Het was 2 juli 2016, omstreeks 17.00 uur.
Ik had zojuist voor de eerste keer de Marmotte verreden en uitgereden.
Echter, met een wrange nasmaak. Stiekem ging ik voor goud, en had ik 13 minuten te lang over de tocht gedaan. Zilver dus. Dit terwijl ik PR's reed op o.a. De Alpe en achteraf te zuinig gereden had.
Hier begon de planning voor 2017, want er moest revanche komen.
In 2016 was ik samen met een fietsgenoot afgereisd en met z'n tweeën waren we het avontuur aangegaan. Door onze verhalen werden clubleden enthousiast en wilden 2017 ook meedoen aan de Marmotte. Hierdoor werd de club voor 2017 uitgebreid naar in totaal 10 personen.
Bij het openstellen van de inschrijvingen viel mijn oog op het pakket Marmotte Alps en Pyreneeën. Aangezien er ook nog een gezinsvakantie moest komen, en deze nagenoeg in dezelfde periode viel als de datum waarop de Pyreneeën variant verreden zou worden werd het pakket geboekt.
Hoofdmoot van deze vakantie zou het gezinsbelang zijn. Aangezien ik reeds de Alpen in was gegaan met mijn clubgenoten en zonder vrouw en kinderen, was het voor mij ook niet meer dan vanzelfsprekend dat ik minder tijd in het fietsen zou stoppen en meer in het gezin.
Zo gezegd, zo gedaan. Wij verbleven op een prima camping in Argeles-Gazost heerlijk in de tent. Vooraf Niet wetende wat voor wielrenwalhalla dit zou zijn, man man wat een locatie zeg. Hoofddoel van dit jaar was bereikt, goud in de Alpen, dus mijn bietensapjes en übergezonde levensstijl thuis gelaten. Gezellig elke avond roseetjes drinken met een kaasje samen met de vrouw, een ijsje eten met de kinderen. Mijn voorbereiding was, laten we zeggen, niet optimaal voor wat later bleek een monstertocht te zijn..
In totaal heb ik vier keer op de fiets weten te klimmen.
Op dag 1 ben ik voor een kort heen en weertje richting de col du solour gereden. Vanuit de camping direct klimmen, eerst op een drukke weg en weinig moois qua omgeving. Dit werd niet veel kilometers later beloond met prachtige bochtige wegen omhoog richting de col. Mooie bochten, goed wegdek en af en toe een verdwaalde ezel op de weg. Ondanks het feit dat hier wat stukken weg boven de 10% kwamen was deze col heel goed te doen.
Dag 2 was een langere tocht. Richting col des tentes, ookwel cirque du gavarnie genaamd. Hier zouden we gezamenlijk een picknickje houden, wat genieten van de uitzichten waarnaar vrouw en kinderen weer met de auto achter me aan zouden rijden.
Vanaf de camping is het eerst circa veertig kilometer 'Spaans vlak' omhoog met af en toe iets meer dan dat. Na het drukke dorp Gavarnie is het echt klimmen geblazen. Ik fiets gelijktijdig omhoog met een Fransoos. In de eerste bocht haal ik hem in, mooi zo. Bij bocht twee heeft hij me alweer bijna te pakken, bah. Deze hellingen zijn toch niet mijn ding. De daaropvolgende zes kilometer blijf ik continu op ongeveer 100 meter van de Fransoos vandaan. Eenmaal tussen de koeienstront en blèrende schapen blijft de Fransman plotseling staan en hijgt over zijn stuur heen. Mooi zo, mijn indeling van deze col blijkt toch de betere. De laatste paar kilometers stijgen mooi geleidelijk en hier heeft de wind vrij spel, wat me eerder helpt dan tegenwerkt, fijn om wat verkoeling te krijgen. Een paar snelle foto's en op voor het toetje, 50 kilometer afdalen naar de camping.
Dag 3 zou weer een tochtje worden van twee uurtjes. Cauterets en Pont d'Espagne. Waarbij de eerste een hele fijne lopende klim zonder al te veel lastige stukken blijkt te zijn, was het richting pont d'Espagne bij tijd en wijle toch wel andere koek. Gelukkig was deze niet al te lang en kon ik boven genieten van prachtige bergwanden overal om je heen. Hier zouden we met het gezin later nog terugkomen om lac gaube te bewonderen en te wandelen alhier. Super.
