Fietstochten van "Le Grimpeur"
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Ritje rondom het Montagne de Regagnas
Gisteren heb ik slechts een korte rit gemaakt, daarom deze keer ook maar een 'kort' verslag . Na enige twijfel i.v.m. de wat onzekere weersverwachting, heb ik gistermorgen toch maar de racefiets gepakt. Het eerste deel van mijn tochtje ging over exact hetzelfde parcours als dat van de voorafgaande rit en dat heb ik al een paar maal beschreven. Op het fietspad naar Trets kwam mij op een gegeven moment een groepje met (erg) jonge meiden op racefietsjes tegemoet. Om de een of andere reden moest er achterom gekeken worden en aangezien zulke beginnelingen nog niet erg stuur-vast zijn, wordt er dan al snel van de juiste lijn afgeweken. Één van de meiskes kwam daardoor regelrecht op mij af. Even keihard attention brullen en het gevaar was gelukkig al weer geweken .
De klim naar de Pas de la Couelle ging deze keer met 34x21 en 34x23. Door de wat aangenamere temperaturen had ik nu kennelijk 'de 26' niet nodig. Vlak voor ik het gehucht Kirbon bereikte, kwam met hoge snelheid een groepje Franse racefietsers naar beneden. Met gebaren en 'kreten' wilden ze mij 'ergens' voor waarschuwen, zo veel was mij wel duidelijk. Maar ik verstond ze niet. Een jonge meid met haar schelle stem verstond ik gelukkig wel. Zij riep een paar maal un gros chien. Ik moest dus oppassen voor een grote hond. Nu heb ik het niet zo op grote honden, zeker niet als ik op de fiets zit, dus extra waakzaam en vast een passend 'vlucht-verzet' kiezend ging ik verder. Ik heb gelukkig geen hond gezien .
Na de col verder naar St-Zacharie en van daaruit binnendoor via Moulin-de-Redon naar Auriol. Bij het binnenrijden van Auriol zag ik al meteen de afslag naar La Bouilladisse. Geen gezoek dus. Deze weg, of eigenlijk dit weggetje (D45a), is een wat achteraf gelegen route door de 'binnenlanden'. Je begint wel meteen te klimmen en rijdt door een bosrijke omgeving. Af en toe zijn er wat rotspartijen langs de weg, passeer je een geïsoleerd liggende wijngaard en verspreid staan er wat villa's of een enkele résidence secondaire (tweede woning), herkenbaar aan de gesloten luiken. Voor mij zie ik de helling flink steil worden. Naar 34x26 en even uit het zadel! Daarna volgt er een behoorlijk lange afdaling. Een paar kilometer voor La Bouilladisse, bij de afslag naar Plan-Redon (D45b), wordt de weg breder en is deze recent geasfalteerd .
Vlak voordat ik La Bouilladisse bereik, ga rechtsaf richting Le Pigeonnier en begin weer (stevig) te klimmen. Ook dit is een brede weg en voorbij Le Pigeonnier slingert de weg zich door een prachtige omgeving in een groot aantal S-bochten omhoog. Het is zo'n weg waarvan je niet precies weet hoe lang en hoe steil de klim is. Maar hij is altijd langer dan je denkt en steiler dan je wenst . Links de rotsen, rechts een muurtje en doorkijkjes op de bergketen waar ik omheen fiets. Na zo'n 4 km kom ik op de ook brede D908 richting Peynier.
Dit punt is ook weer een col die eigenlijk geen col is. Het gaat nu weer bergafwaarts. Er is aan deze zijde geen fietsstrook, maar er is (nu) weinig verkeer. 't Is zaterdag en zo'n beetje luchtijd. Hoe druk het er doordeweeks zal zijn, blijft gissen. In de andere richting, dus klimmend, is er wèl een fietsstrook. Daar is dus over nagedacht.
Linksaf of rechtsaf?:
(In Peyenier, met het Montagne de Ste-Victoire op de achtergrond)
In Peynier kan ik kiezen, rechtstreeks naar Puyloubier of met een kleine omweg via Rousset. Het weer is wat zonniger dan een uurtje geleden en ik zie geen dreigende, donkere wolken meer, dus ga ik linksaf. Ook hier fiets ik weer over brede wegen. Ik kruis het fietspad waarover ik vanmorgen naar Trets ben gereden en begin langzaam een beetje te klimmen naar het wijndorpje Rousset. Van Rousset over de D56c naar het Pays-d'Aix is het ook weer klimmen. Af en toe de wijngaarden, maar ook percelen met wat dor, droog gras. Op die
stukken wemelt het van de kleine vliegjes. Ik zit telkens onder dat 'kriebelspul'. Aan het begin van de rit had ik er ook al last van. Het zal wel met het andere weer te maken hebben. Op de kruising ga ik rechtsaf over de D57b richting Puyloubier. Deze weg komt vlak voor Puyloubier op de D57 uit. In het stadje, net voor het etablissement van Les Vignerons du Mont Sainte-Victoire (de coöperatie van de plaatselijke wijnboeren), draai ik links de D17 op. Deze weg voert mij onder langs de berg, richting de Col du Cengle.
Wijnbouw op de hellingen van het Montagne Ste-Victoire:
Het domein op de foto hierboven is Domaine Saint Ser. De rosé van dat domein kun je in Nederland bij Albert Heijn kopen voor € 9,99 per fles. Hier, op het domein, betaal je € 10,20. De weg naar de col gaat telkens op-en-af, waarbij je per saldo natuurlijk telkens iets hoger komt, tot je op 510 meter hoogte op de col staat. Geen naambord, geen paal om de fiets tegen te stallen en eigenlijk ook niet het meest fotogenieke punt van deze weg. Een eind verder, in de afdaling richting Beaurecueil, is bij de parkeerplaats Deux Aiguilles wel iets wat even de moeite van het fotograferen waard is. Je ziet hier, behalve de berg, ook heel duidelijk de roodbruine aarde waar deze streek royaal van voorzien is.
De roodbruine aarde aan de voet van het Montagne Ste-Victoire:
Nog een paar kilometer dalen over de verder erg bochtige, maar wel heel fraaie weg en mijn ritje van net geen 80 km (79 km) zit er op. Terwijl ik dit schrijf (zondag) schijnt de zon en zijn de aangekondigde regen- en onweersbuien vooralsnog uitgebleven. Op de buienradar voor ZO-Frankrijk zie ik dat buien momenteel op de kust tussen Toulon en Nice liggen. De weersverwachting voor de komende week ziet er sinds gistermiddag ook weer veel beter uit. Zonnig en middagtemperaturen van 25 à 26 graden. Alleen woensdag wordt fris met slechts 22 graden en een stevige Mistral. Voor 't gevoel is het dan veel 'kouder' hoor. Ook donderdag is er nog vrij veel wind en wordt het ook niet warmer dan 23 graden, maar is het ook 'gewoon' zonnig. Enfin, we zien 't wel, ook hier veranderen de weersvooruitzichten met de dag . Is het toch nog weer een heel verhaal geworden...
Gisteren heb ik slechts een korte rit gemaakt, daarom deze keer ook maar een 'kort' verslag . Na enige twijfel i.v.m. de wat onzekere weersverwachting, heb ik gistermorgen toch maar de racefiets gepakt. Het eerste deel van mijn tochtje ging over exact hetzelfde parcours als dat van de voorafgaande rit en dat heb ik al een paar maal beschreven. Op het fietspad naar Trets kwam mij op een gegeven moment een groepje met (erg) jonge meiden op racefietsjes tegemoet. Om de een of andere reden moest er achterom gekeken worden en aangezien zulke beginnelingen nog niet erg stuur-vast zijn, wordt er dan al snel van de juiste lijn afgeweken. Één van de meiskes kwam daardoor regelrecht op mij af. Even keihard attention brullen en het gevaar was gelukkig al weer geweken .
