Fietstochten van "Le Grimpeur"
Ha, ha, klinkt mij bekend in de oren.!Le Grimpeur schreef:Omdat het volgens mijn vrouw 'niet altijd 100 km of meer behoeft te zijn', ben ik vandaag - na de reisdag van gisteren - maar eens heel rustig begonnen en heb ik alleen de ochtend uitgetrokken voor een, laten we zeggen, 'opwarmertje'.
Er komt een moment dat je wind mee hebt. Pinarello F10 - Ultegra 8050 Di2 - Carbonspeed C50 Tubeless
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Dank voor deze lovende woorden .zaaf schreef:Weer leuk om te lezen! (En op een geheel ander niveau geschreven dan het schoolkrantproza uit Fiets zelf...)
Ze kennen daar mijn tarief !zaaf schreef:Wanneer huren ze Le Grimpeur nu in voor de reisverslagen?
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar Méribel-Mottaret
(Verslag van zaterdag 27 juni 20125)
Terwijl de andere senioren hier nog maar net aan hun ochtendrituelen begonnen zijn, start ik op mijn GPS-fietscomputer al de track voor m'n 'fietsavontuur' van vandaag. Ik heb drie tracks in het apparaatje geladen: Aigueblanche - Méribel-Mottaret, Méribel-Mottaret - Courchevel (altiport) en voor de terugweg nog de route Courchevel - Aigueblanche. Het was mijn bedoeling om na de klim naar Mottaret binnendoor via La Tania naar Courchevel te gaan. Je komt dan ergens 'onderaan' op de klim naar dat skioord uit. Ik zou daar dan de mogelijkheid hebben om, mochten de benen niet meer mee willen werken, gewoon verder te dalen en zo terug te keren naar mijn standplaats. Het zou echter toch weer anders lopen dan gepland...
Het is fris op de fiets, want de zon staat nog niet hoog genoeg om het dal al te kunnen bereiken. Als ik het centrum van Aigueblanche binnenkom, herken ik de situatie meteen, zodat ik bijtijds naar het binnenblad ga. De weg begint al in het stadje te stijgen. Ook moet je hier aansluiten op de doorgaande weg, over een lastige verkeersdrempel en goed op het van links komende verkeer letten. Dan moet je dus niet ook nog eens op een te zwaar verzet zitten te 'klooien' .
Direct na het verlaten van de bebouwde kom gaat de weg rechtdoor en kom je op de Voie Express, de N90 van Albertville naar Moûtiers. Daar mag je als fietser uiteraard niet rijden, dus moet je vlak voor de toerit naar de N90 linksaf. Een beetje verwarrend, want er staan links en rechts van die weg grote borden 'inrijden verboden'. Er staat wel onder dat dit niet voor fietsers geldt, maar als je even niet oplet, zit je zo verkeerd. Gelukkig ben ik hier vaker geweest, dus weet ik hoe het werkt. Vanwege achterop komend verkeer ben ik wat te laat met naar het voorsorteervak gaan. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat een volgende automobilist(e) de situatie begrijpt en keurig achter mij blijft rijden tot ik ben afgeslagen. Ik steek mijn had maar weer eens op om te bedanken voor zoveel begrip .
Na de hooggelegen en tochtige passage in de engte bij Moûtiers, leidt de Sigma Rox 10.0 mij feilloos door het stadje. Handig, want het is hier een wirwar van wegen en afslagen naar de verschillende dalen en hoog tegen de hellingen liggende wijken en gehuchtjes.
De Rox 10.0 heeft mij feilloos naar het begin van de D915 geloodsd:
Het is druk op de rotonde en de D915. Ik heb die weg dan ook niet uitgekozen voor de aanloop naar de klim. Achter het huis op bovenstaande foto gaat vanaf de rotonde de D89 meteen omhoog richting Salins-les-Thermes. Die weg neem ik als alternatief voor de drukke weg door het dal. Zulke wegen bieden je vaak een veel rustiger en mooiere route dan de druk bereden hoofdwegen. Maar, 'Elk voordeel heb z'n nadeel..' (Cruyff zei het net andersom ) en dat betekent in dit geval extra klimmen. Hoogte die je aan het einde van zo'n omwegje doorgaans grotendeels weer prijs moet geven. Vanwege de drukte lukt het mij na het fotograferen niet om vlot op de rotonde te komen, dus fiets ik toch een eindje de D915 op, keer op een rustig moment snel om en pak daarna probleemloos de afslag naar de D89.
O jee, Route Barrée verschijnt er al na dat ik nog maar net aan het klimmen ben. De situatie overziend, lijkt het mij niet slim om toch maar te proberen er langs te komen, dus neem ik de door een woonwijk lopende Déviation. Aan het einde daarvan wordt er nog steeds aan de weg gewerkt. Vandaag, zaterdag, ligt het werk natuurlijk stil, maar er is toch slechts één rijstrook beschikbaar. Het mobiele verkeerslicht springt net voordat ik er ben op rood. Zometeen moet ik hier langs een muur en over een vrij smalle weghelft, dus wacht ik netjes mijn beurt af. Toch red ik het daarna ook niet, want het is een vrij lang stuk en het is klimmen. Net voor het einde van de werkzaamheden komen de eerste auto's mij al weer tegemoet. Het wordt 'krap'. Gelukkig wacht de bestuurder van een bestelwagen netjes tot ik mij tussen een muurtje en zijn auto heb gemanoeuvreerd. Hij roept nog wel iets door het openstaande portierraam. Maar 't is in het Frans, dus versta ik het niet .
Als ik eenmaal 'op hoogte' ben, fiets ik al in de zon en zie ik de doorgaande weg diep beneden mij door het dal lopen. Het is inderdaad een drukke weg. Zoals gezegd, de gewonnen hoogte raak ik nu ook weer kwijt, want ik ben inmiddels aan het dalen naar Brides-les-Bains. Voor mij ligt het kuuroord midden tussen 't groen en min of meer tegen de berghelling geplakt.
Brides-les-Bains ligt in 't groen tegen de berghelling:
(Links het chique viersterren 'Golf-Hotel')
Zo te zien is het een levendig stadje, want er is al het nodige 'volk' op de been. De track stuurt mij letterlijk 'dwars' door het stadje. Mijn route loopt vlak langs het chique en fraai gelegen Golf-Hotel en brengt mij al klimmend naar de D915. Over een viaduct passeer ik deze weg en dan kan ik 'eindelijk' aan de klim naar Méribel beginnen. Ruim 17 km klimmen liggen er voor mij. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan, want het is hier natuurlijk heel anders fietsen dan in de Bourgogne, met z'n steile, doch korte klimmetjes. De eerste 4 km van de route is erg bochtig en gaat met 7 à 8 procent omhoog. Zon en schaduw wisselen elkaar af. Langs de weg staat op de bornes (km-paaltjes) keurig aangegeven hoe ver het nog is en wat het gemiddelde stijgings-
percentage van de volgende kilometer is.
Nog 13 km...
Als er nog 11 km geklommen moet worden, vlakt de klim enorm af en geven de paaltjes kilometer na kilometer een gemiddelde van 5% aan. De weg is breed, het valt mee met het verkeer en voor het klimmen is het wegdek goed. Er zitten wel (erg) veel scheuren in het asfalt, dus dat zal straks in de afdaling wel wat extra attentie vragen. Maar zover is het nog niet . Links zie ik de nog gedeeltelijk met sneeuw bedekte toppen van het Massif de la Vanoise. Op een parkeerhaven rechts van de weg staan een asfalteringsmachine en een wegenwals te wachten. Ben ik hier ook weer net op tijd? In een rustig tempo trap ik de kilometers onder mij weg. Zonder moeite bereik ik de rotonde met de afslag naar La Tania en Courchevel. Daar zie ik iets wat mij niet vrolijk stemt...
In Mussillon, als ik nog 5 km van 'de top' verwijderd ben, verschijnt er nog een keer een kilometer met een gemiddelde van 9% op de borne. Hoe men daar aan gekomen is, is mij een raadsel. In Mussillon, wat letterlijk naadloos overgaat in Méribel, is het niet echt steil. En in en na Méribel zit er zelfs een 'dipje' in de klim. Ik heb op de terugweg dan ook even gekeken of er misschien -9% stond, maar nee hoor, er staat ècht 9%.
Nog 5 km te gaan en met nog één keer een '9% kilometer' voor de boeg:
In Méribel is het een 'dooie boel'. Zo te zien zijn er nog weinig toeristen. Rechts van de weg, op een hoger gedeelte, zie ik nog wel een aardig kapelletje. Dat moet ik op de terugweg maar eens op de foto zetten. Het ligt aan de Sentier des Chapelles (wandelroute langs kapelletjes).
Kapelletje in Méribel:
Zodra ik Méribel achter mij laat, kan ik Mottaret al zien liggen. Dat ligt nog een flink stuk hoger en bovendien heb ik mijn trip laten eindigen in wat volgens mij zo ongeveer het hoogste gedeelte van dit skidorp is. Dus heb ik de komende 6 km nog wat te doen. In de verte zijn de ook hier nog met wat sneeuw bedekte toppen van het omringende hooggebergte goed te zien. De omgeving valt niet tegen en de bebouwing is met veel hout afgewerkt, zodat het allemaal nog wel 'om aan te zien' is . In een van de bochten op de weg naar Mottaret liggen grote, van de helling gevallen keien op de weg. Een sportief ogende, goed gebouwde en mooi gebruinde vrouw in sport-outfit schopt de keien de berm in. 'Bravo madame' zeg ik tegen haar.
Het laatste stuk klimmen valt mee en ik ben eigenlijk zo bij het naambord van Mottaret, of Méribel-Mottaret, het is maar net hoe je 't zien wilt. De ene keer staat er ergens 'Mottaret' op een bordje, dan weer de dubbele naam. Dat laatste zal wel de officiële naam zijn.
Hier ben ik bijna aan het einde van de klim:
De track komt mij nu weer goed van pas, want als je hier nog uit wilt gaan zoeken wat het hoogste punt is, ben je nog wel een poosje aan het dolen vrees ik. Er verschijnen een aantal lacets (haarspeldbochten) op het display van de Rox. Moeiteloos volg ik de track en klim ik tussen de wijkjes met chalets en hotels hoger en hoger. Soms is het goed te zien welke weg je moet volgen, doch op 't laatst zou ik beslist verkeerd gereden zijn. Daar waar de weg naast een groep appartementen uitmondt op een stoffige parkeerplaats en ik MTB-ers de onverharde voortzetting van de weg zie nemen, eindigt op ongeveer 1760 meter hoogte mijn klim. Ik heb hier een schitterend uitzicht over het dal waaruit hierheen geklommen ben.
Vanaf 1760 m hoogte heb je een mooi uitzicht op Méribel en de weg naar Mottaret:
Was het in Méribel een dooie boel, hier in Mottaret is het uitgestorven. Slechts hier en daar een enkele auto op een van de gigantische parkeerplaatsen en nagenoeg geen levend wezen te bekennen. De keurige, moderne en schone WC Public is wel open. Da's even handig .
Terwijl ik mijn bananen, appel en een fruitreep nuttig, geniet ik van de hoog boven dit oord oprijzende bergen. Voor mij zie ik een kleine 1000 m hoger nog net de liftinstallaties op de Sommet de la Saulire (2738 m). Dat station geeft je de mogelijkheid om op snelle wijze van de pistes van Méribel naar die van Courchevel te komen (en omgekeerd uiteraard).
De Sommet de la Saulire (rechts) bij Mottaret:
De pieken van het Massif de la Vanoise boven Mottaret:
Kinband van de helm goed aantrekken, schoenen in de pedalen klikken, naar het buitenblad schakelen en de afdaling kan beginnen. Ik schreef 't al, de kwaliteit van de weg is niet overal even goed. Tussen Mottaret en Méribel ligt een stuk nieuw asfalt, dus daar kan ik m'n gang gaan. Maar verder moet ik toch goed opletten en het stuur echt stevig vasthouden. Veel scheuren en onverwachte kleine gaten, die je echter wel kunnen verrassen en dat is natuurlijk niet wat je wilt! Zo af en toe is er dan weer een mooi wegdek en geef ik wat meer 'gas'.
Al snel ben ik weer bij de rotonde tussen Méribel en Nantgerel. Daar wilde ik dus afslaan en binnendoor naar La Tania en eventueel verder naar Courchevel-Altiport. Helaas, helaas..., zie foto!
En dat heb ik dan weer... :
De tekst op het bovenste deel van het bord kon ik op de heenweg al lezen, maar niet wat er verder nog stond. Daarom had ik nog een stille hoop dat ik er misschien toch door zou kunnen. Ik kan nu wel gaan kijken 'wat er aan de hand' is, doch die moeite neem ik maar niet. En eerst helemaal dalen tot aan Brides-les-Bains en vandaar door het dal en verder naar de Courchevel-klim, daar heb ik eigenlijk ook 'de benen' niet naar. Dan maar gewoon de afdaling afmaken en dus toch maar richting Brides-les-Bains. Ik ben nu niet tot in het stadje gereden, maar heb de 5 km over D915 'gepakt'. Dat viel wat het verkeer betreft mee en omdat je daar ook daalt, gaat het snel. Bovendien loopt het laatste stuk van de D915 door het laag gelegen deel van Salins-les-Bains, waar sowieso snelheidsbeperkingen gelden.
Nu nog een stukje tegen de wind in door het 'tochtgat' bij Moûtiers, een klein lusje door het levendige centrum (terrasjes !) van dit stadje en even de helling van de parallelroute langs de Voie Express nemen en Aigueblanche ligt al weer voor mij. Ik was nog net op tijd om, voordat m'n vrouw het zwembad in zou duiken, haar te vertellen waarom ik nu al weer terug was .
Leuk klimmen, ruim 55 km, 1491 hm, een paar mooie (?) plaatjes en weer een klim 'afvinken' is wat
deze fietstocht voor mij heeft opgeleverd !
(Verslag van zaterdag 27 juni 20125)
Terwijl de andere senioren hier nog maar net aan hun ochtendrituelen begonnen zijn, start ik op mijn GPS-fietscomputer al de track voor m'n 'fietsavontuur' van vandaag. Ik heb drie tracks in het apparaatje geladen: Aigueblanche - Méribel-Mottaret, Méribel-Mottaret - Courchevel (altiport) en voor de terugweg nog de route Courchevel - Aigueblanche. Het was mijn bedoeling om na de klim naar Mottaret binnendoor via La Tania naar Courchevel te gaan. Je komt dan ergens 'onderaan' op de klim naar dat skioord uit. Ik zou daar dan de mogelijkheid hebben om, mochten de benen niet meer mee willen werken, gewoon verder te dalen en zo terug te keren naar mijn standplaats. Het zou echter toch weer anders lopen dan gepland...
Het is fris op de fiets, want de zon staat nog niet hoog genoeg om het dal al te kunnen bereiken. Als ik het centrum van Aigueblanche binnenkom, herken ik de situatie meteen, zodat ik bijtijds naar het binnenblad ga. De weg begint al in het stadje te stijgen. Ook moet je hier aansluiten op de doorgaande weg, over een lastige verkeersdrempel en goed op het van links komende verkeer letten. Dan moet je dus niet ook nog eens op een te zwaar verzet zitten te 'klooien' .
Direct na het verlaten van de bebouwde kom gaat de weg rechtdoor en kom je op de Voie Express, de N90 van Albertville naar Moûtiers. Daar mag je als fietser uiteraard niet rijden, dus moet je vlak voor de toerit naar de N90 linksaf. Een beetje verwarrend, want er staan links en rechts van die weg grote borden 'inrijden verboden'. Er staat wel onder dat dit niet voor fietsers geldt, maar als je even niet oplet, zit je zo verkeerd. Gelukkig ben ik hier vaker geweest, dus weet ik hoe het werkt. Vanwege achterop komend verkeer ben ik wat te laat met naar het voorsorteervak gaan. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat een volgende automobilist(e) de situatie begrijpt en keurig achter mij blijft rijden tot ik ben afgeslagen. Ik steek mijn had maar weer eens op om te bedanken voor zoveel begrip .
Na de hooggelegen en tochtige passage in de engte bij Moûtiers, leidt de Sigma Rox 10.0 mij feilloos door het stadje. Handig, want het is hier een wirwar van wegen en afslagen naar de verschillende dalen en hoog tegen de hellingen liggende wijken en gehuchtjes.
De Rox 10.0 heeft mij feilloos naar het begin van de D915 geloodsd:
Het is druk op de rotonde en de D915. Ik heb die weg dan ook niet uitgekozen voor de aanloop naar de klim. Achter het huis op bovenstaande foto gaat vanaf de rotonde de D89 meteen omhoog richting Salins-les-Thermes. Die weg neem ik als alternatief voor de drukke weg door het dal. Zulke wegen bieden je vaak een veel rustiger en mooiere route dan de druk bereden hoofdwegen. Maar, 'Elk voordeel heb z'n nadeel..' (Cruyff zei het net andersom ) en dat betekent in dit geval extra klimmen. Hoogte die je aan het einde van zo'n omwegje doorgaans grotendeels weer prijs moet geven. Vanwege de drukte lukt het mij na het fotograferen niet om vlot op de rotonde te komen, dus fiets ik toch een eindje de D915 op, keer op een rustig moment snel om en pak daarna probleemloos de afslag naar de D89.
