Ter voorbereiding op PBP schreef ik vorige maand voor de nieuwsbrief van Randonneurs Nederland de volgende inleiding over PBP:
Parijs is nog ver, maar we komen er wel.
We schrijven het jaar 1891. Een hondertal wielrenners staat in Parijs aan de start voor een avontuur wat destijds zijn weerga niet kende, een koers naar Brest en terug, over 1200km. Charles Terront won in de fameuze tijd van 71uur en 37 minuten. 60 Jaar later vonden de profs het welletjes en reden zij hun laatste PBP. Voor hun te zwaar en te lang. De fakkel werd brandend gehouden door de randonneurs. Vanaf 1931 mogen randonneurs meedoen, en randonneurs doen dat nog, in grote getale. Ook dit jaar weer. Als Parijs-Brest-Parijs op 20 augustus van start gaat zullen er zo'n 8000 mannen en vrouwen aan de start staan, uit de hele wereld. Van heinde en verre komen de rijders om onderdeel te zijn van dit stukje wielerhistorie.
PBP is geen rit die je op vrijdag voorafgaande besluit om te gaan doen. De meeste deelnemers van PBP stemmen er hun seizoen op af. Dat moet ook wel, de organiserende club, de ACP, stelt een aantal kwalficatieritten verplicht. Daarmee garandeert de ACP dat de deelnemers goed getraind aan de start staan. Door heel Nederland vindt je een grote selectie aan kwalificatieritten. Als je de 4 kwalificatieafstanden met goed gevolg afgelegd hebt (200, 300, 400 en 600km) mag je je inschrijven voor Parijs-Brest-Parijs. Daarnaast wordt de volgorde van inschrijving bepaald door het langste brevet dat je in het seizoen 2022 reed.
Moet je nu een super getrainde wielrenner zijn om mee te mogen doen? In het geheel niet. Iedereen die in de afgelopen jaren met enige regelmaat een langere afstand reed en in de winter niet stilstaat kan zich nu nog gaan voorbereiden. Voor het gemak organiseert Randonneurs Nederland ook in de winter 200km brevetten. Zo kom je op een leuke manier in vorm. Met als extra voordeel dat je gelijk de 1e kwalificatieafstand al afgevinkt hebt.
Vanaf maart kun je je dan wagen aan de langere afstanden. Zo kom je geleidelijk in conditie om de 600km goed te doorstaan. Maar toch heeft iedere afstand z'n bijzonderheden.
De brevetten
De 200km: Voor verreweg de meeste deelnemers is dit bekend terrein. Een afstand die onder veel zwaardere omstandigheden al vaker is afgelegd. Veel randonneurs rijden het hele jaar door brevetten, ook in de winter. Zowel Nederlandse als Belgische organisatoren organiseren veel 200km brevetten, met startplaatsen door het hele land. In de meeste gevallen zul je niet veel moeilijkheden verwachten op zo'n 200. Het gaat er rustiger aan toe dan tijdens een cyclo en in veel gevallen is het profiel behoorlijk vlak. De 200 is een uitstekende afstand om te kijken of het brevetrijden je bevalt.
De 300km: Voor het gros van de nieuwelingen in het metier een afstand die aan de bovengrens van hun ervaring ligt. Maar de meesten zullen tot hun verrassing merken dat een 300 relatief eenvoudig af te leggen is. Zeker als het profiel van de rit redelijk vlak is. De 300 is in feite niet meer dan een 200 die je wat vroeger start en waarbij je wat later over de finish komt. De langzamere rijders moeten er wel rekening mee houden dat ze pas na het donker binnenkomen, een redelijke verlichting is dan een noodzaak.
De 400km: Hier begint het speciale werk. Op een enkele uitzondering in het buitenland na start een 400km in de avonduren. Je zit dus de hele nacht op de fiets. Iets wat de meesten nog niet gewend zijn. Maar er zijn genoeg ervaren rijders tijdens een brevet om je bij aan te sluiten. Zorg wel voor een goede verlichting en een reflectievest. Nadat je de nacht doorgereden hebt merk je tot je plezier dat er nog maar weinig kilometers resten om het brevet te voltooien. De 400 is de waterscheiding. Wie dit brevet met goed gevolg aflegt hoeft zich verder geen zorgen meer te maken.
