Fietstochten van "Le Grimpeur"
Geplaatst: 19 aug 2013 14:30
Klimmen, klimmen, klimmen...
Gisteren was het tijd voor een paar 'klimmetjes' die ik in elk geval wilde doen voordat we deze streek weer verlaten. Een aantal jaren geleden heb ik vanuit de toenmalige standplaats Albens de meeste cols in het erg mooie en rustige Massif des Bauges al gedaan. Dat massief ligt in de driehoek Annecy - Chambéry - Albertville. Maar aan de Col du Marocaz was ik nog niet toegekomen, omdat die col net even te ver weg lag. Twee jaar geleden heb ik hem met madame wel met de auto vanuit Albertville verkend. Het leek mij
een lastig ding! Omdat ik gisteren een flinke tocht wilde maken, zat ik al om ruim voor half negen op de
Planet X. Al na 900 meter kreeg ik de eerste helling voor m'n wielen, die naar de Côte de la Chapelle Blanche (Le Cerisier, 486 m). Die klim begint direct vrij steil en dat slaat dan natuurlijk meteen in je benen. Even rustig aan doen en een ritme zien te vinden. Gelukkig heb je dat steile gedeelte zo achter je gelaten en kun je op de helling genieten van het zicht op La Rochette en Détrier en de omliggende bergwereld. Bovenin wordt het weer even iets steiler. Het laatste stuk van de aan deze zijde krap 3 km lange klim is 'golvend vals plat', zodat je alle gelegenheid hebt om je te vergapen aan het Massief de la Chartreuse dat zich in de volle breedte presenteert.
In de afdaling kun je genieten van de Combe de Savoie, want het landschap is grotendeels open. Bij Les Granges (Commune de Les Mollettes) kom je op een brede weg met eveneens brede fietsstroken. Je rijdt zo geheel over vlak terrein naar Montmélian. Bij de brug over de Isère rijd ik het Parc Naturel Régional dus Massif des Bauges binnen.
Op de brug over de Isère bij Montmélian:
Na de brug kruis ik de D1006 (de voormalige RN6) en hoop zo op de D201 naar Arbin te komen. Maar ik kom eigenlijk meteen op een fietsroute. Ook goed. Links kan ik omhoog het oude stadsdeel in. Dat lijkt mij niets. De fietsroute buigt naar rechts en loopt een stukje parallel aan de D1006. Net voorbij het stadje zelf staat dat je linksaf naar Arbin gaat. Er is weer een fietspad en even voorbij de Intermarché supermarkt kom ik op een rotonde. Maar het fietspad sluit niet aan op die rotonde, doch gaat terug het stadje in. Daarom ga ik op de rotonde, zonder naar de wegwijzers te kijken, rechtsaf een brede weg op. Foutje! Die weg loopt dood en dus neem ik aan het einde een smalle weg die linksaf via een piepkleine doorgang onder de spoorlijn door gaat. Daarna volgen er in een bosje een paar steil oplopende bochten en kom ik uiteindelijk toch op de D201, die verder richting Cruet gaat. Ik rijd nu vlak langs steile hellingen vol wijngaarden. Ook hier is het prachtig fietsen. Net even voor Cruet word ik ingehaald door een racefietser op een witte Serotta. Rond de zadelpenlug is het frame niet gespoten en meen ik titanium te zien. Mooie fiets! De man gaat in Cruet rechtdoor, terwijl ik linksaf richting Col du Marocaz ga.
Bij de smalle passage door het dorpje St.-Laurent staat een bord: Col du Marocaz 7,2. De weg het dorpje uit is steil en met moeite trap ik met 34x29 omhoog. Meteen na het plaatsnaambord vlak de klim gelukkig af. Het is al warm en ik rijd veel in de zon. Een racefietser haalt mij in. Hij heeft nog 2 of drie kransjes over, ik niet! Er komen gelukkig ook wat passages die wel in de schaduw liggen en een kort vlakker stukje. Opnieuw word ik ingehaald. Nu door een man die op een klassiek stalen Libertad rijdt. Het is zo'n antieke' fiets met midden-optrek-remmen type 'Mafac', een 'triple' en waarschijnlijk nog een 5-vitesse pignon. Ik zie grote sportschoenen op sportpedalen met toeclips. Maar hij gaat wel sneller dan ik... (hij is ook een stuk jonger dan ik, dat wel). Het is een lastige klim en het is erg warm. Regelmatig moet ik een stukje op de pedalen gaan staan. Verdorie, word ik al weer ingehaald. Een jonge knaap op een Viper racefiets. Ook hij draagt sportschoenen. Ik zie fluor-gele zolen en 'goedkope' plastic sportpedalen met van die halve plastic 'toeclips'. Hij blijft op een gegeven moment wel op gelijke afstand voor mij rijden. Maar ik kom ook wel boven, al duurt het dan iets langer . Een stukje voor de col komt de man die mij het eerste inhaalde weer naar beneden en rijdt met de knaap met 'fluor-zolen' terug omhoog. Op de col blijkt dat ze alle drie bij elkaar horen. Tja, het is bekend, je moet het uiteindelijk van de benen hebben (en van je jeugd ).