O jee, Route Barrée verschijnt er al na dat ik nog maar net aan het klimmen ben. De situatie overziend, lijkt het mij niet slim om toch maar te proberen er langs te komen, dus neem ik de door een woonwijk lopende Déviation. Aan het einde daarvan wordt er nog steeds aan de weg gewerkt. Vandaag, zaterdag, ligt het werk natuurlijk stil, maar er is toch slechts één rijstrook beschikbaar. Het mobiele verkeerslicht springt net voordat ik er ben op rood. Zometeen moet ik hier langs een muur en over een vrij smalle weghelft, dus wacht ik netjes mijn beurt af. Toch red ik het daarna ook niet, want het is een vrij lang stuk en het is klimmen. Net voor het einde van de werkzaamheden komen de eerste auto's mij al weer tegemoet. Het wordt 'krap'. Gelukkig wacht de bestuurder van een bestelwagen netjes tot ik mij tussen een muurtje en zijn auto heb gemanoeuvreerd. Hij roept nog wel iets door het openstaande portierraam. Maar 't is in het Frans, dus versta ik het niet .
Als ik eenmaal 'op hoogte' ben, fiets ik al in de zon en zie ik de doorgaande weg diep beneden mij door het dal lopen. Het is inderdaad een drukke weg. Zoals gezegd, de gewonnen hoogte raak ik nu ook weer kwijt, want ik ben inmiddels aan het dalen naar Brides-les-Bains. Voor mij ligt het kuuroord midden tussen 't groen en min of meer tegen de berghelling geplakt.
Brides-les-Bains ligt in 't groen tegen de berghelling:
(Links het chique viersterren 'Golf-Hotel')
Zo te zien is het een levendig stadje, want er is al het nodige 'volk' op de been. De track stuurt mij letterlijk 'dwars' door het stadje. Mijn route loopt vlak langs het chique en fraai gelegen Golf-Hotel en brengt mij al klimmend naar de D915. Over een viaduct passeer ik deze weg en dan kan ik 'eindelijk' aan de klim naar Méribel beginnen. Ruim 17 km klimmen liggen er voor mij. Ik ben benieuwd hoe het zal gaan, want het is hier natuurlijk heel anders fietsen dan in de Bourgogne, met z'n steile, doch korte klimmetjes. De eerste 4 km van de route is erg bochtig en gaat met 7 à 8 procent omhoog. Zon en schaduw wisselen elkaar af. Langs de weg staat op de bornes (km-paaltjes) keurig aangegeven hoe ver het nog is en wat het gemiddelde stijgings-
percentage van de volgende kilometer is.
Nog 13 km...
Als er nog 11 km geklommen moet worden, vlakt de klim enorm af en geven de paaltjes kilometer na kilometer een gemiddelde van 5% aan. De weg is breed, het valt mee met het verkeer en voor het klimmen is het wegdek goed. Er zitten wel (erg) veel scheuren in het asfalt, dus dat zal straks in de afdaling wel wat extra attentie vragen. Maar zover is het nog niet . Links zie ik de nog gedeeltelijk met sneeuw bedekte toppen van het Massif de la Vanoise. Op een parkeerhaven rechts van de weg staan een asfalteringsmachine en een wegenwals te wachten. Ben ik hier ook weer net op tijd? In een rustig tempo trap ik de kilometers onder mij weg. Zonder moeite bereik ik de rotonde met de afslag naar La Tania en Courchevel. Daar zie ik iets wat mij niet vrolijk stemt...
In Mussillon, als ik nog 5 km van 'de top' verwijderd ben, verschijnt er nog een keer een kilometer met een gemiddelde van 9% op de borne. Hoe men daar aan gekomen is, is mij een raadsel. In Mussillon, wat letterlijk naadloos overgaat in Méribel, is het niet echt steil. En in en na Méribel zit er zelfs een 'dipje' in de klim. Ik heb op de terugweg dan ook even gekeken of er misschien -9% stond, maar nee hoor, er staat ècht 9%.
Nog 5 km te gaan en met nog één keer een '9% kilometer' voor de boeg:
In Méribel is het een 'dooie boel'. Zo te zien zijn er nog weinig toeristen. Rechts van de weg, op een hoger gedeelte, zie ik nog wel een aardig kapelletje. Dat moet ik op de terugweg maar eens op de foto zetten. Het ligt aan de Sentier des Chapelles (wandelroute langs kapelletjes).
Kapelletje in Méribel:
Zodra ik Méribel achter mij laat, kan ik Mottaret al zien liggen. Dat ligt nog een flink stuk hoger en bovendien heb ik mijn trip laten eindigen in wat volgens mij zo ongeveer het hoogste gedeelte van dit skidorp is. Dus heb ik de komende 6 km nog wat te doen. In de verte zijn de ook hier nog met wat sneeuw bedekte toppen van het omringende hooggebergte goed te zien. De omgeving valt niet tegen en de bebouwing is met veel hout afgewerkt, zodat het allemaal nog wel 'om aan te zien' is . In een van de bochten op de weg naar Mottaret liggen grote, van de helling gevallen keien op de weg. Een sportief ogende, goed gebouwde en mooi gebruinde vrouw in sport-outfit schopt de keien de berm in. 'Bravo madame' zeg ik tegen haar.
Het laatste stuk klimmen valt mee en ik ben eigenlijk zo bij het naambord van Mottaret, of Méribel-Mottaret, het is maar net hoe je 't zien wilt. De ene keer staat er ergens 'Mottaret' op een bordje, dan weer de dubbele naam. Dat laatste zal wel de officiële naam zijn.
Hier ben ik bijna aan het einde van de klim:
De track komt mij nu weer goed van pas, want als je hier nog uit wilt gaan zoeken wat het hoogste punt is, ben je nog wel een poosje aan het dolen vrees ik. Er verschijnen een aantal lacets (haarspeldbochten) op het display van de Rox. Moeiteloos volg ik de track en klim ik tussen de wijkjes met chalets en hotels hoger en hoger. Soms is het goed te zien welke weg je moet volgen, doch op 't laatst zou ik beslist verkeerd gereden zijn. Daar waar de weg naast een groep appartementen uitmondt op een stoffige parkeerplaats en ik MTB-ers de onverharde voortzetting van de weg zie nemen, eindigt op ongeveer 1760 meter hoogte mijn klim. Ik heb hier een schitterend uitzicht over het dal waaruit hierheen geklommen ben.
Vanaf 1760 m hoogte heb je een mooi uitzicht op Méribel en de weg naar Mottaret:
Was het in Méribel een dooie boel, hier in Mottaret is het uitgestorven. Slechts hier en daar een enkele auto op een van de gigantische parkeerplaatsen en nagenoeg geen levend wezen te bekennen. De keurige, moderne en schone WC Public is wel open. Da's even handig .
Terwijl ik mijn bananen, appel en een fruitreep nuttig, geniet ik van de hoog boven dit oord oprijzende bergen. Voor mij zie ik een kleine 1000 m hoger nog net de liftinstallaties op de Sommet de la Saulire (2738 m). Dat station geeft je de mogelijkheid om op snelle wijze van de pistes van Méribel naar die van Courchevel te komen (en omgekeerd uiteraard).
De Sommet de la Saulire (rechts) bij Mottaret:
De pieken van het Massif de la Vanoise boven Mottaret:
Kinband van de helm goed aantrekken, schoenen in de pedalen klikken, naar het buitenblad schakelen en de afdaling kan beginnen. Ik schreef 't al, de kwaliteit van de weg is niet overal even goed. Tussen Mottaret en Méribel ligt een stuk nieuw asfalt, dus daar kan ik m'n gang gaan. Maar verder moet ik toch goed opletten en het stuur echt stevig vasthouden. Veel scheuren en onverwachte kleine gaten, die je echter wel kunnen verrassen en dat is natuurlijk niet wat je wilt! Zo af en toe is er dan weer een mooi wegdek en geef ik wat meer 'gas'.
Al snel ben ik weer bij de rotonde tussen Méribel en Nantgerel. Daar wilde ik dus afslaan en binnendoor naar La Tania en eventueel verder naar Courchevel-Altiport. Helaas, helaas..., zie foto!
En dat heb ik dan weer... :
De tekst op het bovenste deel van het bord kon ik op de heenweg al lezen, maar niet wat er verder nog stond. Daarom had ik nog een stille hoop dat ik er misschien toch door zou kunnen. Ik kan nu wel gaan kijken 'wat er aan de hand' is, doch die moeite neem ik maar niet. En eerst helemaal dalen tot aan Brides-les-Bains en vandaar door het dal en verder naar de Courchevel-klim, daar heb ik eigenlijk ook 'de benen' niet naar. Dan maar gewoon de afdaling afmaken en dus toch maar richting Brides-les-Bains. Ik ben nu niet tot in het stadje gereden, maar heb de 5 km over D915 'gepakt'. Dat viel wat het verkeer betreft mee en omdat je daar ook daalt, gaat het snel. Bovendien loopt het laatste stuk van de D915 door het laag gelegen deel van Salins-les-Bains, waar sowieso snelheidsbeperkingen gelden.
Nu nog een stukje tegen de wind in door het 'tochtgat' bij Moûtiers, een klein lusje door het levendige centrum (terrasjes !) van dit stadje en even de helling van de parallelroute langs de Voie Express nemen en Aigueblanche ligt al weer voor mij. Ik was nog net op tijd om, voordat m'n vrouw het zwembad in zou duiken, haar te vertellen waarom ik nu al weer terug was .
Leuk klimmen, ruim 55 km, 1491 hm, een paar mooie (?) plaatjes en weer een klim 'afvinken' is wat
deze fietstocht voor mij heeft opgeleverd !
60 x Ventoux
Mooi verslag in een voor mij vrij bekend gebied. Ging meermaals in Trois Valleés skiën. De klim naar Val Thorens is trouwens ook een serieus ding, ga je die nog doen?
http://cyclingcols.com/col/ValThorens
http://cyclingcols.com/col/ValThorens
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Die heb ik in 2010 (op de Planet X) al gedaan en staat voor nu ergens 'onderaan' op mijn lijstje. Courchevel-Altiport heb ik zo'n 25 jaar geleden al eens gedaan, dus die klim heeft eigenlijk ook een lage prioriteit. Daarom probeer ik eerst de nog 'witte vlekken' te pakken, maar dan moet het de komende dagen niet al te heet worden (ik moet inmiddels een beetje met mijn leeftijd rekening houden ).havana schreef:..De klim naar Val Thorens is trouwens ook een serieus ding, ga je die nog doen?...
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Naar Pont de la Pêche (Pralognan-la-Vanoise)
(Verslag van mijn fietstocht van maandag 29 juni 2015)
Over deze tocht heb ik vooraf tegen m'n vrouw gezegd dat ik rekening hield met twee 'tegenstanders': het drukke verkeer op de D915 en de hitte. Vanwege de te verwachten hoge temperaturen, ben ik al om goed acht uur vertrokken. Het was toen uiteraard nog helemaal niet warm. Nee 't was zelfs fris en je zou denken dat het ook niet erg warm zou worden, want de zon was door een vrij dikke laag sluierbewolking slechts vaag te zien.
Aigueblanche en Moûtiers gaven geen problemen, want mijn vorige rit heeft mijn geheugen weer geheel opgefrist en vandaag was 't dus slechts een kwestie van anticiperen. Zodra ik aan de zuidzijde van Moûtiers op de D915 fietste, begon het 'verkeersgeraas'al. Personenauto's, poids lourds (vrachtauto's) en cars (autobussen), het hele assortiment kwam voorbij. 'Men' ging wel ruim om mij heen (op één na, een auto met Belgisch kenteken, doch dat was waarschijnlijk toeval ). Zoals ik in mijn vorige verslag al schreef, kun je deze weg voor een deel mijden, maar dan moet je wel eerst een flink stuk klimmen (D89). Je kunt zelfs helemaal tot aan Bozel op die D89 blijven, doch dat betekent nog meer hoogtemeters maken, omdat je dan via het veel hoger gelegen Montagny gaat. Zonder zo'n 'extraatje' zou ik vandaag al genoeg 'op het kleine blad' rijden .
Zo ongeveer ter hoogte van de grote bocht naar links, net voorbij Salins-les-Thermes, begin ik al te klimmen en is het 'naar 't binnenblad' (34x23) geblazen. De stijgingspercentages zijn nog 'mild', zo tussen de 4 en 6. Vlak voor de afslag naar Méribel wordt het wat steiler (8%), waarna je via een soort 'tunneltje' onder de weg naar dit skioord duikt. In deze onderdoorgang liggen scherven van een bierflesje langs de kant. Het is er nauw en vanwege het achteropkomende verkeer kan ik niet ruim om die troep heen. Als dat maar goed gaat? Doch de Hutchinson Fusion 3 tubeless banden hebben zich goed gehouden. Na deze passage volgt er een korte afdaling, waarna het naar de volgende afslag met 7% toch weer aardig klimt.
Ook na de rotonde waar je rechtsaf naar Courchevel gaat, blijft het druk. Je vraagt je af waar al dat verkeer heen moet, want uiteindelijk lopen alle wegen hier dood en zo groot zijn Bozel, Champagny en Pralognan nu ook weer niet...
Le Grand Bec (3398) komt steeds dichterbij en Bozel verschijnt na een bocht ook in beeld. Bozel is zo te zien een leuk stadje, waar je niet naar een terrasje of restaurantje hoeft te zoeken. En na Bozel ben ik ook van het drukke verkeer verlost! Tijd om te genieten. Bij Le Villard begint de passage die je met een aantal haarspeldbochten snel een stuk hoger brengt. Het zijn meer bochten dan er op de Michelinkaart ingetekend staan, maar steil is deze passage niet, want het komt nergens boven de 8%. Tussen de hoge sparren door kijk ik terug het dal in en zie ik Bozel mooi in de inmiddels toch goed doorgebroken zon liggen. Een leuk plaatje voor de terugweg. 't Zal er echter niet van komen...
Een eindje voorbij deze zes bochten wordt het met 10% nog even steil, doch verder blijft deze klim relatief mild, zij het dat het wel een lange klim is. Tenminste, als je helemaal tot aan 'le bout du monde' (het 'einde van de wereld') door blijft fietsen. En dat heb ik natuurlijk gedaan!
Van mijn Rox 10.0 krijg ik opeens de melding 'You left the track'. Ik zie dat het 'pijltje' (dat ben ik) op het scherm een stukje naast de track staat. Langzaam komen beide weer naar elkaar toe en verschijnt 'You are on the track'. Vreemd, want links ligt alleen een met gras begroeide helling en op het punt dat ik weer 'op 't rechte pad' ben gekomen, is er links ook niets anders te zien dan het weiland. 'Thuis' zie ik in het Sigma Data Center ook nog dat ik bij een paar S-bochten op de heenweg al slingerend door de weilanden langs de weg heb gefietst, terwijl ik toch gewoon sportdrank ik mijn bidons had . De terugweg is door het GPS-systeem wel gewoon over de weg geregistreerd. Gevolg van het fietsen tussen hoge bergen en dus een wat minder stabiel satellietsignaal?
Les Granges doemt op, dus ben ik al bijna in Pralognan-la-Vanoise. Nog een kilometer en dan zie ik na een bocht het stadje (dorpje) verschijnen.
Pralognan-la-Vanoise doemt op...:
Met zulke verlepte plantjes schop je het natuurlijk nooit verder dan één ster...:
Net op tijd zie ik op het display van de Rox dat ik in Pralognan meteen rechtsaf moet voor de rest van de klim. Op tijdelijke verkeersborden staat aangekondigd dat er in deze gemeente een campagne de gravillonnage gevoerd wordt. Ik had 't onderweg ook al in een ander dorpje zien staan. Er is gelukkig niet geasfalteerd, maar de meeste wegen liggen wel vol met fijn gravel. Lastig fietsen en opletten dat je niet slipt. Gelukkig ben ik snel van deze 'ellende' verlost en fiets ik over de D124 het dorpje uit. Als je op de kaarten kijkt, lijken de nu volgende 5 km een peulenschilletje. Alhoewel je nog slechts 300 meter aan hoogte wint, zitten er toch nog passages van 8 en zelfs 10 procent in. Doch ik fiets hier in een adembenemend mooie omgeving en dan voel je 't allemaal toch wat minder . Bovendien had ik vandaag redelijk goede benen en totaal geen last van de warmte. Het was hier boven dan ook 'slechts' zo'n 22 graden.
Rechts van de weg ligt Les Prioux. Ik zie een aantal gekleurde parasols, dus waarschijnlijk is er een terrasje en kun je er ook wel wat eten. Even onthouden voor als ik hier nog eens met mijn vrouw heen ga . Het is hier trouwens 'druk', want er wordt erg veel gewandeld. Er zijn een aantal ruim opgezette parkeerplaatsen, ik zie een weide met veel picknickbanken en overal staan auto's geparkeerd. Er staat zelfs een grote touringcar tussen. Nog een dikke kilometer en dan houdt het asfalt op, net voor het punt waar de wandelpaden beginnen. Als ik op 1755 meter hoogte (IGN-kaart) vlakbij de Pont de la Pêche 'in de remmen knijp', heb ik er iets meer dan 39 km op zitten. 'Arrived!' meldt de Rox en geeft als hoogte 'slechts' 1729 meter aan.
Waar voor mij als fietser de weg ophoudt, begint die voor de wandelaars:
Hier, in deze prachtige omgeving, kun je wel een poosje genieten. Je zou zo je wandelschoenen aan willen trekken en over de verschillende wandelpaden verder gaan. Hoog, heel hoog, zie ik een paar wandelaars. Als ik goed kijk, ontdek ik het wandelpad dat vanaf de Pont de la Pêche over de flanken van de Roc de la Pêche (2778 m) naar de Col du Mône (2583 m) loopt.
