forêt Domaniale de St-Prix steek ik af naar La Croisette, waar ik op de D179 naar St-Prix zelf uitkom. Ook op de D179 heb ik weer mooie doorkijkjes op de bossen en heuvels van de Morvan.
De bossen en heuvels van de Morvan:
(Tussen La Croisette en St-Prix)
Na St-Prix daalt het verder, tot ik vlak voor St-Léger-sous-Beuvray even moet klimmen (6 procent) naar Le Bourg (het hart van het dorpje). Hier steek ik nu de D61 over - ik ben inmiddels al lang weer terug in m'n 'eigen' departement - en neem de weg naar La Comelle. Bij een restaurantje in St-Léger staat een groep Franse racefietsers, die mij uitbundig groeten . Op de P tegenover het restaurantje staan de Porsches. Ook na
St-Léger gaat 't nog naar beneden. Aan het einde van deze afdaling ben ik bij de Étang de Poisson aangekomen. Die plas is te mooi om niet te fotograferen. Op dit punt verlaat je ook het regionale natuurpark, want een bord langs de kant van weg geeft aan dat je, als je de andere kant op gaat, je in het park komt.
De schitterende omgeving van de Étang de Poisson:
Hier kom je in het Parc Naturel Régional du Morvan:
Bij het meertje staat hier zegge en schrijve één huis langs de weg. Terwijl ik sta te fotograferen, hoor ik achter mij Nederlands spreken. Er staat een auto met aanhanger met NL-kenteken bij het huis. Als ik er even later langs fiets, staat er ook nog een bestelauto van een autoverhuurbedrijf uit m'n woonplaats. Fiets je 'in the middle of nowhere' in de Morvan, zijn er (kennelijk) plaatsgenoten in een woning bezig...
Er moet weer een beetje geklommen worden, alvorens het verder bergafwaarts richting Étang gaat. Dan zit het eerste stuk van mijn rit er op. Het is hier, op goed 270 m hoogte, 'vies' heet geworden. Toch wil ik nog één klim doen.
Over de D994 fiets ik daarom een kleine 3 km richting Toulon-sur-Arroux, tot ik bij de afslag naar Uchon ben. Daar begint de D275 en de 'verschrikkelijke' klim naar het Signal d'Uchon. Het eerste stuk van deze klim voert door geheel open terrein, zodat je volop kunt genieten van de meer dan fraaie omgeving. Maar 't is heet, erg heet. De weg 'stinkt' een uur in de wind naar heet asfalt en de zon brandt op mijn 'oude lijf'. Met 5 - 6 procent stijging is het echter, ondanks de hitte, nog best te doen. Ik kom in een bos terecht en moet een gedeelte van de gewonnen hoogte weer prijsgeven. Zo kan ik wel even bijkomen en wat afkoelen, wat ook wel nodig is, want er komt nog 't een en ander!
Bij het verlaten van La Chapelle-sous-Uchon moet ik rechtsaf en kom ik op de D228. Ik zie een soort 'muurtje' voor mij opdoemen en selecteer razendsnel 34x29. Op een plateau ligt hier het plaatselijke kerkhof. De weg loopt er omheen en gaat met zo'n 10 procent tegen dat plateau op. Daarna wordt het even wat minder steil. Toch moet ik nog een paar passages van 9 procent overwinnen. Vlak voor La Gravetière staat een verkeersbord dat aangeeft dat er een afdaling van 18 procent volgt. Steil is het wel, maar op de terugweg blijkt van dat percentage (gelukkig) niet veel te kloppen. Ja, je bent hier in Frankrijk .
En dan beginnen de zwaarste 3 km van deze klim. Ik krijg achtereenvolgens de ene steile passage na de andere voor mijn wielen en nergens wordt het ook maar een moment dusdanig 'vlak' dat ik even op adem kan komen. Regelmatig zie ik 13 procent op het display van de Rox verschijnen. Er volgt ook nog een gedeelte van 14 procent. Telkens als ik hoop dat er na weer een bocht een minder steil stuk komt, gaat het vrolijk verder. Mijn hartslag loopt op tot 162 bpm en ik vraag mij serieus af of ik dit, na wat ik vandaag al gedaan heb en in deze hitte, wel vol kan (mag) houden. Ook in Uchon zelf gaat het stijgen maar door, zelfs nadat ik het dorpje al weer verlaten heb is het nog steil. Wanneer houdt dit op, waar is dat verduvelde Signal d'Uchon nu eindelijk eens een keer?! Opgeven, daar houd ik niet zo van, maar dit is eigenlijk niet leuk meer!
Net buiten Uchon draait de D228 naar links, richting Montcenis en gaat de weg omhoog opnieuw als D275 verder. De klim vlakt nu eindelijk af . Ik zie links van de weg iets wat lijkt op een 'oude boerderij met veel familie in de boomgaard'. De mensen zitten aan grote tafels, heerlijk in de schaduw, te genieten van 'een glaasje'. Het blijkt Auberge "La Croix Messire Jean" zijn. Dan ben ik nu dus zo goed als boven. Ah, daar is rechts het weggetje naar de 'P Rochers du Carnaval'. Ik heb op de kaart in het Sigma Data Center gezien dat dit het hoogste punt in de weg is, daarna begint de afdaling naar La Tagnière. Ik fiets nog een klein stukje door en ga dan, om wat schaduw te vinden, het weggetje naar de parkeerplaats in. Hier is boven verder niets, geen boom, geen bordje, alleen een hek met een bord dat aangeeft dat het een zone voor Aviation Civile is. Er starten, een flink stuk lager, parapentes.
De Morvan gezien vanaf het plateau (660 m) van het Signal d'Uchon:
Het weggetje loopt flink af en omdat ik het welletjes vind, neem ik slechts één 'trapje', plant mijn fiets tegen het hek, schiet bovenstaand plaatje en ga proberen even flink bij te komen en te genieten van het prachtige uitzicht.
Maar, ik moet ook nog terug. Op het steilste stuk van de afdaling doe ik, vanwege de vele bochten en losse steentjes op de weg, weer rustig aan. Ik schreef 't al, de helling die na La Gravetière nog genomen moet worden valt erg mee. La Chapelle-sous-Uchon ga ik nu niet in, maar ik blijf op de D228, de weg naar Mesvres. Die weg heeft, ik wist het niet hoor, een veel beter wegdek om snel te kunnen dalen dan de weg rechtstreeks terug naar Étang. In Mesvres kom ik weer op de D61 en met de wind in de rug 'vlieg' ik nu over een goed lopende, licht dalende weg terug naar Étang-sur-Arroux. Hè, hè, 't zit er op! Het was vandaag zwaar, maar alleszins de moeite waard, zodat ik met mijn 90 km meer dan tevreden ben. Strava èn het Sigma Data Center geven beide 1837 hm aan .
En dan nog dit: Madame Le Grimpeur wilde vandaag in Étang-sur-Arroux gaan zwemmen, maar omdat in dit stadje de zomer pas op 21 juni begint , gaat de Piscine Municipale dan ook pas open . Nu was
't vandaag eigenlijk ook helemaal geen weer om te gaan zwemmen, toch? Ja, je bent hier in Frankrijk .
(Verslag van de rit van zaterdag 6 juni 2015)
'Kenners' van de Morvan weten nu natuurlijk al waar ik vandaag gefietst heb, als ik het naar het 'dak' van de Bourgogne geweest ben. En de anderen mogen zich, na het lezen van dit verslag, ook wel een beetje als 'kenner' beschouwen .
Terwijl bij de start in Étang-sur-Arroux de zon al volop scheen, hing er nog een dikke wolkendeken over de toppen van de hoogste heuvels van de zuidelijke Morvan. Ik hoopte dat daar snel verandering in zou komen, want zo zag het er maar kil uit. Doch toen ik eenmaal op de D61 richting St-Léger-sous-Beuvray fietste, kon ik gerust zijn, want de wolken waren aan het oplossen en de hemel werd steeds blauwer. De bermen langs de D61 zijn onlangs onder handen genomen en 't rook er dan ook naar vers gemaaid gras.
Al snel kwamen enige doelen voor vandaag 'in zicht':
Na het passeren van het bord, dat mij vertelde dat ik nu in het Parc Naturel Régional du Morvan was, ben ik op 't binnenblad gaan rijden (34x19). Zo kon ik soepel blijven draaien op de licht stijgende weg. Ik geloof dat het tot aan Bibracte nergens boven de 6 procent is geweest. Al genietend 'peddel' ik hier door een prachtig groene en erg heuvelachtige omgeving. De open stukken worden afgewisseld door passages met bos. In één van die open gedeeltes zie ik St-Léger-sous-Beuvray al liggen. Er is niet veel verkeer, iets wat volgens mij in het hoogseizoen waarschijnlijk wel anders zal zijn. Voorbij St-Léger vind ik het zelfs nog rustiger worden op de weg. Als ik al een flink stuk 'geklommen' heb, zie ik links de D274 met de wegwijzer naar Les Jours. Hier moet ik straks, na mijn 'rondje Mont Beuvray', dus weer uitkomen. Nog zo'n 2 km en ik ben bij Bibracte, waar de wegzijzer vermeldt dat het links naar Bibracte - Mont Beuvray gaat. Maar je ziet eigenlijk helemaal niet dat de klim daar begint. Geen bordje met 'D274', alleen een brede inrit naar het museum en de parkeerplaats. Toch moet je daar afslaan en dan vlak voor de ingang van het museum linksaf omhoog. Er staat geloof ik een bordje met de kreet Route du Site of iets dergelijks. Daar gaat, meteen steil, een weggetje het bos in. Zo'n weggetje dat doet denken aan de Italiaanseweg bij Doorwerth of het Rozenbos bij Rheden, maar dan steiler .
Als je van St-Léger-sous-Beuvray komt en je ziet dit, moet je dus linksaf :
Op de Michelinkaart staat aangegeven dat het tot 20 procent gaat, dus heb ik mij op 't ergste voorbereid. Ik lees op de display van de Rox al snel 9 procent, dan 11 procent en daarna wordt het ècht lastig, want er verschijnt 14 procent op het schermpje. Even, héél even maar, valt het percentage terug tot 9 à 11, om daarna weer op te lopen tot 15! Maar het voelt alsof het veel steiler is. Ik vraag mij dan ook af of de 'techniek' van de Rox dit wel bij kan benen, omdat het gelukkig vrij korte passages zijn en zo'n apparaatje altijd enige tijd nodig heeft om zich aan te passen. De klim vlakt iets af. Inmiddels snak ik naar adem. Links voor mij zie ik een weiland met 'toestanden', er staan wat auto's, er is een grote tent en er lopen toeristen. Ben ik er al? Ik weet dat de klim niet erg lang is. Nee, ik ben er nog niet. Ik zie ook regelmatig haltes voor de navette (pendelbus), voor 'gewone' stervelingen dus. Maar ik moet op de fiets nog verder, omhoog, naar de top. Op dit punt gaat het wel en ik krijg weer wat lucht. Mijn hartslag is nog niet boven de 152 bpm geweest. Die probeer ik, als 'oude man' , natuurlijk ook binnen de perken te houden.
O jee, daar gaan we weer! Er volgt nog een gemeen steil stuk, waar ik opnieuw 15 procent aflees en ik op
158 bpm uitkom. Maar, ik ben er zo te zien nu bijna . In een bocht ligt een onverharde parkeerplaats, draait de weg verder naar rechts en gaat naar beneden. Achter de parkeerplaats zie ik een heuvel met de een of andere gedenksteen. Eerst even bijkomen! Ik parkeer de Lynskey tegen de houten bekleding van een poubelle (afvalbak), naast weer zo'n bushalte. Even wat drinken en eten. Spectaculair is het hier in elk geval niet. Ondertussen zie ik dat ik best over de parkeerplaats naar de steen op de grasheuvel zou kunnen fietsen en dat doe ik even later dan ook maar. Tegen het monument kan ik mijn fiets niet kwijt, maar ietsje lager is een oriëntatietafel met gedenksteen en daar kan ik fiets wel goed neerzetten. Snel een foto maken. Ik hoop dat de foto bruikbaar zal zijn, want er is alleen maar fel tegenlicht.
Op de Mont Beuvray (809 m):
Er komt een groepje Franse wandelaars aan. 'Ik heb geen fiets', zegt een van de dames uit het gezelschap. 'Dan zult u moet lopen', antwoord ik. 'Maar het is zwaar hoor, op de fiets', zeg ik nog. Een van de heren, zo'n beetje van mijn generatie schat ik, heeft belangstelling voor de fiets. Of ik achter een '32' heb? Ik vertel hem de vertandingen. Als ik zeg dat ik voor '50 en ...' heb, vult hij mij al aan: '... en 34'. Hij heeft er kennelijk verstand van. Hij wil ook weten hoeveel de fiets weegt en vraagt of het een taille 54 (maat 54) is. Ik probeer hem uit te leggen dat dit bij zo'n frame eigenlijk anders aangegeven wordt, doch dat het daar min of meer wel op neerkomt. Leuk, zo'n wandelaar die ook verstand van racefietsen lijkt te hebben...
De wandelaars gaan verder en zelf fiets ik over de heuvel en de P terug naar de D274, om aan de rest van de rondrit te beginnen. Er geldt hier éénrichtingsverkeer, dus mag ik niet over dezelfde weg terug. Er volgen nu zo'n 4 km over een niet al te best wegdek met veel los gruis en een helling waar de fiets op deze bochtige weg graag naar beneden wil. Bovendien heb ik voortdurend te maken met overgangen van 'donker' naar 'licht' en omgekeerd, wat het dalen extra lastig maakt. Ik moet dus òf risico's nemen, òf af en toe een beetje 'slepend' remmen. Dat laatste is natuurlijk niet goed, doch met mijn tubeless banden hoef ik mij over een eventuele klapband in elk geval geen zorgen te maken. En dan ben ik 'eindelijk' terug op de D61 en mag ik voor de tweede keer de 2 km naar de afslag fietsen. Bij het museum komt een grote groep Franse racefietsers uit de uitrit. Die hebben kennelijk vanaf de Mont Beuvray wel dezelfde weg terug genomen . Natuurlijk blijf ik nu op de D61, die al snel D18 wordt, omdat ik in het departement Nièvre (58) kom. Op naar de volgende 'pukkel'!
De Morvan tussen Bibactre en de afslag naar Glux-en-Glenne:
Bij de afslag naar Glux-en-Glenne staat de Haut Folin al aangegeven. Na Glux kom ik weer in de bossen terecht, wat bij de inmiddels weer flink opgelopen temperatuur wel prettig is. Bij een doorkijkje zie ik een grote rood-witte antennemast. Daar zal de top dus wel ergens zijn. De D500 is een soort Route Forestière (RF), een weg t.b.v. de bosbouw. Het middelste gedeelte van de weg is op veel plaatsen, waarschijnlijk nog niet zo lang geleden, helemaal kapot gereden. Grote brokken glimmend, kleverig asfalt liggen naast de gaten. Ik probeer de eveneens aanwezige teer spetters zo goed als mogelijk te ontwijken door zo'n beetje 'op het kantje' te gaan rijden. Iets hoger op het talud liggen de gevelde boomstammen te wachten op transport. De weg zal dus nog wel meer te lijden krijgen. Gelukkig hoef ik straks, op de terugweg, niet over deze weg.
Bij Pré du Masse wordt de D500 de Route Forestière du Bois du Roi. Het klimmen hier gaat makkelijk, want het is geen erg steile klim en haast ongemerkt ben ik al bijna bij de afslag naar de top. Links van de weg lopen twee wandelaars voor mij uit en er komen een drietal klassieke Porsches uit tegenovergestelde richting. Verder is er geen verkeer. Het weggetje naar de top is de Route Forestière du Haut Folin en klimt nog nauwelijks. Vlak voor het einde van de weg staat een grote steen als markering van de top van de hoogste 'berg' van de Morvan en ook van de Bourgogne, de Haut Folin (901 m). Ik ben op het 'dak' aangekomen .
Op de top van de Haut Folin:
Maar waar is die hoge mast dan? Ik fiets naar het einde van het weggetje en zie alleen maar een gebouwtje tussen de bomen door, terwijl ik toch al bijna aan het einde van de weg ben. Pas op 't allerlaatste moment krijg ik de, een beetje naar links staande, mast in zicht. Hij hield zich gewoon schuin achter de hoge sparren .