Op de 'lastige' Col du Marocaz:
Op de col neem ik rustig de tijd om de verbruikte energie weer aan te vullen en wat op adem te komen. Dan naar beneden! Eerst een stukje door het bos. Je kunt er niet snel dalen, want de weg is niet slecht, maar je moet wel goed opletten voor scheurtjes of gaten in het wegdek en los gruis in de bochten. Al snel wordt het landschap open en is het weer genieten geblazen van het mooie berglandschap.
Dalen in het mooie Massif des Bauges:
.
Bij het bergdorpje Montoux kun je binnendoor naar de Col des Prés (1135 m). Ja, fietsmogelijkheden genoeg hier! Maar ik ga rechtdoor en moet zelfs nog weer een stukje klimmen, voordat ik bij Le Boyat afsla. Je kunt gewoon de afdaling richting Chambéry volgen, maar dan kom je bij St.-Alban-Leysse uit en dus ook op drukke wegen. Ik kies voor de leuke en relatief snel te nemen steile afdaling over de D21 naar La Boisserette en verder naar St.-Jeoire-Prieuré. Even de rotonde in de D1006 'nemen' en het bordje voor de fietsroute naar Chambéry volgen. Er is in deze omgeving, zeker voor Franse begrippen, een uitgebreide fiets-infrastructuur. Veel fietsstroken en fietsroutes waar je gescheiden van het gemotoriseerde verkeer rijdt. Het is hier dan ook een echte fietsomgeving. Je ziet niet alleen veel racefietsers, ook veel 'gewone' recreanten op een fiets. Over goed gemarkeerde fietsstroken kom ik zo op het fietspad naar Chambéry. Het begin is 'ingewikkeld' en je moet nog al wat draaien-en-keren, waardoor ik gedesoriënteerd raak en even denk een bordje gemist te hebben en dus de verkeerde kant op ga. Maar dat is gelukkig niet het geval en zo kom ik netjes midden in de hoofdstad van het département de la Savoie uit. Ook in de stad nog fietsstroken, tot vlak bij mijn doel, het Château de Chambéry, waar tegenwoordig de bestuurslichamen van het departement gevestigd zijn.
Het Château de Chambéry:
In de begintijd van mijn fietsavonturen in Frankrijk, ben ik al een keertje vanuit Chambéry de Col du Granier op geweest. Maar omdat die klim grotendeels uit mijn herinnering verdwenen is, wilde ik hem graag nog eens doen. Niet omdat het een bijzondere klim is of zo, maar gewoon 'nog eens een keertje doen'. De D912 begint ergens anders in de stad, maar tegenover het château kun je ook omhoog. Leek mij wel leuk .
Je komt dan vanzelf wel op de D912.
Tegenover het Château de Chambéry kun je ook aan de klim naar de Col du Granier beginnen:
Via een aantal bochten klim je snel de stad uit, alvorens je dan op de hoofdweg naar de col komt. Er staan van die bornes (km-paaltjes) langs de weg, die de afstand tot de col en het stijgingspercentage van de kilometer die volgt aangeven. Ik lees 4%. 't Is te doen. Dan een kilometer van 5% en een van 6%. Dan komt er eentje van 7%, maar dat is een 'nepper'. Het is zo'n kilometer die min of meer uit vals plat bestaat en die 7% haalt uit een gemeen 'bultje' ergens aan het einde! Even op de pedalen dan maar!
