WK 2011 Kopenhagen
En waarom ook niet, wij Nederlanders hebben sowieso niks te zoeken op dit parcours. Waarom dan niet een aantal jongeren meenemen, die ervaring kunnen opdoen in dit soort koersen.
Van Vliet heeft al aangegeven dat hij verwacht dat een Nederlander in 2012 gaat winnen. Dan is ervaring op een WK wel lekker meegenomen.
http://www.nusport.nl/video/2551341/ned ... -2012.html
Van Vliet heeft al aangegeven dat hij verwacht dat een Nederlander in 2012 gaat winnen. Dan is ervaring op een WK wel lekker meegenomen.
http://www.nusport.nl/video/2551341/ned ... -2012.html
- amclassic-fan
- Forum-lid HC
- Berichten: 24317
- Lid geworden op: 23 jun 2004 17:56
- Locatie: Leende
Wie is volgens jullie de grote favoriet voor de tijdrit van morgen?
Herhaalt Tony Martin het kunstje weer of is Cancellara weer super goed.
Ik hoop het laatste, maar wat denken jullie.
Herhaalt Tony Martin het kunstje weer of is Cancellara weer super goed.
Ik hoop het laatste, maar wat denken jullie.
Blacksmith Avenue
Blacksmith Ruota
Blacksmith Strada
Blacksmith Ruota
Blacksmith Strada
IN ieder geval acht Cancellara zichzelf favoriet.HenH schreef:Wie is volgens jullie de grote favoriet voor de tijdrit van morgen?
Herhaalt Tony Martin het kunstje weer of is Cancellara weer super goed.
Ik hoop het laatste, maar wat denken jullie.
http://www.dewielersite.net/db2/wielers ... erid=15712" onclick="window.open(this.href);return false;
Dit terwijl Martin Cancellara niet ziet als grootste concurrent:
http://www.wielerupdate.nl/wielernieuws ... bedreiging" onclick="window.open(this.href);return false;
Leuk dit.
Ik hoop dat Cancellara wint, anders is mijn vriendin niet te genieten Vraag me alleen of of hij in die korte tijd weer in supervorm kan komen. De toch wel tegenvallende optredens in de laatste paar tijdritten maken wel dat er meer kanshebbers zijn op de titel.
Die van jou had ik gezien Concorde, dat was ook de reden voor mijn vraag.
Cancellara was vorig jaar volgens mij nog slechter in vorm...Vroeg uit Vuelta gestapt etc.
Wel vreemd dat Martin Wiggens en Millar als grootste concurrent ziet terwijl die niet vaak(vooral Millar) niet sneller zijn dan Cancellara.
Cancellara was vorig jaar volgens mij nog slechter in vorm...Vroeg uit Vuelta gestapt etc.
Wel vreemd dat Martin Wiggens en Millar als grootste concurrent ziet terwijl die niet vaak(vooral Millar) niet sneller zijn dan Cancellara.
Blacksmith Avenue
Blacksmith Ruota
Blacksmith Strada
Blacksmith Ruota
Blacksmith Strada
mooi artikel over Annemiek van Vleuten in NRC vandaag:
Laatbloeier met zevenmijlslaarzen naar de wereldtop
[afbeelding]
Nuland.
Door onze redacteur Dolf de Groot | pagina 28 - 29
Annemiek van Vleuten zit pas vijf jaar op racefiets maar is zaterdag gevaarlijke outsider bij WK in Kopenhagen
Er was eens een wielrenster die pas op haar 23ste voor het eerst op een racefiets stapte. Nog geen vijf jaar later behoort ze tot de wereldtop. Haar carrière is een sportsprookje.
Vier jaar geleden reed Annemiek van Vleuten (28) haar eerste wielerwedstrijd, een kermiskoers in Waddinxveen. Daarna ging het heel snel. Heel snel. Een jaar later deed ze mee aan de Ronde van Vlaanderen, een van de belangrijkste koersen ter wereld. Dit seizoen won de wielrenster drie van de negen wereldbekerwedstrijden en daarmee het wereldbekerklassement.
