Want de andere doen maar voor 90% hun best?
Wat moet Dumoulin nu met een ploeg die enkel voor hem rijdt? Ik zie het probleem echt niet dat Degenkolb ook nog wat sprintjes wilt rijden. Als Warren Barguil er bij was geweest dan had hij daar al niet alleen gezeten.
Vuelta 2015
- amclassic-fan
- Forum-lid HC
- Berichten: 24317
- Lid geworden op: 23 jun 2004 17:56
- Locatie: Leende
Zal niet een ploeg zijn die enkel voor hem rijdt. Degenkolb en/of Kittel zullen ook gewoon de Grote Rondes blijven rijden, maar meer balans tussen sprint en klassement in ploeg zal wel noodzakelijk zijn voor Dumoulin en Barguil.amclassic-fan schreef:Want de andere doen maar voor 90% hun best?
Wat moet Dumoulin nu met een ploeg die enkel voor hem rijdt? Ik zie het probleem echt niet dat Degenkolb ook nog wat sprintjes wilt rijden. Als Warren Barguil er bij was geweest dan had hij daar al niet alleen gezeten.
Interessant artikel: http://www.linkedin.com/pulse/de-euro-w ... y-nelissen
Eigenlijk hoop ik niet dat Dumoulin nu 100% voor de grote rondes gaat. Liever zich richten op de klassiekers, zorgen dat hij top tijdrijder blijft en dan over een jaar of drie voor de rondes gaan. Gaat op de lange termijn meer opleveren denk ik.
(Moet er trouwens niet een apart dumoulin topic afgesplitst worden nu?)
(Moet er trouwens niet een apart dumoulin topic afgesplitst worden nu?)
"Niet-wielrenners. De leegheid van die levens schokt me." T.Krabbé
baanfiets kopen?
baanfiets kopen?
-
- Forum-lid
- Berichten: 1437
- Lid geworden op: 26 jan 2015 19:14
Uiteindelijk werd Tom Dumoulin 6e ; vergelijkbaar met de uitslagen van Mollema , Kruijswijk ,Gesink en Kelderman in grote rondes de laatste jaren maar met het grote verschil dat die Rabo , Belkin cq. LottoJumbo renners i.t.t. Dumoulin dat heel kleurloos deden.Karl66 schreef:Natuurlijk maakt die trui en de kans om te winnen al het verschil. Maar uiteindelijk is hij wel op waarde geklopt. Als je bergop niet kan volgen, heb je niet zoveel aan treintje. Hij was gewoon leeg en als er dan een aanval komt, dan houdt het gewoon op.
Data Tom Dumoulin.
http://www.cyclingnews.com/news/dumouli ... ower-data/
http://www.cyclingnews.com/news/dumouli ... ower-data/
Sensa GF White edition.
Canyon cf sl8.
Canyon cf sl8.
Bijna won Tom Dumoulin de Vuelta. Drie weken lang koerste hij om te winnen, maar in het zicht van Madrid ging hij ten onder. Dit is de analyse van zijn Ronde, aan de hand van de cijfers van zijn vermogensmeter.
En toen was het ineens op. Het ene moment zweefde hij op een rode wolk, het volgende moment lag hij op zijn rug tussen de gruzels van een gebroken droom. Tom Dumoulin vlóóg in de Ronde van Spanje - tot de één-na-laatste dag. Maar wat gebeurde er nu in die laatste etappes? Kreeg hij een klap van de man met de hamer? Sloeg de vermoeidheid bij hem toe? Of reden zijn concurrenten ineens harder?
Je kunt de Vuelta van Dumoulin op honderd manieren analyseren. Maar als je het wielrennen ontdoet van alle franje en tactische spelletjes, blijft slechts de basis over: hard trappen. En hóe hard renners trappen, kun je bijhouden: bijna het gehele peloton rijdt rond met een vermogensmeter. Dumoulin ook: op zijn stuur zit een kastje van Pioneer. Daarin is elke trap van hem geregistreerd. En die data worden door hem openbaar gemaakt in dit stuk.
'Waarom niet?'
Dat is best uniek. Op uitzonderingen na, zoals Steven Kruijswijk na de Giro, zijn er geen klassementsrenners die hun gegevens publiceren. Uit angst dat de concurrentie er iets uithaalt, of omdat ze bang zijn dat cijfers als abnormaal worden bestempeld. Dumoulin: ,,Ik zou geen goede reden weten om mijn koersdata niet te delen. Alleen de gegevens van mijn tijdrit maak ik liever niet openbaar. Daaruit kunnen anderen dingen aflezen over mijn aerodynamica. De rest mag iedereen weten."
