Ook even een bocht tot bocht...
Piep piep piep. 05:00. De wekker. Na een heerlijke anderhalf uur slaap - deze ADHD-er lag weer eens een hele nacht stijf van de adrenaline - is het tijd om op te staan. Er 'moet' nu binnen 'n kwartier drie harde broodjes, en een onnoemelijk bord muesli naar binnen gewerkt worden. Die broodjes gaan nog wel maar de muesli en het kleine beetje yoghurt waarmee het vergezeld gaat is zo gortdroog dat ik de komende drie maanden niet meer kan fluiten. Verder niks dan lof voor ons hotel (hotel Chalet du Lac in Iseltwald) en het personeel die zo aardig waren om voor deze drie malloten - reisgenoten Havana, Csteenbe en ondergetekende) een ontbijtje mét verse koffie te fixen om 5 uur in de morgen. Na het ontbijt snel even onder de koude emmer en jawel... 'n fijne sessie downloaden. Ondertussen hangen de hekwerken al op de auto en Havana en Csteenbe zitten al ongeduldig op me te wachten.
Rond de klok van half zeven parkeren we de auto net buiten Meiringen en bollen op ons gemakje richting start. We besluiten in het vak met de te verwachte gemiddeld te rijden snelheid van 'n whopping 16 per uur te gaan staan. Tjsa; dan halen we te minste nog wat volk in op de eerste pukkel van de dag. Eenmaal tussen het volk gestationeerd kijkt Havana alsof er iemand net een duim in z'n reet heeft gestoken. Hij duwt z'n fiets in mijn handen en zegt "ik mot kakke; en veel". Na een minuutje of zeven komt ie met een grijns van oor tot oor terug. "Zo; even een zakje tuinaarde bij die lieve mensen in de achtertuin achtergelaten." Tsja; dat krijg je als je vier of vijf Dixie's hebt op 2500 koppen.
06:45. We rijden. Door de drukte gaat het in de smalle straatjes van Meiringen allemaal niet zo rap. Wel zijn we Havana al na kilometer twee kwijt. Die is al 100 plekken opgeschoten en heeft er blijkbaar zin in vandaag. Ik daarentegen niet! Of in ieders geval mijn lijf niet. Na een hele drukke maand (verbouwing, koters, werk) en een dikke week echt griep in combinatie met anderhalf uur slaap merk ik in de eerste hellende kilometers van de rit dat er geen kracht in de poten zit vandaag. Ik besluit voor de rest van de dag om m'n fiets aan het elastiek bij Csteenb te hangen. Jammer; ik heb het nog niet bedacht en hup... als een volwaardig kikker in z'n fel groene shirtje springt ie net weg. Ik probeer nog bij te blijven maar m'n hartslag gaat te keer als 'n malle en ik voel me slecht. Ik bedenk me dat de Grimselpas een kilometer of 30 is en dat ik er dus verstandig aan doe om m'n eigen race te rijden vandaag. Aan alle kanten word ik in middels voorbij gereden. Ja; ook door mensen die wij doorgaans voor pannenkoek verslijten. Op driekwart van de klim krijgen we wat wind tegen en m'n snelheid - zou beter langzaamheid mogen heten - zakt naar nog geen 8 in het uur bij 'n hartslag van 160. Man man. Na een dikke twee uur ben ik eindelijk boven en ik heb meteen geluk. Al het water op! Achter het afgifteloket staat alleen nog een klein jochie met een klein geel kudt gietertje en hij pist in z'n broek van angst bij de aanblik van honderden dorstige mannen in strakke spandexpakjes. Wat een organisatorische misser dit. Na 20 minuten wachten heb ik eindelijk 'n bidon water en 'n bidon sportdrank. Ook heb ik m'n snavel volgespoten met gelletjes -da's wel heel goed geregeld- en kan weer op pad. Ik heb me voorgenomen volle bak de afdaling in te duiken om de verloren tijd goed te maken. Ook hier tref ik het weer. Ik zit achter een Fiat Multipla met 'n set bejaarden. Pas bij de splitsing naar de korte afstand kan ik erlangs. Ik overweeg nog één milliseconde of ik de Zilver-tour zal rijden. Maar nee. Ik kwam hier voor de steentjes van de Gotthard. Gold it is! 'K ben toch geen wijf zeker! (sorry meisjes
