Beenlengteverschil heeft bij fietsen een mindere nadelige invloed dan bij hardlopen. Dat komt omdat je op een fiets meer compensatiemogelijkheden hebt. Een beenlengteverschil van een fietser is duidelijk te zien aan het zadel. Aan de ‘korte-been-kant’ is het zadel vaak wat meer versleten dan aan de andere kant. Ook wijst – als tenminste de zadelpen niet al te vast is gezet – de punt vaak een beetje naar de ‘korte-been-kant’.
Beide verschijnselen worden veroorzaakt doordat het korte been dieper naar beneden gedrukt wordt. Je drukt daarbij het zadel van je weg. Vandaar de slijtage en het verdraaide zadel. Zijn er geen klachten, niets doen en ook het eventuele scheve zadel zo laten staan.
Klachten en oplossing
Pas als je klachten, bijvoorbeeld onder in de rug, kun je aan schoeiselaanpassing denken. Bij loopklachten wordt vaak alleen hakverhoging voorgeschreven. Maar dat heeft bij fietsen natuurlijk geen enkel effect omdat je met de voorvoet trapt. Een zoolverdikking is veel beter. Zelden is nodig het gehele beenlengteverschil te corrigeren. Fiets je met fietsschoenplaatjes dan is met een vulplaatje het beenlengteverschil te corrigeren. Vergeet niet meteen ook een hakje onder die schoen. Het loopt anders zo raar.