De klim naar de Pas de la Couelle ging deze keer met 34x21 en 34x23. Door de wat aangenamere temperaturen had ik nu kennelijk 'de 26' niet nodig. Vlak voor ik het gehucht Kirbon bereikte, kwam met hoge snelheid een groepje Franse racefietsers naar beneden. Met gebaren en 'kreten' wilden ze mij 'ergens' voor waarschuwen, zo veel was mij wel duidelijk. Maar ik verstond ze niet. Een jonge meid met haar schelle stem verstond ik gelukkig wel. Zij riep een paar maal un gros chien. Ik moest dus oppassen voor een grote hond. Nu heb ik het niet zo op grote honden, zeker niet als ik op de fiets zit, dus extra waakzaam en vast een passend 'vlucht-verzet' kiezend ging ik verder. Ik heb gelukkig geen hond gezien .
Na de col verder naar St-Zacharie en van daaruit binnendoor via Moulin-de-Redon naar Auriol. Bij het binnenrijden van Auriol zag ik al meteen de afslag naar La Bouilladisse. Geen gezoek dus. Deze weg, of eigenlijk dit weggetje (D45a), is een wat achteraf gelegen route door de 'binnenlanden'. Je begint wel meteen te klimmen en rijdt door een bosrijke omgeving. Af en toe zijn er wat rotspartijen langs de weg, passeer je een geïsoleerd liggende wijngaard en verspreid staan er wat villa's of een enkele résidence secondaire (tweede woning), herkenbaar aan de gesloten luiken. Voor mij zie ik de helling flink steil worden. Naar 34x26 en even uit het zadel! Daarna volgt er een behoorlijk lange afdaling. Een paar kilometer voor La Bouilladisse, bij de afslag naar Plan-Redon (D45b), wordt de weg breder en is deze recent geasfalteerd .
Vlak voordat ik La Bouilladisse bereik, ga rechtsaf richting Le Pigeonnier en begin weer (stevig) te klimmen. Ook dit is een brede weg en voorbij Le Pigeonnier slingert de weg zich door een prachtige omgeving in een groot aantal S-bochten omhoog. Het is zo'n weg waarvan je niet precies weet hoe lang en hoe steil de klim is. Maar hij is altijd langer dan je denkt en steiler dan je wenst . Links de rotsen, rechts een muurtje en doorkijkjes op de bergketen waar ik omheen fiets. Na zo'n 4 km kom ik op de ook brede D908 richting Peynier.
Dit punt is ook weer een col die eigenlijk geen col is. Het gaat nu weer bergafwaarts. Er is aan deze zijde geen fietsstrook, maar er is (nu) weinig verkeer. 't Is zaterdag en zo'n beetje luchtijd. Hoe druk het er doordeweeks zal zijn, blijft gissen. In de andere richting, dus klimmend, is er wèl een fietsstrook. Daar is dus over nagedacht.
Linksaf of rechtsaf?:
(In Peyenier, met het Montagne de Ste-Victoire op de achtergrond)
In Peynier kan ik kiezen, rechtstreeks naar Puyloubier of met een kleine omweg via Rousset. Het weer is wat zonniger dan een uurtje geleden en ik zie geen dreigende, donkere wolken meer, dus ga ik linksaf. Ook hier fiets ik weer over brede wegen. Ik kruis het fietspad waarover ik vanmorgen naar Trets ben gereden en begin langzaam een beetje te klimmen naar het wijndorpje Rousset. Van Rousset over de D56c naar het Pays-d'Aix is het ook weer klimmen. Af en toe de wijngaarden, maar ook percelen met wat dor, droog gras. Op die
stukken wemelt het van de kleine vliegjes. Ik zit telkens onder dat 'kriebelspul'. Aan het begin van de rit had ik er ook al last van. Het zal wel met het andere weer te maken hebben. Op de kruising ga ik rechtsaf over de D57b richting Puyloubier. Deze weg komt vlak voor Puyloubier op de D57 uit. In het stadje, net voor het etablissement van Les Vignerons du Mont Sainte-Victoire (de coöperatie van de plaatselijke wijnboeren), draai ik links de D17 op. Deze weg voert mij onder langs de berg, richting de Col du Cengle.
Wijnbouw op de hellingen van het Montagne Ste-Victoire:
Het domein op de foto hierboven is Domaine Saint Ser. De rosé van dat domein kun je in Nederland bij Albert Heijn kopen voor € 9,99 per fles. Hier, op het domein, betaal je € 10,20. De weg naar de col gaat telkens op-en-af, waarbij je per saldo natuurlijk telkens iets hoger komt, tot je op 510 meter hoogte op de col staat. Geen naambord, geen paal om de fiets tegen te stallen en eigenlijk ook niet het meest fotogenieke punt van deze weg. Een eind verder, in de afdaling richting Beaurecueil, is bij de parkeerplaats Deux Aiguilles wel iets wat even de moeite van het fotograferen waard is. Je ziet hier, behalve de berg, ook heel duidelijk de roodbruine aarde waar deze streek royaal van voorzien is.
De roodbruine aarde aan de voet van het Montagne Ste-Victoire:
Nog een paar kilometer dalen over de verder erg bochtige, maar wel heel fraaie weg en mijn ritje van net geen 80 km (79 km) zit er op. Terwijl ik dit schrijf (zondag) schijnt de zon en zijn de aangekondigde regen- en onweersbuien vooralsnog uitgebleven. Op de buienradar voor ZO-Frankrijk zie ik dat buien momenteel op de kust tussen Toulon en Nice liggen. De weersverwachting voor de komende week ziet er sinds gistermiddag ook weer veel beter uit. Zonnig en middagtemperaturen van 25 à 26 graden. Alleen woensdag wordt fris met slechts 22 graden en een stevige Mistral. Voor 't gevoel is het dan veel 'kouder' hoor. Ook donderdag is er nog vrij veel wind en wordt het ook niet warmer dan 23 graden, maar is het ook 'gewoon' zonnig. Enfin, we zien 't wel, ook hier veranderen de weersvooruitzichten met de dag . Is het toch nog weer een heel verhaal geworden...
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 11 sep 2013 11:42, 1 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux
-
- Forum-lid
- Berichten: 3500
- Lid geworden op: 30 nov 2008 14:11
Doe mij ook een glas!
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Nog een keer naar het Massif de la Sainte Baume:
In enkele van mijn vorige ritten heb ik wat afdalingen gedaan, die ik ook nog wel eens klimmend zou willen doen. Daar heb ik gisteren dus maar eens een parcours voor uitgezet. Meteen al aan het begin van mijn rit liep ik in Beaurecueil tegen een déviation aan door wegwerkzaamheden in het kader van het 'project met de blauwe buizen'. In zo'n plaatsje als Beaurecueil gaat men er kennelijk van uit dat iedereen wel weet hoe hij dan om moet rijden, want de omleiding was verder niet uitgepijld. Op mijn oriëntatievermogen afgaand, vind ook ik mijn weg en rijd ik even later toch op de weg naar de Collet Rouge. Daar zie ik heel duidelijk dat het erg helder weer is. Geen wonder na de storing van afgelopen zondag en de Mistral van maandag. Behalve het nabijgelegen Châteauneuf-le-Rouge, zag ik ook het Massif de la Sainte Baume heel mooi liggen.
Châteauneuf-le-Rouge en het Massif de la Sainte Baume gezien vanaf de Collet Rouge:
Op de rotonde in de D6, voorbij Châteauneuf-le-Rge, heb ik nu eens niet het fietspad richting Trets genomen, maar ben ik rechtdoor naar Fuveau gefietst. Fuveau is ook zo'n hooggelegen dorpje, doch ik ben laag gebleven omdat ik richting Peynier wilde. Vanaf Fuveau kun je daar komen, door de D57a te nemen die via het gehucht Les Michels loopt. Dat is een mooie en erg geaccidenteerde route, waardoor ik voortdurend van buiten- naar binnenblad en omgekeerd moest schakelen. Je fietst er dan weer door 't bos, dan weer langs bos en door open terrein. Les Michels is inderdaad een gehucht. Ik zie een handvol huizen in groepjes bij elkaar en een château d'eau (watertoren), dat ook hier 'versierd' is met GSM-antennes. Net even voorbij het gehucht komt het Montagne Sainte Victoire in beeld. Het ligt daar prachtig, zo in het nog lage, vroege ochtendlicht.