Als Annemiek van Vleuten over haar opmars in het peloton spreekt, heeft ze het over de stappen die ze elk seizoen heeft gezet. De stap naar een profploeg, de stap naar het winnen van een grote koers. Het zijn stappen met zevenmijlslaarzen.
Soms verbaast Van Vleuten zichzelf. Vorig jaar was de wielrenster van de 140ste naar de zesde plek op de wereldranglijst geklommen, dit seizoen wilde ze een wereldbekerwedstrijd winnen. Maar Jeroen Blijlevens, haar ploegleider bij team Nederland Bloeit, wilde meer. Ze kon het eindklassement in de wereldbekercyclus winnen, hield hij haar voor. Van Vleuten geloofde er niet echt in. „Ik had voor dit seizoen nog geen enkele wereldbekerwedstrijd gewonnen en Jeroen sprak al over het klassement.”
Oud-topsprinter Blijlevens kreeg gelijk. In april won Van Vleuten de Ronde van Vlaanderen. Daarna volgde een tweede wereldbekeroverwinning in Zweden en in augustus de derde, de Grand Prix de Plouay in Bretagne. Met haar laatste zege stelde ze ook het eindklassement veilig. „Dit is echt een bizar goed seizoen”, zegt de wielrenster lachend.
Annemiek van Vleuten was een amateurvoetbalster met een goede conditie toen ze na verschillende knieblessures gedwongen werd voor een andere sport te kiezen. Het werd wielrennen. In 2006 fietste ze bij een toerclub in haar woonplaats Wageningen, daarna meldde ze zich bij wielervereniging Ede om wedstrijden te rijden. Haar talent werd al snel opgemerkt. Van Vleuten kon vanaf het begin met ervaren fietsers mee en in februari, na nog geen twee maanden training, reed ze tijdens een trainingswedstrijdje zomaar een aantal topamateurs uit het wiel.
Niet veel later zorgde een inspanningstest op sportcentrum Papendal voor een nieuwe verrassing. Haar maximale zuurstofopname en duurvermogen lagen op het niveau van de nationale top. De sportarts die de test afnam, keek met grote ogen naar de uitslag. „Ik wil je graag in contact brengen met de bondstrainer van de wielrenunie”, zei hij ten slotte.
Natuurlijk moest ze hard gaan trainen. Maar de bevestiging was er. Ze had aanleg voor topsport. „Ik besloot toen te gaan kijken hoe goed ik kon worden en daar had ik een betere ploeg voor nodig”, vertelt Van Vleuten. Ze nam contact op met de profploeg Vrienden van het Platteland en werd ingelijfd. Ook bij dat team hadden ze haar inspanningstest gezien.
Toch was het een enorme stap. „In 2007 had ik criteriums gereden en in 2008 deed ik al mee aan de Ronde van Vlaanderen”, blikt ze terug. „Daar reed ik tussen de wereldtop en werd ik gigantisch gelost.” Wel deed ze dat seizoen mee in de finales van kleinere internationale koersen.
Aan het einde van het jaar benaderde Van Vleuten de beste wielrenster ter wereld, Marianne Vos. „Ik wilde graag bij haar in de ploeg rijden en was hartstikke zenuwachtig toen ik haar opbelde.” Maar Vos reageerde heel positief. Een hardrijder als Van Vleuten konden ze nog wel gebruiken, zei Vos. „Ik was heel verbaasd dat zij mij al kende.”
In haar eerste seizoen bij de ploeg van Vos, nu nog steeds haar teamgenote, reed Van Vleuten echter niet goed. Zelfs slechter dan in 2008. „Ik had pijn in mijn rechterbeen, herstelde niet meer en mijn tijdrit was echt minder.” Ook het trainen ging niet meer zo lekker. Ze begon aan zichzelf te twijfelen. „Ik dacht dat ik een mentaal probleem had, dat ik niet meer kon afzien.” Uiteindelijk bleek dat haar liesslagader flink was vernauwd door littekenweefsel.