De Roc de la Pêche:
Blik terug in het dal, richting Pralognan-la-Vanoise:
In de weiden naast het boven de weg gelegen toiletgebouwtje (met boven de kranen het bordje 'Eau non surveillée') is het een en al bloemenweelde. En ondanks de vele geparkeerde auto's, is het hier heerlijk rustig. De meeste mensen moet je ergens hoog tegen de hellingen zoeken .
Alpine flora bij de Pont de la Pêche:
Ik heb mijn plaatjes geschoten, gegeten en gedronken, dus kan ik aan de terugweg beginnen. Aangezien ik
39 km heb gefietst om hier te komen, zal ik, wanneer ik dezelfde weg terug kies, vandaag dus zo'n 78 km afleggen. Daar moet met een beetje fantasie toch ook wel 80 km van te maken zijn, dacht ik zo. Ga ik proberen!
Ook bij Les Prioux staan veel auto's geparkeerd, want daar beginnen ook een paar wandelroutes. De bij dit gehuchtje liggende Petit Mont Blanc (2680 m) is wel een heel aparte berg om te zien, erg fascinerend met al die verschillende kleurschakeringen. Foto!
Het gehucht Les Prioux bij het Parc National de la Vanoise:
De Petit Mont Blanc bij Les Prioux:
Ongeveer halverwege de terugweg naar Pralognan 'moet' ik alweer stoppen, want de typisch gevormde Grand Marchet (2650 m), met daarachter de Grande Casse (3855 m) met z'n fel in de zon blinkende gletsjer moeten natuurlijk ook op de foto!
De Grand Marchet, gezien vanaf de D124:
Dalen gaat sneller dan klimmen ('open deur' ), dus ben ik zó weer in Pralognan. Voor de terugweg volg ik het bordje Centre Station, in de hoop wat minder gravillons tegen te komen, doch die 'krengen' liggen overal. Een boer is hier nog met de hand het hooi aan 't keren.
Pralognan-la-Vanoise ligt aan de rand van een soort plateau:
In de afdaling die nu volgt moet ik weer veel sturen en 'scherp' blijven vanwege de vele, soms vrij brede scheuren in het asfalt. Daar wil je niet per ongeluk in terecht komen. Bij de passage met de zes haarspeldbochten kan ik ook rechtsaf omhoog naar Champigny-en-Vanoise. Het is niet meer dan 2,5 km naar dat dorpje en de benen voelen nog goed. Ik kijk eens even op mijn Michelinkaart en schat zo in dat dit een aardige omweg oplevert, die mij toch minimaal op de gewenste 80 km moet brengen. Het is een 'klimmetje van niets' en na 2 km ben ik al in Champigny. Daar heb ik bij het helikopterplatform en aan de andere zijde van het dorpje een fantastisch uitzicht op het aan de overzijde gelegen Courchevel. De Sommet de la Saulire, waar ik in mijn vorige verslag over schreef, is ook goed te zien.
Vanuit Champigny-en-Vanoise kijk je op Courchevel, de Croix des Verdons (midden) en de Sommet de la Saulire links daarvan:
De afdaling van Champagny naar Bozel is er een van -6%, kent weinig bochten en de weg ik O.K., dus 'lekker dalen'. De rest van de nu volgende lange afdaling naar Moûtiers gaat ook prima en gelukkig is er wat minder verkeer. Zoals altijd waait het hard in de steile (8%) opgang naar de parallelroute langs de snelweg bij Moûtiers. Omdat je bovenin om de bocht komt, dien je attent te zijn op de wind, zodat je daar niet door de een of andere windvlaag verrast wordt.
Helaas bleek de 'omweg' die ik via Champagny-en-Vanoise dacht te maken helemaal geen omweg te zijn, want ik kom op niet meer dan 77 km en heb mijn route dus eigenlijk 'afgesneden'. Doch dat mag de pret niet drukken, want het was een schitterende tocht, vooral vanaf Bozel en die 1668 hm heeft toch ook weer een leuke 'klimtraining' opgeleverd. Op Strava is het profiel van deze trip te bekijken.
Omdat hier op maandag en woensdag de 'pool' al om 12:00 uur open gaat, was m'n vrouw net terug uit het zwembad en kon ik meteen 'mijn verhaal kwijt' en haar de foto's laten zien .
(Verslag van mijn fietstocht van maandag 29 juni 2015)
Over deze tocht heb ik vooraf tegen m'n vrouw gezegd dat ik rekening hield met twee 'tegenstanders': het drukke verkeer op de D915 en de hitte. Vanwege de te verwachten hoge temperaturen, ben ik al om goed acht uur vertrokken. Het was toen uiteraard nog helemaal niet warm. Nee 't was zelfs fris en je zou denken dat het ook niet erg warm zou worden, want de zon was door een vrij dikke laag sluierbewolking slechts vaag te zien.
Aigueblanche en Moûtiers gaven geen problemen, want mijn vorige rit heeft mijn geheugen weer geheel opgefrist en vandaag was 't dus slechts een kwestie van anticiperen. Zodra ik aan de zuidzijde van Moûtiers op de D915 fietste, begon het 'verkeersgeraas'al. Personenauto's, poids lourds (vrachtauto's) en cars (autobussen), het hele assortiment kwam voorbij. 'Men' ging wel ruim om mij heen (op één na, een auto met Belgisch kenteken, doch dat was waarschijnlijk toeval ). Zoals ik in mijn vorige verslag al schreef, kun je deze weg voor een deel mijden, maar dan moet je wel eerst een flink stuk klimmen (D89). Je kunt zelfs helemaal tot aan Bozel op die D89 blijven, doch dat betekent nog meer hoogtemeters maken, omdat je dan via het veel hoger gelegen Montagny gaat. Zonder zo'n 'extraatje' zou ik vandaag al genoeg 'op het kleine blad' rijden .
Zo ongeveer ter hoogte van de grote bocht naar links, net voorbij Salins-les-Thermes, begin ik al te klimmen en is het 'naar 't binnenblad' (34x23) geblazen. De stijgingspercentages zijn nog 'mild', zo tussen de 4 en 6. Vlak voor de afslag naar Méribel wordt het wat steiler (8%), waarna je via een soort 'tunneltje' onder de weg naar dit skioord duikt. In deze onderdoorgang liggen scherven van een bierflesje langs de kant. Het is er nauw en vanwege het achteropkomende verkeer kan ik niet ruim om die troep heen. Als dat maar goed gaat? Doch de Hutchinson Fusion 3 tubeless banden hebben zich goed gehouden. Na deze passage volgt er een korte afdaling, waarna het naar de volgende afslag met 7% toch weer aardig klimt.
Ook na de rotonde waar je rechtsaf naar Courchevel gaat, blijft het druk. Je vraagt je af waar al dat verkeer heen moet, want uiteindelijk lopen alle wegen hier dood en zo groot zijn Bozel, Champagny en Pralognan nu ook weer niet...
Le Grand Bec (3398) komt steeds dichterbij en Bozel verschijnt na een bocht ook in beeld. Bozel is zo te zien een leuk stadje, waar je niet naar een terrasje of restaurantje hoeft te zoeken. En na Bozel ben ik ook van het drukke verkeer verlost! Tijd om te genieten. Bij Le Villard begint de passage die je met een aantal haarspeldbochten snel een stuk hoger brengt. Het zijn meer bochten dan er op de Michelinkaart ingetekend staan, maar steil is deze passage niet, want het komt nergens boven de 8%. Tussen de hoge sparren door kijk ik terug het dal in en zie ik Bozel mooi in de inmiddels toch goed doorgebroken zon liggen. Een leuk plaatje voor de terugweg. 't Zal er echter niet van komen...
Een eindje voorbij deze zes bochten wordt het met 10% nog even steil, doch verder blijft deze klim relatief mild, zij het dat het wel een lange klim is. Tenminste, als je helemaal tot aan 'le bout du monde' (het 'einde van de wereld') door blijft fietsen. En dat heb ik natuurlijk gedaan!
Van mijn Rox 10.0 krijg ik opeens de melding 'You left the track'. Ik zie dat het 'pijltje' (dat ben ik) op het scherm een stukje naast de track staat. Langzaam komen beide weer naar elkaar toe en verschijnt 'You are on the track'. Vreemd, want links ligt alleen een met gras begroeide helling en op het punt dat ik weer 'op 't rechte pad' ben gekomen, is er links ook niets anders te zien dan het weiland. 'Thuis' zie ik in het Sigma Data Center ook nog dat ik bij een paar S-bochten op de heenweg al slingerend door de weilanden langs de weg heb gefietst, terwijl ik toch gewoon sportdrank ik mijn bidons had . De terugweg is door het GPS-systeem wel gewoon over de weg geregistreerd. Gevolg van het fietsen tussen hoge bergen en dus een wat minder stabiel satellietsignaal?
Les Granges doemt op, dus ben ik al bijna in Pralognan-la-Vanoise. Nog een kilometer en dan zie ik na een bocht het stadje (dorpje) verschijnen.
Pralognan-la-Vanoise doemt op...:
Met zulke verlepte plantjes schop je het natuurlijk nooit verder dan één ster...:
Net op tijd zie ik op het display van de Rox dat ik in Pralognan meteen rechtsaf moet voor de rest van de klim. Op tijdelijke verkeersborden staat aangekondigd dat er in deze gemeente een campagne de gravillonnage gevoerd wordt. Ik had 't onderweg ook al in een ander dorpje zien staan. Er is gelukkig niet geasfalteerd, maar de meeste wegen liggen wel vol met fijn gravel. Lastig fietsen en opletten dat je niet slipt. Gelukkig ben ik snel van deze 'ellende' verlost en fiets ik over de D124 het dorpje uit. Als je op de kaarten kijkt, lijken de nu volgende 5 km een peulenschilletje. Alhoewel je nog slechts 300 meter aan hoogte wint, zitten er toch nog passages van 8 en zelfs 10 procent in. Doch ik fiets hier in een adembenemend mooie omgeving en dan voel je 't allemaal toch wat minder . Bovendien had ik vandaag redelijk goede benen en totaal geen last van de warmte. Het was hier boven dan ook 'slechts' zo'n 22 graden.
Rechts van de weg ligt Les Prioux. Ik zie een aantal gekleurde parasols, dus waarschijnlijk is er een terrasje en kun je er ook wel wat eten. Even onthouden voor als ik hier nog eens met mijn vrouw heen ga . Het is hier trouwens 'druk', want er wordt erg veel gewandeld. Er zijn een aantal ruim opgezette parkeerplaatsen, ik zie een weide met veel picknickbanken en overal staan auto's geparkeerd. Er staat zelfs een grote touringcar tussen. Nog een dikke kilometer en dan houdt het asfalt op, net voor het punt waar de wandelpaden beginnen. Als ik op 1755 meter hoogte (IGN-kaart) vlakbij de Pont de la Pêche 'in de remmen knijp', heb ik er iets meer dan 39 km op zitten. 'Arrived!' meldt de Rox en geeft als hoogte 'slechts' 1729 meter aan.
Waar voor mij als fietser de weg ophoudt, begint die voor de wandelaars:
Hier, in deze prachtige omgeving, kun je wel een poosje genieten. Je zou zo je wandelschoenen aan willen trekken en over de verschillende wandelpaden verder gaan. Hoog, heel hoog, zie ik een paar wandelaars. Als ik goed kijk, ontdek ik het wandelpad dat vanaf de Pont de la Pêche over de flanken van de Roc de la Pêche (2778 m) naar de Col du Mône (2583 m) loopt.
De Roc de la Pêche:
Blik terug in het dal, richting Pralognan-la-Vanoise:
In de weiden naast het boven de weg gelegen toiletgebouwtje (met boven de kranen het bordje 'Eau non surveillée') is het een en al bloemenweelde. En ondanks de vele geparkeerde auto's, is het hier heerlijk rustig. De meeste mensen moet je ergens hoog tegen de hellingen zoeken .
Alpine flora bij de Pont de la Pêche:
Ik heb mijn plaatjes geschoten, gegeten en gedronken, dus kan ik aan de terugweg beginnen. Aangezien ik
39 km heb gefietst om hier te komen, zal ik, wanneer ik dezelfde weg terug kies, vandaag dus zo'n 78 km afleggen. Daar moet met een beetje fantasie toch ook wel 80 km van te maken zijn, dacht ik zo. Ga ik proberen!
Ook bij Les Prioux staan veel auto's geparkeerd, want daar beginnen ook een paar wandelroutes. De bij dit gehuchtje liggende Petit Mont Blanc (2680 m) is wel een heel aparte berg om te zien, erg fascinerend met al die verschillende kleurschakeringen. Foto!
Het gehucht Les Prioux bij het Parc National de la Vanoise:
De Petit Mont Blanc bij Les Prioux:
Ongeveer halverwege de terugweg naar Pralognan 'moet' ik alweer stoppen, want de typisch gevormde Grand Marchet (2650 m), met daarachter de Grande Casse (3855 m) met z'n fel in de zon blinkende gletsjer moeten natuurlijk ook op de foto!
De Grand Marchet, gezien vanaf de D124:
Dalen gaat sneller dan klimmen ('open deur' ), dus ben ik zó weer in Pralognan. Voor de terugweg volg ik het bordje Centre Station, in de hoop wat minder gravillons tegen te komen, doch die 'krengen' liggen overal. Een boer is hier nog met de hand het hooi aan 't keren.
Pralognan-la-Vanoise ligt aan de rand van een soort plateau:
In de afdaling die nu volgt moet ik weer veel sturen en 'scherp' blijven vanwege de vele, soms vrij brede scheuren in het asfalt. Daar wil je niet per ongeluk in terecht komen. Bij de passage met de zes haarspeldbochten kan ik ook rechtsaf omhoog naar Champigny-en-Vanoise. Het is niet meer dan 2,5 km naar dat dorpje en de benen voelen nog goed. Ik kijk eens even op mijn Michelinkaart en schat zo in dat dit een aardige omweg oplevert, die mij toch minimaal op de gewenste 80 km moet brengen. Het is een 'klimmetje van niets' en na 2 km ben ik al in Champigny. Daar heb ik bij het helikopterplatform en aan de andere zijde van het dorpje een fantastisch uitzicht op het aan de overzijde gelegen Courchevel. De Sommet de la Saulire, waar ik in mijn vorige verslag over schreef, is ook goed te zien.
Vanuit Champigny-en-Vanoise kijk je op Courchevel, de Croix des Verdons (midden) en de Sommet de la Saulire links daarvan:
De afdaling van Champagny naar Bozel is er een van -6%, kent weinig bochten en de weg ik O.K., dus 'lekker dalen'. De rest van de nu volgende lange afdaling naar Moûtiers gaat ook prima en gelukkig is er wat minder verkeer. Zoals altijd waait het hard in de steile (8%) opgang naar de parallelroute langs de snelweg bij Moûtiers. Omdat je bovenin om de bocht komt, dien je attent te zijn op de wind, zodat je daar niet door de een of andere windvlaag verrast wordt.
Helaas bleek de 'omweg' die ik via Champagny-en-Vanoise dacht te maken helemaal geen omweg te zijn, want ik kom op niet meer dan 77 km en heb mijn route dus eigenlijk 'afgesneden'. Doch dat mag de pret niet drukken, want het was een schitterende tocht, vooral vanaf Bozel en die 1668 hm heeft toch ook weer een leuke 'klimtraining' opgeleverd. Op Strava is het profiel van deze trip te bekijken.
Omdat hier op maandag en woensdag de 'pool' al om 12:00 uur open gaat, was m'n vrouw net terug uit het zwembad en kon ik meteen 'mijn verhaal kwijt' en haar de foto's laten zien .
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Tweemaal klimmen naar Grand Naves-Le Tovet
(Verslag van donderdag 2 juli 2015)
Ook hier in Frankrijk is het erg heet, dus geeft Météo France een waarschuwing af: 'alerte orange canicule' (code oranje hittegolf). Het zou hier in de Savoie weliswaar 'slechts' een graad of 35 worden, doch dat is warm genoeg om grote inspanningen te vermijden . Dan maar niet fietsen? De hele dag 'puffend' in de schaduw onder een boom doorbrengen is ook niets voor mij en het zwembad is al helemaal niet aan mij besteed .
Aan de 'overkant' van onze standplaats liggen een aantal authentieke bergdorpjes op de hellingen. Het hoogst gelegen is Grand Naves. Je kunt er vanaf twee kanten omhoog, dus een 'rondje zit er ook nog wel in. Alleen als je over de D92, dus vanuit het centrum van Aigueblanche en dan via Villargerel en Navette gaat, kom je een stuk met een heel slecht wegdek tegen. Hierdoor kun je, i.v.m. de afdaling, op de racefiets eigenlijk alleen een rondje 'tegen de wijzers van de klok in' maken.
Mijn plan was, om eerste 'met de klok mee' omhoog te rijden, dan dezelfde weg terug te nemen en als het er wat warmte, motivatie en conditie betreft nog in zou zitten, dan het complete rondje er aan vast te plakken. Het is langs deze kant (D93) naar het hoogste punt ongeveer 16 km klimmen. De andere klim is ruim 17 km lang. Ik behoefde mij dus niet te vervelen...