De afdaling volle bak gereden, heerlijke afdaling! Halverwege Cauterets Herman nog omhoog zien fietsen, zag er soepel uit Herman
![👌🏻](//cdn.jsdelivr.net/gh/twitter/twemoji@latest/assets/svg/1f44c-1f3fb.svg)
De laatste paar kilometer van de Cauterets helaas achter een Spanjaard in koekblik vastgezeten die me helaas geen ruimte gaf om even te passeren.
Dag 4 Col de spandelles. Wederom een kort ritje, met maar weinig zin. De benen hadden weinig zin en mijn knie speelde de voorgaande dagen wat op. Als klap op de vuurpijl na een aantal kilometer erachter komen dat je de bidons vergeten bent en ik was gauw weer omgedraaid. Geen spandelles dus, en een slechte generale.
Op zaterdag om tien uur was het tijd om de startbescheiden op te halen. In de auto naar Luz dit keer. Want het devies voor vandaag, rustig aan en veel eten en drinken.
Ik was mooi op tijd en nog voordat de balie open was stond ik in de rij. Na een paar minuten wachten had ik mijn tweede Marmotte tasje van dit jaar binnen. Een groene dit keer, mooi hoor.
Vlug met de auto terug naar de camping, koffietje doen met de vrouw en op naar het zwembad. Hier heerlijk vertoefd, het was alweer prachtig weer. De weersvoorspelling voor zondag daarentegen werd met het uur slechter. In de middag mijn fiets in gereedheid gebracht voorzover dit nog niet gebeurd was. S'Avonds op tijd naar (lucht)bed met de wekker om vijf uur.
Zoals altijd voor dé dag niet heel best geslapen. Ik zou met de fiets naar de start gaan. Naïef. Het miezerde wat en ik had een klein dingetje over het hoofd gezien, het was natuurlijk pikkedonker om zes uur. Lekker handig zonder verlichting... aangezien de zin er ook niet bepaald positief door beïnvloed werd, fiets in de auto gesmeten en op naar de start.
Zeven uur stond ik in het startvak. Tussen de gesoigneerde mannetjes met een lichaamsgewicht van ongeveer de helft van dat van mij. De ietwat monotone stem van meneer de omroeper bij de startboog en veel te kijken om me heen. Het inschatten van de kwaliteiten van een ieder is hier begonnen.
Na een stilte en applaus ter nagedachtenis van de slachtoffers in Barcelona werd de muziek vol open gezet en door middel van de opzwepende tonen klonk het startschot ook voor mij. In de voorbereiding heb ik al veel kunnen lezen over de beklimmingen,, en de Hautacam op het einde in het bijzonder. Ik moest en zou dus sparen zo lang als ik kon, om dit klereding goed op te komen.
De start was vlot, dwars door Luz naar beneden om een leuk klein "opwarmrondje" te doen alvorens voor de eerste keer de tourmalet op te fietsen. So far so good. De zenuwen waren weg en de beentjes konden lekker rond draaien op de grote plaat. De eerste paar kilometer van de tourmalet was het, gezien de massastart, best druk maar ik kon al gauw mijn eigen tempo bepalen en dit viel me in het begin zeker nog niet tegen. Leuk om te zien dat het halve dorp was uitgelopen om een ieder aan te moedigen, ondanks het tijdstip. Halverwege de klim van de tourmalet begon deze wat in zwaarte toe te nemen en werd ik door meer en meer mensen ingehaald. Fuck, was ik nou al bijna laatste in de koers? Ik wilde op reserve omhoog, maar veel sneller dan dit was voor mij ook niet mogelijk. Zodra ik de top eenmaal in het vizier had ging het plots weer een stuk beter. Ik wist hoe ver het nog was en het weer viel tot nu toe erg mee. Na anderhalf uur stond ik op de top van de eerste klim. Achter de top was de eerste bevoorrading waar ik gauw een banaantje meepak, mijn bidon vul met water en naar beneden schiet. Een lekkere afdaling waar de snelheden snel opliepen. Terwijl ik hiermee bezig was, boezemde mij de weg omhoog later op de dag toch wel angst in.
Eenmaal beneden was het gelijk weer omhoog, over de weg richting de Aspin. Dit is toch wat anders dan in de Alpen, geen tijd om op het vlakke wat bij te komen en de benen eenvoudig rond te kunnen laten draaien. Na een aantal eenvoudige kilometers buigen we rechtsaf richting de hourquette d'ancizan. De grote onbekende voor mij. Een klim waar weinig schommeling in percentages zit en gevoelsmatig kon ik deze klim redelijk doen. Hoewel, ik ben toch wel weer veel ingehaald. Vooral door fietsers die ik tijdens de afdaling tourmalet zelf heb ingehaald.