Na afloop van het seizoen werd Van Vleuten geopereerd en in hetzelfde najaar van 2009 nam de wielrenster een belangrijke beslissing: ze zegde haar baan op. Van Vleuten had haar studie dierwetenschappen aan de Universiteit van Wageningen afgerond en werkte bij een kenniscentrum voor groen onderwijs, maar besloot alles op het wielrennen te zetten. Ze wilde meer trainen en meer kunnen rusten. „Ik wist helemaal niet hoe die operatie uit zou pakken. Ik dacht gewoon: nu of nooit”, zegt Van Vleuten. Ze woonde nog in een studentenhuis en kon daardoor net rondkomen. „Het was wel een beetje een sprong in het diepe.”
De beslissing pakte goed uit. Na de operatie had Van Vleuten veel meer kracht in haar benen en ze fietste fulltime. „Het was waanzinnig. Opeens kon ik in grote wedstrijden meedoen in de finale. In de Ronde van Vlaanderen moest ik altijd lossen voor de Muur van Geraardsbergen, maar nu ging ik er met de kopgroep overheen en deed ik mee voor de overwinning.”
Van Vleuten verklaart haar opzienbarende opkomst in de wielersport door haar talent. „Ik denk dat je aanleg op fysiek en mentaal gebied voor 80 procent bepaalt of je een goede wielrenner kan worden.” Maar ze was ook leergierig, zegt Van Vleuten. „Ik durfde mijn grenzen te verleggen. Ik was niet bang om af te dalen, of om dicht op elkaar in het peloton te rijden.”
Als laatbloeier in het wielerpeloton merkt Van Vleuten nog wel eens dat ze de koersintuïtie van ervaren renners mist, hoewel die achterstand steeds kleiner wordt. Maar laat beginnen met topsport heeft volgens haar ook veel voordelen. Ze wijst op wielrenners die vanaf de junioren koersen rijden en stoppen omdat ze afgestompt zijn. „Die zijn misschien op te jonge leeftijd er te serieus mee bezig geweest. Ik heb een hele leuke studententijd gehad en ben nog heel fris. Voor mij is alles nieuw.”
Door haar late start kan Van Vleuten pas dit jaar evenveel trainingsuren maken als haar jongere ploeggenoten. Dit betekent ook dat ze zich nog kan verbeteren, waarschijnlijk meer dan haar concurrentes. „Ik weet dat ik nog grote stappen kan zetten en dat werkt heel motiverend.” Af en toe is ze wel eens bang voor een terugslag, want topsport kan eenzijdig zijn als het minder gaat. „Je hebt niets om op terug te vallen. Maar als het goed gaat, merk je dat niet.”
En het gaat goed met Annemiek van Vleuten. Ze behoort tot de kanshebbers voor de wegwedstrijd bij de WK in Kopenhagen, komende zaterdag. „Ik wil mijzelf constant verbeteren, maar er ook van genieten”, zegt ze. „Ik realiseer me wel heel erg dat het super is dat ik dit kan doen. Fietsen is gewoon heel leuk. Ik zie veel van de wereld, geniet volop en vind het best uniek dat ik dit mag meemaken.”
Dierwetenschapper
Annemiek van Vleuten (28) is afgestudeerd dierwetenschapper aan de Universiteit Wageningen. Op haar 23ste begon ze met racefietsen. Ze maakt een bliksemcarrière: in 2007 won ze de NK studenten, in 2011 de Ronde van Vlaanderen en wereldbeker.
Laatbloeier met zevenmijlslaarzen naar de wereldtop
[afbeelding]
Nuland.
Door onze redacteur Dolf de Groot | pagina 28 - 29
Annemiek van Vleuten zit pas vijf jaar op racefiets maar is zaterdag gevaarlijke outsider bij WK in Kopenhagen
Er was eens een wielrenster die pas op haar 23ste voor het eerst op een racefiets stapte. Nog geen vijf jaar later behoort ze tot de wereldtop. Haar carrière is een sportsprookje.
Vier jaar geleden reed Annemiek van Vleuten (28) haar eerste wielerwedstrijd, een kermiskoers in Waddinxveen. Daarna ging het heel snel. Heel snel. Een jaar later deed ze mee aan de Ronde van Vlaanderen, een van de belangrijkste koersen ter wereld. Dit seizoen won de wielrenster drie van de negen wereldbekerwedstrijden en daarmee het wereldbekerklassement.