De 600: Een afstand waar je al taktische beslissingen kunt nemen. De snelle rijders die niet zo graag in de nacht rijden kunnen halverwege een slaapstop inplannen. Dat is volledig toegestaan, alleen is het goed plannen om de daaropvolgende controle binnen de tijd te halen. De langzamere rijders rijden vaak de nacht door. Iets waar je bij de 400 al aan gewend bent geraakt. Voor hen lijkt de 600 nog het meest op een 400 waar je heen bent gefietst. Met een maximale totaaltijd van 40 uur kun je een heel weekend besteden aan de 600.
Gaandeweg het rijden in het randonneurpeloton merk je dat de randonneurs erg sociaal rijden. Met name in de nacht wordt er naar elkaar omgekeken en probeer je elkaar er doorheen te slepen. Er formeren zich dan al snel groepjes van rijders van gelijke sterkte. Het uitzoeken van het goede groepje is een belangrijk deel van het randonneurstochten rijden.
De fiets
Het spreekt voor zich dat de fiets goed in orde moet zijn. Houd er rekening mee dat er onderweg altijd wat kapot kan gaan. Zorg dus voor een basis gereedschapsset en wat basis reserveonderdelen. Uiteraard is enige reparatiekennis handig. Vanaf 300km is een klein hoofdlampje heel handig om je reparaties in het donker te kunnen uitvoeren en dingen diep in je tas te zoeken.
Het hoofdlampje werd vroeger gebruikt om in het donker de papieren routebeschrijving te lezen. Gelukkig is dit voltooid verleden tijd. Tegenwoordig rij je bij een brevet op een GPS route. Er zijn verschillende modellen GPS met eigen voor- en nadelen. Het belangrijkste is om het model van je voorkeur goed te kennen, niet alleen de voordelen, maar ook de nadelen. Hou er rekening bij dat boven de 200 à 300km je het niet meer red met 1 batterij of acculading. De modellen op losse batterijen zijn dan heel makkelijk, een zakje volgeladen batterijen mee en onderweg wisselen. Bij de modellen met interne accu moet je onderweg kunnen naladen. Naar keuze via een powerbank of door je GPS aan te sluiten op je naafdynamo (uiteraard via een omvormer)
Hiermee komen we gelijk op het volgende thema, de verlichting. Vooral voor de 400 en 600 is dit heel belangrijk. Hier zijn diverse wegen die naar Parijs leiden. Het belangrijkste verschil is de keuze tussen dynamo of akku. 3 veel gebruikte opties zal ik hieronde schetsen.
De geroutineerde randonneurs kiezen vaak voor de Schmidt naafdynamo gecombineerd met een goede LED koplamp. Dit kost een fors bedrag maar je bent gelijk van alle zorgen af. De Nederlandse importeur Marten Gerretsen levert de naafdynamo en LED koplamp. Je kunt ook kiezen voor een goedkoper model naafdynamo van Shimano of van Shutter Precision.
Acculampen zijn inmiddels ook in goede kwaliteit te krijgen, met een hoge lichtopbrengst en een forse brandtijd. Een gewone zomernacht rijd je er vaak mee. Voor meerdere nachten of een volledige winternacht heb je echter vaak een 2e nodig of een powerbank.
Een makkelijker alternatief is dan een goede koplamp van B&M met batterijen. Die kun je onderweg wisselen.
Het een sluit het ander niet uit. Veel randonneurs hebben de voorkeur voor een dubbel verlichtingssysteem. Vaak 1 op naafdynamo en de ander op accu/batterij. Rij je voor de 1e keer 's nachts bergaf in de Ardennen dan snap je waarom. Zelfs de beste koplamp kan dan te weinig zijn. 60-70 Lux is een minimum opbrengst. Let er ook op dat je lamp niet te hoog schijnt. Je hebt niks aan licht dat de boomtoppen verlicht én je kunt bij PBP tegemoetkomende randonneurs verblinden.