De antennemast op de Haut Folin:
Terug naar Étang-sur-Arroux, waar mij nog een laatste 'beproeving' staat te wachten. Maar eerst even een flink stuk dalen. Door het Forêt Domaniale de St-Prix steek ik af naar La Croisette, waar ik op de D179 naar St-Prix zelf uitkom. Ook op de D179 heb ik weer mooie doorkijkjes op de bossen en heuvels van de Morvan.
De bossen en heuvels van de Morvan:
(Tussen La Croisette en St-Prix)
Na St-Prix daalt het verder, tot ik vlak voor St-Léger-sous-Beuvray even moet klimmen (6 procent) naar Le Bourg (het hart van het dorpje). Hier steek ik nu de D61 over - ik ben inmiddels al lang weer terug in m'n 'eigen' departement - en neem de weg naar La Comelle. Bij een restaurantje in St-Léger staat een groep Franse racefietsers, die mij uitbundig groeten . Op de P tegenover het restaurantje staan de Porsches. Ook na
St-Léger gaat 't nog naar beneden. Aan het einde van deze afdaling ben ik bij de Étang de Poisson aangekomen. Die plas is te mooi om niet te fotograferen. Op dit punt verlaat je ook het regionale natuurpark, want een bord langs de kant van weg geeft aan dat je, als je de andere kant op gaat, je in het park komt.
De schitterende omgeving van de Étang de Poisson:
Hier kom je in het Parc Naturel Régional du Morvan:
Bij het meertje staat hier zegge en schrijve één huis langs de weg. Terwijl ik sta te fotograferen, hoor ik achter mij Nederlands spreken. Er staat een auto met aanhanger met NL-kenteken bij het huis. Als ik er even later langs fiets, staat er ook nog een bestelauto van een autoverhuurbedrijf uit m'n woonplaats. Fiets je 'in the middle of nowhere' in de Morvan, zijn er (kennelijk) plaatsgenoten in een woning bezig...
Er moet weer een beetje geklommen worden, alvorens het verder bergafwaarts richting Étang gaat. Dan zit het eerste stuk van mijn rit er op. Het is hier, op goed 270 m hoogte, 'vies' heet geworden. Toch wil ik nog één klim doen.
Over de D994 fiets ik daarom een kleine 3 km richting Toulon-sur-Arroux, tot ik bij de afslag naar Uchon ben. Daar begint de D275 en de 'verschrikkelijke' klim naar het Signal d'Uchon. Het eerste stuk van deze klim voert door geheel open terrein, zodat je volop kunt genieten van de meer dan fraaie omgeving. Maar 't is heet, erg heet. De weg 'stinkt' een uur in de wind naar heet asfalt en de zon brandt op mijn 'oude lijf'. Met 5 - 6 procent stijging is het echter, ondanks de hitte, nog best te doen. Ik kom in een bos terecht en moet een gedeelte van de gewonnen hoogte weer prijsgeven. Zo kan ik wel even bijkomen en wat afkoelen, wat ook wel nodig is, want er komt nog 't een en ander!
Bij het verlaten van La Chapelle-sous-Uchon moet ik rechtsaf en kom ik op de D228. Ik zie een soort 'muurtje' voor mij opdoemen en selecteer razendsnel 34x29. Op een plateau ligt hier het plaatselijke kerkhof. De weg loopt er omheen en gaat met zo'n 10 procent tegen dat plateau op. Daarna wordt het even wat minder steil. Toch moet ik nog een paar passages van 9 procent overwinnen. Vlak voor La Gravetière staat een verkeersbord dat aangeeft dat er een afdaling van 18 procent volgt. Steil is het wel, maar op de terugweg blijkt van dat percentage (gelukkig) niet veel te kloppen. Ja, je bent hier in Frankrijk .
En dan beginnen de zwaarste 3 km van deze klim. Ik krijg achtereenvolgens de ene steile passage na de andere voor mijn wielen en nergens wordt het ook maar een moment dusdanig 'vlak' dat ik even op adem kan komen. Regelmatig zie ik 13 procent op het display van de Rox verschijnen. Er volgt ook nog een gedeelte van 14 procent. Telkens als ik hoop dat er na weer een bocht een minder steil stuk komt, gaat het vrolijk verder. Mijn hartslag loopt op tot 162 bpm en ik vraag mij serieus af of ik dit, na wat ik vandaag al gedaan heb en in deze hitte, wel vol kan (mag) houden. Ook in Uchon zelf gaat het stijgen maar door, zelfs nadat ik het dorpje al weer verlaten heb is het nog steil. Wanneer houdt dit op, waar is dat verduvelde Signal d'Uchon nu eindelijk eens een keer?! Opgeven, daar houd ik niet zo van, maar dit is eigenlijk niet leuk meer!
Net buiten Uchon draait de D228 naar links, richting Montcenis en gaat de weg omhoog opnieuw als D275 verder. De klim vlakt nu eindelijk af . Ik zie links van de weg iets wat lijkt op een 'oude boerderij met veel familie in de boomgaard'. De mensen zitten aan grote tafels, heerlijk in de schaduw, te genieten van 'een glaasje'. Het blijkt Auberge "La Croix Messire Jean" zijn. Dan ben ik nu dus zo goed als boven. Ah, daar is rechts het weggetje naar de 'P Rochers du Carnaval'. Ik heb op de kaart in het Sigma Data Center gezien dat dit het hoogste punt in de weg is, daarna begint de afdaling naar La Tagnière. Ik fiets nog een klein stukje door en ga dan, om wat schaduw te vinden, het weggetje naar de parkeerplaats in. Hier is boven verder niets, geen boom, geen bordje, alleen een hek met een bord dat aangeeft dat het een zone voor Aviation Civile is. Er starten, een flink stuk lager, parapentes.
De Morvan gezien vanaf het plateau (660 m) van het Signal d'Uchon:
Het weggetje loopt flink af en omdat ik het welletjes vind, neem ik slechts één 'trapje', plant mijn fiets tegen het hek, schiet bovenstaand plaatje en ga proberen even flink bij te komen en te genieten van het prachtige uitzicht.
Maar, ik moet ook nog terug. Op het steilste stuk van de afdaling doe ik, vanwege de vele bochten en losse steentjes op de weg, weer rustig aan. Ik schreef 't al, de helling die na La Gravetière nog genomen moet worden valt erg mee. La Chapelle-sous-Uchon ga ik nu niet in, maar ik blijf op de D228, de weg naar Mesvres. Die weg heeft, ik wist het niet hoor, een veel beter wegdek om snel te kunnen dalen dan de weg rechtstreeks terug naar Étang. In Mesvres kom ik weer op de D61 en met de wind in de rug 'vlieg' ik nu over een goed lopende, licht dalende weg terug naar Étang-sur-Arroux. Hè, hè, 't zit er op! Het was vandaag zwaar, maar alleszins de moeite waard, zodat ik met mijn 90 km meer dan tevreden ben. Strava èn het Sigma Data Center geven beide 1837 hm aan .
En dan nog dit: Madame Le Grimpeur wilde vandaag in Étang-sur-Arroux gaan zwemmen, maar omdat in dit stadje de zomer pas op 21 juni begint , gaat de Piscine Municipale dan ook pas open . Nu was
't vandaag eigenlijk ook helemaal geen weer om te gaan zwemmen, toch? Ja, je bent hier in Frankrijk .
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 08 jun 2015 12:50, 1 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux
Weer een fijn verslag en ik kom iedere keer als ik een dergelijk verslag lees weer meer in de vakantiestemming. Nog een maandje!
-
- Forum-lid
- Berichten: 329
- Lid geworden op: 28 nov 2011 14:48
Mooi verslag, vorig jaar ook de Beuvray opgeweest, wat klereding was dat zeg, met dito afdaling inderdaad. Verder prachtig fietsen in de Morvan.
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar de Mont de Sène, Beaune en de Hautes-Côtes-de-Beaune
(Verslag van de rit van woensdag 10 juni 2015)
Vandaag stapte ik al voor acht uur 's morgens op mijn fiets voor een rit door de wijngaarden in de omgeving van Chagny en Beaune. Het zou ook een relatief korte trip worden, wat niet wil zeggen dat mij bruto fietstijd dan ook slechts een paar uurtjes bedraagt. Mijn routes gaan hier vaak door dorpjes en gehuchtjes, met veel 'draaien en keren', over soms (erg) steile hellingen en 'lastige' afdalingen. En dan 'moet' er natuurlijk ook nog gefotografeerd worden, wat zeeën van tijd kost . Daarom is 't wel prettig als je al vroeg kunt vertrekken. Het zou hier vandaag zo'n 25 graden worden en de enige 'spelbreker' was eigenlijk de frisse NO-wind. Weliswaar slechts 2-3 Beaufort, doch wel een behoorlijk frisse wind.
Langs de pylonen van de 'lijnentrekkers', die ook al vroeg van de partij waren, ben ik via Rémigny richting Chassey-le-Camp gefietst. Al voor Valotte ben ik echter meteen rechtsaf naar de D974 geklommen en over die drukke weg een stukje naar 't zuiden gegaan. Na ongeveer 1 km heb ik deze weg weer verlaten en ben ik via het bruggetje over het Canal du Centre rechtsaf naar Santenay gereden. Ter hoogte van het casino heb ik de ketting al vast op het kleine blad gelegd, want op de D113 richting Dezize-lès-Maranges is het meteen weer klimmen geblazen. De zon scheen al prachtig op de uitgestrekte wijngaarden en ik had de wind schuin van achteren. Op de splitsing, waar de D113 verder gaat richting Nolay, ben ik 'rechtdoor' het dorpje Dezize in gegaan.
Mijn eerste doel voor vandaag was een mooi 'hoekje', dat wellicht niet iedereen die hier wel eens komt goed kent, maar wat erg leuk is om ook eens op de fiets te doen. In Dezize moet je dan het rechtsaf richting
Mont de Sène, een berg die lokaal beter bekend is onder de naam Montagne des Trois Croix en wat hier dan ook zo op de bordjes staat. Meteen om de hoek staat er al een bord met '13%', dus dat belooft wat!
Met 10 - 11 procent slingert de weg zich erg steil door het dorpje en blijft gemeen stijgen tot het nabij gelegen gehucht Borgy. Daar kom je op een driesprong, waar je naar links richting Nolay en naar rechts verder de berg op gaat. Het is nu veel minder steil, tot je op een V-splitsing komt, waar een bord aangeeft dat je voor Montagne des 3 Croix rechts aan moet houden.
Rechts aanhouden voor Montagne des 3 Croix:
Na de splitsing gaat het toch weer met zo'n 8 procent omhoog. Het laatste stuk, tot aan een grote parkeerplaats, is dan weer nagenoeg vlak. Je kijk hier al schitterend uit over de wijde omgeving. Bij de P eindigt de verharde weg min of meer. Je kunt nog wel verder over het daarna niet onderhouden verharde gedeelte, doch een paar grote rotsblokken plus een bord 'verboden in te rijden' moeten voorkomen dat er toch met auto's verder omhoog gereden wordt. Op de fiets kun je echter makkelijk tussen die rotsblokken door en dat bord, ach dat bord heb ik geloof ik over 't hoofd gezien . Er volgt over het matige wegdek nog een korte steile passage, dus 't stuur goed vasthouden en kijken waar je rijdt, tot de verharding ècht ophoudt en je bijna op de top bent aangekomen. Ik sta hier met de fiets nu op 516 meter, terwijl de top op 521 meter hoogte ligt. De fiets wordt tegen een wegwijzer 'geplant' en ik begin vast aan mijn 'fotosessie'. Fantastisch wat een uitzicht heb je hier!
Op 516 m hoogte wordt de fiets tegen een wegwijzer 'geplant':
(Op Montagne des Troix Croix, met in de verte het stadje Nolay)
Zo goed en zo kwaad als het gaat, 'strompel' ik op mijn raceschoenen met Look-plaatjes nog even over de rotsachtige bodem een paar meter omhoog voor een plaatje van de drie kruizen op de top.
Op de top (521 m) van de Mont de Sène (Montagne des Trois Croix):
Hierna ga ik voorzichtig terug naar de parkeerplaats en verder naar de V-splitsing, waar ik nu rechtsaf ga en over prima asfalt (met zelfs nog een fonkelnieuw gedeelte) prima kan dalen naar de D906. De D906 is druk en helemaal aan de rechterzijde van de weg klim ik naar de rotonde waar de D906 en de D973 elkaar kruisen. De grote vrachtauto's, maar ook de andere automobilisten, rijden netjes met een heel ruime boog om mij
heen . Dat moet ook wel, want ze houden erg van opschieten. Gelukkig ben ik snel bij de afslag naar
La Rochepot en ga ik de 'binnenlanden' weer in en over de D33 richting St-Aubin. Vanaf de D33 kun je een mooi plaatje schieten van La Rochepot en het fraaie en ook fraai gelegen château.
La Rochepot en z'n Château:
Door een enigszins bosachtige omgeving slingert de weg zich eerst nog een beetje omhoog en daalt daarna naar St-Aubin. Net voordat de D33 op de D906 uitkomt, ga ik linksaf St-Aubin in. Wat is dat nu? Zit daar tegen een muurtje zomaar een groot konijn aan het begin van 't straatje! Voorzichtig stop ik en stap af. Het dier blijft daar gewoon zitten en kijkt mij aan. Het is vast geen wild konijn, die zitten toch niet in een dorpje en lopen zeker weg als je er te dicht in de buurt komt. Ik kan zelfs een foto (met flits!) maken, waarna het dier er met opgevouwen poten eens rustig bij gaat 'liggen' . Het is haast aandoenlijk om te zien.
Ontmoeting met een konijn in St-Aubin:
Mijn route gaat dwars door St-Aubin en daarna verder binnendoor naar Gamay, waar de Rox mij vertelt dat ik 'achterom' het gehucht in moet. Daar is de weg echter net voorzien van een dikke laag rul 'gravel' waar je met de racefiets onmogelijk kunt fietsen, dus zoek ik zelf mijn weg door Gamay en vind ik zonder problemen de mooie en weer erg steile weg naar het volgende gehucht. De klim loopt bovenin op tot rond de 12 procent, maar is alleszins de moeite waard. Op de 'top' (380 m) voelt het aangenaam warm in de zon en is er even geen wind merkbaar. Schitterend is het uitzicht over de wijngaarden en de blik op St-Aubin!
Op 380 m hoogte in de appelation St-Aubin met het dorpje op de achtergrond:
Ik neem hier even de tijd om wat te eten en te drinken, want het is er zo mooi, daar wil ik wel even rustig van kunnen genieten . En daarna gaat het weer naar beneden, naar 't gehuchtje Blagny. Helemaal beneden kom ik op 'de wijnroute', waar je een beetje 'op en af' schitterend van wijndorp naar wijndorp kunt fietsen. De weggetjes tussen de wijngaarden zijn over het algemeen van prima kwaliteit, maar wel smal. Daarom moet je zo af en toe wel een wijnboer met z'n bestelauto of landbouwmachine even de ruimte geven, want er wordt overal druk gewerkt in de wijngaarden.
De door mij ingetekende route stuurt mij in Meursault weer 'in de verkeerde richting' over de eenrichtingsweg de kant van het stadhuis op. Deze keer zoek ik daarom, m.b.v. de bordjes die de fietsroute markeren, zelf mijn weg door 't stadje en kom ik toch netjes bij het stadhuis uit. In Meursault is het daarna voor mij nog veel 'draaien en keren' en moet ik extra opletten, omdat de route heen en terug elkaar hier kruisen. Als ik echter de Rox de gelegenheid geef de tracks rustig te draaien, gaat het verder met de navigatie prima !
Ik geniet volop van het fietsen hier en trap nu, tussen de muurtjes van de clos (ommuurde wijngaarden), richting zo'n ander 'beroemd' wijndorp, Volnay.