Vanuit Aigueblanche kwam ik bij Grand Coeur (Commune d'Aigueblanche) aan de voet van de klim uit. Hier win je al snel wat hoogte, waardoor je een leuke blik op het dal met z'n al z'n verkeersactiviteiten hebt. Na het volgende dorpje, Petit Coeur (Commune de La Léchère), begint het eigenlijk pas echt te klimmen. Eerst gelukkig een stuk door een nog heerlijk koel bos, later langs een bergwand. Daar werd het, alhoewel ik al om precies 07:30 uur vertrokken was, al snel warmer. Dat vond mijn Sigma Rox 10.0 kennelijk ook, want ik kreeg een aantal malen de melding 'Wrong Direction' en 'You left the track'. De nabije rotswand en het vele draaien en keren vanwege de haarspeldbochten zullen er wel debet aan zijn geweest.
In het eerste deel van de klim zie ik meestal 8% op het display van 't computertje staan. Er volgt daarna nog een passage van 9% (34x26). Het tweede stuk is met 7% toch wat plezieriger om te doen. Deze klim staat te boek als zijnde gemiddeld 6,9%. Jammer dat het zo ontzettend heiig is, want je kijkt op een groot deel van de klim leuk het dal in. Aan de overzijde zie je Valmorel ook goed liggen. Maar het is helemaal geen weer voor mooie plaatsje van spectaculaire vergezichten. De dorpjes hier op de helling heten bijna allemaal 'Naves' en hebben dan een toevoeging, zoals 'Molençon' of 'Fontaine''. Alleen het laatste dorpje heet gewoon Grand Naves. Omdat ze allen deel uitmaken van de gemeente La Léchère, zie je dat er op de plaatsnaamborden ook vaak bij staan. Na Naves-Fontaine ga je dieper de bergen in en ben je het uitzicht op het dal kwijt.
Blik op Naves-Molençon en het dal bij Aigueblanche:
Tot 2010 was je bij het bereiken van Grand Naves 'boven', maar sinds de omstreden weg naar het langlaufgebied is aangelegd, kun je ook met de racefiets nog een stuk hoger komen. Er staat net buiten het dorpje en ook bij de splitsing daar waar de andere weg weer terug het dal in gaat, wel een bord 'verboden voor alle verkeer', doch dat geldt alleen van 1-12 - 30-4. Ik denk dat de langlaufers dan met een navette (pendelbus) vervoerd worden. Er is destijds vanuit 'de Naves' nogal wat oppositie tegen de nieuwe weg gevoerd, omdat deze zou leiden tot aantasting van de authenticiteit van de dorpjes en de toeristen alleen maar langs zouden 'razen' om nog hoger te kunnen komen. Het is wel een prima weg, dus ik ben ook maar gewoon doorgefietst, tot ik op 1560 m bij een grote parkeerplaats het einde van de verharde weg vond: Grand Naves-Le Tovet (wel eens van gehoord? ).
Op Grand Naves-Le Tovet:
Op een bankje in de schaduw zit ik wat bij te komen van deze toch wel 'stevige' klim en eet en drink ik wat. Het achterliggende landschap is mooi en rustgevend. Er komt een MTB-er omhoog. Na de gebruikelijke groet, komt de vraag van welke kant ik omhoog gekomen ben. Hij is langs de andere kant gekomen. Toch maar eens vragen of ik via die route wellicht toch kan dalen. Zijn ontkenning klinkt zeer beslist. Hij, met z'm brede noppenbanden, kan dat wel doen, maar met een racefiets moet je zoals hij 't noemt, via le village afdalen. Hij wil nog wat over mijn fiets weten en daarna zeg ik hem gedag en begin aan de terugweg.
Grand Naves en omgeving:
De weg is redelijk van kwaliteit, dus het afdalen gaat ook redelijk. Onderin is het door de vele bochten wel een behoorlijk technische afdaling. Veel tijd om van de omgeving te genieten is er nu niet, dat moet je echt tijdens de klim doen . Ik ben Langs La Léchère en via Aigueblanche-Bellecombe weer teruggereden.
Bij de P tegenover de Marie aldaar heb ik, op een appel na, de rest van mijn proviand verorberd, want ik wilde de tweede 'sessie' ook proberen. Midden in Aigueblanche, meteen voorbij de andere Marie, draai ik linksaf de D92 op. Deze klim toont mij op de display van de Rox meestal 7 procent. Toch is het niet veel makkelijker klimmen dan aan de andere kant, want ik fiets nu hoofdzakelijk in de zon en heb er natuurlijk ook al het nodige op zitten. Als ik bijna bij het plaatsnaambord van Villargerel ben, slaat de torenklok elf uur. Het is dus eigenlijk pas tien uur en dus nog redelijk 'vroeg'. Ik heb hier 'op hoogte' (1075 m) ook niet echt last van de hitte, maar warm is 't natuurlijk wel.
Na Navette wordt de weg smaller en het wegdek slechter. Eerst is het alleen maar erg ongelijkmatig door de vele reparaties, doch allengs komen er steeds meer gaten in het asfalt. Dit 'rolt' voor geen meter. Nog weer hoger liggen er alleen zo hier en daar nog een paar geasfalteerde plekken en fiets je eigenlijk over een onverharde en dus stoffige weg. Nee, hier moet je met de racefiets beslist niet gaan dalen, dat ben ik helemaal met de Franse MTB-er eens! Wanneer houdt dit slechte stuk nu eens op? Het zal in werkelijkheid wel minder lang zijn dan dat het voor mijn gevoel is, maar ik vind het zo eigenlijk wel welletjes. Als ik in het bos kom (schaduw!), ligt er gelukkig weer asfalt. Maar opnieuw van een belabberde kwaliteit en ook aan dit weggedeelte lijkt weer geen einde te komen!
Met letterlijk een zucht van verlichting draai ik dan toch de weg naar Le Tovet weer op. Daar stijgt het op bepaalde passages met 8, ja zelfs nog kort met 10 procent, maar het fietst wel een stuk beter . Eenmaal weer boven, ligt 'mijn' bankje jammer genoeg niet meer in de schaduw, dus ben ik maar op een stapel kratten naast het een of ander houten gebouwtje gaan zitten. Op het display van de Rox zie ik dat ik nu op 1655 meter hoogte ben gearriveerd, terwijl er hier bij de vorige klim slechts 1516 meter op het display stond . Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat in een paar uur de luchtdruk zo veranderd is, dat dit een hoogteverschil van 139 meter oplevert. Zou de temperatuur hier ook op van invloed kunnen zijn? Ik weet 't niet.
Voor de tweede keer vandaag op Grand Naves-Le Tovet:
Na het appeltje en een halve bidon sportdrank, zet ik voor de tweede keer vandaag de afdaling in. Als ik zo'n 55 fietskilometers achter de rug heb, kan ik mijn ogen haast niet geloven, want ik zie op het display van de Rox opeens dat ik er al ruim 88 km op heb zitten . Later zal blijken dat het door de Rox aangeleverde bestand 'corrupted' is. In het Sigma Data Center kan ik wel vanaf het begin van een rit tot aan een bepaald punt, of vanaf een bepaald punt tot aan het einde van de rit de logfile bijsnijden, maar ik kan er niet iets midden tussenuit halen. Met een snel even gedownload programmaatje is mij dat inmiddels wel gelukt. Toch kan ik dat gecorrigeerde bestand weer niet naar Strava uploaden, omdat de snelheden niet kloppen. Die zijn namelijk op alle registratiepunten zo rond de 60 km/u, waardoor Strava protesteert, maar ik wel op elk segment een 'KOM' in de wacht sleep .
Voor mijn eigen Sigma logboek heb ik deze rit voorlopig maar als handmatig ingevoerde activiteit opgenomen. Veel gegevens uit het 'corrupted' bestand zijn namelijk gelukkig nog wel correct. Nadat ik van de 'schrik' bekomen ben en meteen van de stop gebruik heb gemaakt om in Naves-Fontaine nog een plaatje te schieten, zet ik mijn rit weer voort.
'Huis met bloemen' in Naves-Fontaine:
Als ik er al ongeveer twee derde van de afdaling op heb zitten, begin ik de hitte goed te voelen. Het is alsof ik een heteluchtoven binnen rijd. Gelukkig heb ik snelheid en dus wat afkoeling, maar het is nu echt caniculaire (snikheet). Met de wind in de rug snel ik daarna over de D990 terug naar Aigueblanche en mijn standplaats. Jammer van de probleempjes met de Rox, maar verder kijk ik met veel voldoening op mijn 'prestatie' terug . Deze rit is toch weer goed voor 77 km en 2226 hm en dat op zo'n warme dag...
Edit: Het blijkt dat Strava het 'corrupted' deel uit het bestand gecorrigeerd heeft, dus zijn daar nu toch de route en het profiel te zien. Het is nog niet helemaal correct , want aan het begin van de eerste afdaling was de Sigma Rox ook nog eens zo'n 3,5 km uitgeschakeld (vergeten aan te zetten ). Voor 'auto off' heb ik inmiddels maar een andere instelling gekozen, zodat het apparaat zichzelf niet zo snel uitschakelt .
(Verslag van donderdag 2 juli 2015)
Ook hier in Frankrijk is het erg heet, dus geeft Météo France een waarschuwing af: 'alerte orange canicule' (code oranje hittegolf). Het zou hier in de Savoie weliswaar 'slechts' een graad of 35 worden, doch dat is warm genoeg om grote inspanningen te vermijden . Dan maar niet fietsen? De hele dag 'puffend' in de schaduw onder een boom doorbrengen is ook niets voor mij en het zwembad is al helemaal niet aan mij besteed .
Aan de 'overkant' van onze standplaats liggen een aantal authentieke bergdorpjes op de hellingen. Het hoogst gelegen is Grand Naves. Je kunt er vanaf twee kanten omhoog, dus een 'rondje zit er ook nog wel in. Alleen als je over de D92, dus vanuit het centrum van Aigueblanche en dan via Villargerel en Navette gaat, kom je een stuk met een heel slecht wegdek tegen. Hierdoor kun je, i.v.m. de afdaling, op de racefiets eigenlijk alleen een rondje 'tegen de wijzers van de klok in' maken.
Mijn plan was, om eerste 'met de klok mee' omhoog te rijden, dan dezelfde weg terug te nemen en als het er wat warmte, motivatie en conditie betreft nog in zou zitten, dan het complete rondje er aan vast te plakken. Het is langs deze kant (D93) naar het hoogste punt ongeveer 16 km klimmen. De andere klim is ruim 17 km lang. Ik behoefde mij dus niet te vervelen...
Vanuit Aigueblanche kwam ik bij Grand Coeur (Commune d'Aigueblanche) aan de voet van de klim uit. Hier win je al snel wat hoogte, waardoor je een leuke blik op het dal met z'n al z'n verkeersactiviteiten hebt. Na het volgende dorpje, Petit Coeur (Commune de La Léchère), begint het eigenlijk pas echt te klimmen. Eerst gelukkig een stuk door een nog heerlijk koel bos, later langs een bergwand. Daar werd het, alhoewel ik al om precies 07:30 uur vertrokken was, al snel warmer. Dat vond mijn Sigma Rox 10.0 kennelijk ook, want ik kreeg een aantal malen de melding 'Wrong Direction' en 'You left the track'. De nabije rotswand en het vele draaien en keren vanwege de haarspeldbochten zullen er wel debet aan zijn geweest.
In het eerste deel van de klim zie ik meestal 8% op het display van 't computertje staan. Er volgt daarna nog een passage van 9% (34x26). Het tweede stuk is met 7% toch wat plezieriger om te doen. Deze klim staat te boek als zijnde gemiddeld 6,9%. Jammer dat het zo ontzettend heiig is, want je kijkt op een groot deel van de klim leuk het dal in. Aan de overzijde zie je Valmorel ook goed liggen. Maar het is helemaal geen weer voor mooie plaatsje van spectaculaire vergezichten. De dorpjes hier op de helling heten bijna allemaal 'Naves' en hebben dan een toevoeging, zoals 'Molençon' of 'Fontaine''. Alleen het laatste dorpje heet gewoon Grand Naves. Omdat ze allen deel uitmaken van de gemeente La Léchère, zie je dat er op de plaatsnaamborden ook vaak bij staan. Na Naves-Fontaine ga je dieper de bergen in en ben je het uitzicht op het dal kwijt.
Blik op Naves-Molençon en het dal bij Aigueblanche:
Tot 2010 was je bij het bereiken van Grand Naves 'boven', maar sinds de omstreden weg naar het langlaufgebied is aangelegd, kun je ook met de racefiets nog een stuk hoger komen. Er staat net buiten het dorpje en ook bij de splitsing daar waar de andere weg weer terug het dal in gaat, wel een bord 'verboden voor alle verkeer', doch dat geldt alleen van 1-12 - 30-4. Ik denk dat de langlaufers dan met een navette (pendelbus) vervoerd worden. Er is destijds vanuit 'de Naves' nogal wat oppositie tegen de nieuwe weg gevoerd, omdat deze zou leiden tot aantasting van de authenticiteit van de dorpjes en de toeristen alleen maar langs zouden 'razen' om nog hoger te kunnen komen. Het is wel een prima weg, dus ik ben ook maar gewoon doorgefietst, tot ik op 1560 m bij een grote parkeerplaats het einde van de verharde weg vond: Grand Naves-Le Tovet (wel eens van gehoord? ).
Op Grand Naves-Le Tovet:
Op een bankje in de schaduw zit ik wat bij te komen van deze toch wel 'stevige' klim en eet en drink ik wat. Het achterliggende landschap is mooi en rustgevend. Er komt een MTB-er omhoog. Na de gebruikelijke groet, komt de vraag van welke kant ik omhoog gekomen ben. Hij is langs de andere kant gekomen. Toch maar eens vragen of ik via die route wellicht toch kan dalen. Zijn ontkenning klinkt zeer beslist. Hij, met z'm brede noppenbanden, kan dat wel doen, maar met een racefiets moet je zoals hij 't noemt, via le village afdalen. Hij wil nog wat over mijn fiets weten en daarna zeg ik hem gedag en begin aan de terugweg.
Grand Naves en omgeving:
De weg is redelijk van kwaliteit, dus het afdalen gaat ook redelijk. Onderin is het door de vele bochten wel een behoorlijk technische afdaling. Veel tijd om van de omgeving te genieten is er nu niet, dat moet je echt tijdens de klim doen . Ik ben Langs La Léchère en via Aigueblanche-Bellecombe weer teruggereden.
Bij de P tegenover de Marie aldaar heb ik, op een appel na, de rest van mijn proviand verorberd, want ik wilde de tweede 'sessie' ook proberen. Midden in Aigueblanche, meteen voorbij de andere Marie, draai ik linksaf de D92 op. Deze klim toont mij op de display van de Rox meestal 7 procent. Toch is het niet veel makkelijker klimmen dan aan de andere kant, want ik fiets nu hoofdzakelijk in de zon en heb er natuurlijk ook al het nodige op zitten. Als ik bijna bij het plaatsnaambord van Villargerel ben, slaat de torenklok elf uur. Het is dus eigenlijk pas tien uur en dus nog redelijk 'vroeg'. Ik heb hier 'op hoogte' (1075 m) ook niet echt last van de hitte, maar warm is 't natuurlijk wel.
Na Navette wordt de weg smaller en het wegdek slechter. Eerst is het alleen maar erg ongelijkmatig door de vele reparaties, doch allengs komen er steeds meer gaten in het asfalt. Dit 'rolt' voor geen meter. Nog weer hoger liggen er alleen zo hier en daar nog een paar geasfalteerde plekken en fiets je eigenlijk over een onverharde en dus stoffige weg. Nee, hier moet je met de racefiets beslist niet gaan dalen, dat ben ik helemaal met de Franse MTB-er eens! Wanneer houdt dit slechte stuk nu eens op? Het zal in werkelijkheid wel minder lang zijn dan dat het voor mijn gevoel is, maar ik vind het zo eigenlijk wel welletjes. Als ik in het bos kom (schaduw!), ligt er gelukkig weer asfalt. Maar opnieuw van een belabberde kwaliteit en ook aan dit weggedeelte lijkt weer geen einde te komen!
Met letterlijk een zucht van verlichting draai ik dan toch de weg naar Le Tovet weer op. Daar stijgt het op bepaalde passages met 8, ja zelfs nog kort met 10 procent, maar het fietst wel een stuk beter . Eenmaal weer boven, ligt 'mijn' bankje jammer genoeg niet meer in de schaduw, dus ben ik maar op een stapel kratten naast het een of ander houten gebouwtje gaan zitten. Op het display van de Rox zie ik dat ik nu op 1655 meter hoogte ben gearriveerd, terwijl er hier bij de vorige klim slechts 1516 meter op het display stond . Ik kan mij nauwelijks voorstellen dat in een paar uur de luchtdruk zo veranderd is, dat dit een hoogteverschil van 139 meter oplevert. Zou de temperatuur hier ook op van invloed kunnen zijn? Ik weet 't niet.
Voor de tweede keer vandaag op Grand Naves-Le Tovet:
Na het appeltje en een halve bidon sportdrank, zet ik voor de tweede keer vandaag de afdaling in. Als ik zo'n 55 fietskilometers achter de rug heb, kan ik mijn ogen haast niet geloven, want ik zie op het display van de Rox opeens dat ik er al ruim 88 km op heb zitten . Later zal blijken dat het door de Rox aangeleverde bestand 'corrupted' is. In het Sigma Data Center kan ik wel vanaf het begin van een rit tot aan een bepaald punt, of vanaf een bepaald punt tot aan het einde van de rit de logfile bijsnijden, maar ik kan er niet iets midden tussenuit halen. Met een snel even gedownload programmaatje is mij dat inmiddels wel gelukt. Toch kan ik dat gecorrigeerde bestand weer niet naar Strava uploaden, omdat de snelheden niet kloppen. Die zijn namelijk op alle registratiepunten zo rond de 60 km/u, waardoor Strava protesteert, maar ik wel op elk segment een 'KOM' in de wacht sleep .