Al je spullen moet je natuurlijk ergens kunnen onderbrengen. OK, een zomerse 200 red je wel met de inhoud van je zakken en een klein zadeltasje met 2 binnenbandjes en 2 bommetjes. Een 400 of 600 in het voorjaar, dat wordt een ander verhaal. Ook hier zijn er weer 2 varianten. De klassieke variant van een stuurtas en een rackpack/Britse zadeltas van Carradice en de moderne variant uit de bikepackingwereld. De eerste variant legt de nadruk op toegankelijkheid, vaak kun je tijdens het rijden de hele inhoud van je stuurtas bereiken. De tweede variant legt de nadruk op aerodynamica. Aan jou de keuze.
Uiteraard kun je ook een hele andere weg behandelen met een ligfiets of zelfs een velomobiel. Voor brevetten kan heel veel, zo lang je maar zelf trapt.
De formaliteiten en logistiek
In het verleden kon je ergens tijdens de kwalificatiecyclus een keer gaan kijken naar de formaliteiten. Dat is tegenwoordig heel anders. Parijs-Brest-Parijs is zo populair geworden dat er een behoorlijke hoop bij komt kijken. De exacte manier waarop het loopt is nog niet bekend, maar de verwachting is dat het niet veel afwijkt van de afgelopen jaren.
Je begint dan met het aanmaken van een account. Daarna meld je je aan in de aanmeldperiode die past bij de langste rit van 2022. Op 14 januari gaat de aanmelding open voor degenen die in 2022 een brevet van 1000km of meer uitreden. In de weken daarna gaat de aanmelding stapsgewijs open voor degenen die brevetten met lagere afstanden uitreden. De 1e startgroepen per blok zijn meestal snel gevuld. De aanmelding sluit op 27 mei 2023. Maar dan ben je nog niet klaar. Uiterlijk 20 juni moet je je aanmelding hebben omgezet in een definitieve inschrijving. Alle 4 de kwalificaties hoef je echter nog niet af te hebben op 20 juni, 3 zijn er genoeg. De resterende kun je dan tot 30 juni rijden. 2 juli is echter de finale deadline. Dan moet je alle kwalificaties gereden hebben en alle homologatienummers toegevoegd hebben aan je dossier.
Officiëel zijn er dit keer 8000 startplekken vrij. Daarvan zijn 2500 gereserveerd voor Franse deelnemers. Gezien het beperkte aantal brevetten dat in 2023 in Frankrijk georganiseerd wordt, is de verwachting dat er op 20 juni nog een beperkt aantal plekken vrijkomen voor degenen die in 2022 geen brevet hebben gereden.
Een overzicht van het reglement vind je hier:
https://www.paris-brest-paris.org/en/rules/
De start is in 2023 weer in Rambouillet. Het voordeel hiervan is dat er veel minder verkeer is en de startlocatie veel groter is. Het grote nadeel is dat er maar weinig hotels in Rambouillet zijn. En die zijn nu al grotendeels vol. Rambouillet ligt echter aan de spoorlijn Parijs-Chartres. Veel randonneurs overnachten dan ook in Parijs en nemen de stoptrein naar Rambouillet. Maar vergeet Chartres niet als je een hotel zoekt, hier zijn de prijzen aangenamer en er is nog vaak een kamer te vinden.
Een groot aantal deelnemers kiest een andere weg en overnacht op de camping van Rambouillet. Dit is een luxe camping waar je ook luxe, volledig ingerichte, tenten en chalets kunt huren. Doe je dat samen met andere randonneurs dan kun je vlakbij de start voor een leuke prijs overnachten.
Training
Het rijden van de 4 kwalificatiebrevetten is een belangrijk deel van je training voor Parijs-Brest-Parijs. Maar alleen met 4 brevetten kom je er niet. Veel randonneurs proberen iedere maand een brevet te rijden. Zo hou je de conditie op peil en raak je steeds meer gewend aan lange afstanden. Uiteraard kun je ook alleen een 200km rijden als de data van een ander brevet je niet uitkomt, zo lang je maar minimaal 1 200, 1 300, 1 400 en 1 600 officiëel hebt gereden.