)
Het resterende deel van de afdaling gaat voorspoedig. Als een baksteen duik ik richting de volgende opgave van vandaag. De Nufenenpas. Steil en 'maar' 13 kilometer. Voordat we de klim op kunnen eerst nog 12 minuten wachten op een vertrekkende trein die niet vertrekt. De spoorbomen zijn nog niet open en de eerste debielen duiken er al onder door. Ik ga liever gewoon dood en wacht nog netjes tot de lichten wel gedoofd zijn. Ik begin wat later aan de klim dan de meeste mensen waarmee ik net nog bij de overgang stond te wachten maar als bij een godswonder loop ik al snel op ze in en m'n hartslag blijft mooi laag. Kijk; dit begint er weer op te lijken. Ik mis nog steeds de kracht in m'n benen maar het loopt tenminste weer. De Nufenen is qua landschap wel echt schitterend. Ik fiets hier door een heuse Zwitserse postkaart inclusief marmotten, besneeuwde toppen en gletsjers. Het is steil en als liefhebber van verticaal asfalt voel ik me als een vis in het water. Ik kom goed boven en voel me toch wel weer redelijk fris. Ik grabbel wat rommel bij elkaar en vul de flesjes weer en zet de afdaling in. Dat blijkt er eentje te zijn die me op het lijf geschreven is. Lange bochten en stukken waar je hoge snelheden kunt halen. Met de ijdele hoop Havana en Csteenb bij de volgende bevoorrading te treffen jakker ik - wel verantwoord natuurlijk - naar beneden. Ik raap het en der wat volk op die vervolgens allemaal in m'n hol proberen te kruipen. Voor de meeste gaat het kennelijk te hard want onderin blijkt het gros er af gewapperd te zijn. De bevoorrading laat ik voor wat het is en rij vrij vlot de Gotthard op. Deze pas ken ik alleen van wintersport en wilde hier altijd al graag eens naar boven fietsen. Ik verheug me in het begin al op de laatste 6 kilometer van de klim. Hier liggen de befaamde kinderkopjes. Na het eerste strookje met steentjes stap ik even af om 'n barretje lucht uit de bandjes te laten lopen. De klim loopt lekker. Ik lijk wel 'n soort hernieuwde energie te hebben gevonden en al snel begin ik aan - de met kasseitjes belegde - haarspelden. Wat 'n prachtige klim. Ik geniet van de vergezichten en schakel vrolijk nog 'n tandje bij. Na 'n klein uurtje klimmen sta ik al weer boven en duik gelijk de volgende afdaling in. Met 'n vaartje van rond de 90 per uur ben ik vlot bij de volgende bevoorrading.
Ook bij dit station is er weer te weinig water voor te veel mensen, de cola is er lekker warm en de broodjes zijn zo hard dat m'n tandarts verbiedt er eentje te nemen. Dan maar een hand vol gelletjes en op naar de laatste klim van de dag. Voor dat we die kunnen oprijden is er eerst nog een andere hindernis te nemen. Twee maal 'Baustelle' waar het lang wachten is. Ik sta bij het stoplicht achter 'n Italiaan die van deze gelegenheid gebruik maakt om z'n zakken te legen. Nadat hij drie lege gelletjes, vijf propjes alu-folie en een bananenschil op straat heeft gemikt, tik ik 'm net iets te hard achterop z'n helm en roep in het plat Brabants. "Hey kudt; zal ik het bij jou in je tuin flikkeren?!" Agressief draait hij zich om maar z'n maatje maant 'm zijn rommel op te rapen en mee te nemen. Man wat haat ik die lui die alles maar in de berm mikken.