Zijn trainer Adriaan Helmantel zegt: ,,Wij kunnen Toms ontwikkeling verklaren met de cijfers die we hebben, die delen we graag met anderen. Dat hij zou meedoen om de eindzege in de Vuelta hadden we niet direct verwacht, maar het is niet vreemd dat het gebeurde. In de winter hebben we ons de vraag gesteld wanneer Tom een grote ronde zou kunnen winnen. Zijn vermogensgegevens lieten zien dat dat erin zat. Hij trapte eerder bij trainingen en tijdritten waardes die hij in de wedstrijden niet haalde. In de afgelopen Vuelta lukte het wél om na een paar uur koers zijn waardes te halen.''
Twee delen
De Vuelta van Dumoulin is op te delen in twee delen: in de eerste helft koerste hij vrijuit en zonder de verwachting dat hij mee zou doen voor de eindzege. In de tweede helft werd hij langzaam maar zeker een van de favorieten om de Vuelta te winnen.
Al in de tweede rit liet hij zien dat hij met de beste klimmers mee omhoog kon: de 460 watts die hij achtenhalve minuut lang wegtrapte, brachten hem naar de tweede plaats in de rit. Dumoulin: ,,Ik wilde laten zien dat ik niet stil had gezeten na de Tour, ik was enorm gemotiveerd." Helmantel: ,,Van nature ligt Toms kwaliteit bij het kortere werk: dit soort klimmen zijn ideaal voor hem."
Dat blijkt. In de eerste week houdt Dumoulin stand in de top op de korte venijnige klimmetjes, maar ook op de wat langere klim van La Alpujarra, waar Bert-Jan Lindeman de rit wint. Daags nadien eindigt men op de Cumbre del Sol, een muur van zo'n vier kilometer. Dumoulin valt aan en wordt teruggepakt door Chris Froome, maar hij herpakt zich en wint de rit.
De vermogensmeter geeft 460 watt aan voor elf minuten. Helmantel: ,,Ontzettend hoog, maar het zit nog onder het record van zijn trainingen. Vooral bijzonder is dat hij het kan na vier uur koers." Dumoulin: ,,Hier verbaasde ik mezelf. Ik voelde me nog sterker dan in de eerste dagen van de Vuelta."
Rit 11, de koninginnenetappe naar Andorra, is het kantelpunt van zijn Vuelta. Als hij standhoudt, staat de rest van de Vuelta in het teken van de strijd om het podium. Breekt hij, dan focust hij zich op etappe-winst en het WK. Maar na zes cols rijdt hij nog steeds vooraan. Op de slotklim haalt hij 'slechts' 363 watt, maar het is genoeg. Dumoulin: ,Het ging helemaal niet zo geweldig. Mijn waardes waren slecht. Dat had natuurlijk met de zwaarte van de rit te maken, maar als je me van tevoren had gezegd dat ik nog maar 363 watt zou trappen, had ik gezegd dat ik er dik afgereden zou worden. Maar blijkbaar voelde de rest zich ook slecht."
Na die dag in Andorra is Dumoulin ineens ronderenner. In het voorlaatste weekeinde staat er een drieluik vol bergen gepland waarin zijn positie onder vuur komt, maar hij verliest nauwelijks tijd. Zowel op de Alto de Sotres als op de Ermita de Alba haalt hij ruim 400 watt. Vooral zijn prestatie op de Ermita de Alba valt op, 424 watt over 25 minuten: 6,1 watt per kilo lichaamsgewicht, en dat terwijl hij de twee bergen daarvóór ook bijna 6 watt per kilo haalde. Ter vergelijking: in de Tour-etappe waarin Chris Froome de concurrentie op een hoopje reed, trapte hij ongeveer 6,2 per kilo - over veertig minuten, dat wel. Dumoulin: „Op deze dag reed ik echt heel hard." Helmantel: „Tom heeft in de Vuelta nergens een record gehaald, qua vermogen. Maar dat hij drie bergen achter elkaar zulke hoge waardes rijdt, dat is een enorme stap vooruit in zijn ontwikkeling. Dat wil overigens niet zeggen dat hij de komende jaren zomaar mee gaat doen om het podium in de Tour. De Vuelta is de Tour niet. Daar komt veel meer bij kijken, qua niveau, qua druk en qua aandacht. Tom is jong en waar zijn grenzen liggen weten we niet. Zelfs in de tijdrit is hij niet uitontwikkeld."