Er rijden een man en een vrouw een eindje voor mij. De man stapt af, want hij wordt kennelijk gebeld. Ik passeer de vrouw, Ze roept iets. Ik versta 't niet. Ze herhaalt het het. Nog versta ik het niet, want ik ben al weer een stukje verder van haar verwijderd. Da's niet netjes. Even inhouden dan maar. Ze haalt mij bij. Ik verontschuldig mij, zeg dat ik Nederlander ben en dat ik haar niet goed verstaan heb, maar wat ze wil weten. 'O, 't geeft niet hoor, gaat u maar verder', antwoord ze. Nee, zo makkelijk gaat dat niet. 'Nee', zeg ik, 'wat wilde u vragen'. Y-a-t'il des grosses côtes? (zijn er nog steile hellingen) wilde ze weten. Ik vertelde haar dat ik deze klim tientallen jaren geleden gedaan heb, maar dat ik hem mij niet meer goed herinner en dat de klim vanuit Chapareillan erg lastig is, maar dat ik gisteren in het internet gezien heb dat de klim vanuit Chambéry wel meevalt. Of haar dat helpt. Ze antwoord bevestigend. Ik wens haar nog succes en trap daarna in mijn eigen tempo verder. De borne geeft 4 % aan en de volgende 5%. Steiler dan 7 % wordt het niet, het is verder geen moeilijke klim. Fijn voor de Française!
Wat hoger kun je schuin achterom kijkend genieten van een prachtig uitzicht op Chambéry en wijde omgeving. Maar 't is bekend, tijdens het klimmen stop ik niet om te fotograferen. De weg verloop een stuk en corniche (langs een steile bergwand), schitterend! Als ik in de buurt van het tunneltje kom, hoor ik een ambulance omhoog komen. Ik hoop dat hij er is, voordat ik de tunnel in ga. Als ik zo ongeveer midden in de Tunnel du Pas de la Fosse fiets, komt hij langs. Er zijn op dat moment gelukkig geen tegenliggers, zodat de ambulance ruim om mij heen kan. Na de tunnel nog een dikke vijftal kilometers en ik ben boven!
In de schaduw van de machtige Mont Granier (1933 m), op de 800 m lager gelegen col:
De technische en steile afdaling over de D285 richting Chapareillan is niet geheel zonder gevaar. Er zitten aardig wat minder goede plekken in het wegdek. Er komen ook veel fietsers omhoog, zowel op de racefiets als op allerlei ander 'spul'. Dapper hoor, want dit is een heel gemene klim, weet ik uit eigen ervaring! Als je uit het bos komt, kun je je opnieuw vergapen aan de mooie omgeving hier. Ook in deze hoek vind je veel wijngaarden, want hier liggen een paar van de meest bekende wijndorpen uit de Savoie: Apremont, Les Abymes en Les Marches. Net voorbij La Palud neem ik het smalle, hobbelige en erg steil dalende weggetje richting St.-André.
Bij de afslag op de D285 naar St.-André:
In St.-André gaat het vervolgens over de D12 naar Les Marches. In één van de bochten zie je het Lac St.-André fraai liggen. Hier gaan de Fransen in het weekeinde graag pick-nicken en griller (BBQ-en). Je ruikt het als je er langs fietst.
Het Lac St.-André, Les Marches (midden rechts) en op de achtergrond de wijngaarden van Chignin en Arbin:
Na Les Marches rijd ik over de brede D201 richting Francin en verder terug naar Montmélian. Net even voorbij Les Marches kijk ik nog even om en zie ik waar ik vandaan kom. Het is een imposante berg, die Mont Granier!
Het dominante granietblok van de Mont Granier met rechts de col en op de voorgrond Les Marches:
Ik neem vanaf Montmélian dezelfde weg terug als heen, want zo kan ik de Côte de la Chapelle Blanche ook van de andere zijde doen. Deze klim is ongeveer 4,5 km lang en eerlijk gezegd zie ik er na al het klimwerk wat ik al achter de rug heb, wel een beetje tegenop! Bovendien is het heet en ligt de klim ook voor een deel in de volle zon. Maar gelukkig valt het mee, want het is geen steile klim en er zijn voldoende schaduwrijke passages om even bij te komen. Het is wel een leuke, want erg afwisselende, klim om te doen. Ik ben dan ook vrij snel in La Chapelle Blanche en even buiten het dorpje schiet ik de laatste plaat voor dit verslagje.
Op de Côte de la Chapelle Blanche (Le Cerisier, 486 m) (zoek 'Le Grimpeur' ):
Nu nog even met 60 km/u richting La Rochette dalen en deze pittige en 95 km lange 'zondagse fietstocht' zit er op! Hè, hè, even uitblazen...