Ik begin aan de Sustenpas. Ik heb veel over de klim gelezen en altijd begrepen dat dit geen makkie is. Zeker als je al bijna 4000 hoogtemeters in de benen hebt. Nou; ik kan er kort over zijn. Hel! 17 kilometer diep rode hel. Na kilometer drie ofzo kom ik uit de tunnel en kom in de bakoven die de Sustenpas heet. Je ziet de resterende 13 of 14 kilometer al voor je liggen en er is nergens schaduw. Links en rechts van me zit er volk in de berm om op adem te komen. Halverwege hangen mensen kotsend in over tuinhekjes. Het is vandaag met 'n graadje of 28 en vol in de zon een waar slagveld. Ik besluit met nog 10 kilometer te klimmen m'n Garmin op zwart te zetten en m'n blik op oneindig. Mijn lijf vraagt om stoppen, mijn hoofd zegt doorstampen. Dat laatste is wat ik doe. In de galerijtunneltjes minder ik wat vaart om even op adem te komen. Hier staan mensen als kauwgom tegen de muren geplakt op zoek naar spaarzame stukjes schaduw. Ik trap dus door en voor ik het weet bereik ik de laatste bochten. Nog twee kilometer tot de top. Met het laatste restje energie zet ik aan om snel bij de bevoorrading te zijn. De top is in zicht en de kramp zit tot achter m'n oren. Voor de verandering hebben ze ook hier weer lekkere warme cola. Goed eerlijk is eerlijk. Energiedrank is er voldoende te krijgen. Ik prop nog wat schijfjes sinaasappel in de giegel en stap weer op de fiets.
30 kilometer naar de finish zegt 'n bordje. Ik denk "mooi over een half uur zit ik aan het bier" Samen met een Deutsche kömpel zetten we achter een groepje motormuizen de afdaling in. Het gaat hard. Echt hard; en dat zeg ik niet snel... Halverwege de afdaling worden we ons even herinnert aan het gevaar van heel hard willen afdalen. Mij nieuwe Duitse vriend zit in de slipstream bij een van de Aprilia jongens en remt in 'n haarspeld veel en veel te laat. Hij schiet rechtdoor en mits op een haar na 'n fruitstalletje. Ik dacht echt even dat ie appelmoes zou worden. Ik besluit even op 'm te wachten en dalen samen verder af. We kunnen nog smakelijk lachen om het voorval maar beseffen dat dit ook een hele andere afloop had kunnen hebben. Onderin wacht ons nog een klein hupje van 90 hoogtemeters. Ik moet m'n Duitse vrind laten gaan en haak aan bij een paar gezellige Brabantse jongens. Daar waar ik klaag over de hitte van vandaag zegt hij dat dit nog altijd beter is dan de regen en sneeuw tijdens de vorige editie. Tsja da's natuurlijk waar. Als we boven zijn zeg ik tabee en de mazzel want ruik het bier al. Met de finish in beeld bedenk ik me een fantastische dag te hebben gehad in een geweldig decor. Dat de prestatie minder is dan vooraf gehoopt... jammer dan. Met gemiddeld zo'n 20 in het uur; nog steeds okay. Bij de finish hoor ik twee keer mij naam. De eerste uit de speaker, de tweede maal van Havana en Csteenbe. Jorg. Bier! Yo... Doe maar 'n emmer en 'n cola!
We drinken bij de finish finish nog een paar pinten. Kletsen nog wat over het mooie materiaal wat voor ons over de finish rolt. Onder 'materiaal' verstaan we elkaar vrij goed. Mooie Bianchi hier, fijne dame daar... We zijn immers toch mannen hè
Na 'n uurtje pakken we onze spullen en rijden weer terug naar het hotel. Bij aankomst in het hotel zegt Csteenbe dat ie meteen gaat douchen en op z'n gemakje 'boodschappen' gaat doen. Ik pak een paar handdoeken en samen met Havana duiken we het ijskoude bergmeer in dat voor ons hotel ligt. Door de temperatuur van het water van 17 graden verander ik spontaan in 'n meisje maar na even doorbikkelen is het heerlijk. Wat een traktatie na zo'n pittige rit. Als afsluiter van een paar mooie dagen drinken we nog 'n paar pullen en eten een flinke Wienerschnitzel. Het zit erop. Mooi geweest. Morgen naar huis.
Conclusie:
+ prachtig gebied en route
+ goed reisgezelschap
+ gelletjes en energierepen van organisatie
+ hotel is 'n aanrader
+ het weer
- te weinig water en sportdrank tijdens cyclo
- veel verkeer op parcours
- beperkt vocabulair reisgenoten (poepen, neuken, fietsen)