Het Montagne Ste-Victoire, gezien vanaf de weg van Les Michels naar Peynier:
Het wordt nu ook iets behaaglijker op de fiets, want vanwege de nog duidelijk aanwezige wind en omdat er ook nog al wat bewolking was, begon mijn fietstocht gewoon koud. In Peynier moet ik meteen omhoog door het stadje om op de D908 te komen. Over de in het vorige verslag beschreven fietsstrook klim ik richting Marseille. Dat is overigens nog 35 km fietsen, maar daar ga ik natuurlijk niet op de fiets heen (trouwens ook niet met de auto ). Het is een makkelijke, gelijkmatige en dus goed lopende klim, die ik met 34x23 en 34x21 vlot kan nemen. Ook doordeweeks is deze D908 kennelijk niet heel erg druk. Na 4,5 km ben ik bij de afslag naar Le Pigeonnier.
De weg naar le Pigeonnier is niet voor 'zwaargewichten':
De afdaling naar Le Pigeonnier en verder, richting La Bouilladisse, gaat over een prima en brede weg door een schitterende omgeving. Tot bij het buurtschap is het landschap open, daarna kom je in een bos terecht.
In de afdaling over de D45e richting le Pigeonnier:
Aan het einde van deze weg ga ik linksaf de D45 richting Auriol. Het is eerst klimmen over vals plat. Bij de afslag naar Plan-Redon wordt de weg een stuk smaller en geleidelijk aan wordt het ook iets steiler. Vlak voor de côte neemt het stijgingspercentage echt toe en moet je via een paar bochtjes naar het hoogste punt. Ik hoor en zie even later een kleine vrachtauto naar beneden komen. Rechts van de weg, direct naast het asfalt is een vrij diepe goot, waar ik absoluut niet in terecht wil komen. Ik taxeer de situatie. Het zal krap worden om fietsend die vrachtauto te (laten) passeren. De auto rijdt, vanwege de bochten, langzaam en ik zie dat er in de bocht, waar ik nog slechts luttele meters van verwijderd ben, er voor de auto ruimte is om even wat naar de kant te gaan. De man rijdt echter gewoon door en ik wordt gedwongen om te stoppen en op het uiterste randje van de weg te wachten tot de auto gepasseerd is . Is dit nu gebrek aan inzicht van zo'n man of gewoon pure hufterigheid? Met moeite klik ik op de steile helling weer in de pedalen om de côte te nemen. En daarna maar snel verder richting Auriol. Daar heb je een mooi zicht op de omliggende bergen.
Blik op de bergen in de omgeving van Auriol:
Bij Auriol ga ik weer linksaf om 'achterom' via Moulin-de-Redon naar St-Zacharie te fietsen. Even door St-Zacharie en ik kan beginnen aan de 3,5 km klim over de bochtige weg naar St-Maximin-la-Ste-Baume en Brignoles. De eerste kilometer is vals plat, dus dat gaat nog op het buitenblad. De 2,5 km daarna gaan ook vlot, want het klimt wel, maar is niet steil. Ik fiets vlak langs het muurtje aan de rechterzijde van de weg, want er is geen fietsstrook, zoals ik in een van mijn vorige verslagen al meldde. Ik heb geluk, er komen mij geen grote vrachtauto's achterop en de rest van de auto's houdt voldoende afstand bij het passeren. Toch ben ik opgelucht als ik bij de rotonde rechtsaf richting Nans-les-Pins kan. Dit dorpje behoort tot een groep van 39 dorpjes die het predicaat Provence Verte dragen.
Nans-les-Pins behoort tot de groep dorpjes van de Provence Verte:
Net buiten Nans-les-Pins begin ik aan de 8 km lange 'smalle en bochtige' weg het Massif de la Sainte Baume in. Dit is ook geen moeilijke, maar wel een heel mooie klim door een werkelijk schitterende omgeving. Ik ben eigenlijk zo 'boven'. 'Boven', want je komt niet op een col uit, maar op de hooggelegen weg langs het massief. De klim is trouwens slechts 6 km lang en de totale 'smalle en bochtige' weg is 6,5 km lang. Dus waarom de Fransen het op het waarschuwingsbord aan het begin van de weg nu over 8 km hebben? De weg is trouwens, ter vergelijking, ongeveer zo breed als de weg door de bij veel forumleden wel bekende Gorges de la Nesque. En hij is ook niet overdreven bochtig. Boven, ik ben naar ruim 600 m hoogte geklommen, is het frisjes en staat er een vlagerige wind. Bij de Hostellerie Sainte-Baume is het druk. Er staan veel auto's op de parkeerplaats en ook een drietal touringcars.
Ik fiets door, richting Plan-d'Aups. In het dorpje stuit ik op een wegafzetting: Route barrée. Het is lunchtijd, dus gok ik dat ik er er wellicht met de fiets wel langs kan. Een eindje verder zie ik twee grote bestelwagens vlak naast elkaar midden op de weg staan en daarachter een shovel. De mannen zijn inderdaad niet aan het werk. Één van hen loopt met een stokbrood in de hand. Ik hinder hen dus niet als ik probeer er langs te komen. 'Kan men er met de fiets langs?', vraag ik. De ene gebaart met de hand dat er een kuil of bult is. Een ander zegt C'est marqué route barrée, là-bas (Weg afgesloten staat er daarginds). 'Weet ik', antwoord ik, doch ze protesteren ook niet als ik mij tussen de twee auto's door friemel. Er is een smalle goot dwars over de weg gefreesd. Als ik de fiets even optil, kan ik er zo overheen stappen en mijn weg verder fietsend vervolgen.
Daarna kom ik door het nieuwere gedeelte van het dorpje en volgt er een korte afdaling. Omdat ik er nu toch 'in de buurt ben' en vanwege het heldere weer, besluit ik om gelijk maar even de Col de l'Espigoulier mee te pakken . Ik geniet van de mooie vergezichten. Een dikke kilometer voor de col, komt de Mont Ventoux heel in de verte achter het Montagne Ste-Victoire tevoorschijn. Er hangen wat wolkenslierten rond de top. Op de col is het weer volop genieten geblazen. Met dit type weer zie je Marseille heel scherp afgetekend liggen. Jammer dat ik nu alleen maar een simpele pocketcamera heb, anders zou je waarschijnlijk prachtige foto's kunnen maken! Had ik vlak voor de col nog last van de windvlagen en moest je bedacht zijn op een ruk aan je fiets, op de col zelf was het nagenoeg windstil. Ik had 't anders verwacht.
Nog weer een keer op de Col de l'Espigoulier (728 m):
Frankrijk's tweede en meest gewelddadige stad, gezien vanaf een veilige afstand:
Na een korte pauze op de col, keer ik om en begin ik aan de terugreis. Ik schiet nog snel even een foto van de omgeving zoals je die te zien krijgt vlak voordat je op de col arriveert.
Vlak voor je op de Col de l'Espigoulier bent, heb je al een mooi zicht op de omgeving en Marseille:
Voor m'n route terug neem ik de prachtige en snelle afdaling over de D45a naar Auriol. Daarna volg ik dezelfde route als op de heenweg. Dus over de smalle weg richting La Bouilladisse en even voor dat stadje weer richting le Pigeonnier. Op de T-splitsing waar ik weer op de D908 uitkom, zie ik dat dat punt onderdeel uitmaakt van fietsroute no. 9, het 28,5 km lange Cicuit des Villages (een tocht langs dorpen). Ik ben onderweg ook al eens zo'n bordje tegengekomen.