In iets meer dan veertig minuten sta ik boven. Snel de bidons bijvullen bij een waterpunt waar men kennelijk niet berekend waren op veel fietsers. Het was er dringen geblazen, ondanks het feit dat het deelnemersveld toch al aardig uit elkaar lag.
Hup de vooraf gewaarschuwde afdaling in, die overigens erg meeviel. Er lag wat grind maar de toplaag was er grotendeels al vanaf. Leuke bochten en redelijk overzichtelijk. Eenmaal beneden vlot naar het begin van de col d'aspin gereden over een relatief drukke weg. Fijn was het dat er erg veel verkeersbegeleiders stonden, nog fijner dat ze zeer oplettend waren en ons de vrije doorgang gaven. Klasse.
Eenmaal aan de Aspin begonnen blijkt dat deze in het begin lekker loopt. De kleine versnelling hoeft er bij lange na niet aan te pas te komen, pas na een kilometer of zes begon de Aspin mij vervelend pijn te doen. Zowel fysiek als mentaal, wetende wat er nog zou komen. Ik begon wat last te krijgen van mijn knie en verbaasde me over de, met name Italianen die met als kleppend en schaterlachend met ogenschijnlijk gemak voorbij reden. Velen hiervan zijn me in de voorgaande twee beklimmingen ook al voorbij gekomen. Wat doen ze eenmaal boven gekomen in vredesnaam? Ik vraag het me af en bedenk dat er ook stoeltjesliften opengesteld zijn. Mm, wellicht houden ze niet zo van afdalen.
Ondertussen klim ik met wat meer pijn fysiek, maar vooral mentaal verder richting top Aspin. Vooraf had ik de Aspin als relatief eenvoudig bestempeld, en denk ik dat hier sprake is geweest van onderschatting. Na 58 minuten ben ik op de top. Hier neem ik wat langer de tijd voor een pauze. Dit geheel tegen mijn voorkeur en natuur in, maar het hoofd moest even leeg en de maag weer vol.
Nou, het leukste deel van de rit gaat beginnen. 4,5 uur in het zadel en 90 kilometer verder staan er nog 80 kilometer te wachten. Hiervan zijn er ongeveer 30 kilometer bergop met de zwaarste zijde tourmalet en hautacam voor de boeg. Motiverend is anders.
Gelukkig stellen de overige 50 kilometers niet zo veel voor, ze zijn hoofdzakelijk bergaf. Na de eerste afdaling ben ik weer van mijn angst voor het dalen zo goed als verlost. Na twee klapbanden op het voorwiel tijdens de afdaling Glandon in juli met mijn carbonwielen is dit aardig in het hoofd rond gaan spoken.
St Marie de Campan, allemachtig. De start van de klim is relatief eenvoudig en loopt met gemiddelden van 3 tot 5% erg makkelijk. Echter, ik weet hoe rap de afdaling met name in het begin verliep, het begin wat nu het einde van de klim betekende. Veel kilometers met belachelijk hoge gemiddelde stijgingspercentages. De Pyreneeën staan bekend om hun grillige karakter en voor het eerst miste ik dit karakter tijdens het beklimmen van deze reus. Voortdurend een percentage die niet onder de 9% uitkomt en werkelijk geen moment om even de spanning van de benen te kunnen halen. Lange rechte wegen omhoog naar een afschuwelijk skidorp. 10km p/u op de teller, dat kan toch sneller. Nou nooit niet dus. Oké, dan dit vasthouden. Geen minuut later zak ik naar 9 km p/u. OK, tegenvaller maar het is niet anders. Zolang ik hier maar niet onder kom. Weer een minuut verder, ja hoor. 8,5 op de teller. Hoe is het mogelijk, terwijl mijn hartslag niet eens meer in de buurt komt van mijn omslagpunt krijg ik de gang er niet meer in. Ik kon niet meer. Er ontstond een beginnende vorm van kramp, terwijl ik door meer en meer 'collega's' voorbij werd gereden. Ze reden niet heel snel voorbij, gelukkig. Het zal voor hen ook pijn doen, toch? Het begon wat te sputteren, lekker. Een beetje verkoeling. Ik heb toch het idee dat ik onder koelere omstandigheden beter op mijn fiets zit. Na een paar minuten stopt het met miezeren. Ook fijn, gezien de afdaling die nog komen gaat.