Fietsen tussen de muurtjes van de clos bij Volnay...:
...op de fietsroute Santenay - Beaune:
Beaune, daar wil je met de auto eigenlijk al niet door, dus zeker niet op de racefiets! En toch wilde ik nog verder naar 't noorden, richting Aloxe-Corton. Daarom heb ik geprobeerd een route uit te zetten aan de westzijde van Beaune, buiten de stad om. Eens kijken of mij dat gelukt is . Na Volnay en Pommard, kwam ik aan de rand van Beaune op de D970, die ik echter na 400 m al weer kon verlaten. Daarna verliep mijn route een beetje zigzag helemaal echt langs rand van de stad. Links van de weg had ik de wijngaarden en rechts de laatste huizen. In de verte zag ik de op een talud gelegen Autoroute du Soleil (A6) al liggen. Daar moest ik nog wel overheen. Daarom ging, helemaal in het uiterste noorden van Beaune, de route nog een stukje door een rustig woonwijkje. Zo kwam ik op een rotonde bij het nieuwe Centre Commercial en kon ik de D18 op draaien en de autoweg passeren. 'Niets' van Beaune gezien ! En al snel fietste ik ook hier weer tussen de wijngaarden, nu tussen die van Aloxe-Corton.
Tussen de wijngaarden van Aloxe-Corton:
In het dorpje vind ik een plantsoentje met een heuse kraan en wat picknick bankjes. Er staan helaas paaltjes met de tekst 'peinture fraîche ne rien déposer' (net geverfd niets opzetten). Ik blijf maar staan en kan zo, al etend, ook wel gnieten van het uitzicht over de immense wijngaarden tussen Aloxe-Corton en Beaune.
De immense wijngaarden bij Aloxe-Corton:
(Aan de horizon - in 't zuiden - ligt Beaune)
Het is mijn bedoeling nog een stukje verder naat 't noorden te fietsen, om dan bij Pernand-Vergelesses te keren en via Savigny-lès-Beaune en de Hautes-Côtes-de-Beaune terug te rijden. Over de D115d en de D18 bereik ik Pernand, waar ik bij de rotonde een mooi keerpunt heb. Even denk ik nog 'Zal ik even omhoog het stadje in klimmen?', maar bij het zien van een bord met de waarschuwing voor gravillons aan het begin van de weg naar boven, besluit ik dat 'avontuur' maar niet aan te gaan .
Bij Pernand-Vergelesses:
Na het keerpunt fiets ik weer, nu dus in zuidelijke richting, een stukje over de D18 en bij een wegwijzer die naar Savigny verwijst, ga ik rechtsaf. Ook hier wijngaarden, wijngaarden en nog eens wijngaarden.
In Savigny-lès-Beaune is een groot kasteel. Het is van een wijnbouwer, die uiteraard ter plekke zijn wijn aan de man brengt. Maar het kasteel herbergt ook een aantal, wat hij zelf noemt, 'musea'. Hij heeft negen collecties in en bij het grote château ondergebracht. Je kunt er voor - als ik 't mij goed herinner - € 10,00 het kasteel, de wijngaard rond het kasteel en de collecties bekijken. Er is o.a. een verzameling Abarth raceauto's, (wijngaard)tractoren uit de jaren '50, brandweerauto's en 80 oude avions de chasse (jachtvliegtuigen) te zien. Die laatste staan in de tuin rond het kasteel opgesteld. Bij de ingang zie je er ook al een paar: een 'Starfighter', een 'F16' en ik geloof de een of andere 'Mirage'. In het kasteel zijn ook diverse schaalmodellen van dergelijke zaken te zien. Bekijk hieronder zelf maar eens wat ik er buiten het hek al zo van heb kunnen zien.
Het Château de Savigny-lès-Beaune:
(Entree)
Het Chateau van Savigny-lès-Beaune:
(Achterzijde)
Oude avions de chasse in de voortuin van het Château de Savigny-lès-Beaune...:
...en in de achteruin:
Na dit intermezzo zoek ik door de smalle straatjes van het stadje de klim naar Bouze-lès-Beaune. De weg slingert zich met een paar bochten richting de A6 en daarna gaat het langs de autoweg verder omhoog en is het met 6% nog flink klimmen. Het begint nu warm te worden, zeker nu je hier de wind niet meer voelt. De totale klim is zo'n 4,5 km lang. Na het viaduct over de autoweg ga je dalen naar Bouze en daarna even zo vrolijk met een procent of 6 opnieuw klimmen. Op een T-splitsing zie ik dat het rechtsaf slechts 400 meter is naar de Pas St-Martin. Dat moet ik natuurlijk even 'doen'. Er volgt een korte steile passage (10%) voor ik er ben. Aan een witte streep dwars over de weg en omdat de weg daarna weer steil afloopt, zie je dat je er bent. Helaas geen 'collenbord'. Dan maar een foto van de wegwijzertjes gemaakt .
Naar de Pas-St-Martin en naar Nantoux over C-wegen in de binnenlanden van de Hautes-Côtes-de-Beaune:
De afdaling hier door de Hautes-Côtes-de-Beaune naar Natoux is een snelle, want het wegdek is prima, de weg is goed te overzien en er is hier nauwelijks of geen verkeer.
In de afdaling naar Nantoux in de Hautes-Côtes-de-Beaune:
Bij de kruising met de D17 ben ik aan het einde van deze afdaling gekomen en moet ik over een côte (maximaal 5%), alvorens het verder daalt en ik bij Monthelie uitkom. Het dreigt nu 'saai' te worden, want ook hier liggen weer enorme wijngaarden op de hellingen. Maar 't is er wel prachtig fietsen hoor.
De wijngaarden bij Monthelie:
Na Monthelie ben ik al weer snel in Meursault, waar het 'draaien en keren' m.b.v. de Rox probleemloos verloopt. Ik moet alleen oppassen niet per abuis de track van de heenweg te pakken . Maar 't gaat goed.
De rest van de rit gaat nu, ten dele over de fietsroute en door de wijngaarden, via Puligny-Montrachet naar Chassagne-Montrachet. Als ik, een eindje naast de weg, hier het château sta te fotograferen, komt er een oude bestelauto (met wijnboer?) aan, die geduldig wacht tot ik mijn foto gemaakt heb. Waar overkomt je nu nog zoiets ? Bij het château, waar je ook kunt logeren, worden de wijnen die je daar kunt kopen niet per appelation, maar per wijngaard op het bord bij de ingang vermeld. 'Trek maar vast je creditcard!'
Het Château de Chassagne-Montrachet:
Even verder zie ik nog een soort oud château in de wijngaarden liggen. Ik heb nog niet kunnen achterhalen welk château of ander gebouw het precies is.
In de wijngaarden bij het Hameau de Morgeot (tussen Chassagne-Montrachet en Santenay):
Nog een paar kilometer door het licht golvende landschap en ik ben al weer in Santenay. Ja, het is inderdaad schitterend fietsen in dit gebied. Regelmatig kom ik dan ook landgenoten tegen die hun E-bikes mee hebben gesjouwd en er driftig op los 'fietsen'. Ik vind 't prima, zolang ze mij maar niet in de weg zitten .
In Rémigny wijk ik nog een stukje van de geplande route af en fiets langs het kanaal terug. Zo kom ik ik voor deze erg mooie en ook leuke tocht (Strava) op 84 km, waarbij ik bovendien ook nog eens 1212 hm heb 'overwonnen'. Tot slot, de weersverwachting voor de komende vier à vijf dagen hier ziet er niet zo best uit (onweersbuien, regen) , dus even een paar extra rustdagen .
(Verslag van de rit van woensdag 10 juni 2015)
Vandaag stapte ik al voor acht uur 's morgens op mijn fiets voor een rit door de wijngaarden in de omgeving van Chagny en Beaune. Het zou ook een relatief korte trip worden, wat niet wil zeggen dat mij bruto fietstijd dan ook slechts een paar uurtjes bedraagt. Mijn routes gaan hier vaak door dorpjes en gehuchtjes, met veel 'draaien en keren', over soms (erg) steile hellingen en 'lastige' afdalingen. En dan 'moet' er natuurlijk ook nog gefotografeerd worden, wat zeeën van tijd kost . Daarom is 't wel prettig als je al vroeg kunt vertrekken. Het zou hier vandaag zo'n 25 graden worden en de enige 'spelbreker' was eigenlijk de frisse NO-wind. Weliswaar slechts 2-3 Beaufort, doch wel een behoorlijk frisse wind.
Langs de pylonen van de 'lijnentrekkers', die ook al vroeg van de partij waren, ben ik via Rémigny richting Chassey-le-Camp gefietst. Al voor Valotte ben ik echter meteen rechtsaf naar de D974 geklommen en over die drukke weg een stukje naar 't zuiden gegaan. Na ongeveer 1 km heb ik deze weg weer verlaten en ben ik via het bruggetje over het Canal du Centre rechtsaf naar Santenay gereden. Ter hoogte van het casino heb ik de ketting al vast op het kleine blad gelegd, want op de D113 richting Dezize-lès-Maranges is het meteen weer klimmen geblazen. De zon scheen al prachtig op de uitgestrekte wijngaarden en ik had de wind schuin van achteren. Op de splitsing, waar de D113 verder gaat richting Nolay, ben ik 'rechtdoor' het dorpje Dezize in gegaan.
Mijn eerste doel voor vandaag was een mooi 'hoekje', dat wellicht niet iedereen die hier wel eens komt goed kent, maar wat erg leuk is om ook eens op de fiets te doen. In Dezize moet je dan het rechtsaf richting
Mont de Sène, een berg die lokaal beter bekend is onder de naam Montagne des Trois Croix en wat hier dan ook zo op de bordjes staat. Meteen om de hoek staat er al een bord met '13%', dus dat belooft wat!
Met 10 - 11 procent slingert de weg zich erg steil door het dorpje en blijft gemeen stijgen tot het nabij gelegen gehucht Borgy. Daar kom je op een driesprong, waar je naar links richting Nolay en naar rechts verder de berg op gaat. Het is nu veel minder steil, tot je op een V-splitsing komt, waar een bord aangeeft dat je voor Montagne des 3 Croix rechts aan moet houden.
Rechts aanhouden voor Montagne des 3 Croix:
Na de splitsing gaat het toch weer met zo'n 8 procent omhoog. Het laatste stuk, tot aan een grote parkeerplaats, is dan weer nagenoeg vlak. Je kijk hier al schitterend uit over de wijde omgeving. Bij de P eindigt de verharde weg min of meer. Je kunt nog wel verder over het daarna niet onderhouden verharde gedeelte, doch een paar grote rotsblokken plus een bord 'verboden in te rijden' moeten voorkomen dat er toch met auto's verder omhoog gereden wordt. Op de fiets kun je echter makkelijk tussen die rotsblokken door en dat bord, ach dat bord heb ik geloof ik over 't hoofd gezien . Er volgt over het matige wegdek nog een korte steile passage, dus 't stuur goed vasthouden en kijken waar je rijdt, tot de verharding ècht ophoudt en je bijna op de top bent aangekomen. Ik sta hier met de fiets nu op 516 meter, terwijl de top op 521 meter hoogte ligt. De fiets wordt tegen een wegwijzer 'geplant' en ik begin vast aan mijn 'fotosessie'. Fantastisch wat een uitzicht heb je hier!
Op 516 m hoogte wordt de fiets tegen een wegwijzer 'geplant':
(Op Montagne des Troix Croix, met in de verte het stadje Nolay)
Zo goed en zo kwaad als het gaat, 'strompel' ik op mijn raceschoenen met Look-plaatjes nog even over de rotsachtige bodem een paar meter omhoog voor een plaatje van de drie kruizen op de top.
Op de top (521 m) van de Mont de Sène (Montagne des Trois Croix):
Hierna ga ik voorzichtig terug naar de parkeerplaats en verder naar de V-splitsing, waar ik nu rechtsaf ga en over prima asfalt (met zelfs nog een fonkelnieuw gedeelte) prima kan dalen naar de D906. De D906 is druk en helemaal aan de rechterzijde van de weg klim ik naar de rotonde waar de D906 en de D973 elkaar kruisen. De grote vrachtauto's, maar ook de andere automobilisten, rijden netjes met een heel ruime boog om mij
heen . Dat moet ook wel, want ze houden erg van opschieten. Gelukkig ben ik snel bij de afslag naar
La Rochepot en ga ik de 'binnenlanden' weer in en over de D33 richting St-Aubin. Vanaf de D33 kun je een mooi plaatje schieten van La Rochepot en het fraaie en ook fraai gelegen château.
La Rochepot en z'n Château:
Door een enigszins bosachtige omgeving slingert de weg zich eerst nog een beetje omhoog en daalt daarna naar St-Aubin. Net voordat de D33 op de D906 uitkomt, ga ik linksaf St-Aubin in. Wat is dat nu? Zit daar tegen een muurtje zomaar een groot konijn aan het begin van 't straatje! Voorzichtig stop ik en stap af. Het dier blijft daar gewoon zitten en kijkt mij aan. Het is vast geen wild konijn, die zitten toch niet in een dorpje en lopen zeker weg als je er te dicht in de buurt komt. Ik kan zelfs een foto (met flits!) maken, waarna het dier er met opgevouwen poten eens rustig bij gaat 'liggen' . Het is haast aandoenlijk om te zien.
Ontmoeting met een konijn in St-Aubin:
Mijn route gaat dwars door St-Aubin en daarna verder binnendoor naar Gamay, waar de Rox mij vertelt dat ik 'achterom' het gehucht in moet. Daar is de weg echter net voorzien van een dikke laag rul 'gravel' waar je met de racefiets onmogelijk kunt fietsen, dus zoek ik zelf mijn weg door Gamay en vind ik zonder problemen de mooie en weer erg steile weg naar het volgende gehucht. De klim loopt bovenin op tot rond de 12 procent, maar is alleszins de moeite waard. Op de 'top' (380 m) voelt het aangenaam warm in de zon en is er even geen wind merkbaar. Schitterend is het uitzicht over de wijngaarden en de blik op St-Aubin!
Op 380 m hoogte in de appelation St-Aubin met het dorpje op de achtergrond:
Ik neem hier even de tijd om wat te eten en te drinken, want het is er zo mooi, daar wil ik wel even rustig van kunnen genieten . En daarna gaat het weer naar beneden, naar 't gehuchtje Blagny. Helemaal beneden kom ik op 'de wijnroute', waar je een beetje 'op en af' schitterend van wijndorp naar wijndorp kunt fietsen. De weggetjes tussen de wijngaarden zijn over het algemeen van prima kwaliteit, maar wel smal. Daarom moet je zo af en toe wel een wijnboer met z'n bestelauto of landbouwmachine even de ruimte geven, want er wordt overal druk gewerkt in de wijngaarden.
De door mij ingetekende route stuurt mij in Meursault weer 'in de verkeerde richting' over de eenrichtingsweg de kant van het stadhuis op. Deze keer zoek ik daarom, m.b.v. de bordjes die de fietsroute markeren, zelf mijn weg door 't stadje en kom ik toch netjes bij het stadhuis uit. In Meursault is het daarna voor mij nog veel 'draaien en keren' en moet ik extra opletten, omdat de route heen en terug elkaar hier kruisen. Als ik echter de Rox de gelegenheid geef de tracks rustig te draaien, gaat het verder met de navigatie prima !
Ik geniet volop van het fietsen hier en trap nu, tussen de muurtjes van de clos (ommuurde wijngaarden), richting zo'n ander 'beroemd' wijndorp, Volnay.
Fietsen tussen de muurtjes van de clos bij Volnay...:
...op de fietsroute Santenay - Beaune:
Beaune, daar wil je met de auto eigenlijk al niet door, dus zeker niet op de racefiets! En toch wilde ik nog verder naar 't noorden, richting Aloxe-Corton. Daarom heb ik geprobeerd een route uit te zetten aan de westzijde van Beaune, buiten de stad om. Eens kijken of mij dat gelukt is . Na Volnay en Pommard, kwam ik aan de rand van Beaune op de D970, die ik echter na 400 m al weer kon verlaten. Daarna verliep mijn route een beetje zigzag helemaal echt langs rand van de stad. Links van de weg had ik de wijngaarden en rechts de laatste huizen. In de verte zag ik de op een talud gelegen Autoroute du Soleil (A6) al liggen. Daar moest ik nog wel overheen. Daarom ging, helemaal in het uiterste noorden van Beaune, de route nog een stukje door een rustig woonwijkje. Zo kwam ik op een rotonde bij het nieuwe Centre Commercial en kon ik de D18 op draaien en de autoweg passeren. 'Niets' van Beaune gezien ! En al snel fietste ik ook hier weer tussen de wijngaarden, nu tussen die van Aloxe-Corton.