Voor mijn eigen Sigma logboek heb ik deze rit voorlopig maar als handmatig ingevoerde activiteit opgenomen. Veel gegevens uit het 'corrupted' bestand zijn namelijk gelukkig nog wel correct. Nadat ik van de 'schrik' bekomen ben en meteen van de stop gebruik heb gemaakt om in Naves-Fontaine nog een plaatje te schieten, zet ik mijn rit weer voort.
'Huis met bloemen' in Naves-Fontaine:
Als ik er al ongeveer twee derde van de afdaling op heb zitten, begin ik de hitte goed te voelen. Het is alsof ik een heteluchtoven binnen rijd. Gelukkig heb ik snelheid en dus wat afkoeling, maar het is nu echt caniculaire (snikheet). Met de wind in de rug snel ik daarna over de D990 terug naar Aigueblanche en mijn standplaats. Jammer van de probleempjes met de Rox, maar verder kijk ik met veel voldoening op mijn 'prestatie' terug . Deze rit is toch weer goed voor 77 km en 2226 hm en dat op zo'n warme dag...
Edit: Het blijkt dat Strava het 'corrupted' deel uit het bestand gecorrigeerd heeft, dus zijn daar nu toch de route en het profiel te zien. Het is nog niet helemaal correct , want aan het begin van de eerste afdaling was de Sigma Rox ook nog eens zo'n 3,5 km uitgeschakeld (vergeten aan te zetten ). Voor 'auto off' heb ik inmiddels maar een andere instelling gekozen, zodat het apparaat zichzelf niet zo snel uitschakelt .
60 x Ventoux
Tsja , wat zouden we op het forum moeten zonder je prachtige verhalen. Mooie streek ook - zo te zien. Veel plezier met fietsen - dan hebben wij het ook als we je verhalen lezen !
Life is too short for not riding tubulars..euhhh tubeless
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Bij 35 graden klimmen naar Le Laisonnay en Valmorel
(Verslag van zondag 5 juli 2015)
Hier in de Savoie geldt nog steeds vanwege de hitte 'code oranje'. Ook vandaag zou het weer met gemak zo'n 35 graden worden! Je kunt dan maar beter op de fiets zitten , want dan heb je door je snelheid tenminste nog wat verkoeling. Bovendien is het zodra je wat hoger komt een stuk minder heet en benauwd . De fietstocht voor vandaag heb ik met opzet op een zondag ingepland. Zo hoopte ik op weg naar Champagny-en-Vanoise op de D915 veel minder verkeer te treffen. Bovendien ben ik, natuurlijk vanwege de tropische temperaturen, al om 07:00 uur vertrokken. Dan zou het op zondagmorgen helemaal rustig op die anders zo drukke weg moeten zijn.
In Aigublanche-Bellecombe komen mij op dit vroege uur toch al vier racefietsers tegemoet. Er wordt een groet uitgewisseld. Ik denk dat 't 'bedevaartgangers' naar de Col de la Madeleine zijn, want het begin van die klim is hier immers vlakbij. Komt de wind hier doorgaans uit het noorden, nu voel ik al een stevige wind uit het zuiden. Wel lekker verkoelend! Op de fietsroute die vlak voor Moûtiers parallel aan de snelweg ligt, loopt een joch. Beide handen in de zakken, petje op (klep in de nek). Hij komt op mij af en vraagt iets. Vanwege de harde wind plus het verkeerslawaai versta ik hem niet en schudt maar van 'nee'. Geld krijgt hij niet van mij en sigaretten heb ik niet . Wat moet zo'n joch hier zo vroeg al, vraag ik mij af.
Het is inderdaad nog erg rustig op de D915, zodat ik zonder 'verkeersstress' naar Bozel kan klimmen. 't Is met geregeld 7% toch nog een beste klim en gelukkig is het nu nog niet zo warm. Ik heb het idee dat mijn benen vandaag ook niet 'super' zijn. Maar niet teveel aan denken . Zo af en toe zit er een 'dipje' in deze klim en vlak voor Bozel gaat het ook nog over ruim een kilometer naar beneden. Maar daarna moet je wel 'vol aan de bak', want de 5 km klimmen van Bozel naar Champagny gaan met 8 en 9 procent (34x26) en deze klim kent geen rustpunten.
Ik heb Bozel nog maar net achter mij gelaten als ik, geloof 't of niet, twee ezels op de weg zie staan .
Nou goed, de ene staat in een kuil naast de weg met een enorme straal zijn overtollige vocht te lozen, doch de andere staat letterlijk midden op de weg! Ze zijn natuurlijk ergens door een omheining gebroken. Het exemplaar op de weg blijft daar gelukkig staan, zodat passeren geen moeilijkheden oplevert.
Na de laatste S-bocht vlak voor Champagny zie ik behalve mijn eigen schaduw nog een schaduw vlak achter mij. Ik zie 't toch wel goed? Of ben ik (nu al) aan het hallucineren? Nee, dat kan niet, zo warm is het nog niet. Er blijkt een MTB- achter mij te rijden. Hij passeert mij en zeg 'Ça grimpe, n'est pas?' ('Dat klimt hè?'), 'Oh, ça va' ('Och, 't gaat') antwoord ik laconiek. Maar hij gaat met zijn 'koffiemolentje' wel iets sneller dan ik. Ik blijf voortdurend zo'n meter of vijf achter hem hangen. Net voor het plaatsnaambord van Champagny begint hij uit te lopen en in het stadje kiest hij een andere weg dan ik. Misschien gaat hij off-road fietsen, wie weet?
Champagny-en-Vanoise koestert zich in de (hete) zon:
Als je vanuit Champagny-en-Vanoise de D91b neemt, volgt er een steile en spectaculaire passage waar je, zeker als fietser, enorm van kunt genieten! De weg slingert zich met 9% via een aantal bochten omhoog. Daar waar de galerijen beginnen wordt het zelfs even 10% en dat 'trek' ik met 34x26 niet meer soepel, dus dan maar naar 34x29.
Vanuit Champagny-en-Vanoise slingert de D91b zich door een aantal korte galerijen omhoog:
Doordat ik snel hoogte win, zie ik hoe Champagny zich daar beneden in de zon ligt te koesteren. Voor mij rijden, zo te zien, twee MTB-ers. Als ik ze nader, valt het mij op dat de vrouw er een wel heel erg lage trapfrequentie op nahoudt!. Ja hoor, ik zie 't al, de vrouw 'fietst' op een 29-er met 'middenmotor'. De man rijdt ook op zo'n type fiets, maar dan wel op eigen kracht! Ik heb ze nog maar net ingehaald, of ik hoor de vrouw 'Ça va?' ('Gaat het?') vragen aan een andere fietsster. En daar 'fietst' mij een jonge meid (!) op een soort sportfiets met trapondersteuning voorbij. Aan haar voeten zie ik bont gekleurde Crogs en ze trapt, hoe kan 't ook haast anders, met het middelste deel in plaats van met de 'bal' van de voet. En natuurlijk zit ze ook veel te laag op haar fiets. Het is geen gezicht!
De D91b loopt een stukje en corniche richting Le Laisonnay:
Naast de D91b 'dondert' de Doron de Champagny door de gorges:
Als ik de galerijen achter mij heb gelaten, fiets ik en corniche door een kleine gorge. Woest kolkt rechts van mij het water van de Doron de Champagny door de kloof. Schitterend om te zien. Aan het einde van de kloof is een soort stuwmeertje en ben ik ook meteen bij het hooggelegen dal aangekomen. Nu volgt er een stuk vals plat, zodat ik eens even flink kan drinken en genieten van de imposante bergwereld. Rechts van de weg zie ik bij Champagny-le-Haut (Le Bois) een leuke en erg mooi gelegen camping. Je zit overal wel mijlenver vandaan, maar als je van rust, ruimte en bijvoorbeeld bergwandelen of mountainbiken houdt, sta je daar goed.
Champagny-le-Haut (Le Bois):
De laatste twee kilometer beginnen dan weer met een steile passage (tot 8%). Ik ben dan al bijna bij Le Laisonnay-d'en-Haut, waar de verharde weg eindigt. Le Laisonnay-d'en-Haut bestaat slechts uit een paar authentieke (zeer) oude huisjes, een kapelletje en Le Refuge du Laisonnay, waar je iets kunt drinken, eten en als je wilt, ook kunt overnachten. De omringende bergwereld is van een indrukwekkende schoonheid. Met donderend geraas komt het water van de Cascade du Puy naar beneden. De zon is zelfs nu nog niet over de hoogste toppen van het hier nauwe dal geklommen. Hierdoor moet ik naderhand 'alle zeilen bij zetten' om van de met een eenvoudige compactcamera gemaakte foto's nog iets bruikbaars te maken. De contrastverschillen zijn enorm en met handmatige bracketing probeer ik al vast wat voorbereidend werk te doen. De best bruikbare foto's kan ik er dan zo uitfilteren.
Bij Le Laisonnay-d'en-Haut (Champagny-le-Haut):
Het is al druk op en rond de parkeerplaatsen. Veel wandelaars, ook complete gezinnen, trekken er op deze zondag op uit. Het is hier, op ruimt 1500 meter hoogte, ook veel aangenamer toeven dan in de snikhete dalen. Ik zie hier ook opvallend veel E-bikes. Dan valt mijn oog op een klein blauw ruitvormig bordje op een paal naast de paal waar ik mijn fiets tegen geplaatst heb. Op het bordje lees ik boven het symbooltje van een fietsertje met 'bliksemschichten' in de wielen 'Les 4 hameaux'. Er is hier dus een E-bike route langs 4 gehuchtjes uitgezet, vandaar...
Cascade du Puy bij Le Laisonnay:
Blik terug het dal in, richting Champagny-le-Haut (Le Bois):
Veel foto's, twee bananen en een fruitreep verder, is het tijd om weer eens terug te gaan. Onderweg moet ik ook nog de nodige plaatjes schieten, want ik ben immers in één ruk hierheen gefietst! In Champagny geniet ik nog even van het mooie uitzicht op de bergketen aan aan overzijde, waar ik Courchevel ook weer duidelijk kan zien liggen.
Uitzicht vanuit Champagny-en-Vanoise op Courchevel en omgeving:
Kerkje in Champagny-en-Vanoise:
Vanuit Champagny ben ik niet rechtstreeks naar Bozel teruggegaan, maar heb ik eerst de richting van Pralognan gekozen. Zo kwam ik dus wat ten oosten van Bozel al op de D915 en kon ik de afdaling door de passage met de zes haarspeldbochten alsnog nemen. Die heb ik in een vorige rit immers omzeild, in de hoop toen via Champagny een aantal extra kilometers te maken. Vanuit dit deel van de afdaling keek ik ook nog leuk op de Vallée de Bozel met Le Villard en Bozel.
De Vallée de Bozel met Le Villard (voorgrond) en Bozel (achtergrond):
Na Bozel is het nu wel veel drukker op de D915 dan vanmorgen, doch het meeste verkeer is tegemoetkomend, zodat ik daar geen hinder van ondervind en ik snel weer in Moûtiers terug ben.
En nu? Terug naar madame of nog 'iets anders' gaan doen? Het is nog geen half twaalf en ik heb er nog nauwelijks 60 km op zitten! En één van de ritten die nog op mijn to do list voor hier staat, is de klim naar Valmorel via St-Oyen en Doucy. Die klim is met z'n 21 km wel een stuk langer dan de 'reguliere' klim, die 'slechts' zo'n 15 km telt. Op papier ziet die alternatieve klim er niet lastiger uit dan de rechtstreekse, dus waarom zou ik 't niet proberen? Ja, mijn benen voelden vanmorgen niet 'super' en het is inmiddels wel erg warm geworden. Doch ik zou het kunnen proberen en als het niet gaat, bij Les Avanchers, waar beide routes samenkomen, gewoon terug kunnen gaan naar Aigueblanche. Op een bankje, in de schaduw en tegenover de Mairie van Aigueblanche-Bellecombe, maak ik mijn proviand op: een appel, twee fruitrepen en een zakje gelletjes. Ik twijfel nog een beetje, doch dan ben ik al op weg naar de rotonde en rijd ik de D94 op.
De klim begint, in de bosrijke 'buitenwijken' van Aigueblanche, met 7%. Vlak voor St-Oyen wordt het 8%, 9% en nog voor ik de 'bebouwde kom' hier verlaat, is er een passage van 10%. Er is weinig wind, wat het er nu ook niet direct makkelijker op maakt. Als ik in een van de vele bochten weer naar het noorden draai en al behoorlijk wat hoogte gewonnen heb, voel ik de wind weer . Op de open stukken krijg ik leuke doorkijkjes op het dal voorgeschoteld. Het wegdek is prima, de weg is breed en er is nauwelijks verkeer, want de Fransen zitten op dit tijdstip aan tafel. Wij kijken vanuit onze standplaats uit op het lagere deel van deze klim en op doordeweekse dagen is het toch een vrij drukke weg!
Op het punt waar ik onder een hoogspanningslijn door fiets, is het gedaan met het steilste stuk van deze klim. Tot aan Doucy gaat het rustig met 5 à 6 procent omhoog. Bij deze hitte is dat uiteraard wel zo aangenaam, want veel schaduw is er niet meer. Soms is er aan de linkerkant van de weg wat schaduw, die dan tot net over het midden van de weg reikt. Omdat er geen verkeer is, pak ik dan maar even het midden van de weg, dat lijkt mij 'veiliger' dan helemaal links te gaan rijden.
Bij en na Doucy is er dan weer een steile passage: 9 en 10 procent! Jaren geleden kon je via Doucy binnendoor 'de Madeleine' op. Je kwam dan bij of in de buurt van Celliers op de route vanuit N.D.-de-Briançon. Aan het begin van de weg waar ik nu op fiets, staat nog een bord met de waarschuwing dat je via deze weg niet naar de Col de la Madeleine kunt.
Na Raclaz daal ik weer een beetje en daarna volgt er een stukje klimmen naar Villaret. Na dit gehuchtje moet ik nog meer klimmen, want een passage van 8% brengt mij naar het hoogste punt van deze 'omweg' naar Valmorel. Ik zie Valmorel trouwens al liggen en ook de gebouwen van Club Med, mijn uiteindelijke doel (als ik het tenminste haal ). Tot aan Doucy was het wegdek prima, maar vanaf dat dorpje is de weg 'opgelapt'. De gravillons zijn al goed ingereden, maar er liggen nog heel veel van die steentjes los en her en der over het wegdek verspreid. In de klim heb ik er niet veel last van, omdat ik zoveel mogelijk de 'schone' weggedeelten opzoek. Dat kan, bij het ontbreken van enig verkeer, prima. Maar de afdaling via deze route wordt niets, dus heb ik inmiddels besloten dat gewoon over de D95 te zullen doen.
Jammer van al die hoogtemeters, maar vanaf Le Meiller moet ik via een wel leuk en erg technisch stukje dalen toch weer zo'n 90 hoogtemeters inleveren. Gelukkig liggen hier even geen steentjes! Als ik bij Les Avanchers de D95 op draai, is het nog 6 km klimmen naar 'de top'. Proberen maar! Het stijgt met 7%, soms even met 8% en zelfs nog een keer weer met 9%. 'Eindelijk' passeer ik het plaatsnaambord van Valmorel. Dan volgt nog het hele 'dorp', moet ik door de tunnel, waar het ook klimt en tot slot nog het laatste stuk omhoog naar Club Med. Dat vakantiedorp ligt een eindje buiten en boven Valmorel. Maar ik ga het halen, dat voel ik al wel. Eigenlijk valt het nog best mee en heb ik gelukkig geen last meer van 'slechte benen'. 'Een mens kan altijd meer dan hij denkt', houd ik mijzelf altijd maar voor .
'Gefikst!', na de klim naar Le Laisonnay ook nog 'even' naar Valmorel geklommen:
'Gefikst', zeg ik tegen mijzelf, als ik langs de slagboom in de poort van Club Med naar de ingang fiets. Ik maak daar alleen maar m'n rondje, want ik hoor al weer van die 'bonk-muziek', dus 'wegwezen' is dan het devies! Buiten de poort schiet ik twee foto's, waarna ik de afdaling naar Aigueblanche inzet. Het grootste deel van die afdaling is open, dus valt er nog wel wat te zien en te genieten. Voldaan zeil ik zo richting het dal, richting Aigueblanche.
Als ik het kapelletje van Le Bois in het vizier krijg, ben ik al weer bijna 'thuis':
De 100 km, waar ik stiekem een beetje op hoopte, zaten er net niet in. Maar 97 km en 2456 hm mogen er, zeker bij de weersomstandigheden van vandaag, ook best wezen, toch? Benieuwd naar het profiel en de route? Kijk dan even hier. À la prochaine!