Tijdens PBP kom je heel verschillende omstandigheden tegen, hellingen, wind, regen en de nacht. Vooral voor het laatste hebben veel mensen angst. Maar dat hoeft niet, nachtrijden is te trainen. En laat de winter daar nu bij uitstek geschikt voor zijn. Je kunt je gewone avondrondjes blijven rijden, maar dan nu in het donker. Zo blijf je niet alleen in vorm maar ga je ook steeds beter in het donker rijden. Wil je helemaal hierop trainen dan kun je een hele nacht doorrijden in de winter. Een volle 200 in het donker is iets speciaals.
Met de kwalificatie achter de rug is het echter niet mogelijk om helemaal op je lauweren te rusten. Maar tegelijkertijd moet je niet teveel doen. De juiste combinatie van rust en training is belangrijk.
Ergens in de periode tussen de 600 en Parijs is het goed een week of 2-3 rust te nemen. De beste periode daarvoor is na de zwaarste rit in de voorbereiding. Voor diegenen die geen 1000km rijden dus na de 600km, voor diegenen die wel een 1000km rijden na afloop van de 1000. Je lichaam moet even op adem komen, nieuwe energie verzamelen voordat de belangrijkste afspraak van het jaar eraan komt. Tegelijkertijd kun je dan wat meer aandacht geven aan familie en vrienden.
Na de rustperiode kun je gaan werken aan je zwakke punten. Tijdens de brevettenserie wordt je daarmee vaak geconfronteerd. Voor de een is dat het klimmen, voor de ander het 's nachts rijden. Ook snelheid kun je tekort komen. Je voorbereiding tussen de rustperiode en PBP kun je daarop richten.
Voor de meesten zal het klimmen het probleem zijn. Daarom zijn er in 2023 2 200km brevetten vanuit Heerlen met een forse hoeveelheid hoogtemeters. Uiteraard zijn ook andere toertochten met veel klimmen geschikt of een cyclo.
Diegenen die echt willen gaan voor een heel scherpe tijd, een tijd van ver onder de 72 uur, moeten denken aan hun snelheid. De modale randonneur heeft hier veel minder boodschap aan. Wie de 600 ruim binnen de marge rijdt hoeft zich daarover geen zorgen te maken. Maar voor diegenen die echt vooraan willen meerijden is het wel een aandachtspunt. Binnen de reglementen van PBP is het nog altijd mogelijk om aan wedstrijden mee te doen. Met name de wilde zomeravondwedstrijdjes bij de plaatselijke fietsclubs. Wat zomeravondtrainingen met lokale wielrenners is ook een goed alternatief.
De 1000km is een verhaal apart. Voor sommigen hoort dit tot de ultieme voorbereiding voor PBP, voor anderen is het een afstand waar ze zoveel angst voor hebben dat deze in een PBP jaar overgeslagen wordt. In ieder geval moet met de 1000 met beleid omgegaan worden. Het belangrijkst is om goed te bedenken dat de 1000 'maar' een training voor Parijs Brest is. Je helemaal leegrijden op een 1000 is onverstandig. Voor de meesten zal de keuze voor een 1000 over een makkelijker parcours de juiste zijn. De 1000 van Maastricht is speciaal als laatste voorbereiding voor PBP bedacht.
In de afgelopen 2 jaar kon een deel van het randonneurseizoen niet doorgaan vanwege lockdowns. Op het moment van schrijven ziet het er naar uit dat dit voor het seizoen 2023 niet zal gebeuren, desondanks is het bij de voorbereiding en planning voor PBP belangrijk om rekening te houden met Corona.