Tussen de wijngaarden van Aloxe-Corton:
In het dorpje vind ik een plantsoentje met een heuse kraan en wat picknick bankjes. Er staan helaas paaltjes met de tekst 'peinture fraîche ne rien déposer' (net geverfd niets opzetten). Ik blijf maar staan en kan zo, al etend, ook wel gnieten van het uitzicht over de immense wijngaarden tussen Aloxe-Corton en Beaune.
De immense wijngaarden bij Aloxe-Corton:
(Aan de horizon - in 't zuiden - ligt Beaune)
Het is mijn bedoeling nog een stukje verder naat 't noorden te fietsen, om dan bij Pernand-Vergelesses te keren en via Savigny-lès-Beaune en de Hautes-Côtes-de-Beaune terug te rijden. Over de D115d en de D18 bereik ik Pernand, waar ik bij de rotonde een mooi keerpunt heb. Even denk ik nog 'Zal ik even omhoog het stadje in klimmen?', maar bij het zien van een bord met de waarschuwing voor gravillons aan het begin van de weg naar boven, besluit ik dat 'avontuur' maar niet aan te gaan .
Bij Pernand-Vergelesses:
Na het keerpunt fiets ik weer, nu dus in zuidelijke richting, een stukje over de D18 en bij een wegwijzer die naar Savigny verwijst, ga ik rechtsaf. Ook hier wijngaarden, wijngaarden en nog eens wijngaarden.
In Savigny-lès-Beaune is een groot kasteel. Het is van een wijnbouwer, die uiteraard ter plekke zijn wijn aan de man brengt. Maar het kasteel herbergt ook een aantal, wat hij zelf noemt, 'musea'. Hij heeft negen collecties in en bij het grote château ondergebracht. Je kunt er voor - als ik 't mij goed herinner - € 10,00 het kasteel, de wijngaard rond het kasteel en de collecties bekijken. Er is o.a. een verzameling Abarth raceauto's, (wijngaard)tractoren uit de jaren '50, brandweerauto's en 80 oude avions de chasse (jachtvliegtuigen) te zien. Die laatste staan in de tuin rond het kasteel opgesteld. Bij de ingang zie je er ook al een paar: een 'Starfighter', een 'F16' en ik geloof de een of andere 'Mirage'. In het kasteel zijn ook diverse schaalmodellen van dergelijke zaken te zien. Bekijk hieronder zelf maar eens wat ik er buiten het hek al zo van heb kunnen zien.
Het Château de Savigny-lès-Beaune:
(Entree)
Het Chateau van Savigny-lès-Beaune:
(Achterzijde)
Oude avions de chasse in de voortuin van het Château de Savigny-lès-Beaune...:
...en in de achteruin:
Na dit intermezzo zoek ik door de smalle straatjes van het stadje de klim naar Bouze-lès-Beaune. De weg slingert zich met een paar bochten richting de A6 en daarna gaat het langs de autoweg verder omhoog en is het met 6% nog flink klimmen. Het begint nu warm te worden, zeker nu je hier de wind niet meer voelt. De totale klim is zo'n 4,5 km lang. Na het viaduct over de autoweg ga je dalen naar Bouze en daarna even zo vrolijk met een procent of 6 opnieuw klimmen. Op een T-splitsing zie ik dat het rechtsaf slechts 400 meter is naar de Pas St-Martin. Dat moet ik natuurlijk even 'doen'. Er volgt een korte steile passage (10%) voor ik er ben. Aan een witte streep dwars over de weg en omdat de weg daarna weer steil afloopt, zie je dat je er bent. Helaas geen 'collenbord'. Dan maar een foto van de wegwijzertjes gemaakt .
Naar de Pas-St-Martin en naar Nantoux over C-wegen in de binnenlanden van de Hautes-Côtes-de-Beaune:
De afdaling hier door de Hautes-Côtes-de-Beaune naar Natoux is een snelle, want het wegdek is prima, de weg is goed te overzien en er is hier nauwelijks of geen verkeer.
In de afdaling naar Nantoux in de Hautes-Côtes-de-Beaune:
Bij de kruising met de D17 ben ik aan het einde van deze afdaling gekomen en moet ik over een côte (maximaal 5%), alvorens het verder daalt en ik bij Monthelie uitkom. Het dreigt nu 'saai' te worden, want ook hier liggen weer enorme wijngaarden op de hellingen. Maar 't is er wel prachtig fietsen hoor.
De wijngaarden bij Monthelie:
Na Monthelie ben ik al weer snel in Meursault, waar het 'draaien en keren' m.b.v. de Rox probleemloos verloopt. Ik moet alleen oppassen niet per abuis de track van de heenweg te pakken . Maar 't gaat goed.
De rest van de rit gaat nu, ten dele over de fietsroute en door de wijngaarden, via Puligny-Montrachet naar Chassagne-Montrachet. Als ik, een eindje naast de weg, hier het château sta te fotograferen, komt er een oude bestelauto (met wijnboer?) aan, die geduldig wacht tot ik mijn foto gemaakt heb. Waar overkomt je nu nog zoiets ? Bij het château, waar je ook kunt logeren, worden de wijnen die je daar kunt kopen niet per appelation, maar per wijngaard op het bord bij de ingang vermeld. 'Trek maar vast je creditcard!'
Het Château de Chassagne-Montrachet:
Even verder zie ik nog een soort oud château in de wijngaarden liggen. Ik heb nog niet kunnen achterhalen welk château of ander gebouw het precies is.
In de wijngaarden bij het Hameau de Morgeot (tussen Chassagne-Montrachet en Santenay):
Nog een paar kilometer door het licht golvende landschap en ik ben al weer in Santenay. Ja, het is inderdaad schitterend fietsen in dit gebied. Regelmatig kom ik dan ook landgenoten tegen die hun E-bikes mee hebben gesjouwd en er driftig op los 'fietsen'. Ik vind 't prima, zolang ze mij maar niet in de weg zitten .
In Rémigny wijk ik nog een stukje van de geplande route af en fiets langs het kanaal terug. Zo kom ik ik voor deze erg mooie en ook leuke tocht (Strava) op 84 km, waarbij ik bovendien ook nog eens 1212 hm heb 'overwonnen'. Tot slot, de weersverwachting voor de komende vier à vijf dagen hier ziet er niet zo best uit (onweersbuien, regen) , dus even een paar extra rustdagen .
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Over de Pas Sint-Martin en de Col de Bessey-en-Chaume naar de binnenlanden van de Côte d'Or
(Verslag van de rit van woensdag 17 juni 2015)
In mijn vorige verslag schreef ik dat er een paar dagen met wisselvallig weer op komst waren. Achteraf bleek dat gelukkig slechts ten dele waar te zijn. Met name afgelopen zaterdag was het hier prima weer. Echter,
Météo France gaf de dag ervoor nog aan dat er zo hier en daar een bui zou vallen en in de nacht van vrijdag op zaterdag heeft het behoorlijk geregend. Dus geen goede vooruitzichten en natte wegen bij het ontwaken op zaterdag. Dan maar niet fietsen. Jammer, want later bleek het een prima fietsdag te worden. Doch m'n vrouw en ik hadden inmiddels andere zaken "op de agenda gezet". Zondag was weer een matige dag en maandag hebben we echt de gehele dag in de regen gezeten. Maar inmiddels heeft het weer hier zich (tijdelijk) gestabiliseerd en was het vandaag wel een prima fietsdag. De oorspronkelijk voor zaterdag geplande rit kon ik dus vandaag gaan rijden.
Afgelopen zaterdag werd het uiteindelijk toch nog heel fraai weer hier in de Bourgogne:
Om precies acht uur stapte ik op mijn titanium racer voor een tocht naar het noordwesten, naar de binnenlanden van de Cote d'Or. Zo vroeg is het natuurlijk nog frisjes en met een te verwachten windkracht 3, plus een parcours dat voor een groot deel tussen de 400 en 600 meter hoogte zou liggen, leek 'kort-kort' met armstukken mij de juiste kleding. Daar gaan we! De stad uit, richting station, rechtsaf onder de spoorlijnen door richting Bouzeron. Al voor deze bocht schakelen naar het binnenblad, want van een vorige rit wist ik dat de helling naar de brug over het kanaal nogal steil is. Niet de brug over, maar rechtsaf de Voie Verte op, naar Santenay. En zo fietste ik langs het werkelijk rimpelloze Canal du Centre en was ik al meteen blij met de armstukken, want met een beetje snelheid was het nog wat 'kil' op de fiets.
De Voie Verte langs het rimpelloze Canal du Centre tussen Chagny en Rémigny:
Bij Rémigny kun je onder de brug door en dus gewoon blijven fietsen zonder een weg te moeten kruisen. Bij een volgende brug, waar ik onlangs nog een fietsster zag vallen, schrok ik nu toch wel een beetje van de kasseien onder de brug. 't Is daar echt een gevaarlijke, hobbelige en gladde passage. Je kunt daar volgens mij beter even omhoog rijden, de weg kruisen en daarna weer naar beneden en zo verder gaan langs het kanaal. Bij de afslag naar Santenay heb ik deze fietsroute verlaten, op weg naar de volgende. Je bent nu zo in Santenay en net over de spoorovergang staat daar al aangegeven dat je linksaf moet voor de Véloroute Santenay-Nolay.
Deze fietsroute begint links van de weg, net voorbij de parkeerplaats en is aangelegd op een voormalig spoorwegtracé. Het is één van de drie voies vertes die je min of meer vanuit Chagny kunt rijden. En dit is wel een hele mooie! Als je hier ooit in de buurt komt, doen! Het is ruim 8 km van Santenay naar Nolay.
En 't is continu vals plat tot je in Nolay bent. In het begin fiets je een stukje door wat bos, maar daarna kijk je prachtig uit over de heuvelachtige omgeving, de wijngaarden, de weiden en de dorpjes die zo links en rechts langs het traject liggen. Hier wil ik alles wel fotograferen, maar ja, dan kom ik nauwelijks nog aan fietsen toe!
Langs de Voie Verte Santenay-Nolay bij Sampigny-lès-Maranges:
Hier zit ik aan een stuk door te genieten op m'n fietsje! Hé, daar zit een konijntje op het fietspad en ook een in de berm. Als ik ze nader, springen ze over de greppel, kijken mij even aan en kiezen daarna het 'hazenpad' .
Je kunt goed zien dat hier vroeger een spoorlijn gelegen heeft, want er doemt een 'spoortunnel' op. Het is een tunnel met zo'n typische min of meer ovale ingang. Leuk om te zien en door te rijden. De tunnel is niet verlicht, maar dat kan bij deze lengte nog net. Het is hier ook nog rustig. Een stel wandelaars met grote hond heeft mij gelukkig op tijd in de smiezen en houdt hun hond even 'kort' .
Ik passeer het voormalige stationnetje van Paris l'Hopital. Het ziet er netjes gerestaureerd uit en doet tegenwoordig dienst als woning. Bij Change moet ik een weg kruisen en loopt het fietspad steil (tot 6%) omhoog. Er staat voor de bocht al netjes een bord dat je waarschuwt, dus rijd ik al op 't binnenblad als deze korte helling begint.
Het station van Nolay staat er ook nog en het ziet er leeg en beetje verwaarloosd uit. Hier kun je de fietsroute verlaten en in het stadje je 'vertier' of een andere route zoeken. Maar ik ga nog een viertal kilometer verder, helemaal tot het einde van de Voie Verte. Het fietspad loopt met een grote boog om Nolay heen, tot het ten westen van het stadje bij de D973 eindigt. Voor je aan het einde bent, fiets je nog over twee grote 'spoorwegviaducten', vanwaar je ook nog een een goede blik op de omgeving hebt. Verder voert dit deel van de route grotendeels door 't bos. Bij de D973 maak ik een 'lusje' onder het fietspad door, kruis ik de D973 en ga ik een stukje klimmen naar het dorpje Epertully. Daarna volgt er een leuke afdaling met wat haarspeldbochten. In deze afdaling zie ik een van de grote viaducten in de Voie Verte heel mooi liggen. Ik schreef het al eerder, het is hier een werkelijk schitterende fietsomgeving!
In de haakse bocht die de D973 in het hart van Nolay maakt, passeer ik het geboortehuis en het daarvoor opgestelde standbeeld van Lazare Carnot, een in Frankrijk bekend historisch figuur uit de Franse Revolutie. Zonder dat je dit zou weten, is het ook al leuk om er een plaatje van te schieten, want het ziet er zo echt 'Frans' uit .
Het geboortehuis en standbeeld van Lazare Carnot in Nolay:
Mijn route loopt nu via een paar 'kruip-door-sluip-door' straatjes naar de D111e. Hoog boven mij kruist de véloroute, waar ik zo-even zelf nog fietste, mijn weg. Na Cormot-le-Grand en Vauchinon moet ik weer flink 'aan de bak' voor de mooie, maar toch wel lastige klim naar het plateau. Het gaat hier, eerst door het bos, met uiteindelijk 10 - 11 procent omhoog. Als ik uit het bos kom, volgen er nog twee bochten, is het wat minder steil en ben ik al weer bijna bij Bel Air. Bij Bel Air ben ik linksaf de D906 (altijd vrachtverkeer!) op gegaan, om al na een paar honderd meter de C8 naar Orches te kiezen. Bij de 'inrit' is het asfalt slecht, maar verder is de weg goed en stil, erg stil. Links en rechts van de weg liggen graanvelden (ik denk rogge of gerst) en staan veel coquelicots (klaprozen) en korenbloemen.
Veel klaprozen langs de C8 tussen de D906 en Orches:
In Orches ben ik daarna, via een smal binnenweggetje, door de wijngaarden - Orches is hier het stadje van de rosé - naar Saint-Romain gefietst. Eerst hoofdzakelijk dalen, tot er na St-Romain weer geklommen moet worden naar de D17. Op de D17 kan ik dan weer een flink stuk dalen, tot aan de afslag naar Nantoux. Hier ben ik linksaf gegaan, omdat ik de steile afdaling vanaf de Pas St-Martin naar Nantoux ook wel eens in omgekeerde richting wilde doen. Al voordat ik Nantoux ben, zie de weg (C3) al langs de hellingen met wijngaarden steil omhoog lopen. Bij het verlaten van het dorpje moet je meteen na het bruggetje op de
V-splitsing rechts aanhouden. Het middelste stuk van de klim is met zo'n 13 procent (34x26) de lastigste passage. Er zijn wat mannen in de wijngaard aan het werk. Een paar stoppen even met hun activiteit om te kijken naar de fietser en leveren een boel 'commentaar' op 'de klimmer'. Ze staan er bij te lachen en hebben haast nog meer lol van 't klimmen dan ik. Waarschijnlijk zijn ze aan andere 'klimtaferelen' gewend, als ik zie wat er hier zo allemaal op de fiets (veel E-bikes) rondrijdt. Alhoewel, ik denk dat de meesten deze helling overslaan en gewoon op de D23 blijven, daar is het voor de doorsnee 'toerist' al lastig genoeg .
Er volgt eerst nog een vlak stuk, voordat het laatste 'klimwerk' naar de Pas St-Martin (465 m) zich aankondigt. Dan komt er weer een mooie afdaling, waarin je het dorpje Mandelot en het oude kasteel al ziet liggen. In Mandelot zie ik naast een bushalte (met prullenbak, handig!) een picknick bank. Omdat het op dit soort parcours toch wat lastiger is om op de fiets te eten, pauzeer ik maar even en neem ik de omgeving eens rustig in mij op. Het is hier in de binnenlanden uitgestorven.