Leiderstrui
Twee dagen later wint Dumoulin de tijdrit in Burgos en pakt hij de leiderstrui. Gek genoeg omschrijft Helmantel de tijdrit qua vermogenswaardes als 'niet eens heel bijzonder': „We hadden hem op 20 watt méér geschat." Ook Dumoulin vindt dat verrassend: „Voor mijn gevoel was de tijdrit best goed." Maar erna voelt hij het onheil naderen. „Ik was naar de kloten, kreeg kwaaltjes. De twee dagen daarna overleefde ik op wilskracht. Maar ik moest over de limiet." De rekening krijgt hij gepresenteerd op de voorlaatste dag. Dumoulin: „Ik had een slechte nacht, maar gek genoeg voelde ik me 's morgens nog best fris. Ik voelde niet aankomen dat ik zou ontploffen. Dat gebeurde wel. En toen ik ontplofte, ontplofte ik ook echt hard." Dat zie je terug in de cijfers: op de twee laatste bergen van de Vuelta haalt Dumoulin niet het niveau van de weken daarvoor. Hij moet diep in de reserves gaan om nog 411 watt te rijden op het moment dat Fabio Aru aanvalt. Maar op de berg erna is de koek op: een halfuur lang trapt hij 363 watt. Dat is 5,2 watt per kilo, bijna één watt minder dan vijf dagen eerder op de Ermita de Alba. Volgens Dumoulin was er geen hongerklop, geen mentale inzinking en ook zijn concurrenten reden niet harder dan ervoor. „Het was heel simpel: ik was op." Op. Volkomen logisch na drie weken koers. Maar één dag te vroeg om de Vuelta te winnen.
Thijs Zonneveld
19-9-2015
En toen was het ineens op. Het ene moment zweefde hij op een rode wolk, het volgende moment lag hij op zijn rug tussen de gruzels van een gebroken droom. Tom Dumoulin vlóóg in de Ronde van Spanje - tot de één-na-laatste dag. Maar wat gebeurde er nu in die laatste etappes? Kreeg hij een klap van de man met de hamer? Sloeg de vermoeidheid bij hem toe? Of reden zijn concurrenten ineens harder?
Je kunt de Vuelta van Dumoulin op honderd manieren analyseren. Maar als je het wielrennen ontdoet van alle franje en tactische spelletjes, blijft slechts de basis over: hard trappen. En hóe hard renners trappen, kun je bijhouden: bijna het gehele peloton rijdt rond met een vermogensmeter. Dumoulin ook: op zijn stuur zit een kastje van Pioneer. Daarin is elke trap van hem geregistreerd. En die data worden door hem openbaar gemaakt in dit stuk.
'Waarom niet?'
Dat is best uniek. Op uitzonderingen na, zoals Steven Kruijswijk na de Giro, zijn er geen klassementsrenners die hun gegevens publiceren. Uit angst dat de concurrentie er iets uithaalt, of omdat ze bang zijn dat cijfers als abnormaal worden bestempeld. Dumoulin: ,,Ik zou geen goede reden weten om mijn koersdata niet te delen. Alleen de gegevens van mijn tijdrit maak ik liever niet openbaar. Daaruit kunnen anderen dingen aflezen over mijn aerodynamica. De rest mag iedereen weten."
Zijn trainer Adriaan Helmantel zegt: ,,Wij kunnen Toms ontwikkeling verklaren met de cijfers die we hebben, die delen we graag met anderen. Dat hij zou meedoen om de eindzege in de Vuelta hadden we niet direct verwacht, maar het is niet vreemd dat het gebeurde. In de winter hebben we ons de vraag gesteld wanneer Tom een grote ronde zou kunnen winnen. Zijn vermogensgegevens lieten zien dat dat erin zat. Hij trapte eerder bij trainingen en tijdritten waardes die hij in de wedstrijden niet haalde. In de afgelopen Vuelta lukte het wél om na een paar uur koers zijn waardes te halen.''
Twee delen
De Vuelta van Dumoulin is op te delen in twee delen: in de eerste helft koerste hij vrijuit en zonder de verwachting dat hij mee zou doen voor de eindzege. In de tweede helft werd hij langzaam maar zeker een van de favorieten om de Vuelta te winnen.
Al in de tweede rit liet hij zien dat hij met de beste klimmers mee omhoog kon: de 460 watts die hij achtenhalve minuut lang wegtrapte, brachten hem naar de tweede plaats in de rit. Dumoulin: ,,Ik wilde laten zien dat ik niet stil had gezeten na de Tour, ik was enorm gemotiveerd." Helmantel: ,,Van nature ligt Toms kwaliteit bij het kortere werk: dit soort klimmen zijn ideaal voor hem."