Het risico dat je in de voorbereiding voor PBP een Corona besmetting oploopt is reëel. We zijn nog niet helemaal van het virus af. Afgelopen jaar zijn er voldoende randonneurs besmet geweest met Corona om een grove inschatting te maken wat de gevolgen zijn van een Corona besmetting voor je voorbereiding en slagingskansen bij een grote tocht. Allereerst, voel je iets, doe dan een zelftest. Zelf Corona hebben is vervelend, anderen besmetten is nog vervelender. Opvallend uit de ervaringsgegevens is dat je 1-2 dagen voordat je symptomen hebt je vaak al aan je benen voelt dat er iets zit aan te komen. Een Corona besmetting heeft duidelijk effect op je conditie. Probeer vooral niet om de besmetting te negeren en direct na je besmetting vrolijk door te gaan met waar je was blijven steken. Dat is de beste manier om je hele seizoen om zeep te helpen. Neem enkele weken rust voordat je rustig aan weer gaat fietsen. Brevetten tussen 4 en 8 weken na de besmetting zijn zoveel mogelijk te vermijden. De kans dat je die haalt is drastisch minder, de kans dat je je conditie helemaal om zeep helpt erg groot. Eigenlijk kun je er dus vanuit gaan dat als je in juli of augustus besmet raakt je kansen om PBP uit te rijden zeer beperkt zijn.
Verstandig is dus om zoveel mogelijk van je kwalificatieritten zo vroeg mogelijk te rijden. Vooral bij de 200 is dat makkelijk, die kun je in de winter doen.
De startgroepen
Tijdens het inschrijven heb je een belangrijke strategische keuze te maken, je starttijd. Er zijn 3 varianten:
De 80 uurs groep.
Wil je een snelle tijd neerzetten dan is dit je beste keuze. Veel snelle mannen (en een enkele snelle vrouw) om je heen, volop gelegenheid om in snelle groepen door te razen naar Brest. De controles zijn nog behoorlijk leeg als je doorkomt met deze groep. Het grote risico is de tijd. Lukt het je niet om de hogere snelheid te volgen dan kom je alleen te zitten. Met alle gevolgen van dien. De controles gaan voor deze groep eerder dicht. Snelle rijders met veel ervaring en/of zelfvertrouwen zitten goed in deze groep.
De 90 uurs groep:
De grote meute. De plek voor de genieters en diegenen die nog de ervaring missen om een andere starttijd te kiezen. Verreweg het merendeel van de rijders kiest voor deze groep. Het zal dan ook enkele uren kosten voordat iedereen definitief op weg is. Maar geen nood, ieder startblok heeft een aparte code, je hebt dus gewoon 90 uur, ook al start je een paar uur na de eersten van de 90 uurs groep. Het nadeel van deze start is de drukte. Je bent veel tijd kwijt op de controles. Zoek je gezelligheid en is tijd niet belangrijk voor je dan is dit je beste groep. De meeste debutanten zijn met deze starttijd ook het best gediend.
De 84 uurs groep:
De start op maandagochtend. Bij uitstek geschikt voor diegenen die moeite hebben met het nachtrijden. Vooral als je redelijk wat snelheid in de benen hebt rij je amper in het donker. Velen die om 5 uur starten rijden in een ruk de eerste 440km door om dan tijdens de 1e nacht te slapen. De controles zijn tijdens de 1e dag behoorlijk rustig, de grote meute is al gepasseerd. Pas tijdens de 2e dag komen de starters in deze groep in de drukte terecht. Nadeel van deze starttijd is dat je net als bij de 80 uurs groep minder tijd hebt om PBP af te leggen, 84 uur in totaal. Je moet dus zeker zijn dat je de noodzakelijke snelheid hebt.
Kernpunt van de keuze is je eigen lichaam. Hoe snel ben je en vooral, wat is je bioritme. Iemand die zich 's avonds en 's nachts prettig voelt is gebaat bij de starttijden op zondagavond. Diegenen die 's ochtends vroeg erg goed functioneren en matig snel zijn hebben meer baat bij de starttijd van maandagochtend. Ligfietsers hebben maar de keuze uit twee starttijden, 84 en 90 uur. Vooral voor een 90 uursrijder heeft het starten bij de 'specials' een groot voordeel, je start voor de grote drukte. Dat scheelt met name in de 1e nacht veel tijd op de controles.