Als Annemiek van Vleuten over haar opmars in het peloton spreekt, heeft ze het over de stappen die ze elk seizoen heeft gezet. De stap naar een profploeg, de stap naar het winnen van een grote koers. Het zijn stappen met zevenmijlslaarzen.
Soms verbaast Van Vleuten zichzelf. Vorig jaar was de wielrenster van de 140ste naar de zesde plek op de wereldranglijst geklommen, dit seizoen wilde ze een wereldbekerwedstrijd winnen. Maar Jeroen Blijlevens, haar ploegleider bij team Nederland Bloeit, wilde meer. Ze kon het eindklassement in de wereldbekercyclus winnen, hield hij haar voor. Van Vleuten geloofde er niet echt in. „Ik had voor dit seizoen nog geen enkele wereldbekerwedstrijd gewonnen en Jeroen sprak al over het klassement.”
Oud-topsprinter Blijlevens kreeg gelijk. In april won Van Vleuten de Ronde van Vlaanderen. Daarna volgde een tweede wereldbekeroverwinning in Zweden en in augustus de derde, de Grand Prix de Plouay in Bretagne. Met haar laatste zege stelde ze ook het eindklassement veilig. „Dit is echt een bizar goed seizoen”, zegt de wielrenster lachend.
Annemiek van Vleuten was een amateurvoetbalster met een goede conditie toen ze na verschillende knieblessures gedwongen werd voor een andere sport te kiezen. Het werd wielrennen. In 2006 fietste ze bij een toerclub in haar woonplaats Wageningen, daarna meldde ze zich bij wielervereniging Ede om wedstrijden te rijden. Haar talent werd al snel opgemerkt. Van Vleuten kon vanaf het begin met ervaren fietsers mee en in februari, na nog geen twee maanden training, reed ze tijdens een trainingswedstrijdje zomaar een aantal topamateurs uit het wiel.
Niet veel later zorgde een inspanningstest op sportcentrum Papendal voor een nieuwe verrassing. Haar maximale zuurstofopname en duurvermogen lagen op het niveau van de nationale top. De sportarts die de test afnam, keek met grote ogen naar de uitslag. „Ik wil je graag in contact brengen met de bondstrainer van de wielrenunie”, zei hij ten slotte.
Natuurlijk moest ze hard gaan trainen. Maar de bevestiging was er. Ze had aanleg voor topsport. „Ik besloot toen te gaan kijken hoe goed ik kon worden en daar had ik een betere ploeg voor nodig”, vertelt Van Vleuten. Ze nam contact op met de profploeg Vrienden van het Platteland en werd ingelijfd. Ook bij dat team hadden ze haar inspanningstest gezien.
Toch was het een enorme stap. „In 2007 had ik criteriums gereden en in 2008 deed ik al mee aan de Ronde van Vlaanderen”, blikt ze terug. „Daar reed ik tussen de wereldtop en werd ik gigantisch gelost.” Wel deed ze dat seizoen mee in de finales van kleinere internationale koersen.
Aan het einde van het jaar benaderde Van Vleuten de beste wielrenster ter wereld, Marianne Vos. „Ik wilde graag bij haar in de ploeg rijden en was hartstikke zenuwachtig toen ik haar opbelde.” Maar Vos reageerde heel positief. Een hardrijder als Van Vleuten konden ze nog wel gebruiken, zei Vos. „Ik was heel verbaasd dat zij mij al kende.”
In haar eerste seizoen bij de ploeg van Vos, nu nog steeds haar teamgenote, reed Van Vleuten echter niet goed. Zelfs slechter dan in 2008. „Ik had pijn in mijn rechterbeen, herstelde niet meer en mijn tijdrit was echt minder.” Ook het trainen ging niet meer zo lekker. Ze begon aan zichzelf te twijfelen. „Ik dacht dat ik een mentaal probleem had, dat ik niet meer kon afzien.” Uiteindelijk bleek dat haar liesslagader flink was vernauwd door littekenweefsel.