Op de T-splitsing waar de weg vanaf le Pigeonnier op de weg naar Peynier uitmondt:
Maar ik ga rechtsaf en daal richting Peynier. Nog een stukje dalen door het dorpje en vervolgens richting Rousset. Zo kom ik toch weer op het fietspad dat van Trets komt. Deze keer besluit ik om een eind verder niet af te slaan naar Châteauneuf-le-Rge, maar om het fietspad eens helemaal af te fietsen tot het einde. Het fietspad eindigt midden in het mini dorpje La Barque. Bij het kruispunt met verkeerslichten ga ik rechtsaf de drukke D96 op. Dat is niet prettig fietsen met de hier prominent aanwezige vlagerige wind. Bij Le Canet, wat weer zo'n mini dorpje is, kom ik dan op de D7n. Zowel vanaf de D96 als vanaf de D7n kun je de autoweg A8 op, de ene keer richting Fréjus/Nice, de andere keer richting Aix. Zoiets geeft altijd extra drukte en omdat er geen fietsstroken zijn, heb je als fietser maar weinig ruimte. Ik ben dan ook blij als ik bij Pont de Bayeux de drukke weg kan verlaten. Het waren maar korte stukjes over deze doorgaande wegen, maar 't gaf wel wat stress. Nog even tussen de landerijen en wijngaarden een beetje omhoog en mijn 111 km lange tocht heb ik gelukkig veilig ten einde kunnen brengen.
In enkele van mijn vorige ritten heb ik wat afdalingen gedaan, die ik ook nog wel eens klimmend zou willen doen. Daar heb ik gisteren dus maar eens een parcours voor uitgezet. Meteen al aan het begin van mijn rit liep ik in Beaurecueil tegen een déviation aan door wegwerkzaamheden in het kader van het 'project met de blauwe buizen'. In zo'n plaatsje als Beaurecueil gaat men er kennelijk van uit dat iedereen wel weet hoe hij dan om moet rijden, want de omleiding was verder niet uitgepijld. Op mijn oriëntatievermogen afgaand, vind ook ik mijn weg en rijd ik even later toch op de weg naar de Collet Rouge. Daar zie ik heel duidelijk dat het erg helder weer is. Geen wonder na de storing van afgelopen zondag en de Mistral van maandag. Behalve het nabijgelegen Châteauneuf-le-Rouge, zag ik ook het Massif de la Sainte Baume heel mooi liggen.
Châteauneuf-le-Rouge en het Massif de la Sainte Baume gezien vanaf de Collet Rouge:
Op de rotonde in de D6, voorbij Châteauneuf-le-Rge, heb ik nu eens niet het fietspad richting Trets genomen, maar ben ik rechtdoor naar Fuveau gefietst. Fuveau is ook zo'n hooggelegen dorpje, doch ik ben laag gebleven omdat ik richting Peynier wilde. Vanaf Fuveau kun je daar komen, door de D57a te nemen die via het gehucht Les Michels loopt. Dat is een mooie en erg geaccidenteerde route, waardoor ik voortdurend van buiten- naar binnenblad en omgekeerd moest schakelen. Je fietst er dan weer door 't bos, dan weer langs bos en door open terrein. Les Michels is inderdaad een gehucht. Ik zie een handvol huizen in groepjes bij elkaar en een château d'eau (watertoren), dat ook hier 'versierd' is met GSM-antennes. Net even voorbij het gehucht komt het Montagne Sainte Victoire in beeld. Het ligt daar prachtig, zo in het nog lage, vroege ochtendlicht.
Het Montagne Ste-Victoire, gezien vanaf de weg van Les Michels naar Peynier:
Het wordt nu ook iets behaaglijker op de fiets, want vanwege de nog duidelijk aanwezige wind en omdat er ook nog al wat bewolking was, begon mijn fietstocht gewoon koud. In Peynier moet ik meteen omhoog door het stadje om op de D908 te komen. Over de in het vorige verslag beschreven fietsstrook klim ik richting Marseille. Dat is overigens nog 35 km fietsen, maar daar ga ik natuurlijk niet op de fiets heen (trouwens ook niet met de auto ). Het is een makkelijke, gelijkmatige en dus goed lopende klim, die ik met 34x23 en 34x21 vlot kan nemen. Ook doordeweeks is deze D908 kennelijk niet heel erg druk. Na 4,5 km ben ik bij de afslag naar Le Pigeonnier.
De weg naar le Pigeonnier is niet voor 'zwaargewichten':
De afdaling naar Le Pigeonnier en verder, richting La Bouilladisse, gaat over een prima en brede weg door een schitterende omgeving. Tot bij het buurtschap is het landschap open, daarna kom je in een bos terecht.
In de afdaling over de D45e richting le Pigeonnier:
Aan het einde van deze weg ga ik linksaf de D45 richting Auriol. Het is eerst klimmen over vals plat. Bij de afslag naar Plan-Redon wordt de weg een stuk smaller en geleidelijk aan wordt het ook iets steiler. Vlak voor de côte neemt het stijgingspercentage echt toe en moet je via een paar bochtjes naar het hoogste punt. Ik hoor en zie even later een kleine vrachtauto naar beneden komen. Rechts van de weg, direct naast het asfalt is een vrij diepe goot, waar ik absoluut niet in terecht wil komen. Ik taxeer de situatie. Het zal krap worden om fietsend die vrachtauto te (laten) passeren. De auto rijdt, vanwege de bochten, langzaam en ik zie dat er in de bocht, waar ik nog slechts luttele meters van verwijderd ben, er voor de auto ruimte is om even wat naar de kant te gaan. De man rijdt echter gewoon door en ik wordt gedwongen om te stoppen en op het uiterste randje van de weg te wachten tot de auto gepasseerd is . Is dit nu gebrek aan inzicht van zo'n man of gewoon pure hufterigheid? Met moeite klik ik op de steile helling weer in de pedalen om de côte te nemen. En daarna maar snel verder richting Auriol. Daar heb je een mooi zicht op de omliggende bergen.
Blik op de bergen in de omgeving van Auriol:
Bij Auriol ga ik weer linksaf om 'achterom' via Moulin-de-Redon naar St-Zacharie te fietsen. Even door St-Zacharie en ik kan beginnen aan de 3,5 km klim over de bochtige weg naar St-Maximin-la-Ste-Baume en Brignoles. De eerste kilometer is vals plat, dus dat gaat nog op het buitenblad. De 2,5 km daarna gaan ook vlot, want het klimt wel, maar is niet steil. Ik fiets vlak langs het muurtje aan de rechterzijde van de weg, want er is geen fietsstrook, zoals ik in een van mijn vorige verslagen al meldde. Ik heb geluk, er komen mij geen grote vrachtauto's achterop en de rest van de auto's houdt voldoende afstand bij het passeren. Toch ben ik opgelucht als ik bij de rotonde rechtsaf richting Nans-les-Pins kan. Dit dorpje behoort tot een groep van 39 dorpjes die het predicaat Provence Verte dragen.
Nans-les-Pins behoort tot de groep dorpjes van de Provence Verte:
Net buiten Nans-les-Pins begin ik aan de 8 km lange 'smalle en bochtige' weg het Massif de la Sainte Baume in. Dit is ook geen moeilijke, maar wel een heel mooie klim door een werkelijk schitterende omgeving. Ik ben eigenlijk zo 'boven'. 'Boven', want je komt niet op een col uit, maar op de hooggelegen weg langs het massief. De klim is trouwens slechts 6 km lang en de totale 'smalle en bochtige' weg is 6,5 km lang. Dus waarom de Fransen het op het waarschuwingsbord aan het begin van de weg nu over 8 km hebben? De weg is trouwens, ter vergelijking, ongeveer zo breed als de weg door de bij veel forumleden wel bekende Gorges de la Nesque. En hij is ook niet overdreven bochtig. Boven, ik ben naar ruim 600 m hoogte geklommen, is het frisjes en staat er een vlagerige wind. Bij de Hostellerie Sainte-Baume is het druk. Er staan veel auto's op de parkeerplaats en ook een drietal touringcars.