(Verslag van zondag 5 juli 2015)
Hier in de Savoie geldt nog steeds vanwege de hitte 'code oranje'. Ook vandaag zou het weer met gemak zo'n 35 graden worden! Je kunt dan maar beter op de fiets zitten , want dan heb je door je snelheid tenminste nog wat verkoeling. Bovendien is het zodra je wat hoger komt een stuk minder heet en benauwd . De fietstocht voor vandaag heb ik met opzet op een zondag ingepland. Zo hoopte ik op weg naar Champagny-en-Vanoise op de D915 veel minder verkeer te treffen. Bovendien ben ik, natuurlijk vanwege de tropische temperaturen, al om 07:00 uur vertrokken. Dan zou het op zondagmorgen helemaal rustig op die anders zo drukke weg moeten zijn.
In Aigublanche-Bellecombe komen mij op dit vroege uur toch al vier racefietsers tegemoet. Er wordt een groet uitgewisseld. Ik denk dat 't 'bedevaartgangers' naar de Col de la Madeleine zijn, want het begin van die klim is hier immers vlakbij. Komt de wind hier doorgaans uit het noorden, nu voel ik al een stevige wind uit het zuiden. Wel lekker verkoelend! Op de fietsroute die vlak voor Moûtiers parallel aan de snelweg ligt, loopt een joch. Beide handen in de zakken, petje op (klep in de nek). Hij komt op mij af en vraagt iets. Vanwege de harde wind plus het verkeerslawaai versta ik hem niet en schudt maar van 'nee'. Geld krijgt hij niet van mij en sigaretten heb ik niet . Wat moet zo'n joch hier zo vroeg al, vraag ik mij af.
Het is inderdaad nog erg rustig op de D915, zodat ik zonder 'verkeersstress' naar Bozel kan klimmen. 't Is met geregeld 7% toch nog een beste klim en gelukkig is het nu nog niet zo warm. Ik heb het idee dat mijn benen vandaag ook niet 'super' zijn. Maar niet teveel aan denken . Zo af en toe zit er een 'dipje' in deze klim en vlak voor Bozel gaat het ook nog over ruim een kilometer naar beneden. Maar daarna moet je wel 'vol aan de bak', want de 5 km klimmen van Bozel naar Champagny gaan met 8 en 9 procent (34x26) en deze klim kent geen rustpunten.
Ik heb Bozel nog maar net achter mij gelaten als ik, geloof 't of niet, twee ezels op de weg zie staan .
Nou goed, de ene staat in een kuil naast de weg met een enorme straal zijn overtollige vocht te lozen, doch de andere staat letterlijk midden op de weg! Ze zijn natuurlijk ergens door een omheining gebroken. Het exemplaar op de weg blijft daar gelukkig staan, zodat passeren geen moeilijkheden oplevert.
Na de laatste S-bocht vlak voor Champagny zie ik behalve mijn eigen schaduw nog een schaduw vlak achter mij. Ik zie 't toch wel goed? Of ben ik (nu al) aan het hallucineren? Nee, dat kan niet, zo warm is het nog niet. Er blijkt een MTB- achter mij te rijden. Hij passeert mij en zeg 'Ça grimpe, n'est pas?' ('Dat klimt hè?'), 'Oh, ça va' ('Och, 't gaat') antwoord ik laconiek. Maar hij gaat met zijn 'koffiemolentje' wel iets sneller dan ik. Ik blijf voortdurend zo'n meter of vijf achter hem hangen. Net voor het plaatsnaambord van Champagny begint hij uit te lopen en in het stadje kiest hij een andere weg dan ik. Misschien gaat hij off-road fietsen, wie weet?
Champagny-en-Vanoise koestert zich in de (hete) zon:
Als je vanuit Champagny-en-Vanoise de D91b neemt, volgt er een steile en spectaculaire passage waar je, zeker als fietser, enorm van kunt genieten! De weg slingert zich met 9% via een aantal bochten omhoog. Daar waar de galerijen beginnen wordt het zelfs even 10% en dat 'trek' ik met 34x26 niet meer soepel, dus dan maar naar 34x29.
Vanuit Champagny-en-Vanoise slingert de D91b zich door een aantal korte galerijen omhoog:
Doordat ik snel hoogte win, zie ik hoe Champagny zich daar beneden in de zon ligt te koesteren. Voor mij rijden, zo te zien, twee MTB-ers. Als ik ze nader, valt het mij op dat de vrouw er een wel heel erg lage trapfrequentie op nahoudt!. Ja hoor, ik zie 't al, de vrouw 'fietst' op een 29-er met 'middenmotor'. De man rijdt ook op zo'n type fiets, maar dan wel op eigen kracht! Ik heb ze nog maar net ingehaald, of ik hoor de vrouw 'Ça va?' ('Gaat het?') vragen aan een andere fietsster. En daar 'fietst' mij een jonge meid (!) op een soort sportfiets met trapondersteuning voorbij. Aan haar voeten zie ik bont gekleurde Crogs en ze trapt, hoe kan 't ook haast anders, met het middelste deel in plaats van met de 'bal' van de voet. En natuurlijk zit ze ook veel te laag op haar fiets. Het is geen gezicht!
De D91b loopt een stukje en corniche richting Le Laisonnay:
Naast de D91b 'dondert' de Doron de Champagny door de gorges:
Als ik de galerijen achter mij heb gelaten, fiets ik en corniche door een kleine gorge. Woest kolkt rechts van mij het water van de Doron de Champagny door de kloof. Schitterend om te zien. Aan het einde van de kloof is een soort stuwmeertje en ben ik ook meteen bij het hooggelegen dal aangekomen. Nu volgt er een stuk vals plat, zodat ik eens even flink kan drinken en genieten van de imposante bergwereld. Rechts van de weg zie ik bij Champagny-le-Haut (Le Bois) een leuke en erg mooi gelegen camping. Je zit overal wel mijlenver vandaan, maar als je van rust, ruimte en bijvoorbeeld bergwandelen of mountainbiken houdt, sta je daar goed.
Champagny-le-Haut (Le Bois):
De laatste twee kilometer beginnen dan weer met een steile passage (tot 8%). Ik ben dan al bijna bij Le Laisonnay-d'en-Haut, waar de verharde weg eindigt. Le Laisonnay-d'en-Haut bestaat slechts uit een paar authentieke (zeer) oude huisjes, een kapelletje en Le Refuge du Laisonnay, waar je iets kunt drinken, eten en als je wilt, ook kunt overnachten. De omringende bergwereld is van een indrukwekkende schoonheid. Met donderend geraas komt het water van de Cascade du Puy naar beneden. De zon is zelfs nu nog niet over de hoogste toppen van het hier nauwe dal geklommen. Hierdoor moet ik naderhand 'alle zeilen bij zetten' om van de met een eenvoudige compactcamera gemaakte foto's nog iets bruikbaars te maken. De contrastverschillen zijn enorm en met handmatige bracketing probeer ik al vast wat voorbereidend werk te doen. De best bruikbare foto's kan ik er dan zo uitfilteren.
Bij Le Laisonnay-d'en-Haut (Champagny-le-Haut):
Het is al druk op en rond de parkeerplaatsen. Veel wandelaars, ook complete gezinnen, trekken er op deze zondag op uit. Het is hier, op ruimt 1500 meter hoogte, ook veel aangenamer toeven dan in de snikhete dalen. Ik zie hier ook opvallend veel E-bikes. Dan valt mijn oog op een klein blauw ruitvormig bordje op een paal naast de paal waar ik mijn fiets tegen geplaatst heb. Op het bordje lees ik boven het symbooltje van een fietsertje met 'bliksemschichten' in de wielen 'Les 4 hameaux'. Er is hier dus een E-bike route langs 4 gehuchtjes uitgezet, vandaar...
Cascade du Puy bij Le Laisonnay:
Blik terug het dal in, richting Champagny-le-Haut (Le Bois):
Veel foto's, twee bananen en een fruitreep verder, is het tijd om weer eens terug te gaan. Onderweg moet ik ook nog de nodige plaatjes schieten, want ik ben immers in één ruk hierheen gefietst! In Champagny geniet ik nog even van het mooie uitzicht op de bergketen aan aan overzijde, waar ik Courchevel ook weer duidelijk kan zien liggen.
Uitzicht vanuit Champagny-en-Vanoise op Courchevel en omgeving:
Kerkje in Champagny-en-Vanoise:
Vanuit Champagny ben ik niet rechtstreeks naar Bozel teruggegaan, maar heb ik eerst de richting van Pralognan gekozen. Zo kwam ik dus wat ten oosten van Bozel al op de D915 en kon ik de afdaling door de passage met de zes haarspeldbochten alsnog nemen. Die heb ik in een vorige rit immers omzeild, in de hoop toen via Champagny een aantal extra kilometers te maken. Vanuit dit deel van de afdaling keek ik ook nog leuk op de Vallée de Bozel met Le Villard en Bozel.
De Vallée de Bozel met Le Villard (voorgrond) en Bozel (achtergrond):
Na Bozel is het nu wel veel drukker op de D915 dan vanmorgen, doch het meeste verkeer is tegemoetkomend, zodat ik daar geen hinder van ondervind en ik snel weer in Moûtiers terug ben.
En nu? Terug naar madame of nog 'iets anders' gaan doen? Het is nog geen half twaalf en ik heb er nog nauwelijks 60 km op zitten! En één van de ritten die nog op mijn to do list voor hier staat, is de klim naar Valmorel via St-Oyen en Doucy. Die klim is met z'n 21 km wel een stuk langer dan de 'reguliere' klim, die 'slechts' zo'n 15 km telt. Op papier ziet die alternatieve klim er niet lastiger uit dan de rechtstreekse, dus waarom zou ik 't niet proberen? Ja, mijn benen voelden vanmorgen niet 'super' en het is inmiddels wel erg warm geworden. Doch ik zou het kunnen proberen en als het niet gaat, bij Les Avanchers, waar beide routes samenkomen, gewoon terug kunnen gaan naar Aigueblanche. Op een bankje, in de schaduw en tegenover de Mairie van Aigueblanche-Bellecombe, maak ik mijn proviand op: een appel, twee fruitrepen en een zakje gelletjes. Ik twijfel nog een beetje, doch dan ben ik al op weg naar de rotonde en rijd ik de D94 op.
De klim begint, in de bosrijke 'buitenwijken' van Aigueblanche, met 7%. Vlak voor St-Oyen wordt het 8%, 9% en nog voor ik de 'bebouwde kom' hier verlaat, is er een passage van 10%. Er is weinig wind, wat het er nu ook niet direct makkelijker op maakt. Als ik in een van de vele bochten weer naar het noorden draai en al behoorlijk wat hoogte gewonnen heb, voel ik de wind weer . Op de open stukken krijg ik leuke doorkijkjes op het dal voorgeschoteld. Het wegdek is prima, de weg is breed en er is nauwelijks verkeer, want de Fransen zitten op dit tijdstip aan tafel. Wij kijken vanuit onze standplaats uit op het lagere deel van deze klim en op doordeweekse dagen is het toch een vrij drukke weg!
Op het punt waar ik onder een hoogspanningslijn door fiets, is het gedaan met het steilste stuk van deze klim. Tot aan Doucy gaat het rustig met 5 à 6 procent omhoog. Bij deze hitte is dat uiteraard wel zo aangenaam, want veel schaduw is er niet meer. Soms is er aan de linkerkant van de weg wat schaduw, die dan tot net over het midden van de weg reikt. Omdat er geen verkeer is, pak ik dan maar even het midden van de weg, dat lijkt mij 'veiliger' dan helemaal links te gaan rijden.
Bij en na Doucy is er dan weer een steile passage: 9 en 10 procent! Jaren geleden kon je via Doucy binnendoor 'de Madeleine' op. Je kwam dan bij of in de buurt van Celliers op de route vanuit N.D.-de-Briançon. Aan het begin van de weg waar ik nu op fiets, staat nog een bord met de waarschuwing dat je via deze weg niet naar de Col de la Madeleine kunt.
Na Raclaz daal ik weer een beetje en daarna volgt er een stukje klimmen naar Villaret. Na dit gehuchtje moet ik nog meer klimmen, want een passage van 8% brengt mij naar het hoogste punt van deze 'omweg' naar Valmorel. Ik zie Valmorel trouwens al liggen en ook de gebouwen van Club Med, mijn uiteindelijke doel (als ik het tenminste haal ). Tot aan Doucy was het wegdek prima, maar vanaf dat dorpje is de weg 'opgelapt'. De gravillons zijn al goed ingereden, maar er liggen nog heel veel van die steentjes los en her en der over het wegdek verspreid. In de klim heb ik er niet veel last van, omdat ik zoveel mogelijk de 'schone' weggedeelten opzoek. Dat kan, bij het ontbreken van enig verkeer, prima. Maar de afdaling via deze route wordt niets, dus heb ik inmiddels besloten dat gewoon over de D95 te zullen doen.
Jammer van al die hoogtemeters, maar vanaf Le Meiller moet ik via een wel leuk en erg technisch stukje dalen toch weer zo'n 90 hoogtemeters inleveren. Gelukkig liggen hier even geen steentjes! Als ik bij Les Avanchers de D95 op draai, is het nog 6 km klimmen naar 'de top'. Proberen maar! Het stijgt met 7%, soms even met 8% en zelfs nog een keer weer met 9%. 'Eindelijk' passeer ik het plaatsnaambord van Valmorel. Dan volgt nog het hele 'dorp', moet ik door de tunnel, waar het ook klimt en tot slot nog het laatste stuk omhoog naar Club Med. Dat vakantiedorp ligt een eindje buiten en boven Valmorel. Maar ik ga het halen, dat voel ik al wel. Eigenlijk valt het nog best mee en heb ik gelukkig geen last meer van 'slechte benen'. 'Een mens kan altijd meer dan hij denkt', houd ik mijzelf altijd maar voor .
'Gefikst!', na de klim naar Le Laisonnay ook nog 'even' naar Valmorel geklommen:
'Gefikst', zeg ik tegen mijzelf, als ik langs de slagboom in de poort van Club Med naar de ingang fiets. Ik maak daar alleen maar m'n rondje, want ik hoor al weer van die 'bonk-muziek', dus 'wegwezen' is dan het devies! Buiten de poort schiet ik twee foto's, waarna ik de afdaling naar Aigueblanche inzet. Het grootste deel van die afdaling is open, dus valt er nog wel wat te zien en te genieten. Voldaan zeil ik zo richting het dal, richting Aigueblanche.
Als ik het kapelletje van Le Bois in het vizier krijg, ben ik al weer bijna 'thuis':
De 100 km, waar ik stiekem een beetje op hoopte, zaten er net niet in. Maar 97 km en 2456 hm mogen er, zeker bij de weersomstandigheden van vandaag, ook best wezen, toch? Benieuwd naar het profiel en de route? Kijk dan even hier. À la prochaine!
60 x Ventoux
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Klimmen naar 2021 meter hoogte en 'afzien' naar een afgelegen bergdorpje...
(Verslag van donderdag 9 juli 2015)
Vandaag ga ik nog één keer over de drukke D915, de weg die van Moûtiers de bergwereld in gaat. De hitte is hier voor een paar dagen verdreven, dus hoef ik niet al om 07:00 uur op de fiets te zitten. Doch omdat ik verwachtte ook vandaag weer zeeën van tijd kwijt te zullen zijn aan het schieten van plaatjes en rondkijken, ben ik toch al net voor 07:30 vertrokken .
Op de D915 is het inderdaad al weer druk, druk, druk. Wat een verschil met afgelopen zondag, toen het er heerlijk 'rustig' fietsen was. Wat later in mijn tochtje zal ik zien waarom er hier relatief veel betonmixers, enorme kippers en diepladers rijden. Met 34x23 probeer ik het eerste deel van m'n traject zo vlot mogelijk af te leggen. Dat vergt op een helling van 6 à 7 procent nog wel wat extra energie, dus maar hopen dat ik daar voor vandaag genoeg van heb opgeslagen.
Maar goed, ik kom zonder in penibele situaties te zijn gemanoeuvreerd aan bij de rotonde waar je naar Courchevel af kunt slaan. In een soort parkeerhaven staat daar een kleine uitvoering van zo'n opblaasbare constructie van twee bogen die je ook wel in profwedstrijden ziet. Er is onder die bogen ook een heus mini startplatform. Het is het vertrekpunt van Cyclo'Courch, een wedstrijd waar je op 15 en 29 juli en aan deel kunt nemen. De finale is op 16 augustus. In 17,5 km klimmen overbrug je dan 1200 m hoogteverschil.
Mijn eigen klim begint al net voorbij Salins-les-Thermes en zal eindigen bij Restaurant Le Cap Horn op 2021 meter hoogte. Dat is dan 24,8 km klimmen, met een hoogteverschil van 1508 meter, maar geen westrijd !
Hier begint de 'officiële' klim naar Courchevel-Altiport:
Gelukkig is het in het begin van de klim op de D91a wat minder druk dan op de D915. Men kan hier vanwege de vele bochten tussen Le Grand Carrey en St-Bon-Tarentaise dan ook niet zo heel hard rijden. Bovendien is er even geen vrachtverkeer. Op de bornes staat hier steeds 8% gemiddeld per km, dus trap ik maar 34x26. Al snel kijk ik leuk uit op de overzijde van het dal en zie ik de gehuchtjes van Montagny heel fraai op de berghelling liggen. Als de benen het straks toelaten, wil ik daar vandaag ook nog heen...
Bij de borne die vermeldt dat er nog 15 km te gaan zijn, zie ik dat mijn Sigma Rox 10.0 exact dezelfde hoogte aangeeft die ook op het kilometerpaaltje staat: 1015 m.