Eenmaal in het dorp aangekomen en zonder water zittend ben ik rap een openbaar toilet ingereden. Hier heb ik mijn fiets gestalt en dankbaar gebruik gemaakt van de watervoorziening. Bidons gevuld en gedronken, weer gevuld en de benen even gestrekt.
Waar ben ik in vredesnaam mee bezig. Ik heb er geen zin meer in, haal er geen voldoening meer uit en ik moet nog een pokkestuk. Ik stop ermee.
Ik pak mijn telefoon en besluit vrouwlief te bellen. Aangezien ze erg benieuwd zijn naar de ontwikkelingen en ik weet dat ze op afstand mee aan het leven zijn. Onderwerp van gesprek was wat mij betreft, ik rij naar de auto en kom zo snel mogelijk thuis.
Ze neemt niet op. Oké, ik stap weer op de fiets voor de laatste vijf kilometer van de klim. Ik keek uit naar de laatste haarspeldbochten. Hiervan wist ik dat deze iets minder stijl waren en kon ik in de bochten iets van verlichting vinden voor mijn benen. Wat deden ze inmiddels zeer. Deze laatste vijf kilometer leg ik af in bijna veertig minuten. Belachelijk langzaam dus. Boven stond de ravitaillering welke ik op de heenweg nagenoeg had overgeslagen. Ditmaal heb ik hier uitgebreid gedineerd. Cakejes, dadels, stokbroodjes met brie en twee glazen cola. Alles ging in razend tempo naar binnen.
Ondertussen een SMS van de vrouw met enorm lieve en motiverende woorden. Tja, ik ben nu boven, heb al vier cols achter de rug en hoef er nog maar eentje. Ik besluit om een fotootje te nemen van Géant du tourmalet. Normaliter zou ik hier nooit de tijd voor nemen, en gewoonweg doorknallen voor een zo scherp mogelijke tijd. Ditmaal was dit anders. Fotootje geschoten, ruzietje waargenomen omdat er iemand heerlijk pontificaal op de weg zijn fiets parkeerde en een Spanjaard dit niet zo kon waarderen hup, in de beugels dan maar. Laat ik het gewoon gaan doen!
De Tourmalet duik ik naar beneden. Neus op het stuur, zitten op de bovenbuis. Alles om lekker snel en zonder teveel inspanning naar beneden te geraken. Waar de eerste kilometers met zo'n 9 procent en veel bochten omlaag gaan, gaat dit even later over naar lange brede wegen, dalend met zo'n 7 procent en zeer overzichtelijk. Heerlijk om de gang er goed in te kunnen houden dus. Waar ik tijdens het klimmen het gevoel had als laatste deze cyclo te zullen eindigen, had ik tijdens afdalingen een totaal ander gevoel. In plaats van voortdurend ingehaald te worden, kon ik me hier richten op het soepel de bochten door glijden en andere renners inhalen. In twintig minuten ben ik weer waar de tocht vanmorgen begonnen is. Luz Saint-Saveur. Hier rijd ik op vijf meter langs mijn auto, welke ik strategisch op een parkeerplaats heb gestald net voor het begin van het centrum, om eventuele drukte te vermijden. Zal ik afbuigen, en de fiets in de auto gooien? Nee, ik daal verder in de richting van Beaucens. Hier is de laatste ravitaillering voordat de Hautacam zich aandient. Vanuit Luz ben ik in een kwartier bij de laatste stop, waar ik door een oude vrouw zeer vriendelijk geholpen ben. Colaatje ingeschonken, bidons overgenomen en bijgevuld. Broodje meneer? Nee bedankt, ik pak een handjevol gedroogd fruit. Na een paar minuutjes vervolg ik mijn weg. Nog 15 kilometer te gaan en dan ben ik er!
De vooraf zo gevreesde Hautacam moet ik nu toch echt aan geloven. Er is geen ontkomen meer aan. Het weer is, zoals eigenlijk de hele dag al redelijk warm en bewolkt. Op deze klim zou het wel eens erg warm kunnen worden wanneer de zon zich zou laten zien.