Mandelot:
Mijn route loopt daarna om het oude, enigszins verlaten aandoende kasteel. Zo te zien is het echter voor een deel wel bewoond. De weg klimt nu richting de D970. Vlak voordat ik daar ben, zie het al 'fout' gaan op het display van mijn Sigma Rox 10.0, want ik moet over aan paar meter linksaf. Waarheen dan? Er is daar helemaal geen weg, alleen een 'woest' karrenspoor dat steil tegen de helling op naar de een of andere akker loopt. Als ik even later en op de D970 rijdend, op het display de melding 'You are on the track' krijg, komt er zo'n zelfde pad van links de helling af zetten. 'Thuis' heb ik eens gekeken hoe dat kan. Terwijl het programma op 'straten' ingesteld staat, is daar toch het wel op de kaart staande pad 'zonder protest' in de route opgenomen. Foutje in de kaart?
Wat verder op de D970 ben ik rechtsaf via de D104a naar Bessey-en-Chaume gereden en voorbij dit dorpje over de hiernaar genoemde Col de Bessey-en-Chaume (576 m) en de A6 (brug = col) gefietst. Bij Bessey-en-Chaume is ook een groot parc éolien (windmolenpark) in aanbouw. Er staan al diverse exemplaren, maar de rotsachtige bodem wordt ook nog op een groot aantal plekken met zwaar materieel bewerkt, voordat de volgende molens geplaatst kunnen worden. Langs de weg staan grote borden met de nummers van de bouwplaatsen (chantier éolien - interdit au public).
Aubaine, mijn volgende doel, ligt veel lager en dus mag ik weer dalen. In Aubaine heb ik, zonder het te weten, een heel erg steil weggetje naar het gehuchtje Bécoup gekozen. Ik kom dan ook weer eens aan de voet van een 'muur'. Hier moet toch ècht 'de 29' aan te pas komen, want ik zal achteraf zien dat er passages van 14 en 15 procent overwonnen moesten worden! Bij Bécoup bereik ik de D18 en ga ik rechtsaf. Op deze D18 klim ik nog een stuk, naar ruim 590 meter, waarna ik voor de rest van mijn rit hoofdzakelijk zal dalen en ook nog eens de wind in de rug heb . Na een paar kilometer verlaat ik de D18 en ben ik rechtsaf de D2 op gegaan, om via het leuke dorpje Bouilland en door een schitterend groen dal richting Savigny-lès-Beaune te 'sjezen'.
In Savigny heb ik een leuke route binnendoor en een stukje langs de A6 uitgezet, zodat ik pas weer aan het begin van de bebouwde kom van Beaune op de D18 kom. In Beaune heb ik eigenlijk dezelfde route buitenom gereden zoals beschreven in mijn vorige verslag. Alleen nu natuurlijk in tegengestelde richting . Daarna heb ik opnieuw genoten van de 'hier krijg je nooit genoeg van' omgeving waar je door fietst als je de fietsroute 'Beaune - Santenay' rijdt. En zo was ik om kwart voor twee weer terug bij mijn vrouw en had ik dus nog voldoende tijd om te douchen en de fiets te 'poetsen', voordat we samen naar de livestream van de Ronde van Zwitserland (etappe naar Sölden) zijn gaan kijken. Op Strava is te zien dat ik vandaag 103 km met 1434 hm gefietst heb en er ook weer volop van heb genoten (maar dat kun je op Strava natuurlijk niet zien ). En die armstukken? Ach, die heb ik de gehele tocht maar gewoon aangehouden...
(Verslag van de rit van woensdag 17 juni 2015)
In mijn vorige verslag schreef ik dat er een paar dagen met wisselvallig weer op komst waren. Achteraf bleek dat gelukkig slechts ten dele waar te zijn. Met name afgelopen zaterdag was het hier prima weer. Echter,
Météo France gaf de dag ervoor nog aan dat er zo hier en daar een bui zou vallen en in de nacht van vrijdag op zaterdag heeft het behoorlijk geregend. Dus geen goede vooruitzichten en natte wegen bij het ontwaken op zaterdag. Dan maar niet fietsen. Jammer, want later bleek het een prima fietsdag te worden. Doch m'n vrouw en ik hadden inmiddels andere zaken "op de agenda gezet". Zondag was weer een matige dag en maandag hebben we echt de gehele dag in de regen gezeten. Maar inmiddels heeft het weer hier zich (tijdelijk) gestabiliseerd en was het vandaag wel een prima fietsdag. De oorspronkelijk voor zaterdag geplande rit kon ik dus vandaag gaan rijden.
Afgelopen zaterdag werd het uiteindelijk toch nog heel fraai weer hier in de Bourgogne:
Om precies acht uur stapte ik op mijn titanium racer voor een tocht naar het noordwesten, naar de binnenlanden van de Cote d'Or. Zo vroeg is het natuurlijk nog frisjes en met een te verwachten windkracht 3, plus een parcours dat voor een groot deel tussen de 400 en 600 meter hoogte zou liggen, leek 'kort-kort' met armstukken mij de juiste kleding. Daar gaan we! De stad uit, richting station, rechtsaf onder de spoorlijnen door richting Bouzeron. Al voor deze bocht schakelen naar het binnenblad, want van een vorige rit wist ik dat de helling naar de brug over het kanaal nogal steil is. Niet de brug over, maar rechtsaf de Voie Verte op, naar Santenay. En zo fietste ik langs het werkelijk rimpelloze Canal du Centre en was ik al meteen blij met de armstukken, want met een beetje snelheid was het nog wat 'kil' op de fiets.
De Voie Verte langs het rimpelloze Canal du Centre tussen Chagny en Rémigny:
Bij Rémigny kun je onder de brug door en dus gewoon blijven fietsen zonder een weg te moeten kruisen. Bij een volgende brug, waar ik onlangs nog een fietsster zag vallen, schrok ik nu toch wel een beetje van de kasseien onder de brug. 't Is daar echt een gevaarlijke, hobbelige en gladde passage. Je kunt daar volgens mij beter even omhoog rijden, de weg kruisen en daarna weer naar beneden en zo verder gaan langs het kanaal. Bij de afslag naar Santenay heb ik deze fietsroute verlaten, op weg naar de volgende. Je bent nu zo in Santenay en net over de spoorovergang staat daar al aangegeven dat je linksaf moet voor de Véloroute Santenay-Nolay.
Deze fietsroute begint links van de weg, net voorbij de parkeerplaats en is aangelegd op een voormalig spoorwegtracé. Het is één van de drie voies vertes die je min of meer vanuit Chagny kunt rijden. En dit is wel een hele mooie! Als je hier ooit in de buurt komt, doen! Het is ruim 8 km van Santenay naar Nolay.
En 't is continu vals plat tot je in Nolay bent. In het begin fiets je een stukje door wat bos, maar daarna kijk je prachtig uit over de heuvelachtige omgeving, de wijngaarden, de weiden en de dorpjes die zo links en rechts langs het traject liggen. Hier wil ik alles wel fotograferen, maar ja, dan kom ik nauwelijks nog aan fietsen toe!
Langs de Voie Verte Santenay-Nolay bij Sampigny-lès-Maranges:
Hier zit ik aan een stuk door te genieten op m'n fietsje! Hé, daar zit een konijntje op het fietspad en ook een in de berm. Als ik ze nader, springen ze over de greppel, kijken mij even aan en kiezen daarna het 'hazenpad' .
Je kunt goed zien dat hier vroeger een spoorlijn gelegen heeft, want er doemt een 'spoortunnel' op. Het is een tunnel met zo'n typische min of meer ovale ingang. Leuk om te zien en door te rijden. De tunnel is niet verlicht, maar dat kan bij deze lengte nog net. Het is hier ook nog rustig. Een stel wandelaars met grote hond heeft mij gelukkig op tijd in de smiezen en houdt hun hond even 'kort' .
Ik passeer het voormalige stationnetje van Paris l'Hopital. Het ziet er netjes gerestaureerd uit en doet tegenwoordig dienst als woning. Bij Change moet ik een weg kruisen en loopt het fietspad steil (tot 6%) omhoog. Er staat voor de bocht al netjes een bord dat je waarschuwt, dus rijd ik al op 't binnenblad als deze korte helling begint.
Het station van Nolay staat er ook nog en het ziet er leeg en beetje verwaarloosd uit. Hier kun je de fietsroute verlaten en in het stadje je 'vertier' of een andere route zoeken. Maar ik ga nog een viertal kilometer verder, helemaal tot het einde van de Voie Verte. Het fietspad loopt met een grote boog om Nolay heen, tot het ten westen van het stadje bij de D973 eindigt. Voor je aan het einde bent, fiets je nog over twee grote 'spoorwegviaducten', vanwaar je ook nog een een goede blik op de omgeving hebt. Verder voert dit deel van de route grotendeels door 't bos. Bij de D973 maak ik een 'lusje' onder het fietspad door, kruis ik de D973 en ga ik een stukje klimmen naar het dorpje Epertully. Daarna volgt er een leuke afdaling met wat haarspeldbochten. In deze afdaling zie ik een van de grote viaducten in de Voie Verte heel mooi liggen. Ik schreef het al eerder, het is hier een werkelijk schitterende fietsomgeving!
In de haakse bocht die de D973 in het hart van Nolay maakt, passeer ik het geboortehuis en het daarvoor opgestelde standbeeld van Lazare Carnot, een in Frankrijk bekend historisch figuur uit de Franse Revolutie. Zonder dat je dit zou weten, is het ook al leuk om er een plaatje van te schieten, want het ziet er zo echt 'Frans' uit .
Het geboortehuis en standbeeld van Lazare Carnot in Nolay:
Mijn route loopt nu via een paar 'kruip-door-sluip-door' straatjes naar de D111e. Hoog boven mij kruist de véloroute, waar ik zo-even zelf nog fietste, mijn weg. Na Cormot-le-Grand en Vauchinon moet ik weer flink 'aan de bak' voor de mooie, maar toch wel lastige klim naar het plateau. Het gaat hier, eerst door het bos, met uiteindelijk 10 - 11 procent omhoog. Als ik uit het bos kom, volgen er nog twee bochten, is het wat minder steil en ben ik al weer bijna bij Bel Air. Bij Bel Air ben ik linksaf de D906 (altijd vrachtverkeer!) op gegaan, om al na een paar honderd meter de C8 naar Orches te kiezen. Bij de 'inrit' is het asfalt slecht, maar verder is de weg goed en stil, erg stil. Links en rechts van de weg liggen graanvelden (ik denk rogge of gerst) en staan veel coquelicots (klaprozen) en korenbloemen.
Veel klaprozen langs de C8 tussen de D906 en Orches:
In Orches ben ik daarna, via een smal binnenweggetje, door de wijngaarden - Orches is hier het stadje van de rosé - naar Saint-Romain gefietst. Eerst hoofdzakelijk dalen, tot er na St-Romain weer geklommen moet worden naar de D17. Op de D17 kan ik dan weer een flink stuk dalen, tot aan de afslag naar Nantoux. Hier ben ik linksaf gegaan, omdat ik de steile afdaling vanaf de Pas St-Martin naar Nantoux ook wel eens in omgekeerde richting wilde doen. Al voordat ik Nantoux ben, zie de weg (C3) al langs de hellingen met wijngaarden steil omhoog lopen. Bij het verlaten van het dorpje moet je meteen na het bruggetje op de
V-splitsing rechts aanhouden. Het middelste stuk van de klim is met zo'n 13 procent (34x26) de lastigste passage. Er zijn wat mannen in de wijngaard aan het werk. Een paar stoppen even met hun activiteit om te kijken naar de fietser en leveren een boel 'commentaar' op 'de klimmer'. Ze staan er bij te lachen en hebben haast nog meer lol van 't klimmen dan ik. Waarschijnlijk zijn ze aan andere 'klimtaferelen' gewend, als ik zie wat er hier zo allemaal op de fiets (veel E-bikes) rondrijdt. Alhoewel, ik denk dat de meesten deze helling overslaan en gewoon op de D23 blijven, daar is het voor de doorsnee 'toerist' al lastig genoeg .
Er volgt eerst nog een vlak stuk, voordat het laatste 'klimwerk' naar de Pas St-Martin (465 m) zich aankondigt. Dan komt er weer een mooie afdaling, waarin je het dorpje Mandelot en het oude kasteel al ziet liggen. In Mandelot zie ik naast een bushalte (met prullenbak, handig!) een picknick bank. Omdat het op dit soort parcours toch wat lastiger is om op de fiets te eten, pauzeer ik maar even en neem ik de omgeving eens rustig in mij op. Het is hier in de binnenlanden uitgestorven.
Mandelot:
Mijn route loopt daarna om het oude, enigszins verlaten aandoende kasteel. Zo te zien is het echter voor een deel wel bewoond. De weg klimt nu richting de D970. Vlak voordat ik daar ben, zie het al 'fout' gaan op het display van mijn Sigma Rox 10.0, want ik moet over aan paar meter linksaf. Waarheen dan? Er is daar helemaal geen weg, alleen een 'woest' karrenspoor dat steil tegen de helling op naar de een of andere akker loopt. Als ik even later en op de D970 rijdend, op het display de melding 'You are on the track' krijg, komt er zo'n zelfde pad van links de helling af zetten. 'Thuis' heb ik eens gekeken hoe dat kan. Terwijl het programma op 'straten' ingesteld staat, is daar toch het wel op de kaart staande pad 'zonder protest' in de route opgenomen. Foutje in de kaart?
Wat verder op de D970 ben ik rechtsaf via de D104a naar Bessey-en-Chaume gereden en voorbij dit dorpje over de hiernaar genoemde Col de Bessey-en-Chaume (576 m) en de A6 (brug = col) gefietst. Bij Bessey-en-Chaume is ook een groot parc éolien (windmolenpark) in aanbouw. Er staan al diverse exemplaren, maar de rotsachtige bodem wordt ook nog op een groot aantal plekken met zwaar materieel bewerkt, voordat de volgende molens geplaatst kunnen worden. Langs de weg staan grote borden met de nummers van de bouwplaatsen (chantier éolien - interdit au public).
Aubaine, mijn volgende doel, ligt veel lager en dus mag ik weer dalen. In Aubaine heb ik, zonder het te weten, een heel erg steil weggetje naar het gehuchtje Bécoup gekozen. Ik kom dan ook weer eens aan de voet van een 'muur'. Hier moet toch ècht 'de 29' aan te pas komen, want ik zal achteraf zien dat er passages van 14 en 15 procent overwonnen moesten worden! Bij Bécoup bereik ik de D18 en ga ik rechtsaf. Op deze D18 klim ik nog een stuk, naar ruim 590 meter, waarna ik voor de rest van mijn rit hoofdzakelijk zal dalen en ook nog eens de wind in de rug heb . Na een paar kilometer verlaat ik de D18 en ben ik rechtsaf de D2 op gegaan, om via het leuke dorpje Bouilland en door een schitterend groen dal richting Savigny-lès-Beaune te 'sjezen'.
In Savigny heb ik een leuke route binnendoor en een stukje langs de A6 uitgezet, zodat ik pas weer aan het begin van de bebouwde kom van Beaune op de D18 kom. In Beaune heb ik eigenlijk dezelfde route buitenom gereden zoals beschreven in mijn vorige verslag. Alleen nu natuurlijk in tegengestelde richting . Daarna heb ik opnieuw genoten van de 'hier krijg je nooit genoeg van' omgeving waar je door fietst als je de fietsroute 'Beaune - Santenay' rijdt. En zo was ik om kwart voor twee weer terug bij mijn vrouw en had ik dus nog voldoende tijd om te douchen en de fiets te 'poetsen', voordat we samen naar de livestream van de Ronde van Zwitserland (etappe naar Sölden) zijn gaan kijken. Op Strava is te zien dat ik vandaag 103 km met 1434 hm gefietst heb en er ook weer volop van heb genoten (maar dat kun je op Strava natuurlijk niet zien ). En die armstukken? Ach, die heb ik de gehele tocht maar gewoon aangehouden...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar de Mont de Rome en over de hellingen van de Côtes du Couchois en de Côte Chalonnaise
(Verslag van de rit van maandag 22 juni 2015)
De rit van vandaag stond oorspronkelijk in de planning voor gisteren, zondag. Gaf Météo France op zaterdag voor zondag nog een redelijk weerbericht af met éclaircies (opklaringen), zondagochtend om 6 uur was het hier somber en zwaar bewolkt . Dus even snel naar het radio weerbericht geluisterd en daarna de computer aangezet voor de verdere details. Om het kort te houden, maandag zou het veel en veel beter weer moeten worden met veel zon en 22 à 23 graden, maar wel wat meer wind (ruim 3 Bft). Dus heb ik de plannen maar omgegooid.