Gisteren was het tijd voor een paar 'klimmetjes' die ik in elk geval wilde doen voordat we deze streek weer verlaten. Een aantal jaren geleden heb ik vanuit de toenmalige standplaats Albens de meeste cols in het erg mooie en rustige Massif des Bauges al gedaan. Dat massief ligt in de driehoek Annecy - Chambéry - Albertville. Maar aan de Col du Marocaz was ik nog niet toegekomen, omdat die col net even te ver weg lag. Twee jaar geleden heb ik hem met madame wel met de auto vanuit Albertville verkend. Het leek mij
een lastig ding! Omdat ik gisteren een flinke tocht wilde maken, zat ik al om ruim voor half negen op de
Planet X. Al na 900 meter kreeg ik de eerste helling voor m'n wielen, die naar de Côte de la Chapelle Blanche (Le Cerisier, 486 m). Die klim begint direct vrij steil en dat slaat dan natuurlijk meteen in je benen. Even rustig aan doen en een ritme zien te vinden. Gelukkig heb je dat steile gedeelte zo achter je gelaten en kun je op de helling genieten van het zicht op La Rochette en Détrier en de omliggende bergwereld. Bovenin wordt het weer even iets steiler. Het laatste stuk van de aan deze zijde krap 3 km lange klim is 'golvend vals plat', zodat je alle gelegenheid hebt om je te vergapen aan het Massief de la Chartreuse dat zich in de volle breedte presenteert.
In de afdaling kun je genieten van de Combe de Savoie, want het landschap is grotendeels open. Bij Les Granges (Commune de Les Mollettes) kom je op een brede weg met eveneens brede fietsstroken. Je rijdt zo geheel over vlak terrein naar Montmélian. Bij de brug over de Isère rijd ik het Parc Naturel Régional dus Massif des Bauges binnen.
Op de brug over de Isère bij Montmélian:
Na de brug kruis ik de D1006 (de voormalige RN6) en hoop zo op de D201 naar Arbin te komen. Maar ik kom eigenlijk meteen op een fietsroute. Ook goed. Links kan ik omhoog het oude stadsdeel in. Dat lijkt mij niets. De fietsroute buigt naar rechts en loopt een stukje parallel aan de D1006. Net voorbij het stadje zelf staat dat je linksaf naar Arbin gaat. Er is weer een fietspad en even voorbij de Intermarché supermarkt kom ik op een rotonde. Maar het fietspad sluit niet aan op die rotonde, doch gaat terug het stadje in. Daarom ga ik op de rotonde, zonder naar de wegwijzers te kijken, rechtsaf een brede weg op. Foutje! Die weg loopt dood en dus neem ik aan het einde een smalle weg die linksaf via een piepkleine doorgang onder de spoorlijn door gaat. Daarna volgen er in een bosje een paar steil oplopende bochten en kom ik uiteindelijk toch op de D201, die verder richting Cruet gaat. Ik rijd nu vlak langs steile hellingen vol wijngaarden. Ook hier is het prachtig fietsen. Net even voor Cruet word ik ingehaald door een racefietser op een witte Serotta. Rond de zadelpenlug is het frame niet gespoten en meen ik titanium te zien. Mooie fiets! De man gaat in Cruet rechtdoor, terwijl ik linksaf richting Col du Marocaz ga.
Bij de smalle passage door het dorpje St.-Laurent staat een bord: Col du Marocaz 7,2. De weg het dorpje uit is steil en met moeite trap ik met 34x29 omhoog. Meteen na het plaatsnaambord vlak de klim gelukkig af. Het is al warm en ik rijd veel in de zon. Een racefietser haalt mij in. Hij heeft nog 2 of drie kransjes over, ik niet! Er komen gelukkig ook wat passages die wel in de schaduw liggen en een kort vlakker stukje. Opnieuw word ik ingehaald. Nu door een man die op een klassiek stalen Libertad rijdt. Het is zo'n antieke' fiets met midden-optrek-remmen type 'Mafac', een 'triple' en waarschijnlijk nog een 5-vitesse pignon. Ik zie grote sportschoenen op sportpedalen met toeclips. Maar hij gaat wel sneller dan ik... (hij is ook een stuk jonger dan ik, dat wel). Het is een lastige klim en het is erg warm. Regelmatig moet ik een stukje op de pedalen gaan staan. Verdorie, word ik al weer ingehaald. Een jonge knaap op een Viper racefiets. Ook hij draagt sportschoenen. Ik zie fluor-gele zolen en 'goedkope' plastic sportpedalen met van die halve plastic 'toeclips'. Hij blijft op een gegeven moment wel op gelijke afstand voor mij rijden. Maar ik kom ook wel boven, al duurt het dan iets langer . Een stukje voor de col komt de man die mij het eerste inhaalde weer naar beneden en rijdt met de knaap met 'fluor-zolen' terug omhoog. Op de col blijkt dat ze alle drie bij elkaar horen. Tja, het is bekend, je moet het uiteindelijk van de benen hebben (en van je jeugd ).