Onderweg
Zodra je onderweg bent merk je waarom PBP zo anders is dan andere brevetten. En dan bedoel ik niet het aantal deelnemers. De entourage is uniek. Nergens anders kom je zoveel publiek tegen dan tijdens PBP. Overdag en 's nachts staan er op veel plekken mensen langs de kant. En ze staan je niet alleen aan te moedigen. Op veel plekken staan locals langs de kant van de weg met eten aan drinken. Van kleinschalig door 1 familie tot grote tenten met hele gaarkeukens of frietbakkerijen op dorpspleinen. De bevolking doet er alles aan om je er doorheen te slepen. Vaak zijn er zelfs slaapgelegenheden direkt langs de route. Van veldbedden achter een bakkersoven tot hooischuren.
Niet dat de organisatie niks voor je regelt, in tegendeel. Iedere controle is een dorp op zich. Er is alles dat je nodig hebt, uiteraard een stempel maar ook een heel restaurant (soms zelfs 2), slaapgelegenheid, douches, een fietsenmaker en een medische post. Het nadeel is dan wel dat iedere controle je veel tijd kost. Zeker als je in de grote meute zit ben je zo een half tot een heel uur kwijt. Het is dan ook een normale taktiek om op de controle alleen maar te stempelen en langs de weg te eten.
Onderweg kom je eigenlijk continu groepjes en soms hele pelotons tegen. Je hebt dus continu aanspraak. PBP is vooral heel veel gezelligheid. Voor deelnemers onderling maar ook voor de lokale bevolking.
De plaatselijke middenstand werkt ook heel hard mee. Veel bakkers, cafés en andere winkels blijven de hele nacht open. Bakkers bakken meerdere keren per dag allerhande lekkernijen. Café's hebben vaak een speciaal PBP menu en soms zelfs een aparte bar buiten zodat je snel weer door kunt.
Speciaal voor onze leden organiseert Randonneurs Nederland een aparte verzorgingspost op een camping in een controleplaats. Hier kun je niet alleen slapen en eten, we zorgen ook voor een transport van een kleine tas met extra kleding en voorraden.
Ondanks de steun van de bevolking is het vaak lastig tijdens PBP. Iedereen komt er een keer doorheen te zitten. Vaak helpt het aanpikken bij een groepje en praten met andere deelnemers, soms moet je gewoon gaan zitten of liggen. Vooral op de terugweg zie je overal deelnemers slapen in de meest onmogelijke posities.
Maar niet iedereen haalt het. 10-20% van de deelnemers valt onderweg uit in een normal jaar. Zit het weer tegen, dan wordt dat meer. Terugreizen is dan een verhaal op zich. Neem hier je tijd voor. Soms is het zelfs handiger om online een trein voor de volgende dag te boeken en eerst goed te slapen op een controle of in een hotel. Vergeet vooral je bankkaart, creditcard en rijbewijs (als je dat hebt) niet. Het laatste wat je wil is met een blessure op een station staan en niet genoeg geld bij je te hebben voor de trein. Installeer ook de app van de Franse spoorwegen op je telefoon, dat maakt het veel handiger om je terugreis te regelen. Het samen met andere opgevers huren van een auto is uiteraard een andere optie.
Na PBP voel je je een ander mens, je hebt iets speciaals meegemaakt. Maar je bent ook totaal vermoeid. Hou hier rekening mee en ga niet direkt in de auto naar huis zitten. Goed slapen vooraf is heel belangrijk. Laat anders een niet deelnemer rijden of neem gewoon de trein.
Een extra dag in Rambouillet of Parijs blijven, eventueel samen met familieleden of vrienden, is ook en goede optie. Zo kun je nog een dag nagenieten en ervaringen uitwisselen met andere deelnemers. En vergeet in de weken erna vooral niet om verslagen van anderen te lezen en YouTube video's te bekijken. Zo blijft je PBP ervaring je extra lang bij.