De eerste kilometer begint. Twee katten dood langs de weg, symbolisch. Exemplarisch voor wat ik de komende twaalf kilometer nog aan zal treffen. Ik voel me ook een kat, eentje waarvan ik zojuist acht levens verloren heb en mij vastklamp aan mijn laatste strohalm. Het begin van de Hautacam viel me eigenlijk nog mee. Het was rustig, ik haal niemand in (uiteraard) maar wordt ook nauwelijks ingehaald. Ik zie ook niemand achter me, dus vandaar. Na de eerste twee kilometerbordjes gezien te hebben schieten de percentages weer omhoog. Kilometers met een gemiddelde van 10,5% waarbij er in het begin een klein afdalinkje zit en je weet wat er daarna komen gaat. Een muur, geweldig. Net wat ik nodig had. Inmiddels zie ik steeds meer 'Marmotten' langs de weg zitten al dan niet met schoenen uit, hangend over het stuur om uit te puffen. Deze klim zal een veldslag worden bedenk ik me nog. Daarbij houd ik mijzelf voor om hier niet aan mee te doen. Doorfietsen, hoe traag het ook gaat. En dat doe ik.
Na de eerste helft van de klim gedaan te hebben loopt alle energie langzaam uit mijn benen. De helft doe ik gemiddeld met 10,5km p/uur. Ik mag van mezelf bij kilometerbord 5 even stoppen om wat te drinken, de benen wat rust te gunnen alvorens ik de laatste vijf verder fiets. Ik zie 'bordje zes', nog één en dan mag ik even rusten. Een kwartier, en steile kilometer later is daar het beloofde rustpunt. Wat doe ik? Stop ik? Nee, natuurlijk niet. Dat zou nu toch wel erg zonde zijn. Ik besluit toch door te trappen. De ene steile strook volgt de volgende op. Tussendoor is er af en toe gelukkig een iets minder steil stuk, waarbij ik weer een beetje bij kan komen.
Op veel punten tijdens de klim staan locals luidkeels aan te moedigen en een ieder te voorzien van water naar behoefte. Super! Ik maak hier dankbaar gebruik van, aangezien de temperatuur aardig op aan het lopen is. Althans, zo voelt het voor mij sowieso.
Nog vier kilometer te gaan, een wat langer en zeer steil gedeelte waar ik wel erg traag omhoog kruip. Wederom veel fietsers in de berm. Nog nooit zo gezien. Ga ik ook stoppen? Zeker niet. Nu zet ik ook door ook. Bijna op het einde van deze strook staat een Fransman die mij verteld dat het na deze bocht minder steil zal worden. Althans, dat maak ik op uit mijn gebrekkig Frans. Godzijdank, ik rij de bocht in en zie dat de man me juist heeft voorgelicht. Ik kan weer wat op tempo komen en hark mezelf naar de laatste drie kilometer. Deze doe ik op karakter. De organisatie had er leuke borden neergezet. Teksten met de strekking, schakel een versnelling lager en het wordt makkelijker. Alsof ik nog een versnelling over had. Bedankt.
Mijn 36/32 heb ik nog nooit zoveel nodig gehad als vandaag.
Ik rijd inmiddels de laatste twee kilometer in, een aantal koeien op de weg achter me latend. Hier zie ik de finish inmiddels goed liggen en mijn motivatie zit er weer wat in. Ik blijf op een rustig tempo doorfietsen, wetend dat uitfietsen voor mij nu toch echt belangrijker is dan een goede tijd neerzetten. De laatste meters kom ik op een parkeerplaats waar een halfbakken finish staat. Later blijkt dat dit halsoverkop door de organisatie afgebroken moest worden vanwege harde wind op de top. Na 8 uur en 58 minuten rijd ik over de finish. Ik ben er. Eindelijk! Brevet d'argent, 150ste in mijn categorie, 446ste totaal. Er zouden tweeduizend zijn gestart. Er finishen uiteindelijk 1171....
Ik besluit om snel wat te eten, heerlijk die tabouleh met droog stokbrood. Blikje cola erin, praatje met een Nederlander. Gelukkig, hij vond het ook zwaar. Ben ik toch niet de enige.
Na wat gegeten te hebben haal ik mijn certificaat op, neem een Marmot knuffel mee voor de kinders en daal ik af naar de camping. Medelijden heb ik met de renners die zichzelf dan nog omhoog aan het werken zijn. Na op de camping aangekomen te zijn, wacht me hier een heldenonthaal van mijn gezin. Dan ben je de pijn snel vergeten. We drinken wat, kletsen wat bij en ik stap weer op de fiets. Ik mag de auto nog ophalen uit Luz. Fijn, twintig kilometer vals plat omhoog, alsof ik nog niet genoeg geleden had. Maar alles was weer vergeten dankzij het onthaal. Wanneer ik ook nog renners tegenkom die om 18:00 uur aan het afdalen zijn vanuit Luz realiseer ik me dat deze cyclo niet bepaald een eitje was....
![Afbeelding](http://i63.tinypic.com/21n4pbq.png)