Op de 'lastige' Col du Marocaz:
Op de col neem ik rustig de tijd om de verbruikte energie weer aan te vullen en wat op adem te komen. Dan naar beneden! Eerst een stukje door het bos. Je kunt er niet snel dalen, want de weg is niet slecht, maar je moet wel goed opletten voor scheurtjes of gaten in het wegdek en los gruis in de bochten. Al snel wordt het landschap open en is het weer genieten geblazen van het mooie berglandschap.
Dalen in het mooie Massif des Bauges:
.
Bij het bergdorpje Montoux kun je binnendoor naar de Col des Prés (1135 m). Ja, fietsmogelijkheden genoeg hier! Maar ik ga rechtdoor en moet zelfs nog weer een stukje klimmen, voordat ik bij Le Boyat afsla. Je kunt gewoon de afdaling richting Chambéry volgen, maar dan kom je bij St.-Alban-Leysse uit en dus ook op drukke wegen. Ik kies voor de leuke en relatief snel te nemen steile afdaling over de D21 naar La Boisserette en verder naar St.-Jeoire-Prieuré. Even de rotonde in de D1006 'nemen' en het bordje voor de fietsroute naar Chambéry volgen. Er is in deze omgeving, zeker voor Franse begrippen, een uitgebreide fiets-infrastructuur. Veel fietsstroken en fietsroutes waar je gescheiden van het gemotoriseerde verkeer rijdt. Het is hier dan ook een echte fietsomgeving. Je ziet niet alleen veel racefietsers, ook veel 'gewone' recreanten op een fiets. Over goed gemarkeerde fietsstroken kom ik zo op het fietspad naar Chambéry. Het begin is 'ingewikkeld' en je moet nog al wat draaien-en-keren, waardoor ik gedesoriënteerd raak en even denk een bordje gemist te hebben en dus de verkeerde kant op ga. Maar dat is gelukkig niet het geval en zo kom ik netjes midden in de hoofdstad van het département de la Savoie uit. Ook in de stad nog fietsstroken, tot vlak bij mijn doel, het Château de Chambéry, waar tegenwoordig de bestuurslichamen van het departement gevestigd zijn.
Het Château de Chambéry:
In de begintijd van mijn fietsavonturen in Frankrijk, ben ik al een keertje vanuit Chambéry de Col du Granier op geweest. Maar omdat die klim grotendeels uit mijn herinnering verdwenen is, wilde ik hem graag nog eens doen. Niet omdat het een bijzondere klim is of zo, maar gewoon 'nog eens een keertje doen'. De D912 begint ergens anders in de stad, maar tegenover het château kun je ook omhoog. Leek mij wel leuk .
Je komt dan vanzelf wel op de D912.
Tegenover het Château de Chambéry kun je ook aan de klim naar de Col du Granier beginnen:
Via een aantal bochten klim je snel de stad uit, alvorens je dan op de hoofdweg naar de col komt. Er staan van die bornes (km-paaltjes) langs de weg, die de afstand tot de col en het stijgingspercentage van de kilometer die volgt aangeven. Ik lees 4%. 't Is te doen. Dan een kilometer van 5% en een van 6%. Dan komt er eentje van 7%, maar dat is een 'nepper'. Het is zo'n kilometer die min of meer uit vals plat bestaat en die 7% haalt uit een gemeen 'bultje' ergens aan het einde! Even op de pedalen dan maar!