Wel kwam Météo France voor vanmiddag opeens met windkracht 4 en uitschieters tot 47 km/u op de proppen. Nu wordt ook bij de Franse weerdienst de soep soms niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend, dus wellicht zou het allemaal nog wel meevallen.
Ik heb voor 'de aanloop' van deze rit nog maar een keer gekozen voor het fietspad over het vroegere spoorlijntje naar Nolay. Dus, om tien voor acht in kort-kort met armstukken koers gezet richting Santenay, waar de Voie Verte begint. Deze keer ben ik aan de zuidzijde van de nog wel in gebruik zijnde spoorlijn Chagny-Le Creusot naar het begin van het fietspad gereden. Je gaat dan pas vlak voor de parkeerplaats waar het pad begint, de spoorlijn over. Bij de overweg staan op de wegwijzer maar liefst drie bordjes die aangeven dat je voor de fietsroute linksaf moet.
In Santenay kun je het begin van de Voie Verte haast niet missen :
Het was nog aardig fris, doch ik had er zin in, want het beloofde hier een mooie en zonnige dag te worden. En zo 's ochtends vroeg, met het nog lage zonlicht, is het hier helemaal een schitterende fietsomgeving! Na een stukje bos, kon ik dan ook al weer volop genieten van het prachtige landschap. Bij een van de veelvuldig langs de fietsroute aangelegde 'rustplaatsen' ben ik even gestopt voor een plaatje van Cheilly-lès-Maranges.
Cheilly-lès-Maranges, gezien vanaf het fietspad Santenay-Nolay:
Maar weer snel op de fiets en verder, want er is zometeen nog meer te fotograferen! Daar is Sampigny-lès-Maranges al, maar dat heb ik de vorige keer al gefotografeerd. Voor het kort daarna opdoemende 'spoortunneltje', waar ik in een vorig verslag ook al over schreef, stop ik wel even voor een foto.
Het 'spoortunneltje' in de Voie Verte:
Na het tunneltje fiets ik weer een stukje door de bosjes. Hé, daar schiet 'Zoef de haas' snel de struiken in.
't Was enorm beest. Het voormalig stationnetje van Paris-l'Hôpital komt al in zicht. Daar zal ik deze keer de fietsroute al weer verlaten, om vervolgens in zuidwestelijke richting mijn route te vervolgen.
Het voormalige stationnetje van Paris-l'Hôpital:
De 'auteur' in vol ornaat en bepakt en bezakt :
Degenen die benieuwd zijn naar het antwoord op de vraag waarom Le Grimpeur vandaag in zo'n mooi Craft shirt rondrijdt, moeten het verslag van 22 juni 2014 nog maar eens goed lezen. 't Is wel een beetje een soort cryptogram (familie en bekenden van Le Grimpeur zijn van deelname uitgesloten ).
Midden in Paris-l'Hôpital moet ik linksaf, richting St-Sernin-du-Plain en hier begint voor mij het 'opwarmertje' voor wat mij daarna in St-Sernin te wachten staat. Het gaat nu met 6 - 8 procent (34x23) omhoog. Eenmaal op het plateau ben ik in de appelation Côtes du Couchois, de wijngaarden in de omgeving van Couches.
Op de D225 in de Côtes du Couchois:
Voordat er vragen of opmerkingen komen, het vat op bovenstaande foto was (helaas) leeg! De Mont de Rome-Château komt nu snel dichterbij. Vlak na mijn vertrek was de berg in de verte al goed te zien, want door de twee antennemasten op de top is hij duidelijk herkenbaar. Het lijkt zo te zien een tamelijk onschuldige 'pukkel' in het toch al overwegend heuvelachtige landschap en naar boven fietsen zou dan ook een 'fluitje van een cent' moeten zijn. Maar ik weet wel beter, want de Michelinkaart geeft 16 procent aan. Bovendien heb ik afgelopen zaterdag een verkennend ritje met de auto samen met madame gemaakt, dus weet ik wel zo'n beetje wat ik straks 'voor de kiezen krijg'. In St-Sernin staan voldoende wegwijzertjes naar dit 'bergje'. Niet dat het daardoor nu ook meteen wemelt van de fietsers, dat zeker niet.
In St-Sernin-du-Plain staat de weg naar de Mont de Rome-Château overal duidelijk aangegeven:
De klim begint met een tiental meter vlak parcours, dan een bocht, waarna er een wat langer recht stuk volgt. Het is licht vals plat en de weg, of beter gezegd het weggetje, loopt tussen hoge hagen en begint halverwege al wat meer op te lopen. Hup, naar 't binnenblad! Een boer loop z'n hondje uit te laten, verder is er geen levend wezen te bekennen. Bocht naar links, bocht naar rechts. In die bocht ligt veel gruis, onthouden voor de afdaling! En dan begint het! Achter loopt de ketting inmiddels over 'de 29' en binnen de kortste keren zit je hier boven de 10 procent. Het valt mij nu al 'zwaar', maar de volgende relatief lange passage van 14 - 15 procent (Strava geeft zelfs meer dan 17 procent aan!) heb ik het toch behoorlijk moeilijk. Het lijkt wel of ik onvoldoende 'lucht' kan krijgen.
Ik blijf, om te voorkomen dat het achterwiel door gaat slippen, wel zitten. Weer een bocht. Hoe was het zaterdag ook al weer? Vlakt het na die bocht af? Ik weet het niet meer. Nee, het blijft nog net zo steil. Dan zie ik het bosje met de schaduw en de vlakke, ja zelfs aflopende (-2 procent) passage binnen bereik komen. Nog even volhouden! Hè, hè, dat heb ik in elk geval gefikst! Na de volgende bocht verlaat ik het bosje al weer en komt er nog een kort, steil stukje naar de top, weet ik mij te herinneren. Die passage valt gelukkig mee en zo sta ik dan op de 'rondweg' bij de antennes en kan ik even bijkomen en opnieuw genieten van het 360-graden panorama over dit stukje Bourgogne .
Op de Mont de Rome-Château (545 m), met een blik naar 't noordwesten:
(De zwarte stip midden op de foto is een 'toevallig' door het beeld vliegende bij )
Op de top van de Mont de Rome-Château:
(Zoek de fiets...)
St-Sernin-du-Plain, gezien vanaf de top:
De afdaling gaat goed. De afstand tussen de bochten is telkens te kort om de fiets z'n gang te laten gaan, dus echt hoge snelheden zitten er hier niet in, te 'link'. Als ik beneden ben, is het inmiddels geheel bewolkt geraakt. Het is van die hoge sluierbewolking en ik hoop maar dat het snel over zal trekken. Met het zonnetje er bij is het toch een stuk aangenamer.
Voorlopig ben ik nu ook even van het klimmen 'verlost', want het voor mij liggende deel van de route, naar Nyon, is het alleen maar dalen . Daarna fiets ik, nu dus op veel lagere hoogte, richting Couches, waar ik straks langs de voet van het kasteel steil omhoog naar de D978 moet klimmen. Maar eerst even een stukje 'lekker fietsen'. En het is hier op dit soort weggetjes nergens, maar dan ook echt nergens, druk. Je komt er nauwelijks een auto of zo tegen. Dat maakt het fietsen in de binnenlanden van de Bourgogne nog eens extra plezierig! He klimmetje langs het kasteel is een regelrechte 'kuitenbijter', waar toch ook weer zo'n 13 procent overwonnen moet worden.
De weg eindigt ook nog eens steil bij de aansluiting op de D978. Ik moet daar oversteken, maar er staat
- terecht - een STOP-bord. Ik stuur maar een beetje naar rechts, waar ik nog net een geschikt plekje vind om met één voet uit te klikken en kan wachten tot ik veilig naar de overkant kan. Natuurlijk zit er ook weer net een auto achter mij, dus moet ik 'ogen voor en achter' hebben.
Eenmaal aan de overzijde van de doorgaande weg, heb ik moeite het vervolg van mijn route te vinden. Er loopt een weggetje wat omhoog en ik denk dat ik daar tussen de huizen door moet. Mis! Eenmaal om de bocht, lopen beide mogelijkheden dood. Terug naar de D978 een het weggetje enige tientallen meters richting Couches dan maar proberen. You left the track protesteert de Rox 10.0. Verdorie, welk weggetje moet ik dan hebben? Aha, aan het begin van het eerste weggetje gaat ook nog 'iets', langs een paar geparkeerde auto's, naar beneden. Dat is 'm! Het is een weggetje dat zich met slecht onderhouden en ruw asfalt al snel tussen de oude huisje omhoog 'worstelt', waarna ik uiteindelijk gewoon op het tweede weggetje uit kom...
Daarna gaat het, door een prachtig open heuvellandschap met mooie vergezichten, voortdurend 'op-en af' van gehuchtje naar gehuchtje, tot ik uiteindelijk bij Le Breuil-Bourg arriveer. Ik heb de camera even de camera gelaten en ben gewoon fijn aan het fietsen gegaan .
Het kerkje en het monument voor de gevallenen in Le Breuil-Bourg:
In Le Breuil ligt schuin tegenover het kerkje het fraaie Château du Breuil, op de wegwijzers aangeduid als Château des Scouts de France. Het kasteel is namelijk in het bezit van de Scouts et Guides de France (Franse padvinderij) en biedt bijvoorbeeld ook onderdak aan groepen of verenigingen die van de faciliteiten van het château gebruik willen maken. Je kunt er o.a. ruimte huren (om te slapen, te koken etc.).
Bij de ingang naar het Château du Breuil:
Terwijl ik bij de ingang van het kasteel onder een grote boom op de grond zit om een foto vanuit een laag standpunt te maken, komt er en auto van het terrein af. De bestuurder kijkt even opzij en lijkt gewoon door te rijden. Als ik al weer opgestaan ben, zie ik dat hij z'n auto net buiten de poort geparkeerd heeft en op mij afkomt. Het is een vriendelijk ogende man. Maar zou ik soms iets 'verkeerds' gedaan hebben? Ik heb geen bordje gezien met Entrée interdite, of dat het verboden is te fotograferen.
'C'est joli comme château', zegt hij, om het gesprekje te openen. Dat beaam ik natuurlijk. Of ik uit de streek afkomstig ben? Waarop ik hem vriendelijk vertel waar ik vandaan kom, waar we momenteel verblijven en wat ik aan het doen ben. De man vertelt op zijn beurt dat het kasteel aan de Scouts de France behoort en wat ze er allemaal doen. Ik zeg hem dat ik mij dat bekend is, want dat ik dat al in het internet heb opgezocht. Hij zegt ook nog dat achter het kasteel een groot park is en dat je zo om het kasteel kunt rijden. Maar als ik hem mijn schoenplaatjes laat zien en er bij zeg dat de onverharde weg niet zo geschikt is voor een racefiets, begrijpt hij dat gelukkig. Ze verhuren ook gedeelten van het kasteel, krijg ik nog te horen, dus als ik hier nog eens met een vereniging of zo kom, kan ik prima bij hen terecht. Misschien is het wel een leuk adresje voor een 'Forumrit in de Bourgogne'? (Nee, ik ga niets organiseren!)
Het Château du Breuil:
Via Les Vernizys en Les Fauchés fiets ik met een grote boog om het Lac de Montauby, dat ik in de diepte tussen de bosjes en weilanden zie liggen. Wat meer op de voorgrond raast zo af en toe een TGV door het dal. Bij St-Julien-d'Heune steek ik de D974 en het Canal du Centre over en duik ik opnieuw de binnenlanden in. Dat de wind wat is aangetrokken merk ik nu zo af en toe wel een beetje. Doch de wind komt min of meer uit het zuidwesten, waardoor ik hem niet tegen heb en ook niet tegen krijg. Het is inmiddels al weer een hele poos zonnig, met slechts wat onschuldige stapelwolkjes. Bij vlagen is het zelfs behoorlijk warm en denk ik er over om de armstukken maar af te doen, doch het komt er niet van.
Nadat ik ook de vierbaans autoweg N80 gepasseerd ben - het gaat nog steeds flink op-en-af - kom ik na Marcilly-lès-Buxy op een weggetje richting Volvin. Ik zit hier nu ècht in 'the middle of nowhere'. Het grove wegdek is aanvankelijk nog goed te berijden, doch na een paar honderd meter wordt het steeds slechter. Ik zit een beetje te balen, want zo slecht hoeft voor mij nu ook weer niet. Het lijkt er op alsof het weggetje zomaar in een onverhard landweggetje over kan gaan. Doch dan wordt het gelukkig al weer iets beter. Ik zie een fotomotief en schiet een plaatje.
De Route de Volvin:
Terwijl ik van de omgeving sta te genieten en een aantal fruitrepen weg werk, komt er een trekker met aanhangwagen vol met van die grote rollen hooi het weggetje op. Om de boer de ruimte te geven, plant ik mijzelf en m'n fiets in de berm. Het wordt, gezien de vriendelijk groet, gewaardeerd. Trouwens, het valt mij op dat men hier op het platteland elkaar nog respecteert en de ruimte geeft. Regelmatig wordt er op de smalle wegen half in de berm gereden of even gewacht tot 'de fietser' gepasseerd is. Geen hectisch gejakker en 'ik moet eerst' gedrag . Ik ben trouwens bijna aan het einde van dit weggetje en richting Cersot fiets ik al weer op een 'normale' weg. Daarna kom ik op de brede D977 en denk ik fijn naar Buxy te kunnen sjezen. Mis hoor, ik heb de route via Neully ingetekend. Een kaarsrechte en steil oplopende weg ligt voor mij. Ja, zo kom ik wel aan m'n hoogtemeters . Een 'leuke' helling, die met 6-7 procent begint, maar verder voor het grootste deel met 8 -9 procent (34 x 26) stijgt.
Na Neully Gaat het dan weer naar beneden, naar Montagny-lès-Buxy met z'n Montagny 1er Cru wijngaarden. Thuis heb ik nog één fles van de Vignerons de Buxy liggen. Nu weet ik dus precies waar de inhoud vandaan komt, altijd leuk!
De wijngaarden bij Montagny-lès-Buxy:
Na Montagny ga ik al weer een stukje klimmen, om via een weg buitenom en door het bos naar Buxy te rijden. Het navigeren op de track gaat prima en bevalt mij zo uitstekend. Als je dit allemaal zou moeten doen door onderweg telkens de kaart te voorschijn te halen, was de lol er denk ik snel af. Bovendien staan niet al die binnenweggetjes op de Michelinkaart. Links van de weg vliegt een enorme buizerd op. Doorgaans blijven die beesten wel uit je buurt. Deze niet! Traag klimt hij hoger en omdat ik in een afdaling zit en aardig wat snelheid heb, dreig ik hem in te halen. Hij vliegt recht voor mij, ongeveer op 'hoofdhoogte'. Om 'problemen' te vermijden, rem ik maar een beetje af. De vogel klimt nu naar een voor mij veilige hoogte. Dat was toch wel een aparte 'ontmoeting' . Als ik even later uit het bos kom, zie ik Buxy al mooi liggen.
Buxy:
In Buxy dirigeert de Rox 10.0 mij naar de Voie Verte de Bourgogne du Sud. Met de wind in de rug vlieg ik met een 'prettige snelheid' over de voormalige spoorlijn naar Givry. Het fietspad gaat vanuit Givry verder naar Chalon-sur-Saône. Daar zou ik dan de Voie Verte naar Chagny kunnen nemen, doch ik ben bang dat ik dan wel een stuk door Chalon zal moeten fietsen, hetgeen mij geen aantrekkelijk vooruitzicht lijkt. Daarom heb ik de route terug maar via wat kleine dorpjes in de Côte Chalonnaise laten lopen. Dat betekent wel wat meer klimmen, doch dat is een goede training. In Germolles probeer ik of ik zoveel van het château te zien kan krijgen, dat het een foto waard is. Het kasteel ligt grotendeels in het groen en bij de 'poort' is al helemaal niets van het gebouw te zien. Jammer!
