Hoe ga je om met te hoge verwachtingen? Onderstaande vraag werd ingestuurd en psycholoog Martijn Veltkamp geeft antwoord. Hij neemt onder andere het debacle van Primoz Roglic in de Tour de France als voorbeeld.

“In de zomer heb ik meer tijd om te fietsen, en op vakantie fiets ik veel in de bergen. Ik denk in supervorm terug te komen, en verwacht dat ik bij de besten van mijn fietsgroep hoor, maar het komt er in de praktijk toch vaak niet uit. Hoe kan dat?”

Als ik je vraag zo lees dan is er niet zozeer iets mis met je fysieke voorbereiding. Je bent beter in vorm dan anders, maar de verwachtingen die je hebt lopen uit op een teleurstelling. Misschien heeft dit iets te maken met die verwachtingen zelf, want deze vormen een belangrijk en bovendien interessant psychologisch aspect van sport. Zo blijkt dat wanneer iemand juist lage verwachtingen heeft, de kans daardoor al groter is dat het inderdaad niets gaat worden. Neem de sprinter die voor de koninginnenrit in de Tour de France er vast van overtuigd is dat hij de finish nooit binnen de tijdslimiet haalt. Deze verwachting werkt dan als een selffulfilling prophecy: door het gebrek aan vertrouwen is ook de motivatie lager, en zul je niet de volle honderd procent van je mogelijkheden gebruiken, en voilà… de renner haalt het inderdaad niet binnen de tijdslimiet.

Vertrouwen

Het is op zich dus juist toe te juichen dat jij hoge verwachtingen hebt. De vraag is alleen of ze niet té hoog zijn, en of je de verwachtingen op de juiste manier omzet in inspanning. De keerzijde van te weinig vertrouwen is overmoed: als je verwacht dat je de anderen gemakkelijk verslaat, kan het zijn dat je je óf te weinig inzet, óf juist te hard van stapel loopt. Denk in het eerste geval aan de vluchter die te vroeg zijn handen in de lucht steekt en nog juist voor de finishlijn voorbijgestreefd wordt door het spurtende peloton.

Een voorbeeld van de tweede situatie is de tijdrijder die veel te hard van start gaat in het vertrouwen dat hij dit vol kan houden, maar die in het tweede deel van de rit volledig instort. Onlangs zagen we Primož Roglič in een tijdrit op de voorlaatste dag de Giro d’Italia winnen. Het is interessant om je af te vragen of Roglič’ debacle in precies zo’n klimtijdrit in de Tour van 2020 te wijten was aan te hooggespannen verwachtingen; er bestond eigenlijk geen enkele twijfel dat hij in die rit Tadej Pogačar de baas zou zijn.

Focus

Wat kan helpen? Ten eerste viel me op dat je je supervorm afmeet aan hoe je presteert ten opzichte van de andere renners in je groep. Het is beter om je te focussen op je eigen prestatie: het gaat erom dat je jezelf verbetert. Als dat lukt, dan schuif je bijna als vanzelf ook op in de groepsranking. Wat anderen doen, daar heb je namelijk niet veel controle over. Sterker nog; misschien ben je in de zomer wel echt sterker geworden, maar hebben je teamgenoten net zo goed meer tijd gehad om te fietsen en zijn zij dus ook vooruitgegaan. Als je dan slechts kijkt naar hoe jij ten opzichte van hen presteert, dan heb je voor je gevoel geen vooruitgang geboekt terwijl dat eigenlijk wel zo is. Focus dus vooral op jezelf verbeteren, zo worden je verwachtingen bovendien realistischer.

Optimale prestaties komen nooit zomaar, zelfs al ben je nog zo sterk

Verder is het goed om een concreet plan te maken voor hoe jij je vorm wilt benutten. Optimale prestaties komen nooit zomaar, zelfs al ben je nog zo sterk. Je kunt simpelweg niet continu boven anderen uitsteken. Neem de beste wielrenners ter wereld, zoals Tadej Pogačar, Mathieu van der Poel of Annemiek van Vleuten. Ze lijken misschien overal waar ze maar willen boven de anderen uit te steken en durven als ze in supervorm zijn lange solo’s aan. Maar dat lukt ze alleen maar doordat ze heel specifieke doelen hebben gesteld over hoe, waar en wanneer ze de vruchten van hun trainingsarbeid willen plukken. Niet iedere wedstrijd gaan ze voluit. En die solo van 50 kilometer ontstaat bij de gratie van het harde werk van hun ploeggenoten die hun leider de eerste 150 kilometer uit de wind hebben gehouden. Wil je zo goed mogelijk voor de dag komen tegenover je medecoureurs, bedenk dan dus goed wanneer je dat precies wilt doen: op welk klimmetje, bij welke sprint naar een plaatsnaambordje, noem maar op.

Tot slot: blijf terugdenken aan je goede voorbereiding. Als je prestatie voor je gevoel tegenvalt, dan bestaat de kans dat je vertrouwen vervolgens voor de rest van de rit wegzakt en dan lukt er niet veel meer. Het helpt dan om hardop voor jezelf te herhalen dat je het wél kunt, en bewust weer terug te denken aan wat jij de afgelopen periode hebt gedaan om jezelf te verbeteren. Zulke gedachten kunnen helpen je vertrouwen te herwinnen en te fietsen op de manier zoals jij dat wilt.

Gedachten ombuigen, hoe doe je dat?

  1. Bepaal wat jij wilt bereiken
  2. Focus op jezelf, niet op anderen
  3. Monitor tijdens de rit je progressie
  4. Denk terug aan je voorbereiding
  5. Wees bereid om naar een plan B over te stappen

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."