Re: Tour de France 2022
Geplaatst: 06 jul 2022 09:15
Hieromtrent:
Dit verhaal begint in april, wanneer ploegleider Grischa Niermann de Noord-Franse Touretappes gaat verkennen met de auto. Wanneer hij na 150 kilometer in de buurt van Wissant de weg langs de kust opdraait, kan hij een glimlach niet onderdrukken. “Ik moest meteen denken aan Parijs-Nice”, zegt hij. De herinnering zit nog vers in zijn geheugen: zijn ploeg voerde daar begin maart een straf nummer op. In de finale van de openingsrit reden Van Aert, Roglic en Laporte op een korte helling met zijn drieën weg van de rest van het peloton. Een geweldige coup.
“Hier is iets gelijkaardigs mogelijk”, denkt Niermann. Hij schrijft in zijn notitieboekje: Côte du Cap Blanc-Nez, 900 meter aan 7,5 procent. Een venijnige puist, gemaakt voor machtsrenners. In de maanden die volgen, plant hij een paar zaadjes bij zijn renners. “Die rit stond al lang voor de start van de Tour aangeduid”, zegt Van Aert. Op maandagavond, aan het einde van de rustdag, haalt Niermann zijn schrift boven en legt hij zijn ideeën voor aan de voltallige ploeg. “We waren allemaal enthousiast”, zegt Van Hooydonck. “We zijn met de hele groep samen het plan gaan smeden.”
Nochtans is er op dinsdagvoormiddag twijfel. Er staat minder wind dan verwacht en het lijkt moeilijk te worden om de wedstrijd onderweg hard te maken. Ploegleider Maarten Wynants moet de zaak gaan onderzoeken en vertrekt een uur voor het peloton met de verkenningsauto. “Woensdag zit ik gewoon in de volgwagen”, zegt hij. “Maar omdat de wind zo belangrijk was, werd ik deze rit op weg gestuurd.” Als Vlaming is hij een expert. Zijn oordeel: “Het wordt nipt, maar het is de moeite om het op zijn minst te proberen.”
Na de rit:
“Jammer”, zegt Vingegaard. “Maar ik ben supergelukkig met de zege van Wout. We wilden een teamaanval doen. We gingen iets proberen en zouden dan wel zien hoeveel man er kon volgen. Maar niemand kon Wout volgen. (lacht) Ongelooflijk wat hij gedaan heeft.”
Roglic: “Het was perfect geweest als ik mee had gekund, maar het ging gewoon te snel. Ik heb het al eens gezegd: Wout is half mens, half motor.”
Op de top kijkt Van Aert nog even achterom. Hij ziet Vingegaard en Yates op dertig meter hangen: moet hij wachten? Mag hij doorgaan? “Hij moest gaan”, zegt Wynants. “Komen ze met drie samen, dan wil Yates wellicht niet meerijden en wordt het extra ingewikkeld voor de ritzege.”
Van Aert: “Ik kreeg snel het bericht uit de volgwagen dat de kopmannen veilig waren en dat ik alleen kon gaan.”
Dit verhaal begint in april, wanneer ploegleider Grischa Niermann de Noord-Franse Touretappes gaat verkennen met de auto. Wanneer hij na 150 kilometer in de buurt van Wissant de weg langs de kust opdraait, kan hij een glimlach niet onderdrukken. “Ik moest meteen denken aan Parijs-Nice”, zegt hij. De herinnering zit nog vers in zijn geheugen: zijn ploeg voerde daar begin maart een straf nummer op. In de finale van de openingsrit reden Van Aert, Roglic en Laporte op een korte helling met zijn drieën weg van de rest van het peloton. Een geweldige coup.
“Hier is iets gelijkaardigs mogelijk”, denkt Niermann. Hij schrijft in zijn notitieboekje: Côte du Cap Blanc-Nez, 900 meter aan 7,5 procent. Een venijnige puist, gemaakt voor machtsrenners. In de maanden die volgen, plant hij een paar zaadjes bij zijn renners. “Die rit stond al lang voor de start van de Tour aangeduid”, zegt Van Aert. Op maandagavond, aan het einde van de rustdag, haalt Niermann zijn schrift boven en legt hij zijn ideeën voor aan de voltallige ploeg. “We waren allemaal enthousiast”, zegt Van Hooydonck. “We zijn met de hele groep samen het plan gaan smeden.”
Nochtans is er op dinsdagvoormiddag twijfel. Er staat minder wind dan verwacht en het lijkt moeilijk te worden om de wedstrijd onderweg hard te maken. Ploegleider Maarten Wynants moet de zaak gaan onderzoeken en vertrekt een uur voor het peloton met de verkenningsauto. “Woensdag zit ik gewoon in de volgwagen”, zegt hij. “Maar omdat de wind zo belangrijk was, werd ik deze rit op weg gestuurd.” Als Vlaming is hij een expert. Zijn oordeel: “Het wordt nipt, maar het is de moeite om het op zijn minst te proberen.”
Na de rit:
“Jammer”, zegt Vingegaard. “Maar ik ben supergelukkig met de zege van Wout. We wilden een teamaanval doen. We gingen iets proberen en zouden dan wel zien hoeveel man er kon volgen. Maar niemand kon Wout volgen. (lacht) Ongelooflijk wat hij gedaan heeft.”
Roglic: “Het was perfect geweest als ik mee had gekund, maar het ging gewoon te snel. Ik heb het al eens gezegd: Wout is half mens, half motor.”
Op de top kijkt Van Aert nog even achterom. Hij ziet Vingegaard en Yates op dertig meter hangen: moet hij wachten? Mag hij doorgaan? “Hij moest gaan”, zegt Wynants. “Komen ze met drie samen, dan wil Yates wellicht niet meerijden en wordt het extra ingewikkeld voor de ritzege.”
Van Aert: “Ik kreeg snel het bericht uit de volgwagen dat de kopmannen veilig waren en dat ik alleen kon gaan.”