Ik fiets door, richting Plan-d'Aups. In het dorpje stuit ik op een wegafzetting: Route barrée. Het is lunchtijd, dus gok ik dat ik er er wellicht met de fiets wel langs kan. Een eindje verder zie ik twee grote bestelwagens vlak naast elkaar midden op de weg staan en daarachter een shovel. De mannen zijn inderdaad niet aan het werk. Één van hen loopt met een stokbrood in de hand. Ik hinder hen dus niet als ik probeer er langs te komen. 'Kan men er met de fiets langs?', vraag ik. De ene gebaart met de hand dat er een kuil of bult is. Een ander zegt C'est marqué route barrée, là-bas (Weg afgesloten staat er daarginds). 'Weet ik', antwoord ik, doch ze protesteren ook niet als ik mij tussen de twee auto's door friemel. Er is een smalle goot dwars over de weg gefreesd. Als ik de fiets even optil, kan ik er zo overheen stappen en mijn weg verder fietsend vervolgen.
Daarna kom ik door het nieuwere gedeelte van het dorpje en volgt er een korte afdaling. Omdat ik er nu toch 'in de buurt ben' en vanwege het heldere weer, besluit ik om gelijk maar even de Col de l'Espigoulier mee te pakken . Ik geniet van de mooie vergezichten. Een dikke kilometer voor de col, komt de Mont Ventoux heel in de verte achter het Montagne Ste-Victoire tevoorschijn. Er hangen wat wolkenslierten rond de top. Op de col is het weer volop genieten geblazen. Met dit type weer zie je Marseille heel scherp afgetekend liggen. Jammer dat ik nu alleen maar een simpele pocketcamera heb, anders zou je waarschijnlijk prachtige foto's kunnen maken! Had ik vlak voor de col nog last van de windvlagen en moest je bedacht zijn op een ruk aan je fiets, op de col zelf was het nagenoeg windstil. Ik had 't anders verwacht.
Nog weer een keer op de Col de l'Espigoulier (728 m):
Frankrijk's tweede en meest gewelddadige stad, gezien vanaf een veilige afstand:
Na een korte pauze op de col, keer ik om en begin ik aan de terugreis. Ik schiet nog snel even een foto van de omgeving zoals je die te zien krijgt vlak voordat je op de col arriveert.
Vlak voor je op de Col de l'Espigoulier bent, heb je al een mooi zicht op de omgeving en Marseille:
Voor m'n route terug neem ik de prachtige en snelle afdaling over de D45a naar Auriol. Daarna volg ik dezelfde route als op de heenweg. Dus over de smalle weg richting La Bouilladisse en even voor dat stadje weer richting le Pigeonnier. Op de T-splitsing waar ik weer op de D908 uitkom, zie ik dat dat punt onderdeel uitmaakt van fietsroute no. 9, het 28,5 km lange Cicuit des Villages (een tocht langs dorpen). Ik ben onderweg ook al eens zo'n bordje tegengekomen.
Op de T-splitsing waar de weg vanaf le Pigeonnier op de weg naar Peynier uitmondt:
Maar ik ga rechtsaf en daal richting Peynier. Nog een stukje dalen door het dorpje en vervolgens richting Rousset. Zo kom ik toch weer op het fietspad dat van Trets komt. Deze keer besluit ik om een eind verder niet af te slaan naar Châteauneuf-le-Rge, maar om het fietspad eens helemaal af te fietsen tot het einde. Het fietspad eindigt midden in het mini dorpje La Barque. Bij het kruispunt met verkeerslichten ga ik rechtsaf de drukke D96 op. Dat is niet prettig fietsen met de hier prominent aanwezige vlagerige wind. Bij Le Canet, wat weer zo'n mini dorpje is, kom ik dan op de D7n. Zowel vanaf de D96 als vanaf de D7n kun je de autoweg A8 op, de ene keer richting Fréjus/Nice, de andere keer richting Aix. Zoiets geeft altijd extra drukte en omdat er geen fietsstroken zijn, heb je als fietser maar weinig ruimte. Ik ben dan ook blij als ik bij Pont de Bayeux de drukke weg kan verlaten. Het waren maar korte stukjes over deze doorgaande wegen, maar 't gaf wel wat stress. Nog even tussen de landerijen en wijngaarden een beetje omhoog en mijn 111 km lange tocht heb ik gelukkig veilig ten einde kunnen brengen.
Laatst gewijzigd door Le Grimpeur op 11 sep 2013 14:54, 1 keer totaal gewijzigd.
60 x Ventoux
op 31/8 was ik ook in Puylorbier, voor een wedstrijd. Leuk om het hier nu weer terug te zien. De wedstrijd ging vanuit Puylorbier over D17 omhoog (wanneer zijn we eigenlijk boven?) en via de D56c (afdalen met haarspeldbochten tijdens een koers - check) en de D57B weer terug naar Puylorbier. Afzien met bijna 40 graden..
Leek me verder een mooie omgeving om te fietsen, ik zat zelf in de Verdon en ben alleen voor de wedstrijd richting Aix gereden.
Leek me verder een mooie omgeving om te fietsen, ik zat zelf in de Verdon en ben alleen voor de wedstrijd richting Aix gereden.
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Dat is inderdaad een heel mooi rondje en 't valt best mee hoor! Je moet het alleen niet bij 40 graden in een wedstrijd rijden, lijkt mij zo . Ik zat hier eind augustus ook al, maar die 40 graden zijn wel erg royaal (naar boven) afgerond , al was het toen wel een flink eind in de dertig.
60 x Ventoux
-
- Forum-lid
- Berichten: 3500
- Lid geworden op: 30 nov 2008 14:11
Indrukwekkende uitzichten, mooi!
- Le Grimpeur
- Forum-lid
- Berichten: 2623
- Lid geworden op: 24 nov 2009 14:37
Du côté de Marseille
(De kant van Marseille op)
Gisteren, zaterdag, werd er niet aan de weg gewerkt en dus hoefde ik in Beaurecueil niet om te rijden. Zo kon ik rechtstreeks over de Collet Rouge (281 m) naar Châteaunuf-le-Rge fietsen en vandaar verder richting Fuveau. Dat gaat over de D46, waarbij ik eerst onder de A8 door rijd en voor Fuveau over de A52 ga. In Fuveau moest ik even klimmen het dorpje in. Vlak voor het Centre Village ga je linksaf richting Belcodène. Dat stond (natuurlijk) weer zo aangegeven, dat je het uit de richting waar ik vandaan kwam niet zag. Dus rijd ik even een tiental meters te ver het dorpje in. Na Fuveau ga ik voor de tweede keer over de A52, de autoweg richting Marseille. Belcodène ligt in een bosrijke omgeving, zodat ik door de bossen over een rustig weggetje richting het gehuchtje klim, genietend van de mooie natuur. Er is behalve wat schaduw, ook zon, waardoor het ondanks de frisse start toch snel aangenaam wordt op de fiets. De D46 komt na Belcodène uit op de D908, die vanaf Trets omhoog komt. Vlak voordat deze weg op de D96 uitkomt, passeer ik voor de derde keer de A52. Ik moet nu een klein stukje over de D96, want het vervolg van de D908 ligt een kilometer of zo verderop rechtsaf (vanuit mijn richting gezien). Op de D96 word ik welkom geheten in het Pays d'Aubagne et de l'Étoile. Deze redelijk drukke weg is gelukkig voorzien van brede fietsstroken.