De Montée de Courchevel:
De Sigma Rox 10.0 geeft hier ook 1015 m aan:
Ik ga de kilometers maar niet echt 'aftellen', want dan duurt zo'n klim wel erg lang. Maar 't is wel handig dat je telkens ziet wat je te wachten staat. Vooral als de percentages gaan zakken, geeft dat weer moed . Voorlopig krijg ik echter steeds 8% te zien.
Acht procent schijnt hier de 'standaard' te zijn:
Als je naar het hoogteverschil kijkt, was de laatste kilometer dus eigenlijk 'slechts' 7,5% gemiddeld. Maar ja, je ben hier in Frankrijk . Toch is hij niet echt zwaar tot nu toe, deze helling, maar het gaat nu ook weer niet 'vanzelf' en ik wil eigenlijk wat drinken. Dan moet ik wat meer 'lucht' zien te krijgen, anders wordt het zo'n 'gehijg'. Ook in Saint-Bon-Tarentaise blijft het 'steil'. Er is zelfs nog een korte passage van 9%. Bij Courchevel-Le Praz, ook bekend als Courchevel 1350, kent de klim een klein 'dipje'. Hier kan ik even rustig en zonder in 'ademnood' te komen flink drinken.
Na dit intermezzo volgt er een behoorlijk steil stuk met 9 en 10 procent stijging. Nu ik wat hoger rijd, zie ik aan de overkant ook het gehuchtje Moranche goed liggen. Het is een afgelegen bergdorpje, dat naar 't schijnt alleen 's zomers bewoond is. Op de IGN-kaart van de Franse site Géoportail staat de weg erheen als onverhard aangegeven. En op andere kaarten is niet echt duidelijk te zien wat voor een weg het is. Als ik straks nog naar Montagny ga, wil ik eens kijken of die weg te berijden is en dan proberen tot in Moranche te komen. Doch zover is het nu nog niet, ik moet eerst hier boven zien te komen.
Zodra ik in de 'zone' van de verschillende 'Courchevels' ben aangekomen, zie ik dat 'overal' driftig gebouwd en aan de infrastructuur gewerkt wordt. Daar gaat al dat bouwverkeer, wat ik op de D915 al gezien had, dus heen. Ja, 's winters kun je hier moeilijk gaan bouwen, dat is waar. Daarom is het hier nu 'bouw-spitsuur'.
Bij Courchevel 1550 is het ook weer even minder steil, dus grijp ik de bidon nog maar een keer. Vlak voor Courchevel 1650 (Moriond) wordt het met 8% wel even weer wat steiler, doch daarna vlakt de klim behoorlijk af en lees ik ook op de kilometerpaaltjes telkens 5% en 6%.
Van Courchevel 1650 naar Courchevel 1850 is het makkelijk klimmen. Ik fiets hier door een bosachtige omgeving en ben dus even 'verlost' van al die appartementencomplexen en toeristenwinkeltjes. Courchevel 1850 is de grootste van de 'familie' en hier heb ik de track van mijn Rox hard nodig, want in dit soort ski-oorden plaatsen de Franse kennelijk geen gewone wegwijzers meer, doch staat alles op kleine bordjes, die dan ook nog vaak verdrinken in de wirwar van verwijzingen naar allerlei 'wijken', hotels, skipistes enz. De weg verder naar boven staat slechts aangeduid als Route d'Altiport. Bovendien is er vaak éénrichtingsverkeer, is het toch behoorlijk druk, lopen er toeristen die natuurlijk weer net over moeten steken en wordt er ook hier en vooral hier, gebouwd. Oppassen dus voor de betonmixers en ander bouwverkeer.
Een impressie van Courchevel 1850:
Voor mij doemt het beruchte bord 'Route Barrée' op. Het zal toch niet zo zijn dat ik om de een of andere reden mijn klim niet af kan maken? En het vliegveld moet toch ook altijd over de weg bereikbaar zijn? Gelukkig is het loos alarm, want net voor het bord buigt de weg naar de altiport naar rechts . Na 29 km fietsen zie ik het verkeerstorentje van het vliegveldje al liggen en komt het einddoel echt in zicht! In en na Courchevel 1850 werd het toch weer een stuk steiler met 7 - 9 procent. En na de tunnel die onder de startbaan loopt en waar het wegdek gelukkig aanzienlijk beter van kwaliteit is, moet ik nog even een passage van 10 en 11 procent overbruggen om op de hoogte van de altiport te komen.
Daar, naast de verkeerstoren, is eigenlijk het einde van de klim. Ik passeer eerst het helikopterplatform, waar onder het produceren van een enorme stofwolk net een helikopter opstijgt. Er loopt vanaf de achterzijde van de grote hangaar bij het vliegtuigplatform nog een smal verhard weggetje verder naar boven, naar Restaurant Le Cap Horn. Dus fiets ik nog even door. 'Leuk' hoor, met 11%, ja zelfs 12 % is dat 300 meter lange klimmetje nog behoorlijk steil! Maar dan kijk je vanaf een plateautje wel leuk van bovenaf op het vliegveldje.
Het einde van de klim naar Courchevel-Altiport is naast de verkeerstoren:
Het altiport beschikt slechts over een erg korte start-/landingsbaan. De baan loopt aan het einde met een behoorlijk helling omhoog. Dat werkt bij een landing extra remmend voor de vliegtuigen. Je moet als piloot trouwens een speciale 'rating' voor dit veldje hebben, wil je er mogen landen of starten.
Nou, is dat even leuk, ik hoor het geluid van een 'stevige' vliegtuigmotor en zie de 'kist' daar nu ook aankomen. Recht op de baan af. Eens kijken hoe dat hier in z'n werk gaat. Zodra het toestel de baan raakt, wordt de vijfbladige 'prop' in negatieve spoed gezet en geeft de vlieger 'vol gas'. Met een hevig 'gebrul' wordt de
Pilatus PC-12, want die is zojuist geland, zo nog eens extra afgeremd. Een 'marshaller' staat al gereed om het vliegtuig zijn plaats op het platform te wijzen (linksonder op de foto).
Een in België geregistreerde Pilatus PC-12 is zojuist geland op Courchevel-Altiport:
Bij het platform van Courchevel-Altiport:
Hier boven is het wel erg mooi, want je kijkt zo ongeveer over 360 graden uit op de hoge Alpentoppen. Dus eet en drink ik op mijn gemak wat, schiet ik de nodige plaatjes en zie ik hoe een andere helikopter bij het opstijgen behendig om z'n eigen stofwolk vliegt. De skiliften op de Sommet de la Saulire lijken nu opeens ook veel minder hoog te liggen. Daarachter ligt dus Méribel. Ik moet echter nog 't een en ander 'doen' vandaag en daarom begin ik maar eens aan de afdaling. Dat wordt een koude bedoening, want ik heb mijn windjackje niet meegenomen. Ik dacht 't niet nodig te hebben en dat was dus een beetje dom . Met assistentie van de Rox zoek en vind ik de weg terug door Courchevel 1850. De rest van de afdaling wijst zichzelf. Ik ga nog wel regelmatig van de fiets voor het maken van foto's, want ik ben in één ruk vanuit Aigueblanche naar 2021 meter gefietst, dus zonder dat ik ergens moest stoppen of af diende te stappen.
Op de terugweg door Courchevel 1850:
(Zoek 't zadel van m'n fiets)
De 3,5 km van Le Carrey over de D915 naar Brides-les-Bains heb ik zo achter de rug, want het gaat immers in dalende lijn. Ik word nog wel ingehaald door een (Franse?) racefietser die werkelijk loeihard naar beneden scheurt. Met al het verkeer en het vaak slechte, hobbelige wegdek met scheuren en gaten, is mij dat te link. Op een appel na, heb ik al m'n proviand in St-Bon-Tarentaise en aan einde van de 'Courchevel-afdaling' opgemaakt. Ik ben dus klaar voor de volgende klim. Brides-les-Bains is 'gezellig druk', maar ik heb er geen last van. Wel mis ik de smalle weg het stadje uit, want deze loopt nagenoeg parallel aan de weg waarover je richting de D915 Brides verlaat. Maar ik zie het vrijwel meteen op het display van de GPS-computer, zodat ik mijn 'fout' corrigeer en op een helling van 9% naar de D89 klim. Hier, op de zuidhelling van de berg, is het inmiddels wel behoorlijk heet geworden. Bovendien kent de klim in de D89 ook weer stijgingspercentages die variëren van 7 - 9. 'Makkelijk' is anders .
Een blik op de D89, die je naar de hoogte van Montagny brengt:
Diep beneden mij zie ik de D915 lopen en op een erg open deel van de klim zie ik ook Brides-les-Bains in volle omvang in het dal liggen.
Zo zie je Brides-les-Bains vanaf de D89:
(De D915, die langs het stadje loopt, is ook goed te zien)
Na 6,5 km klimmen en 445 meter hoger, ben ik op de hoogte van Montagny-La Thuile aangekomen. Montagny-Chef-Lieu ligt minder dan 2 km verder en de weg erheen is nagenoeg vlak. In Montagny-Chef-Lieu moet ik het weggetje naar Moranche zien te vinden. Ik rijd het voorbij, zo onopvallend is het. Mijn Rox waarschuwt mij. Ik keer om en zie het nu liggen. Op een klein houten bordje staat dat je daar naar Moranche, N.D. des Neiges en de Mont Jovet kunt. Het wegdek van 't 'paadje' begint erg slecht, want er ligt veel gruis en het zit vol met grote gaten. Bovendien is het erg steil! Moet ik dit wel met de racefiets doen? Ik had mij voorgenomen, dat als het weggetje te slecht zou zijn, ik als alternatief bij La Thuile naar Feissons-sur-Salins zou klimmen. Dat ligt weliswaar minder hoog dan Moranche, maar wel aan een goed berijdbare weg.
Ik 'fiets' nog even door, in de hoop dat het wegdek beter wordt. Dat wordt 't ook, in die zin dat er geen gaten meer in de weg zitten. Maar er ligt wel enorm veel gruis en om de haverklap moet je zo'n diagonaal aangelegde afwateringsgeul 'nemen'. Dat zijn gevaarlijke punten. Het zijn in het wegdek aangebrachte stalen U-profielen. Een paar keer zijn er gewoon smalle gleuven uitgehakt, nog gevaarlijker. En het blijft steil: 10%, maar meestal 11%, tot zelfs 12% aan toe. Nergens een rustpunt. En het is wel een dikke 3,5 km naar Moranche. Zal ik het dan na 2 km, bij de afslag naar het kapelletje N.D. des Neiges, maar voor gezien houden? Dan heb ik 1260 m bereikt en in elk geval tot een 'bepaald punt' gefietst. Maar het wegdek wordt niet slechter, dus ga ik toch nog even door. Minder steil wordt het trouwens ook niet. Een eindje verderop moet ik ook nog enige tientallen meters met los gravel overbruggen en daar kan ik al helemaal niet op de pedalen gaan staan, dan slip ik zo weg. Moet ik nog vertellen dat ik hier 34x29 trap? Een lichter verzet heb ik trouwens niet.
Er staat een bestelauto langs de kant van de weg en een paar mensen staan wat te babbelen. Zo te zien zijn het lokale bewoners die daar aan het maaien zijn geweest. Ik word gegroet (maar niet aangemoedigd ). Er wonen hier kennelijk toch nog levende wezens. Veel gelegenheid om van de omgeving te genieten heb ik niet. Dat zal ik, zoals later blijkt, boven ruimschoots goed kunnen maken. Eindelijk, eindelijk zie ik iets wat op een gehuchtje begint te lijken. Nog even volhouden dus!
Het bergdorpje (gehuchtje) Moranche komt eindelijk in zicht:
Er volgt een passage in de schaduw van een bosje. In een bocht staat een auto, kennelijk van wandelaars. Rechts van de weg hangt een bord met de bij mij inmiddels bekende tekstst 'Gravillonnage dans la commune'. Gelukkig valt het hier mee met de steentjes. Na deze bocht ligt het oord dan eindelijk voor mij !
Moranche! - ik ben er bijna:
Nog even een laatste steil stukje en ik ben in Moranche. Ik heb het dus toch gehaald ! Maar de weg gaat nog verder. Ik ben hier toch wel in Moranche? Een naambordje heb ik niet gezien, dus begin ik te twijfelen. Er lag onderweg hierheen niet toch nog een dorpje? Op de kaarten heb ik daar in elk geval niets van gezien. Toch nog maar even doorfietsen. Het gehuchtje ben ik inmiddels al weer uit en enige tientallen meters voor mij draait de steile weg naar links. Verdorie, ik dacht dat ik er al was! Na de bocht naar links zie ik tot mijn grote opluchting dat de weg daar meteen en zonder pardon overgaat in een steil, onverhard en vol met grote keien bezaaid pad. Nu even tegenwoordigheid van geest bewaren en snel en op het juiste moment uit de pedalen zien te klikken, want voor je 't in de gaten heb lig je in dit soort situaties 'op je plaat'. Het gaat goed, ik keer om en ga in het gehuchtje volop genieten van de schitterende panorama's.
'Zijstraat' In Moranche:
Aan de overzijde van het dal liggen Courchevel en La Tania, met daarboven de besneeuwde toppen van de hoge Alpenreuzen. Schitterend! Het authentieke gehuchtje zelf is ook wel een aantal foto's waard en dus loonde het zeker de moeite om hierheen te 'fietsen' .
Vanuit Moranche kijk je onder andere uit op Courchevel en omgeving:
Tegen de afdaling zie ik nog wel een beetje op. Je kunt hier met al dat gruis en die afwateringsgleuven natuurlijk niet op een normale wijze dalen, dus dat wordt goed opletten en ook veel 'pompend' remmen bij de gevaarlijke punten. De fiets wil wel naar beneden op zo'n steile weg. Als ik Moranche net achter mij gelaten heb, wil ik bij een boom, die als entourage voor een paar foto's zal moeten dienen, even stoppen. Ik bots bijna op een op een MTB-er die aan de verkeerde kant van de weg omhoog komt. Maar 't gaat nog net goed.
'U bent er bijna', roep ik in 't Frans tegen de fietser. Hij stopt en vraagt wat ik riep. Ik herhaal 't. Oh, maar ik ga nog veel verder, zegt hij. Het blijkt een vriendelijke en praatgrage Fransman te zijn, die hier in het dal woont. Hij maakt een rondje en wil helemaal via de Mont Jovet fietsen, wat ook omhoog nog een heel eind is. Hij geeft mij wat tips voor nog een paar van dit soort rustige weggetjes, doch ik zeg hem dat ik die met de racefiets eigenlijk liever niet doe. Ik vertel hem ook nog dat ik vanmorgen al naar Courchevel ben geweest. Dat vind hij geen prettige klim, daar is zo veel verkeer. Ja, dat klopt! Ik heb het gevoel dat ik hier over een kwartier nog met hem sta te babbelen, maar ik wil verder, dus maak ik op een vriendelijke manier maar een einde aan deze ontmoeting. Nog snel een paar foto's maken en hup, naar beneden.
De hoge Alpentoppen van het Massif de la Vanoise, gezien vanuit de omgeving van Moranche:
Gelukkig kom ik zonder problemen terug in Montagny, waarna ik eigenlijk alleen maar verder ga dalen. Vlak voor Moûtiers wordt er nog steeds aan de D89 gewerkt en moet ik over een zojuist gefreesd weggedeelte. Dat is balen. De warm geworden teer plakt een de banden van de fiets en de steentjes vliegen mij tegen de benen. Het is maar een kort stukje, maar het geeft een boel troep en extra poetswerk, vooral aan de banden.
In Moûtiers waait het zoals gewoonlijk weer eens erg hard, dus goed opletten op de parallelroute naar Aigueblanche. En ook in Aigueblanche staat nog veel wind. Dat maakt allemaal niets meer uit, want ik heb een schitterende tocht achter de rug. Het zal alleen wel weer een hele klus worden om het allemaal netjes 'op papier' te zetten .
En hier is te zien waar ik de 84 km en 2579 hm bij elkaar heb gefietst!
(Verslag van donderdag 9 juli 2015)
Vandaag ga ik nog één keer over de drukke D915, de weg die van Moûtiers de bergwereld in gaat. De hitte is hier voor een paar dagen verdreven, dus hoef ik niet al om 07:00 uur op de fiets te zitten. Doch omdat ik verwachtte ook vandaag weer zeeën van tijd kwijt te zullen zijn aan het schieten van plaatjes en rondkijken, ben ik toch al net voor 07:30 vertrokken .
Op de D915 is het inderdaad al weer druk, druk, druk. Wat een verschil met afgelopen zondag, toen het er heerlijk 'rustig' fietsen was. Wat later in mijn tochtje zal ik zien waarom er hier relatief veel betonmixers, enorme kippers en diepladers rijden. Met 34x23 probeer ik het eerste deel van m'n traject zo vlot mogelijk af te leggen. Dat vergt op een helling van 6 à 7 procent nog wel wat extra energie, dus maar hopen dat ik daar voor vandaag genoeg van heb opgeslagen.
Maar goed, ik kom zonder in penibele situaties te zijn gemanoeuvreerd aan bij de rotonde waar je naar Courchevel af kunt slaan. In een soort parkeerhaven staat daar een kleine uitvoering van zo'n opblaasbare constructie van twee bogen die je ook wel in profwedstrijden ziet. Er is onder die bogen ook een heus mini startplatform. Het is het vertrekpunt van Cyclo'Courch, een wedstrijd waar je op 15 en 29 juli en aan deel kunt nemen. De finale is op 16 augustus. In 17,5 km klimmen overbrug je dan 1200 m hoogteverschil.