Na afloop van het seizoen werd Van Vleuten geopereerd en in hetzelfde najaar van 2009 nam de wielrenster een belangrijke beslissing: ze zegde haar baan op. Van Vleuten had haar studie dierwetenschappen aan de Universiteit van Wageningen afgerond en werkte bij een kenniscentrum voor groen onderwijs, maar besloot alles op het wielrennen te zetten. Ze wilde meer trainen en meer kunnen rusten. „Ik wist helemaal niet hoe die operatie uit zou pakken. Ik dacht gewoon: nu of nooit”, zegt Van Vleuten. Ze woonde nog in een studentenhuis en kon daardoor net rondkomen. „Het was wel een beetje een sprong in het diepe.”
De beslissing pakte goed uit. Na de operatie had Van Vleuten veel meer kracht in haar benen en ze fietste fulltime. „Het was waanzinnig. Opeens kon ik in grote wedstrijden meedoen in de finale. In de Ronde van Vlaanderen moest ik altijd lossen voor de Muur van Geraardsbergen, maar nu ging ik er met de kopgroep overheen en deed ik mee voor de overwinning.”
Van Vleuten verklaart haar opzienbarende opkomst in de wielersport door haar talent. „Ik denk dat je aanleg op fysiek en mentaal gebied voor 80 procent bepaalt of je een goede wielrenner kan worden.” Maar ze was ook leergierig, zegt Van Vleuten. „Ik durfde mijn grenzen te verleggen. Ik was niet bang om af te dalen, of om dicht op elkaar in het peloton te rijden.”
Als laatbloeier in het wielerpeloton merkt Van Vleuten nog wel eens dat ze de koersintuïtie van ervaren renners mist, hoewel die achterstand steeds kleiner wordt. Maar laat beginnen met topsport heeft volgens haar ook veel voordelen. Ze wijst op wielrenners die vanaf de junioren koersen rijden en stoppen omdat ze afgestompt zijn. „Die zijn misschien op te jonge leeftijd er te serieus mee bezig geweest. Ik heb een hele leuke studententijd gehad en ben nog heel fris. Voor mij is alles nieuw.”
Door haar late start kan Van Vleuten pas dit jaar evenveel trainingsuren maken als haar jongere ploeggenoten. Dit betekent ook dat ze zich nog kan verbeteren, waarschijnlijk meer dan haar concurrentes. „Ik weet dat ik nog grote stappen kan zetten en dat werkt heel motiverend.” Af en toe is ze wel eens bang voor een terugslag, want topsport kan eenzijdig zijn als het minder gaat. „Je hebt niets om op terug te vallen. Maar als het goed gaat, merk je dat niet.”
En het gaat goed met Annemiek van Vleuten. Ze behoort tot de kanshebbers voor de wegwedstrijd bij de WK in Kopenhagen, komende zaterdag. „Ik wil mijzelf constant verbeteren, maar er ook van genieten”, zegt ze. „Ik realiseer me wel heel erg dat het super is dat ik dit kan doen. Fietsen is gewoon heel leuk. Ik zie veel van de wereld, geniet volop en vind het best uniek dat ik dit mag meemaken.”
Dierwetenschapper
Annemiek van Vleuten (28) is afgestudeerd dierwetenschapper aan de Universiteit Wageningen. Op haar 23ste begon ze met racefietsen. Ze maakt een bliksemcarrière: in 2007 won ze de NK studenten, in 2011 de Ronde van Vlaanderen en wereldbeker.
Toch wel een beetje banaal hoe de nationaal kampioen van Eritrea Frekalsi Abrha Debesay van het start podium naar onder dook. Hij had de schrik van zijn leven leek het wel.
Wel behoorlijk goed gereden als je ziet dat hij maar 2 minuten achter ligt op mannen die in een world tour ploeg rijden.
Wel behoorlijk goed gereden als je ziet dat hij maar 2 minuten achter ligt op mannen die in een world tour ploeg rijden.
Mooie winnaar, Martin. Een van de beste renners van dit moment, die zo bescheiden is, dat zijn hele jaar in het teken van de trein van Cavendish staat. Onvoorstelbaar dat een renner, die bijv. ook de nieuwe Duitse kopman voor de grote rondes werd genoemd, zich zo wegcijfert. Daarom geheel terecht dat dit kanon wel wereldkampioen tijdrijden is geworden. Ik denk dat van alle renners in de top tien, hij de enige renner is die bijna alleen maar knechtenwerk doet.