Welkom in het Pays d'Aubagne et de l'Étoile:
Ik moet nu een stukje klimmen richting de gehuchtjes Auberge-Neuve en Les Termes. Ook hier moet ik weer goed opletten om niet verkeerd te rijden, want de bewegwijzering is niet altijd even logisch . Bij Les Termes begint de schitterende en lange afdaling naar Le Logis-Neuf (Allauch). Alles is hier aan elkaar 'geplakt', of behoort tot een bepaalde gemeente. Zo staat er aan het begin van deze 9,5 km lange afdaling al het plaatsnaambord 'Allauch', terwijl je daar nog lang niet bent. Het is een mooie brede weg met aan beide zijden fietsstroken. Je rijdt hier langs de bergketen van de Chaîne de l'Étoile. Bovenin is het landschap open en zie je veel van de omgeving, doch hoe verder je daalt hoe nauwer de kloof wordt en hoe scherper de bochten. Het is een behoorlijk technische afdaling, zeker als je op de fietsstrook wilt blijven. Ik doe dat en rijd daardoor vlak langs de rotsen en wat er zo aan begroeiing omhoog komt. Er zijn op deze zaterdag ook weer veel fietsers onderweg. Het lijkt wel of half Marseille op de racefiets of VTT (mountainbike) zit! De Fransen die mij in de afdaling voorbij gaan, rijden gewoon op de weg. De fietsstrook is soms ook wel erg smal. Maar ja, ik ken de weg hier niet, dus doe ik 't maar wat voorzichtiger aan en ik probeer zo te voorkomen dat ik de automobilisten onnodig frustreer.
Op de D908 naar Marseille, kijkend in de andere richting (klimrichting):
Bij Le Logis-Neuf mis ik op een rotonde gelukkig niet de D4A richting Allauch. Het wordt steeds drukker op de wegen en zeker op de rotondes moet je ogen voor en achter hebben, want de meeste Franse geven geen richting aan als ze een rotonde verlaten, dus weet je nooit wat ze gaan doen. Bovendien rijden ze vaak zonder fatsoenlijk snelheid te verminderen de rotondes op, bang dat ze er niet 'voor hun beurt' op kunnen. Ik rijd nu in een omgeving waar de meeste woningen tegen een helling liggen en veel mensen hier een 'onbeschoft' fraai uitzicht moeten hebben.
Bij Allauch met de Chaîne de l'Étoile op de achtergrond:
Een paar kilometer voorbij Allauch, ik ben de afslag 'Marseille Les Trois-Lucs' dan al voorbij, passeer ik op de D4A het plaatsnaambord 'MARSEILLE'. Hè, begint dat hier al? Als je op de kaart kijkt, rijd je daar helemaal niet in de bebouwde kom zo. Voor mij beginnen nu, naar zal blijken, ook de navigatieproblemen. Ik wil namelijk via de D44 naar Aubagne en vervolgens over de D2 naar Gémenos.
Maar omdat ik nu binnen de 'bebouwde kom' van Marseille rijd, staan er op de wegwijzers alleen de cursief aangegeven 'wijken' en zijn de weg-nummers in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik rijd wel op de weg richting Aubagne, maar dat staat met witte letters op een groen bord en brengt mij dus naar de drukke D4, die later wel in de D2 overgaat. Dat wil ik niet. Als ik bij een rotonde intuïtief aanvoel dat ik verkeerd zit, stop ik maar eens. Bij die rotonde is een groot leegstaand winkel- of kantoorpand met een soort voorplein. Daar heb ik alle ruimte. Ik zie dat ik La Valentine binnenrijd. Gelukkig zie ik ook dat ik, als ik een stukje terug fiets, ik richting Les Camoins kan. En dat staat op mijn kaartje gewoon als een gehuchtje ingetekend en het ligt aan de D44, de weg die ik zoek.
Maar het is ontzettend druk op de rotonde. Moeilijk om mij daar tussen het verkeer te mengen. Ik besluit via het zebrapad naar de overzijde te lopen en daar weer op te stappen. Na op de knop van het voetgangerslicht gedrukt te hebben, wacht ik keurig tot het licht op groen springt. Uit de richting Les Camoins staan een 6 à 7 auto's netjes te wachten en aan de 'overzijde' vanaf de rotonde ook een aantal. Ik steek over en als ik bijna aan de overkant ben, scheurt er een idioot langs de rij wachtende auto's. De mafkees schiet vlak achter mij langs en zigzagt op het zebrapad tussen de wachtende auto's door . Zo kun je dus ook het ziekenhuis ingereden worden, om van erger maar niet te spreken.
Hoofdschuddend klik ik in de pedalen en fiets ik een stukje terug naar de gezochte weg. Daar moet ik eerst nog langs wat huizen, maar dan ben ik weer 'buiten' en verschijnt er ook weer een bord met het gezochte weg-nummer . Door een mooie omgeving fietsend bereik ik Aubagne. Hier is het ook weer ontzettend druk. Nadat ik onder de A501 door ben en op het spoorwegviaduct sta, moet ik mijn weg door Aubagne zien te vinden. Richting centrum is markt, niet doen dus. Voor de route via de buitenwijk staat geen volgende plaats aangegeven. Ik pak 't kaartje er maar weer bij. Voux êtes perdu? (Bent u verdwaald?), klinkt het uit de mond van een passerende Fransman. Ik antwoord ontkennend, bedank hem en zie op het kaartje dat ik prima 'buitenom' kan gaan. Dat klopt ook en al snel heb ik de weg naar Gémenos te pakken. Op deze D2 heb ik een mooi zicht op het Massif de la Sainte Baume, mijn volgende doel. Gémenos ken ik, daar ben ik zo door en aan de voet van de klim naar de Col de l'Espigoulier pauzeer ik in de schaduw nog even om wat te eten en te drinken en dan begint voor mij dus de ongeveer 11 km lange klim naar de col.
Deze klim, die ik jaren gleden ook al eens gedaan heb, herinnerde ik mij als een niet al te lastige klim. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Met maximaal 7,6 procent heb je het wel gehad, doch meestal is het stijgingspercentage op deze goed lopende klim veel lager. Het is echter wel een prachtige klim om te doen en je fietst door een schitterend landschap. Het landschap is erg open, dus heb je weinig schaduw en daardoor was het gisteren bij tijden behoorlijk warm tijdens de klim. Rustig ben ik met 34x26 naar boven gereden. Iets voor de helft haal ik twee druk babbelende Fransen in. De een rijdt op een Decathlon racefiets, zijn maat op een b'Twin (dus ook Decathlon) fitness-bike. Ze doen het erg rustig aan. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Er is kennelijk de een of andere tocht geweest of aanstaande, want op 10 km van de top hangt een bord dat die afstand aangeeft. Op 5 km van de top wordt dit zelfs voor elke kilometer herhaald. Ook hangen er waarschuwingsbordjes om de automobilisten er op te attenderen dat er in beide richtingen fietsers verwacht kunnen worden.
De D2 slingert zich vanaf Gémenos omhoog in het Massif de la Sainte Baume:
Ik hoor de beide Franse fietsers weer en als ik omkijk zie ik ze naderen. Even later gaan ze mij voorbij. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Het gaat vlot en ik geniet volop van de prachtige omgeving. En zo loop ik bijna onopgemerkt weer op de Fransen in. Ze rijden nu een meter of zo voor mij. Op ongeveer een kilometer voor de col ga ik hen weer voorbij. Er volgt nu een bijna vlak gedeelte. Ik schakel naar het buitenblad en 'race' naar de streep. Dat is het leuke van deze col, je kunt er met hoge snelheid arriveren. Vlak voor de streep kijk ik nog wel even achterom of de Fransman op de racefiets misschien niet in mijn wiel zit en ik dus nog even echt zou moeten sprinten. Maar ze zijn beide niet meegekomen. Het uitzicht op de col is opnieuw magnifiek, want het is helder weer.
Daar is hij weer : de Planet X op de Col de l'Espigoulier (728 m):
Nadat ik de foto op de col gemaakt heb, fiets ik even een paar honderd meter terug om van de omgeving te genieten en voor wat extra foto's.