Na St-Mard-de-Vaux kom ik op de D978 en pak ik de (naamloze?) col op 317 m hoogte nog even mee, voordat ik via Aubigny en achter het Château de Rully naar Les Agneux fiets. Hier wacht mij de laatste 'pukkel', want ik moet nog 'even' omhoog naar het plateau ten zuiden van Bouzeron. Ik ben daar in omgekeerde richting al wel tweemaal geweest en het leek mij wel leuk de klim ook eens van de andere kant te doen. De steilste stukken zijn 10 en 11 procent! Maar daarna gaat het hard naar beneden, naar Bouzeron en verder, naar Chagny. Alleen nog maar dalen, heerlijk! Als ik het Canal du Centre passeer, is het nog slechts een dikke anderhalve kilometer naar 'huis'. Vanaf de brug kan ik nog een leuke laatste foto schieten.
Het Canal du Centre en de Voie Verte bij Chagny:
Terwijl ik m'n camera opberg, komen er een paar dames op sportfietsen de brug op (je kunt daar niet op de fiets onder de brug door). Het is even een steil stukje. De ene vrouw staat - aan de overzijde van de weg - uit te hijgen, wrijft over haar buik en zegt tegen mij 'J'ai trop mangé' ('Ik heb teveel gegeten'). Ja, ja, alsof het daar aan zou liggen! Ik ga de discussie maar niet aan, lach maar wat en wuif haar commentaar met een handgebaar weg. Nog even onder de spoorlijnen door, het stadje in en de rit van 105 km, met veel klimmen (1785 hm) en dalen zit er op! Narijden? Hier is het parcours...
(Verslag van de rit van maandag 22 juni 2015)
De rit van vandaag stond oorspronkelijk in de planning voor gisteren, zondag. Gaf Météo France op zaterdag voor zondag nog een redelijk weerbericht af met éclaircies (opklaringen), zondagochtend om 6 uur was het hier somber en zwaar bewolkt . Dus even snel naar het radio weerbericht geluisterd en daarna de computer aangezet voor de verdere details. Om het kort te houden, maandag zou het veel en veel beter weer moeten worden met veel zon en 22 à 23 graden, maar wel wat meer wind (ruim 3 Bft). Dus heb ik de plannen maar omgegooid.
Wel kwam Météo France voor vanmiddag opeens met windkracht 4 en uitschieters tot 47 km/u op de proppen. Nu wordt ook bij de Franse weerdienst de soep soms niet zo heet gegeten als hij wordt opgediend, dus wellicht zou het allemaal nog wel meevallen.
Ik heb voor 'de aanloop' van deze rit nog maar een keer gekozen voor het fietspad over het vroegere spoorlijntje naar Nolay. Dus, om tien voor acht in kort-kort met armstukken koers gezet richting Santenay, waar de Voie Verte begint. Deze keer ben ik aan de zuidzijde van de nog wel in gebruik zijnde spoorlijn Chagny-Le Creusot naar het begin van het fietspad gereden. Je gaat dan pas vlak voor de parkeerplaats waar het pad begint, de spoorlijn over. Bij de overweg staan op de wegwijzer maar liefst drie bordjes die aangeven dat je voor de fietsroute linksaf moet.
In Santenay kun je het begin van de Voie Verte haast niet missen :
Het was nog aardig fris, doch ik had er zin in, want het beloofde hier een mooie en zonnige dag te worden. En zo 's ochtends vroeg, met het nog lage zonlicht, is het hier helemaal een schitterende fietsomgeving! Na een stukje bos, kon ik dan ook al weer volop genieten van het prachtige landschap. Bij een van de veelvuldig langs de fietsroute aangelegde 'rustplaatsen' ben ik even gestopt voor een plaatje van Cheilly-lès-Maranges.
Cheilly-lès-Maranges, gezien vanaf het fietspad Santenay-Nolay:
Maar weer snel op de fiets en verder, want er is zometeen nog meer te fotograferen! Daar is Sampigny-lès-Maranges al, maar dat heb ik de vorige keer al gefotografeerd. Voor het kort daarna opdoemende 'spoortunneltje', waar ik in een vorig verslag ook al over schreef, stop ik wel even voor een foto.
Het 'spoortunneltje' in de Voie Verte:
Na het tunneltje fiets ik weer een stukje door de bosjes. Hé, daar schiet 'Zoef de haas' snel de struiken in.
't Was enorm beest. Het voormalig stationnetje van Paris-l'Hôpital komt al in zicht. Daar zal ik deze keer de fietsroute al weer verlaten, om vervolgens in zuidwestelijke richting mijn route te vervolgen.
Het voormalige stationnetje van Paris-l'Hôpital:
De 'auteur' in vol ornaat en bepakt en bezakt :
Degenen die benieuwd zijn naar het antwoord op de vraag waarom Le Grimpeur vandaag in zo'n mooi Craft shirt rondrijdt, moeten het verslag van 22 juni 2014 nog maar eens goed lezen. 't Is wel een beetje een soort cryptogram (familie en bekenden van Le Grimpeur zijn van deelname uitgesloten ).
Midden in Paris-l'Hôpital moet ik linksaf, richting St-Sernin-du-Plain en hier begint voor mij het 'opwarmertje' voor wat mij daarna in St-Sernin te wachten staat. Het gaat nu met 6 - 8 procent (34x23) omhoog. Eenmaal op het plateau ben ik in de appelation Côtes du Couchois, de wijngaarden in de omgeving van Couches.
Op de D225 in de Côtes du Couchois:
Voordat er vragen of opmerkingen komen, het vat op bovenstaande foto was (helaas) leeg! De Mont de Rome-Château komt nu snel dichterbij. Vlak na mijn vertrek was de berg in de verte al goed te zien, want door de twee antennemasten op de top is hij duidelijk herkenbaar. Het lijkt zo te zien een tamelijk onschuldige 'pukkel' in het toch al overwegend heuvelachtige landschap en naar boven fietsen zou dan ook een 'fluitje van een cent' moeten zijn. Maar ik weet wel beter, want de Michelinkaart geeft 16 procent aan. Bovendien heb ik afgelopen zaterdag een verkennend ritje met de auto samen met madame gemaakt, dus weet ik wel zo'n beetje wat ik straks 'voor de kiezen krijg'. In St-Sernin staan voldoende wegwijzertjes naar dit 'bergje'. Niet dat het daardoor nu ook meteen wemelt van de fietsers, dat zeker niet.
In St-Sernin-du-Plain staat de weg naar de Mont de Rome-Château overal duidelijk aangegeven:
De klim begint met een tiental meter vlak parcours, dan een bocht, waarna er een wat langer recht stuk volgt. Het is licht vals plat en de weg, of beter gezegd het weggetje, loopt tussen hoge hagen en begint halverwege al wat meer op te lopen. Hup, naar 't binnenblad! Een boer loop z'n hondje uit te laten, verder is er geen levend wezen te bekennen. Bocht naar links, bocht naar rechts. In die bocht ligt veel gruis, onthouden voor de afdaling! En dan begint het! Achter loopt de ketting inmiddels over 'de 29' en binnen de kortste keren zit je hier boven de 10 procent. Het valt mij nu al 'zwaar', maar de volgende relatief lange passage van 14 - 15 procent (Strava geeft zelfs meer dan 17 procent aan!) heb ik het toch behoorlijk moeilijk. Het lijkt wel of ik onvoldoende 'lucht' kan krijgen.
Ik blijf, om te voorkomen dat het achterwiel door gaat slippen, wel zitten. Weer een bocht. Hoe was het zaterdag ook al weer? Vlakt het na die bocht af? Ik weet het niet meer. Nee, het blijft nog net zo steil. Dan zie ik het bosje met de schaduw en de vlakke, ja zelfs aflopende (-2 procent) passage binnen bereik komen. Nog even volhouden! Hè, hè, dat heb ik in elk geval gefikst! Na de volgende bocht verlaat ik het bosje al weer en komt er nog een kort, steil stukje naar de top, weet ik mij te herinneren. Die passage valt gelukkig mee en zo sta ik dan op de 'rondweg' bij de antennes en kan ik even bijkomen en opnieuw genieten van het 360-graden panorama over dit stukje Bourgogne .
Op de Mont de Rome-Château (545 m), met een blik naar 't noordwesten:
(De zwarte stip midden op de foto is een 'toevallig' door het beeld vliegende bij )
Op de top van de Mont de Rome-Château:
(Zoek de fiets...)
St-Sernin-du-Plain, gezien vanaf de top:
De afdaling gaat goed. De afstand tussen de bochten is telkens te kort om de fiets z'n gang te laten gaan, dus echt hoge snelheden zitten er hier niet in, te 'link'. Als ik beneden ben, is het inmiddels geheel bewolkt geraakt. Het is van die hoge sluierbewolking en ik hoop maar dat het snel over zal trekken. Met het zonnetje er bij is het toch een stuk aangenamer.
Voorlopig ben ik nu ook even van het klimmen 'verlost', want het voor mij liggende deel van de route, naar Nyon, is het alleen maar dalen . Daarna fiets ik, nu dus op veel lagere hoogte, richting Couches, waar ik straks langs de voet van het kasteel steil omhoog naar de D978 moet klimmen. Maar eerst even een stukje 'lekker fietsen'. En het is hier op dit soort weggetjes nergens, maar dan ook echt nergens, druk. Je komt er nauwelijks een auto of zo tegen. Dat maakt het fietsen in de binnenlanden van de Bourgogne nog eens extra plezierig! He klimmetje langs het kasteel is een regelrechte 'kuitenbijter', waar toch ook weer zo'n 13 procent overwonnen moet worden.
De weg eindigt ook nog eens steil bij de aansluiting op de D978. Ik moet daar oversteken, maar er staat
- terecht - een STOP-bord. Ik stuur maar een beetje naar rechts, waar ik nog net een geschikt plekje vind om met één voet uit te klikken en kan wachten tot ik veilig naar de overkant kan. Natuurlijk zit er ook weer net een auto achter mij, dus moet ik 'ogen voor en achter' hebben.
Eenmaal aan de overzijde van de doorgaande weg, heb ik moeite het vervolg van mijn route te vinden. Er loopt een weggetje wat omhoog en ik denk dat ik daar tussen de huizen door moet. Mis! Eenmaal om de bocht, lopen beide mogelijkheden dood. Terug naar de D978 een het weggetje enige tientallen meters richting Couches dan maar proberen. You left the track protesteert de Rox 10.0. Verdorie, welk weggetje moet ik dan hebben? Aha, aan het begin van het eerste weggetje gaat ook nog 'iets', langs een paar geparkeerde auto's, naar beneden. Dat is 'm! Het is een weggetje dat zich met slecht onderhouden en ruw asfalt al snel tussen de oude huisje omhoog 'worstelt', waarna ik uiteindelijk gewoon op het tweede weggetje uit kom...
Daarna gaat het, door een prachtig open heuvellandschap met mooie vergezichten, voortdurend 'op-en af' van gehuchtje naar gehuchtje, tot ik uiteindelijk bij Le Breuil-Bourg arriveer. Ik heb de camera even de camera gelaten en ben gewoon fijn aan het fietsen gegaan .
Het kerkje en het monument voor de gevallenen in Le Breuil-Bourg:
In Le Breuil ligt schuin tegenover het kerkje het fraaie Château du Breuil, op de wegwijzers aangeduid als Château des Scouts de France. Het kasteel is namelijk in het bezit van de Scouts et Guides de France (Franse padvinderij) en biedt bijvoorbeeld ook onderdak aan groepen of verenigingen die van de faciliteiten van het château gebruik willen maken. Je kunt er o.a. ruimte huren (om te slapen, te koken etc.).
Bij de ingang naar het Château du Breuil:
Terwijl ik bij de ingang van het kasteel onder een grote boom op de grond zit om een foto vanuit een laag standpunt te maken, komt er en auto van het terrein af. De bestuurder kijkt even opzij en lijkt gewoon door te rijden. Als ik al weer opgestaan ben, zie ik dat hij z'n auto net buiten de poort geparkeerd heeft en op mij afkomt. Het is een vriendelijk ogende man. Maar zou ik soms iets 'verkeerds' gedaan hebben? Ik heb geen bordje gezien met Entrée interdite, of dat het verboden is te fotograferen.
'C'est joli comme château', zegt hij, om het gesprekje te openen. Dat beaam ik natuurlijk. Of ik uit de streek afkomstig ben? Waarop ik hem vriendelijk vertel waar ik vandaan kom, waar we momenteel verblijven en wat ik aan het doen ben. De man vertelt op zijn beurt dat het kasteel aan de Scouts de France behoort en wat ze er allemaal doen. Ik zeg hem dat ik mij dat bekend is, want dat ik dat al in het internet heb opgezocht. Hij zegt ook nog dat achter het kasteel een groot park is en dat je zo om het kasteel kunt rijden. Maar als ik hem mijn schoenplaatjes laat zien en er bij zeg dat de onverharde weg niet zo geschikt is voor een racefiets, begrijpt hij dat gelukkig. Ze verhuren ook gedeelten van het kasteel, krijg ik nog te horen, dus als ik hier nog eens met een vereniging of zo kom, kan ik prima bij hen terecht. Misschien is het wel een leuk adresje voor een 'Forumrit in de Bourgogne'? (Nee, ik ga niets organiseren!)
Het Château du Breuil:
Via Les Vernizys en Les Fauchés fiets ik met een grote boog om het Lac de Montauby, dat ik in de diepte tussen de bosjes en weilanden zie liggen. Wat meer op de voorgrond raast zo af en toe een TGV door het dal. Bij St-Julien-d'Heune steek ik de D974 en het Canal du Centre over en duik ik opnieuw de binnenlanden in. Dat de wind wat is aangetrokken merk ik nu zo af en toe wel een beetje. Doch de wind komt min of meer uit het zuidwesten, waardoor ik hem niet tegen heb en ook niet tegen krijg. Het is inmiddels al weer een hele poos zonnig, met slechts wat onschuldige stapelwolkjes. Bij vlagen is het zelfs behoorlijk warm en denk ik er over om de armstukken maar af te doen, doch het komt er niet van.
Nadat ik ook de vierbaans autoweg N80 gepasseerd ben - het gaat nog steeds flink op-en-af - kom ik na Marcilly-lès-Buxy op een weggetje richting Volvin. Ik zit hier nu ècht in 'the middle of nowhere'. Het grove wegdek is aanvankelijk nog goed te berijden, doch na een paar honderd meter wordt het steeds slechter. Ik zit een beetje te balen, want zo slecht hoeft voor mij nu ook weer niet. Het lijkt er op alsof het weggetje zomaar in een onverhard landweggetje over kan gaan. Doch dan wordt het gelukkig al weer iets beter. Ik zie een fotomotief en schiet een plaatje.
De Route de Volvin:
Terwijl ik van de omgeving sta te genieten en een aantal fruitrepen weg werk, komt er een trekker met aanhangwagen vol met van die grote rollen hooi het weggetje op. Om de boer de ruimte te geven, plant ik mijzelf en m'n fiets in de berm. Het wordt, gezien de vriendelijk groet, gewaardeerd. Trouwens, het valt mij op dat men hier op het platteland elkaar nog respecteert en de ruimte geeft. Regelmatig wordt er op de smalle wegen half in de berm gereden of even gewacht tot 'de fietser' gepasseerd is. Geen hectisch gejakker en 'ik moet eerst' gedrag . Ik ben trouwens bijna aan het einde van dit weggetje en richting Cersot fiets ik al weer op een 'normale' weg. Daarna kom ik op de brede D977 en denk ik fijn naar Buxy te kunnen sjezen. Mis hoor, ik heb de route via Neully ingetekend. Een kaarsrechte en steil oplopende weg ligt voor mij. Ja, zo kom ik wel aan m'n hoogtemeters . Een 'leuke' helling, die met 6-7 procent begint, maar verder voor het grootste deel met 8 -9 procent (34 x 26) stijgt.
Na Neully Gaat het dan weer naar beneden, naar Montagny-lès-Buxy met z'n Montagny 1er Cru wijngaarden. Thuis heb ik nog één fles van de Vignerons de Buxy liggen. Nu weet ik dus precies waar de inhoud vandaan komt, altijd leuk!