Dat blijkt. In de eerste week houdt Dumoulin stand in de top op de korte venijnige klimmetjes, maar ook op de wat langere klim van La Alpujarra, waar Bert-Jan Lindeman de rit wint. Daags nadien eindigt men op de Cumbre del Sol, een muur van zo'n vier kilometer. Dumoulin valt aan en wordt teruggepakt door Chris Froome, maar hij herpakt zich en wint de rit.
De vermogensmeter geeft 460 watt aan voor elf minuten. Helmantel: ,,Ontzettend hoog, maar het zit nog onder het record van zijn trainingen. Vooral bijzonder is dat hij het kan na vier uur koers." Dumoulin: ,,Hier verbaasde ik mezelf. Ik voelde me nog sterker dan in de eerste dagen van de Vuelta."
Rit 11, de koninginnenetappe naar Andorra, is het kantelpunt van zijn Vuelta. Als hij standhoudt, staat de rest van de Vuelta in het teken van de strijd om het podium. Breekt hij, dan focust hij zich op etappe-winst en het WK. Maar na zes cols rijdt hij nog steeds vooraan. Op de slotklim haalt hij 'slechts' 363 watt, maar het is genoeg. Dumoulin: ,Het ging helemaal niet zo geweldig. Mijn waardes waren slecht. Dat had natuurlijk met de zwaarte van de rit te maken, maar als je me van tevoren had gezegd dat ik nog maar 363 watt zou trappen, had ik gezegd dat ik er dik afgereden zou worden. Maar blijkbaar voelde de rest zich ook slecht."
Na die dag in Andorra is Dumoulin ineens ronderenner. In het voorlaatste weekeinde staat er een drieluik vol bergen gepland waarin zijn positie onder vuur komt, maar hij verliest nauwelijks tijd. Zowel op de Alto de Sotres als op de Ermita de Alba haalt hij ruim 400 watt. Vooral zijn prestatie op de Ermita de Alba valt op, 424 watt over 25 minuten: 6,1 watt per kilo lichaamsgewicht, en dat terwijl hij de twee bergen daarvóór ook bijna 6 watt per kilo haalde. Ter vergelijking: in de Tour-etappe waarin Chris Froome de concurrentie op een hoopje reed, trapte hij ongeveer 6,2 per kilo - over veertig minuten, dat wel. Dumoulin: „Op deze dag reed ik echt heel hard." Helmantel: „Tom heeft in de Vuelta nergens een record gehaald, qua vermogen. Maar dat hij drie bergen achter elkaar zulke hoge waardes rijdt, dat is een enorme stap vooruit in zijn ontwikkeling. Dat wil overigens niet zeggen dat hij de komende jaren zomaar mee gaat doen om het podium in de Tour. De Vuelta is de Tour niet. Daar komt veel meer bij kijken, qua niveau, qua druk en qua aandacht. Tom is jong en waar zijn grenzen liggen weten we niet. Zelfs in de tijdrit is hij niet uitontwikkeld."
Leiderstrui
Twee dagen later wint Dumoulin de tijdrit in Burgos en pakt hij de leiderstrui. Gek genoeg omschrijft Helmantel de tijdrit qua vermogenswaardes als 'niet eens heel bijzonder': „We hadden hem op 20 watt méér geschat." Ook Dumoulin vindt dat verrassend: „Voor mijn gevoel was de tijdrit best goed." Maar erna voelt hij het onheil naderen. „Ik was naar de kloten, kreeg kwaaltjes. De twee dagen daarna overleefde ik op wilskracht. Maar ik moest over de limiet." De rekening krijgt hij gepresenteerd op de voorlaatste dag. Dumoulin: „Ik had een slechte nacht, maar gek genoeg voelde ik me 's morgens nog best fris. Ik voelde niet aankomen dat ik zou ontploffen. Dat gebeurde wel. En toen ik ontplofte, ontplofte ik ook echt hard." Dat zie je terug in de cijfers: op de twee laatste bergen van de Vuelta haalt Dumoulin niet het niveau van de weken daarvoor. Hij moet diep in de reserves gaan om nog 411 watt te rijden op het moment dat Fabio Aru aanvalt. Maar op de berg erna is de koek op: een halfuur lang trapt hij 363 watt. Dat is 5,2 watt per kilo, bijna één watt minder dan vijf dagen eerder op de Ermita de Alba. Volgens Dumoulin was er geen hongerklop, geen mentale inzinking en ook zijn concurrenten reden niet harder dan ervoor. „Het was heel simpel: ik was op." Op. Volkomen logisch na drie weken koers. Maar één dag te vroeg om de Vuelta te winnen.
Thijs Zonneveld
19-9-2015