De omgeving van de Col de l'Espigoulier, gezien vanaf de D2 enige honderden meters voor je op de col arriveert:
Daarna fiets ik terug naar de col en verder richting Plan-d'Aups-Sainte-Baume. De Mont Ventoux is ook weer goed te zien. Na 3 km dalen gaat het de volgende 3 km een beetje op-en-af naar Plan-d'Aups. Het is hier boven duidelijk frisser dan beneden in het dal, maar niet onaangenaam hoor.
Plan-d'Aups-la-Sainte-Baume (circa 690 m):
Net voorbij het dorpje ga ik linksaf de D480 op richting St-Zacharie. Dit is een vrij smalle, goed geasfalteerde en erg rustige weg door het Forêt Domaniale de la Ste-Baume. In een van mijn vorige verslagen beschreef ik de klim al. Je kunt hier vlot dalen, door ook weer een schitterende omgeving. Her en der staan wat auto's van wandelaars geparkeerd. Ook loopt er een jager langs de weg. Het jachtseizoen is hier het vorige weekeinde weer begonnen. Zelfs vanmorgen, toen het hier regende (inmiddels schijnt de zon al weer ), hoorde je ze 'knallen'...
Op de D480 van Plan-d'Aups naar St-Zacharie:
(M'n fiets staat in de schaduw tegen de boom links )
Hé, daar komen de beide Franse fietsers van de l'Espigoulier omhoog. Ze groeten. Waarschijnlijk hebben ze een rondje via Auriol gereden. Vlak voor St-Zacharie moet ik nog even over een steile côte, maar daarna ben ik snel in het stadje. Als laatste 'grote' hindernis wacht mij nu nog de Pas de la Couelle (531 m). Dat gaat echter vlot en deze keer helemaal met 34x23. In de afdaling, vlak voor het gehucht Kirbon, kom je langs een 'geitenboerderij'. Je kunt er allerlei soorten geitenkaas kopen en scholen kunnen er met hun leerlingen terecht om zo 't een en ander op te steken. Toen ik er onlangs passeerde, was er geen geit te bekennen, doch nu liep de complete 'veestapel' buiten.
De geiten van La Pastorale du Regagnas:
En maar weer verder. In Trets neem ik natuurlijk weer het fietspad langs de D6. Hier heb ik de wind min of meer tegen, dus moet ik nog even 'onder in de beugel' richting Châteauneuf-le-Rge. Vlak voor dit dorpje gaat het weer wat omhoog en ga ik naar het binnenblad. Bij Châteauneuf kan ik meteen de D7N oversteken, want het is er (heel) even rustig. In de volle zon klim ik vervolgens naar de Collet Rouge en daarna gaat het in volle vaart terug naar Beaurecueil. 't Was een mooie tocht, met hier en daar wel wat 'gepuzzel' en helaas ook weer
een paar gevaarlijke situaties. Met een dikke 112 km op het tellertje stap ik af en doe m'n vrouw mijn verhaal...
(De kant van Marseille op)
Gisteren, zaterdag, werd er niet aan de weg gewerkt en dus hoefde ik in Beaurecueil niet om te rijden. Zo kon ik rechtstreeks over de Collet Rouge (281 m) naar Châteaunuf-le-Rge fietsen en vandaar verder richting Fuveau. Dat gaat over de D46, waarbij ik eerst onder de A8 door rijd en voor Fuveau over de A52 ga. In Fuveau moest ik even klimmen het dorpje in. Vlak voor het Centre Village ga je linksaf richting Belcodène. Dat stond (natuurlijk) weer zo aangegeven, dat je het uit de richting waar ik vandaan kwam niet zag. Dus rijd ik even een tiental meters te ver het dorpje in. Na Fuveau ga ik voor de tweede keer over de A52, de autoweg richting Marseille. Belcodène ligt in een bosrijke omgeving, zodat ik door de bossen over een rustig weggetje richting het gehuchtje klim, genietend van de mooie natuur. Er is behalve wat schaduw, ook zon, waardoor het ondanks de frisse start toch snel aangenaam wordt op de fiets. De D46 komt na Belcodène uit op de D908, die vanaf Trets omhoog komt. Vlak voordat deze weg op de D96 uitkomt, passeer ik voor de derde keer de A52. Ik moet nu een klein stukje over de D96, want het vervolg van de D908 ligt een kilometer of zo verderop rechtsaf (vanuit mijn richting gezien). Op de D96 word ik welkom geheten in het Pays d'Aubagne et de l'Étoile. Deze redelijk drukke weg is gelukkig voorzien van brede fietsstroken.
Welkom in het Pays d'Aubagne et de l'Étoile:
Ik moet nu een stukje klimmen richting de gehuchtjes Auberge-Neuve en Les Termes. Ook hier moet ik weer goed opletten om niet verkeerd te rijden, want de bewegwijzering is niet altijd even logisch . Bij Les Termes begint de schitterende en lange afdaling naar Le Logis-Neuf (Allauch). Alles is hier aan elkaar 'geplakt', of behoort tot een bepaalde gemeente. Zo staat er aan het begin van deze 9,5 km lange afdaling al het plaatsnaambord 'Allauch', terwijl je daar nog lang niet bent. Het is een mooie brede weg met aan beide zijden fietsstroken. Je rijdt hier langs de bergketen van de Chaîne de l'Étoile. Bovenin is het landschap open en zie je veel van de omgeving, doch hoe verder je daalt hoe nauwer de kloof wordt en hoe scherper de bochten. Het is een behoorlijk technische afdaling, zeker als je op de fietsstrook wilt blijven. Ik doe dat en rijd daardoor vlak langs de rotsen en wat er zo aan begroeiing omhoog komt. Er zijn op deze zaterdag ook weer veel fietsers onderweg. Het lijkt wel of half Marseille op de racefiets of VTT (mountainbike) zit! De Fransen die mij in de afdaling voorbij gaan, rijden gewoon op de weg. De fietsstrook is soms ook wel erg smal. Maar ja, ik ken de weg hier niet, dus doe ik 't maar wat voorzichtiger aan en ik probeer zo te voorkomen dat ik de automobilisten onnodig frustreer.
Op de D908 naar Marseille, kijkend in de andere richting (klimrichting):
Bij Le Logis-Neuf mis ik op een rotonde gelukkig niet de D4A richting Allauch. Het wordt steeds drukker op de wegen en zeker op de rotondes moet je ogen voor en achter hebben, want de meeste Franse geven geen richting aan als ze een rotonde verlaten, dus weet je nooit wat ze gaan doen. Bovendien rijden ze vaak zonder fatsoenlijk snelheid te verminderen de rotondes op, bang dat ze er niet 'voor hun beurt' op kunnen. Ik rijd nu in een omgeving waar de meeste woningen tegen een helling liggen en veel mensen hier een 'onbeschoft' fraai uitzicht moeten hebben.
Bij Allauch met de Chaîne de l'Étoile op de achtergrond:
Een paar kilometer voorbij Allauch, ik ben de afslag 'Marseille Les Trois-Lucs' dan al voorbij, passeer ik op de D4A het plaatsnaambord 'MARSEILLE'. Hè, begint dat hier al? Als je op de kaart kijkt, rijd je daar helemaal niet in de bebouwde kom zo. Voor mij beginnen nu, naar zal blijken, ook de navigatieproblemen. Ik wil namelijk via de D44 naar Aubagne en vervolgens over de D2 naar Gémenos.