Mijn eigen klim begint al net voorbij Salins-les-Thermes en zal eindigen bij Restaurant Le Cap Horn op 2021 meter hoogte. Dat is dan 24,8 km klimmen, met een hoogteverschil van 1508 meter, maar geen westrijd !
Hier begint de 'officiële' klim naar Courchevel-Altiport:
Gelukkig is het in het begin van de klim op de D91a wat minder druk dan op de D915. Men kan hier vanwege de vele bochten tussen Le Grand Carrey en St-Bon-Tarentaise dan ook niet zo heel hard rijden. Bovendien is er even geen vrachtverkeer. Op de bornes staat hier steeds 8% gemiddeld per km, dus trap ik maar 34x26. Al snel kijk ik leuk uit op de overzijde van het dal en zie ik de gehuchtjes van Montagny heel fraai op de berghelling liggen. Als de benen het straks toelaten, wil ik daar vandaag ook nog heen...
Bij de borne die vermeldt dat er nog 15 km te gaan zijn, zie ik dat mijn Sigma Rox 10.0 exact dezelfde hoogte aangeeft die ook op het kilometerpaaltje staat: 1015 m.
De Montée de Courchevel:
De Sigma Rox 10.0 geeft hier ook 1015 m aan:
Ik ga de kilometers maar niet echt 'aftellen', want dan duurt zo'n klim wel erg lang. Maar 't is wel handig dat je telkens ziet wat je te wachten staat. Vooral als de percentages gaan zakken, geeft dat weer moed . Voorlopig krijg ik echter steeds 8% te zien.
Acht procent schijnt hier de 'standaard' te zijn:
Als je naar het hoogteverschil kijkt, was de laatste kilometer dus eigenlijk 'slechts' 7,5% gemiddeld. Maar ja, je ben hier in Frankrijk . Toch is hij niet echt zwaar tot nu toe, deze helling, maar het gaat nu ook weer niet 'vanzelf' en ik wil eigenlijk wat drinken. Dan moet ik wat meer 'lucht' zien te krijgen, anders wordt het zo'n 'gehijg'. Ook in Saint-Bon-Tarentaise blijft het 'steil'. Er is zelfs nog een korte passage van 9%. Bij Courchevel-Le Praz, ook bekend als Courchevel 1350, kent de klim een klein 'dipje'. Hier kan ik even rustig en zonder in 'ademnood' te komen flink drinken.
Na dit intermezzo volgt er een behoorlijk steil stuk met 9 en 10 procent stijging. Nu ik wat hoger rijd, zie ik aan de overkant ook het gehuchtje Moranche goed liggen. Het is een afgelegen bergdorpje, dat naar 't schijnt alleen 's zomers bewoond is. Op de IGN-kaart van de Franse site Géoportail staat de weg erheen als onverhard aangegeven. En op andere kaarten is niet echt duidelijk te zien wat voor een weg het is. Als ik straks nog naar Montagny ga, wil ik eens kijken of die weg te berijden is en dan proberen tot in Moranche te komen. Doch zover is het nu nog niet, ik moet eerst hier boven zien te komen.
Zodra ik in de 'zone' van de verschillende 'Courchevels' ben aangekomen, zie ik dat 'overal' driftig gebouwd en aan de infrastructuur gewerkt wordt. Daar gaat al dat bouwverkeer, wat ik op de D915 al gezien had, dus heen. Ja, 's winters kun je hier moeilijk gaan bouwen, dat is waar. Daarom is het hier nu 'bouw-spitsuur'.
Bij Courchevel 1550 is het ook weer even minder steil, dus grijp ik de bidon nog maar een keer. Vlak voor Courchevel 1650 (Moriond) wordt het met 8% wel even weer wat steiler, doch daarna vlakt de klim behoorlijk af en lees ik ook op de kilometerpaaltjes telkens 5% en 6%.
Van Courchevel 1650 naar Courchevel 1850 is het makkelijk klimmen. Ik fiets hier door een bosachtige omgeving en ben dus even 'verlost' van al die appartementencomplexen en toeristenwinkeltjes. Courchevel 1850 is de grootste van de 'familie' en hier heb ik de track van mijn Rox hard nodig, want in dit soort ski-oorden plaatsen de Franse kennelijk geen gewone wegwijzers meer, doch staat alles op kleine bordjes, die dan ook nog vaak verdrinken in de wirwar van verwijzingen naar allerlei 'wijken', hotels, skipistes enz. De weg verder naar boven staat slechts aangeduid als Route d'Altiport. Bovendien is er vaak éénrichtingsverkeer, is het toch behoorlijk druk, lopen er toeristen die natuurlijk weer net over moeten steken en wordt er ook hier en vooral hier, gebouwd. Oppassen dus voor de betonmixers en ander bouwverkeer.
Een impressie van Courchevel 1850:
Voor mij doemt het beruchte bord 'Route Barrée' op. Het zal toch niet zo zijn dat ik om de een of andere reden mijn klim niet af kan maken? En het vliegveld moet toch ook altijd over de weg bereikbaar zijn? Gelukkig is het loos alarm, want net voor het bord buigt de weg naar de altiport naar rechts . Na 29 km fietsen zie ik het verkeerstorentje van het vliegveldje al liggen en komt het einddoel echt in zicht! In en na Courchevel 1850 werd het toch weer een stuk steiler met 7 - 9 procent. En na de tunnel die onder de startbaan loopt en waar het wegdek gelukkig aanzienlijk beter van kwaliteit is, moet ik nog even een passage van 10 en 11 procent overbruggen om op de hoogte van de altiport te komen.
Daar, naast de verkeerstoren, is eigenlijk het einde van de klim. Ik passeer eerst het helikopterplatform, waar onder het produceren van een enorme stofwolk net een helikopter opstijgt. Er loopt vanaf de achterzijde van de grote hangaar bij het vliegtuigplatform nog een smal verhard weggetje verder naar boven, naar Restaurant Le Cap Horn. Dus fiets ik nog even door. 'Leuk' hoor, met 11%, ja zelfs 12 % is dat 300 meter lange klimmetje nog behoorlijk steil! Maar dan kijk je vanaf een plateautje wel leuk van bovenaf op het vliegveldje.
Het einde van de klim naar Courchevel-Altiport is naast de verkeerstoren:
Het altiport beschikt slechts over een erg korte start-/landingsbaan. De baan loopt aan het einde met een behoorlijk helling omhoog. Dat werkt bij een landing extra remmend voor de vliegtuigen. Je moet als piloot trouwens een speciale 'rating' voor dit veldje hebben, wil je er mogen landen of starten.
Nou, is dat even leuk, ik hoor het geluid van een 'stevige' vliegtuigmotor en zie de 'kist' daar nu ook aankomen. Recht op de baan af. Eens kijken hoe dat hier in z'n werk gaat. Zodra het toestel de baan raakt, wordt de vijfbladige 'prop' in negatieve spoed gezet en geeft de vlieger 'vol gas'. Met een hevig 'gebrul' wordt de
Pilatus PC-12, want die is zojuist geland, zo nog eens extra afgeremd. Een 'marshaller' staat al gereed om het vliegtuig zijn plaats op het platform te wijzen (linksonder op de foto).
Een in België geregistreerde Pilatus PC-12 is zojuist geland op Courchevel-Altiport:
Bij het platform van Courchevel-Altiport:
Hier boven is het wel erg mooi, want je kijkt zo ongeveer over 360 graden uit op de hoge Alpentoppen. Dus eet en drink ik op mijn gemak wat, schiet ik de nodige plaatjes en zie ik hoe een andere helikopter bij het opstijgen behendig om z'n eigen stofwolk vliegt. De skiliften op de Sommet de la Saulire lijken nu opeens ook veel minder hoog te liggen. Daarachter ligt dus Méribel. Ik moet echter nog 't een en ander 'doen' vandaag en daarom begin ik maar eens aan de afdaling. Dat wordt een koude bedoening, want ik heb mijn windjackje niet meegenomen. Ik dacht 't niet nodig te hebben en dat was dus een beetje dom . Met assistentie van de Rox zoek en vind ik de weg terug door Courchevel 1850. De rest van de afdaling wijst zichzelf. Ik ga nog wel regelmatig van de fiets voor het maken van foto's, want ik ben in één ruk vanuit Aigueblanche naar 2021 meter gefietst, dus zonder dat ik ergens moest stoppen of af diende te stappen.
Op de terugweg door Courchevel 1850:
(Zoek 't zadel van m'n fiets)
De 3,5 km van Le Carrey over de D915 naar Brides-les-Bains heb ik zo achter de rug, want het gaat immers in dalende lijn. Ik word nog wel ingehaald door een (Franse?) racefietser die werkelijk loeihard naar beneden scheurt. Met al het verkeer en het vaak slechte, hobbelige wegdek met scheuren en gaten, is mij dat te link. Op een appel na, heb ik al m'n proviand in St-Bon-Tarentaise en aan einde van de 'Courchevel-afdaling' opgemaakt. Ik ben dus klaar voor de volgende klim. Brides-les-Bains is 'gezellig druk', maar ik heb er geen last van. Wel mis ik de smalle weg het stadje uit, want deze loopt nagenoeg parallel aan de weg waarover je richting de D915 Brides verlaat. Maar ik zie het vrijwel meteen op het display van de GPS-computer, zodat ik mijn 'fout' corrigeer en op een helling van 9% naar de D89 klim. Hier, op de zuidhelling van de berg, is het inmiddels wel behoorlijk heet geworden. Bovendien kent de klim in de D89 ook weer stijgingspercentages die variëren van 7 - 9. 'Makkelijk' is anders .
Een blik op de D89, die je naar de hoogte van Montagny brengt:
Diep beneden mij zie ik de D915 lopen en op een erg open deel van de klim zie ik ook Brides-les-Bains in volle omvang in het dal liggen.
Zo zie je Brides-les-Bains vanaf de D89:
(De D915, die langs het stadje loopt, is ook goed te zien)
Na 6,5 km klimmen en 445 meter hoger, ben ik op de hoogte van Montagny-La Thuile aangekomen. Montagny-Chef-Lieu ligt minder dan 2 km verder en de weg erheen is nagenoeg vlak. In Montagny-Chef-Lieu moet ik het weggetje naar Moranche zien te vinden. Ik rijd het voorbij, zo onopvallend is het. Mijn Rox waarschuwt mij. Ik keer om en zie het nu liggen. Op een klein houten bordje staat dat je daar naar Moranche, N.D. des Neiges en de Mont Jovet kunt. Het wegdek van 't 'paadje' begint erg slecht, want er ligt veel gruis en het zit vol met grote gaten. Bovendien is het erg steil! Moet ik dit wel met de racefiets doen? Ik had mij voorgenomen, dat als het weggetje te slecht zou zijn, ik als alternatief bij La Thuile naar Feissons-sur-Salins zou klimmen. Dat ligt weliswaar minder hoog dan Moranche, maar wel aan een goed berijdbare weg.
Ik 'fiets' nog even door, in de hoop dat het wegdek beter wordt. Dat wordt 't ook, in die zin dat er geen gaten meer in de weg zitten. Maar er ligt wel enorm veel gruis en om de haverklap moet je zo'n diagonaal aangelegde afwateringsgeul 'nemen'. Dat zijn gevaarlijke punten. Het zijn in het wegdek aangebrachte stalen U-profielen. Een paar keer zijn er gewoon smalle gleuven uitgehakt, nog gevaarlijker. En het blijft steil: 10%, maar meestal 11%, tot zelfs 12% aan toe. Nergens een rustpunt. En het is wel een dikke 3,5 km naar Moranche. Zal ik het dan na 2 km, bij de afslag naar het kapelletje N.D. des Neiges, maar voor gezien houden? Dan heb ik 1260 m bereikt en in elk geval tot een 'bepaald punt' gefietst. Maar het wegdek wordt niet slechter, dus ga ik toch nog even door. Minder steil wordt het trouwens ook niet. Een eindje verderop moet ik ook nog enige tientallen meters met los gravel overbruggen en daar kan ik al helemaal niet op de pedalen gaan staan, dan slip ik zo weg. Moet ik nog vertellen dat ik hier 34x29 trap? Een lichter verzet heb ik trouwens niet.
Er staat een bestelauto langs de kant van de weg en een paar mensen staan wat te babbelen. Zo te zien zijn het lokale bewoners die daar aan het maaien zijn geweest. Ik word gegroet (maar niet aangemoedigd ). Er wonen hier kennelijk toch nog levende wezens. Veel gelegenheid om van de omgeving te genieten heb ik niet. Dat zal ik, zoals later blijkt, boven ruimschoots goed kunnen maken. Eindelijk, eindelijk zie ik iets wat op een gehuchtje begint te lijken. Nog even volhouden dus!
Het bergdorpje (gehuchtje) Moranche komt eindelijk in zicht:
Er volgt een passage in de schaduw van een bosje. In een bocht staat een auto, kennelijk van wandelaars. Rechts van de weg hangt een bord met de bij mij inmiddels bekende tekstst 'Gravillonnage dans la commune'. Gelukkig valt het hier mee met de steentjes. Na deze bocht ligt het oord dan eindelijk voor mij !
Moranche! - ik ben er bijna:
Nog even een laatste steil stukje en ik ben in Moranche. Ik heb het dus toch gehaald ! Maar de weg gaat nog verder. Ik ben hier toch wel in Moranche? Een naambordje heb ik niet gezien, dus begin ik te twijfelen. Er lag onderweg hierheen niet toch nog een dorpje? Op de kaarten heb ik daar in elk geval niets van gezien. Toch nog maar even doorfietsen. Het gehuchtje ben ik inmiddels al weer uit en enige tientallen meters voor mij draait de steile weg naar links. Verdorie, ik dacht dat ik er al was! Na de bocht naar links zie ik tot mijn grote opluchting dat de weg daar meteen en zonder pardon overgaat in een steil, onverhard en vol met grote keien bezaaid pad. Nu even tegenwoordigheid van geest bewaren en snel en op het juiste moment uit de pedalen zien te klikken, want voor je 't in de gaten heb lig je in dit soort situaties 'op je plaat'. Het gaat goed, ik keer om en ga in het gehuchtje volop genieten van de schitterende panorama's.
'Zijstraat' In Moranche:
Aan de overzijde van het dal liggen Courchevel en La Tania, met daarboven de besneeuwde toppen van de hoge Alpenreuzen. Schitterend! Het authentieke gehuchtje zelf is ook wel een aantal foto's waard en dus loonde het zeker de moeite om hierheen te 'fietsen' .
Vanuit Moranche kijk je onder andere uit op Courchevel en omgeving:
Tegen de afdaling zie ik nog wel een beetje op. Je kunt hier met al dat gruis en die afwateringsgleuven natuurlijk niet op een normale wijze dalen, dus dat wordt goed opletten en ook veel 'pompend' remmen bij de gevaarlijke punten. De fiets wil wel naar beneden op zo'n steile weg. Als ik Moranche net achter mij gelaten heb, wil ik bij een boom, die als entourage voor een paar foto's zal moeten dienen, even stoppen. Ik bots bijna op een op een MTB-er die aan de verkeerde kant van de weg omhoog komt. Maar 't gaat nog net goed.
'U bent er bijna', roep ik in 't Frans tegen de fietser. Hij stopt en vraagt wat ik riep. Ik herhaal 't. Oh, maar ik ga nog veel verder, zegt hij. Het blijkt een vriendelijke en praatgrage Fransman te zijn, die hier in het dal woont. Hij maakt een rondje en wil helemaal via de Mont Jovet fietsen, wat ook omhoog nog een heel eind is. Hij geeft mij wat tips voor nog een paar van dit soort rustige weggetjes, doch ik zeg hem dat ik die met de racefiets eigenlijk liever niet doe. Ik vertel hem ook nog dat ik vanmorgen al naar Courchevel ben geweest. Dat vind hij geen prettige klim, daar is zo veel verkeer. Ja, dat klopt! Ik heb het gevoel dat ik hier over een kwartier nog met hem sta te babbelen, maar ik wil verder, dus maak ik op een vriendelijke manier maar een einde aan deze ontmoeting. Nog snel een paar foto's maken en hup, naar beneden.
De hoge Alpentoppen van het Massif de la Vanoise, gezien vanuit de omgeving van Moranche:
Gelukkig kom ik zonder problemen terug in Montagny, waarna ik eigenlijk alleen maar verder ga dalen. Vlak voor Moûtiers wordt er nog steeds aan de D89 gewerkt en moet ik over een zojuist gefreesd weggedeelte. Dat is balen. De warm geworden teer plakt een de banden van de fiets en de steentjes vliegen mij tegen de benen. Het is maar een kort stukje, maar het geeft een boel troep en extra poetswerk, vooral aan de banden.
In Moûtiers waait het zoals gewoonlijk weer eens erg hard, dus goed opletten op de parallelroute naar Aigueblanche. En ook in Aigueblanche staat nog veel wind. Dat maakt allemaal niets meer uit, want ik heb een schitterende tocht achter de rug. Het zal alleen wel weer een hele klus worden om het allemaal netjes 'op papier' te zetten .
En hier is te zien waar ik de 84 km en 2579 hm bij elkaar heb gefietst!
60 x Ventoux
Mooi verslag weer. Courchevel Airport is een behoorlijk vreemd gebeuren. Als vliegtuigjes daar opstijgen vallen ze eerst een paar meter het dal in, om vervolgens op te stijgen. Heel maf om te zien.