Er rijden een man en een vrouw een eindje voor mij. De man stapt af, want hij wordt kennelijk gebeld. Ik passeer de vrouw, Ze roept iets. Ik versta 't niet. Ze herhaalt het het. Nog versta ik het niet, want ik ben al weer een stukje verder van haar verwijderd. Da's niet netjes. Even inhouden dan maar. Ze haalt mij bij. Ik verontschuldig mij, zeg dat ik Nederlander ben en dat ik haar niet goed verstaan heb, maar wat ze wil weten. 'O, 't geeft niet hoor, gaat u maar verder', antwoord ze. Nee, zo makkelijk gaat dat niet. 'Nee', zeg ik, 'wat wilde u vragen'. Y-a-t'il des grosses côtes? (zijn er nog steile hellingen) wilde ze weten. Ik vertelde haar dat ik deze klim tientallen jaren geleden gedaan heb, maar dat ik hem mij niet meer goed herinner en dat de klim vanuit Chapareillan erg lastig is, maar dat ik gisteren in het internet gezien heb dat de klim vanuit Chambéry wel meevalt. Of haar dat helpt. Ze antwoord bevestigend. Ik wens haar nog succes en trap daarna in mijn eigen tempo verder. De borne geeft 4 % aan en de volgende 5%. Steiler dan 7 % wordt het niet, het is verder geen moeilijke klim. Fijn voor de Française!
Wat hoger kun je schuin achterom kijkend genieten van een prachtig uitzicht op Chambéry en wijde omgeving. Maar 't is bekend, tijdens het klimmen stop ik niet om te fotograferen. De weg verloop een stuk en corniche (langs een steile bergwand), schitterend! Als ik in de buurt van het tunneltje kom, hoor ik een ambulance omhoog komen. Ik hoop dat hij er is, voordat ik de tunnel in ga. Als ik zo ongeveer midden in de Tunnel du Pas de la Fosse fiets, komt hij langs. Er zijn op dat moment gelukkig geen tegenliggers, zodat de ambulance ruim om mij heen kan. Na de tunnel nog een dikke vijftal kilometers en ik ben boven!
In de schaduw van de machtige Mont Granier (1933 m), op de 800 m lager gelegen col:
De technische en steile afdaling over de D285 richting Chapareillan is niet geheel zonder gevaar. Er zitten aardig wat minder goede plekken in het wegdek. Er komen ook veel fietsers omhoog, zowel op de racefiets als op allerlei ander 'spul'. Dapper hoor, want dit is een heel gemene klim, weet ik uit eigen ervaring! Als je uit het bos komt, kun je je opnieuw vergapen aan de mooie omgeving hier. Ook in deze hoek vind je veel wijngaarden, want hier liggen een paar van de meest bekende wijndorpen uit de Savoie: Apremont, Les Abymes en Les Marches. Net voorbij La Palud neem ik het smalle, hobbelige en erg steil dalende weggetje richting St.-André.
Bij de afslag op de D285 naar St.-André:
In St.-André gaat het vervolgens over de D12 naar Les Marches. In één van de bochten zie je het Lac St.-André fraai liggen. Hier gaan de Fransen in het weekeinde graag pick-nicken en griller (BBQ-en). Je ruikt het als je er langs fietst.
Het Lac St.-André, Les Marches (midden rechts) en op de achtergrond de wijngaarden van Chignin en Arbin:
Na Les Marches rijd ik over de brede D201 richting Francin en verder terug naar Montmélian. Net even voorbij Les Marches kijk ik nog even om en zie ik waar ik vandaan kom. Het is een imposante berg, die Mont Granier!
Het dominante granietblok van de Mont Granier met rechts de col en op de voorgrond Les Marches:
Ik neem vanaf Montmélian dezelfde weg terug als heen, want zo kan ik de Côte de la Chapelle Blanche ook van de andere zijde doen. Deze klim is ongeveer 4,5 km lang en eerlijk gezegd zie ik er na al het klimwerk wat ik al achter de rug heb, wel een beetje tegenop! Bovendien is het heet en ligt de klim ook voor een deel in de volle zon. Maar gelukkig valt het mee, want het is geen steile klim en er zijn voldoende schaduwrijke passages om even bij te komen. Het is wel een leuke, want erg afwisselende, klim om te doen. Ik ben dan ook vrij snel in La Chapelle Blanche en even buiten het dorpje schiet ik de laatste plaat voor dit verslagje.
Op de Côte de la Chapelle Blanche (Le Cerisier, 486 m) (zoek 'Le Grimpeur' ):
Nu nog even met 60 km/u richting La Rochette dalen en deze pittige en 95 km lange 'zondagse fietstocht' zit er op! Hè, hè, even uitblazen...