Maar omdat ik nu binnen de 'bebouwde kom' van Marseille rijd, staan er op de wegwijzers alleen de cursief aangegeven 'wijken' en zijn de weg-nummers in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik rijd wel op de weg richting Aubagne, maar dat staat met witte letters op een groen bord en brengt mij dus naar de drukke D4, die later wel in de D2 overgaat. Dat wil ik niet. Als ik bij een rotonde intuïtief aanvoel dat ik verkeerd zit, stop ik maar eens. Bij die rotonde is een groot leegstaand winkel- of kantoorpand met een soort voorplein. Daar heb ik alle ruimte. Ik zie dat ik La Valentine binnenrijd. Gelukkig zie ik ook dat ik, als ik een stukje terug fiets, ik richting Les Camoins kan. En dat staat op mijn kaartje gewoon als een gehuchtje ingetekend en het ligt aan de D44, de weg die ik zoek.
Maar het is ontzettend druk op de rotonde. Moeilijk om mij daar tussen het verkeer te mengen. Ik besluit via het zebrapad naar de overzijde te lopen en daar weer op te stappen. Na op de knop van het voetgangerslicht gedrukt te hebben, wacht ik keurig tot het licht op groen springt. Uit de richting Les Camoins staan een 6 à 7 auto's netjes te wachten en aan de 'overzijde' vanaf de rotonde ook een aantal. Ik steek over en als ik bijna aan de overkant ben, scheurt er een idioot langs de rij wachtende auto's. De mafkees schiet vlak achter mij langs en zigzagt op het zebrapad tussen de wachtende auto's door . Zo kun je dus ook het ziekenhuis ingereden worden, om van erger maar niet te spreken.
Hoofdschuddend klik ik in de pedalen en fiets ik een stukje terug naar de gezochte weg. Daar moet ik eerst nog langs wat huizen, maar dan ben ik weer 'buiten' en verschijnt er ook weer een bord met het gezochte weg-nummer . Door een mooie omgeving fietsend bereik ik Aubagne. Hier is het ook weer ontzettend druk. Nadat ik onder de A501 door ben en op het spoorwegviaduct sta, moet ik mijn weg door Aubagne zien te vinden. Richting centrum is markt, niet doen dus. Voor de route via de buitenwijk staat geen volgende plaats aangegeven. Ik pak 't kaartje er maar weer bij. Voux êtes perdu? (Bent u verdwaald?), klinkt het uit de mond van een passerende Fransman. Ik antwoord ontkennend, bedank hem en zie op het kaartje dat ik prima 'buitenom' kan gaan. Dat klopt ook en al snel heb ik de weg naar Gémenos te pakken. Op deze D2 heb ik een mooi zicht op het Massif de la Sainte Baume, mijn volgende doel. Gémenos ken ik, daar ben ik zo door en aan de voet van de klim naar de Col de l'Espigoulier pauzeer ik in de schaduw nog even om wat te eten en te drinken en dan begint voor mij dus de ongeveer 11 km lange klim naar de col.
Deze klim, die ik jaren gleden ook al eens gedaan heb, herinnerde ik mij als een niet al te lastige klim. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Met maximaal 7,6 procent heb je het wel gehad, doch meestal is het stijgingspercentage op deze goed lopende klim veel lager. Het is echter wel een prachtige klim om te doen en je fietst door een schitterend landschap. Het landschap is erg open, dus heb je weinig schaduw en daardoor was het gisteren bij tijden behoorlijk warm tijdens de klim. Rustig ben ik met 34x26 naar boven gereden. Iets voor de helft haal ik twee druk babbelende Fransen in. De een rijdt op een Decathlon racefiets, zijn maat op een b'Twin (dus ook Decathlon) fitness-bike. Ze doen het erg rustig aan. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Er is kennelijk de een of andere tocht geweest of aanstaande, want op 10 km van de top hangt een bord dat die afstand aangeeft. Op 5 km van de top wordt dit zelfs voor elke kilometer herhaald. Ook hangen er waarschuwingsbordjes om de automobilisten er op te attenderen dat er in beide richtingen fietsers verwacht kunnen worden.
De D2 slingert zich vanaf Gémenos omhoog in het Massif de la Sainte Baume:
Ik hoor de beide Franse fietsers weer en als ik omkijk zie ik ze naderen. Even later gaan ze mij voorbij. Ik klim in mijn eigen tempo verder... Het gaat vlot en ik geniet volop van de prachtige omgeving. En zo loop ik bijna onopgemerkt weer op de Fransen in. Ze rijden nu een meter of zo voor mij. Op ongeveer een kilometer voor de col ga ik hen weer voorbij. Er volgt nu een bijna vlak gedeelte. Ik schakel naar het buitenblad en 'race' naar de streep. Dat is het leuke van deze col, je kunt er met hoge snelheid arriveren. Vlak voor de streep kijk ik nog wel even achterom of de Fransman op de racefiets misschien niet in mijn wiel zit en ik dus nog even echt zou moeten sprinten. Maar ze zijn beide niet meegekomen. Het uitzicht op de col is opnieuw magnifiek, want het is helder weer.
Daar is hij weer : de Planet X op de Col de l'Espigoulier (728 m):
Nadat ik de foto op de col gemaakt heb, fiets ik even een paar honderd meter terug om van de omgeving te genieten en voor wat extra foto's.
De omgeving van de Col de l'Espigoulier, gezien vanaf de D2 enige honderden meters voor je op de col arriveert:
Daarna fiets ik terug naar de col en verder richting Plan-d'Aups-Sainte-Baume. De Mont Ventoux is ook weer goed te zien. Na 3 km dalen gaat het de volgende 3 km een beetje op-en-af naar Plan-d'Aups. Het is hier boven duidelijk frisser dan beneden in het dal, maar niet onaangenaam hoor.
Plan-d'Aups-la-Sainte-Baume (circa 690 m):
Net voorbij het dorpje ga ik linksaf de D480 op richting St-Zacharie. Dit is een vrij smalle, goed geasfalteerde en erg rustige weg door het Forêt Domaniale de la Ste-Baume. In een van mijn vorige verslagen beschreef ik de klim al. Je kunt hier vlot dalen, door ook weer een schitterende omgeving. Her en der staan wat auto's van wandelaars geparkeerd. Ook loopt er een jager langs de weg. Het jachtseizoen is hier het vorige weekeinde weer begonnen. Zelfs vanmorgen, toen het hier regende (inmiddels schijnt de zon al weer ), hoorde je ze 'knallen'...
Op de D480 van Plan-d'Aups naar St-Zacharie:
(M'n fiets staat in de schaduw tegen de boom links )
Hé, daar komen de beide Franse fietsers van de l'Espigoulier omhoog. Ze groeten. Waarschijnlijk hebben ze een rondje via Auriol gereden. Vlak voor St-Zacharie moet ik nog even over een steile côte, maar daarna ben ik snel in het stadje. Als laatste 'grote' hindernis wacht mij nu nog de Pas de la Couelle (531 m). Dat gaat echter vlot en deze keer helemaal met 34x23. In de afdaling, vlak voor het gehucht Kirbon, kom je langs een 'geitenboerderij'. Je kunt er allerlei soorten geitenkaas kopen en scholen kunnen er met hun leerlingen terecht om zo 't een en ander op te steken. Toen ik er onlangs passeerde, was er geen geit te bekennen, doch nu liep de complete 'veestapel' buiten.
De geiten van La Pastorale du Regagnas:
En maar weer verder. In Trets neem ik natuurlijk weer het fietspad langs de D6. Hier heb ik de wind min of meer tegen, dus moet ik nog even 'onder in de beugel' richting Châteauneuf-le-Rge. Vlak voor dit dorpje gaat het weer wat omhoog en ga ik naar het binnenblad. Bij Châteauneuf kan ik meteen de D7N oversteken, want het is er (heel) even rustig. In de volle zon klim ik vervolgens naar de Collet Rouge en daarna gaat het in volle vaart terug naar Beaurecueil. 't Was een mooie tocht, met hier en daar wel wat 'gepuzzel' en helaas ook weer
een paar gevaarlijke situaties. Met een dikke 112 km op het tellertje stap ik af en doe m'n vrouw mijn verhaal...
60 x Ventoux