De wijngaarden bij Montagny-lès-Buxy:
Na Montagny ga ik al weer een stukje klimmen, om via een weg buitenom en door het bos naar Buxy te rijden. Het navigeren op de track gaat prima en bevalt mij zo uitstekend. Als je dit allemaal zou moeten doen door onderweg telkens de kaart te voorschijn te halen, was de lol er denk ik snel af. Bovendien staan niet al die binnenweggetjes op de Michelinkaart. Links van de weg vliegt een enorme buizerd op. Doorgaans blijven die beesten wel uit je buurt. Deze niet! Traag klimt hij hoger en omdat ik in een afdaling zit en aardig wat snelheid heb, dreig ik hem in te halen. Hij vliegt recht voor mij, ongeveer op 'hoofdhoogte'. Om 'problemen' te vermijden, rem ik maar een beetje af. De vogel klimt nu naar een voor mij veilige hoogte. Dat was toch wel een aparte 'ontmoeting' . Als ik even later uit het bos kom, zie ik Buxy al mooi liggen.
Buxy:
In Buxy dirigeert de Rox 10.0 mij naar de Voie Verte de Bourgogne du Sud. Met de wind in de rug vlieg ik met een 'prettige snelheid' over de voormalige spoorlijn naar Givry. Het fietspad gaat vanuit Givry verder naar Chalon-sur-Saône. Daar zou ik dan de Voie Verte naar Chagny kunnen nemen, doch ik ben bang dat ik dan wel een stuk door Chalon zal moeten fietsen, hetgeen mij geen aantrekkelijk vooruitzicht lijkt. Daarom heb ik de route terug maar via wat kleine dorpjes in de Côte Chalonnaise laten lopen. Dat betekent wel wat meer klimmen, doch dat is een goede training. In Germolles probeer ik of ik zoveel van het château te zien kan krijgen, dat het een foto waard is. Het kasteel ligt grotendeels in het groen en bij de 'poort' is al helemaal niets van het gebouw te zien. Jammer!
Na St-Mard-de-Vaux kom ik op de D978 en pak ik de (naamloze?) col op 317 m hoogte nog even mee, voordat ik via Aubigny en achter het Château de Rully naar Les Agneux fiets. Hier wacht mij de laatste 'pukkel', want ik moet nog 'even' omhoog naar het plateau ten zuiden van Bouzeron. Ik ben daar in omgekeerde richting al wel tweemaal geweest en het leek mij wel leuk de klim ook eens van de andere kant te doen. De steilste stukken zijn 10 en 11 procent! Maar daarna gaat het hard naar beneden, naar Bouzeron en verder, naar Chagny. Alleen nog maar dalen, heerlijk! Als ik het Canal du Centre passeer, is het nog slechts een dikke anderhalve kilometer naar 'huis'. Vanaf de brug kan ik nog een leuke laatste foto schieten.
Het Canal du Centre en de Voie Verte bij Chagny:
Terwijl ik m'n camera opberg, komen er een paar dames op sportfietsen de brug op (je kunt daar niet op de fiets onder de brug door). Het is even een steil stukje. De ene vrouw staat - aan de overzijde van de weg - uit te hijgen, wrijft over haar buik en zegt tegen mij 'J'ai trop mangé' ('Ik heb teveel gegeten'). Ja, ja, alsof het daar aan zou liggen! Ik ga de discussie maar niet aan, lach maar wat en wuif haar commentaar met een handgebaar weg. Nog even onder de spoorlijnen door, het stadje in en de rit van 105 km, met veel klimmen (1785 hm) en dalen zit er op! Narijden? Hier is het parcours...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Bedankt! Ik heb mijn 'spaarkaart' al bijna vol !rene schreef:Mooi verhaal , en ik heb je de welbekende kudos gegeven...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Een "opwarmertje"
(Klim van Aigueblanche naar Valmorel-Club Med v.v.)
Wanneer je je standplaats in de omgeving van Les Trois Vallées bij Moûtiers kiest, zit je meestal tussen vrij hoge berghellingen en in een relatief nauw dal. Je kunt er dan ook het beste verblijven, althans volgens mij, in de periode dat de dagen nog 'lang' zijn. Dan krijg je 's ochtends het snelst de zon te zien en is het ook in het beging van de avond nog aangenaam warm. Daarom zijn we, madame en ik, daar nu voor een 'kort verblijf' neergestreken. Hopelijk kan ik dan bij mooi weer nog wat beklimmingen doen die ik nog niet ken en wellicht ook nog een paar 'oude bekenden' opzoeken .
Omdat het volgens mijn vrouw 'niet altijd 100 km of meer behoeft te zijn', ben ik vandaag - na de reisdag van gisteren - maar eens heel rustig begonnen en heb ik alleen de ochtend uitgetrokken voor een, laten we zeggen, 'opwarmertje'.
In Aigueblanche, bij de rotonde tegenover de Super U, begint de D95 en de klim naar het skigebied van Valmorel. Daar begon ik met nog koude spieren aan deze voor mij onbekende klim. Ja, ik heb even naar het profiel gekeken en deze klim een paar jaar geleden ook op TV gezien, ik geloof in De Tour. Met 43x23 begin ik er aan. Al snel voel ik, alhoewel het niet steil is, dat dit met nog niet warmgedraaide spieren geen goed verzet is. Dan maar 34x26. Dat verzet verander ik pas 'ergens' helemaal aan het einde van de klim, op een makkelijke passage en als ik het skidorp al gepasseerd ben.
Op het scherm van m'n computertje zie ik dat het stijgingspercentage varieert van 6 - 8 en meestal 7 bedraagt. Langzaam kom ik in een goed ritme. Rustig fiets ik omhoog. De klim valt mij ook wat het landschap betreft erg mee. Het is een vrij open klim, waardoor je voldoende van het alpine landschap met z'n ruige bergwereld en lieflijk tegen de hellingen geplakte dorpjes kunt genieten.
Lieflijke bergdorpjes op de hellingen richting Valmorel:
De enige 'moeilijkheid' doet zich na ongeveer 3 km klimmen voor. De klim vlakt eerst af tot zo'n 4 procent, doch dan zie je de daarop volgende steile passage al voor je. Die passage zorgt ervoor dat er 11% op het display van de fietscomputer verschijnt. Dus gewoon blijven zitten en even de 'tanden op elkaar'. Laag in de klim was er nogal wat verkeer, doch wat hoger wordt het toch iets rustiger. Nee, zo rustig als in de Bourgogne wordt het niet. Net voor het dorpje Le Fey-Dessous ligt glimmend, nieuw asfalt. Het zou zomaar kunnen dat daar binnenkort de beruchte gravillons gestrooid worden, dus misschien heb ik geluk gehad dat ik er nu fiets. Ter hoogte van Le Comet - je fietst om het dorpje heen - kent de klim een 'dipje'. Verder is het een regelmatige en goed lopende klim, die vooral 'onderin' veel bochten kent.
En daar is dan het plaatsnaambord al. Je bent dan nog niet in het ski-oord, maar je weet dan wel dat je er al bijna moet zijn. Valmorel ligt in een mooi groene omgeving en is gelukkig niet zo'n met betonnen kolossen volgeplemt ski-resort.
Hier 'begint' Valmorel:
Als ik het 'dorp' binnenrijd, wordt er door langs de kant staande toeristen stevig voor mij geapplaudisseerd en zo heeft dan ieder z'n 'verzetje' . Het is in dit soort oorden altijd een beetje je weg zoeken, want voor je 't in de gaten hebt, fiets je naar een quartier waar je dus niet heen wilt. Maar er staan bordjes met Bourg-Le Bas en Bourg-Le Haut, dus die kant moet ik op.
Blik op Valmorel:
Omdat het mij eigenlijk nooit hoog genoeg kan gaan, ben ik zolang er nog een verharde weg was, gewoon doorgegaan met 't klimmen. Het lijkt er op alsof ik Valmorel al weer achter mij heb gelaten als er nog bordjes staan met Le Village. Het gaat nog verder omhoog, dus ik ook! Langs de gondelbaan kijk ik omhoog op de groene bergweiden en grillige rotsen hoog boven mij.
De bergwereld boven Valmorel:
De gondels vervoeren, denk ik, de bergwandelaars en ik fiets ondertussen rustig door. En dan ben ik in wat dus Le Village zou moeten zijn, want hier houdt het op. Ik fiets door een soort poort en rechts van de weg staat een groot bord met Club Med erop. Dat ik dit nog mee moet (mag) maken! Het is dat ik hier op zo'n 1450 m kan komen, maar verder heb ik hier natuurlijk niets te zoeken... Ja, het ziet er allemaal keurig verzorgd uit, daar niet van. Ik zie een soort 'kliko's', een rode, een gele, een groene en een blauwe. Ze zijn gevuld met wandelstokken. En 'overal' bordjes met teksten als 'rouge', 'noir' enz. enz. Dit is een plek voor mensen voor wie alles 'geregeld' moet worden. Hier moet je niet te lang over nadenken, toch? Mag ik 't zeggen? Verschrikkelijk! (Ik hoop dat ik nu niet iemand op z'n ziel getrapt heb.)
Het voor mij enig interessante hier boven is, dat ik vanaf een soort terrasje nog net het topje van de Mont Blanc te zien krijg. Dus, foto maken!
Vanuit het Club Med village in Valmorel is nog net de top de Mont Blanc te zien:
Terug gaat via dezelfde route als heen. De weg is niet slecht, ook niet echt goed. Er zitten veel scheuren in lengterichting in het wegdek en soms een gat. Ook fiets je dan weer in de zon, dan weer in de schaduw, waardoor het in de afdaling 'opletten geblazen' is. Maar ik heb geen haast en kom graag heelhuids weer beneden aan. De terugweg benut ik ook voor het maken van wat foto's, want dat ging tijdens het klimmen natuurlijk niet . Op Strava is te zien dat het een erg korte rit van slechts 30 km was, maar wel een leuke en 't heeft ook weer 1011 hm opgeleverd .
(Klim van Aigueblanche naar Valmorel-Club Med v.v.)
Wanneer je je standplaats in de omgeving van Les Trois Vallées bij Moûtiers kiest, zit je meestal tussen vrij hoge berghellingen en in een relatief nauw dal. Je kunt er dan ook het beste verblijven, althans volgens mij, in de periode dat de dagen nog 'lang' zijn. Dan krijg je 's ochtends het snelst de zon te zien en is het ook in het beging van de avond nog aangenaam warm. Daarom zijn we, madame en ik, daar nu voor een 'kort verblijf' neergestreken. Hopelijk kan ik dan bij mooi weer nog wat beklimmingen doen die ik nog niet ken en wellicht ook nog een paar 'oude bekenden' opzoeken .
Omdat het volgens mijn vrouw 'niet altijd 100 km of meer behoeft te zijn', ben ik vandaag - na de reisdag van gisteren - maar eens heel rustig begonnen en heb ik alleen de ochtend uitgetrokken voor een, laten we zeggen, 'opwarmertje'.
In Aigueblanche, bij de rotonde tegenover de Super U, begint de D95 en de klim naar het skigebied van Valmorel. Daar begon ik met nog koude spieren aan deze voor mij onbekende klim. Ja, ik heb even naar het profiel gekeken en deze klim een paar jaar geleden ook op TV gezien, ik geloof in De Tour. Met 43x23 begin ik er aan. Al snel voel ik, alhoewel het niet steil is, dat dit met nog niet warmgedraaide spieren geen goed verzet is. Dan maar 34x26. Dat verzet verander ik pas 'ergens' helemaal aan het einde van de klim, op een makkelijke passage en als ik het skidorp al gepasseerd ben.
Op het scherm van m'n computertje zie ik dat het stijgingspercentage varieert van 6 - 8 en meestal 7 bedraagt. Langzaam kom ik in een goed ritme. Rustig fiets ik omhoog. De klim valt mij ook wat het landschap betreft erg mee. Het is een vrij open klim, waardoor je voldoende van het alpine landschap met z'n ruige bergwereld en lieflijk tegen de hellingen geplakte dorpjes kunt genieten.
Lieflijke bergdorpjes op de hellingen richting Valmorel:
De enige 'moeilijkheid' doet zich na ongeveer 3 km klimmen voor. De klim vlakt eerst af tot zo'n 4 procent, doch dan zie je de daarop volgende steile passage al voor je. Die passage zorgt ervoor dat er 11% op het display van de fietscomputer verschijnt. Dus gewoon blijven zitten en even de 'tanden op elkaar'. Laag in de klim was er nogal wat verkeer, doch wat hoger wordt het toch iets rustiger. Nee, zo rustig als in de Bourgogne wordt het niet. Net voor het dorpje Le Fey-Dessous ligt glimmend, nieuw asfalt. Het zou zomaar kunnen dat daar binnenkort de beruchte gravillons gestrooid worden, dus misschien heb ik geluk gehad dat ik er nu fiets. Ter hoogte van Le Comet - je fietst om het dorpje heen - kent de klim een 'dipje'. Verder is het een regelmatige en goed lopende klim, die vooral 'onderin' veel bochten kent.
En daar is dan het plaatsnaambord al. Je bent dan nog niet in het ski-oord, maar je weet dan wel dat je er al bijna moet zijn. Valmorel ligt in een mooi groene omgeving en is gelukkig niet zo'n met betonnen kolossen volgeplemt ski-resort.
Hier 'begint' Valmorel:
Als ik het 'dorp' binnenrijd, wordt er door langs de kant staande toeristen stevig voor mij geapplaudisseerd en zo heeft dan ieder z'n 'verzetje' . Het is in dit soort oorden altijd een beetje je weg zoeken, want voor je 't in de gaten hebt, fiets je naar een quartier waar je dus niet heen wilt. Maar er staan bordjes met Bourg-Le Bas en Bourg-Le Haut, dus die kant moet ik op.
Blik op Valmorel:
Omdat het mij eigenlijk nooit hoog genoeg kan gaan, ben ik zolang er nog een verharde weg was, gewoon doorgegaan met 't klimmen. Het lijkt er op alsof ik Valmorel al weer achter mij heb gelaten als er nog bordjes staan met Le Village. Het gaat nog verder omhoog, dus ik ook! Langs de gondelbaan kijk ik omhoog op de groene bergweiden en grillige rotsen hoog boven mij.
De bergwereld boven Valmorel:
De gondels vervoeren, denk ik, de bergwandelaars en ik fiets ondertussen rustig door. En dan ben ik in wat dus Le Village zou moeten zijn, want hier houdt het op. Ik fiets door een soort poort en rechts van de weg staat een groot bord met Club Med erop. Dat ik dit nog mee moet (mag) maken! Het is dat ik hier op zo'n 1450 m kan komen, maar verder heb ik hier natuurlijk niets te zoeken... Ja, het ziet er allemaal keurig verzorgd uit, daar niet van. Ik zie een soort 'kliko's', een rode, een gele, een groene en een blauwe. Ze zijn gevuld met wandelstokken. En 'overal' bordjes met teksten als 'rouge', 'noir' enz. enz. Dit is een plek voor mensen voor wie alles 'geregeld' moet worden. Hier moet je niet te lang over nadenken, toch? Mag ik 't zeggen? Verschrikkelijk! (Ik hoop dat ik nu niet iemand op z'n ziel getrapt heb.)
Het voor mij enig interessante hier boven is, dat ik vanaf een soort terrasje nog net het topje van de Mont Blanc te zien krijg. Dus, foto maken!
Vanuit het Club Med village in Valmorel is nog net de top de Mont Blanc te zien:
Terug gaat via dezelfde route als heen. De weg is niet slecht, ook niet echt goed. Er zitten veel scheuren in lengterichting in het wegdek en soms een gat. Ook fiets je dan weer in de zon, dan weer in de schaduw, waardoor het in de afdaling 'opletten geblazen' is. Maar ik heb geen haast en kom graag heelhuids weer beneden aan. De terugweg benut ik ook voor het maken van wat foto's, want dat ging tijdens het klimmen natuurlijk niet . Op Strava is te zien dat het een erg korte rit van slechts 30 km was, maar wel een leuke en 't heeft ook weer 1011 hm opgeleverd .
60 x Ventoux