De achternaam van redacteur Thijs kom je op meerdere plekken op de landkaart tegen. Rijg je
al die plekken aan elkaar, dan heb je zomaar een prachtige bikepackingroute. En wie kan die Tour d’Amerongen nu beter uitproberen dan Thijs zelf? Lees Tour d’Amerongen in dit reisverhaal uit Fiets Magazine editie nr.2. Ook nog te bestellen in onze shop, die vind je hier.

De etappes

Dag 1: Deventer-Genderen (129km, 646hm)

foto's: Bart Ros, Thijs van Amerongen

Na een stressvolle week vertrek ik op vrijdagochtend vanuit Deventer. Ik rijd de IJssel over en zet koers richting het zuiden. Op naar de eerste Amerongen van de tocht, die op mij wacht in… Breda. Dat ga ik vandaag niet halen, want al snel stuit ik op de eerste tegenvaller: er staat een flinke zuiderwind. En mijn koers verandert amper vandaag. Dit gaat een pittige dag worden. De bikepacksetup die ik van Decathlon heb meegekregen, heb ik door tijdgebrek niet kunnen testen. Nu merk ik dus pas dat mijn fiets door al dat toegevoegde gewicht heel anders reageert dan normaal. Staan op de pedalen voelt heel anders aan, en niet in positieve zin.

Ik slinger door voor mij bekend terrein via Hoenderloo de Veluwe op. De weg begint omhoog te lopen. Wat is het toch prachtig gravelen hier. Ik vind gelukkig wat beschutting in het bos, wat het alleen maar mooier maakt. Dwars over de Veluwe rijd ik naar Arnhem, waar ik een stukje stad mee pak. Langzaam maar zeker kom ik in onbekend terrein. Ondertussen wordt het steeds benauwder en het wolkendek sluit zich. Hopelijk houd ik het droog. Gelukkig is de wind iets gaan liggen. Bij Renkum en Doorwerth slinger ik door de bossen en pak ik nog even snel de Italiaanse Weg mee omhoog. In deze streek valt pas op hoeveel bospaden tegenwoordig niet meer toegankelijk zijn voor fietsen. Mijn route is gemaakt om zo veel mogelijk gravelpaadjes aan elkaar te rijgen, maar er zit er toch nog vrij veel asfalt tussendoor. De regeldrift is in mijn ogen wel wat doorgeslagen in Nederland.

Bidons vullen of niet?

Na de Grebbeberg steek ik bij Rhenen de Nederrijn over, gevolgd door de Waal bij IJzendoorn.
Het landschap is hier open en de wind heeft weer vrij spel. Het regent kort, maar het onweer
lijkt uit te blijven, als ik verder trap over de lange dijk richting Wamel en Dreumel. Dit is een wat
saaier gedeelte van de route en de benen worden er ook al niet beter op. Wel heb ik nu al het
gevoel dat ik alle werkstress uit mijn lijf hebt gefietst. Mijn gedachten dwalen af naar van alles
en nog wat, dat blijft een heerlijke ervaring.

Ik probeer ondanks de wind het tempo er een beetje in te houden. Mijn bidons zijn inmiddels
bijna leeg. Ik moet eigenlijk stoppen om ze bij te vullen, maar ik verzin steeds weer een nieuwe
smoes om het niet te doen. Gevolg is dat ik het laatste uur best kapot zit. Benauwd weer, te
weinig gedronken en een drukke werkweek: het hakt erin. Gelukkig kom ik rond acht uur aan bij
de vooraf gereserveerde slaapplek. Via Natuurhuisje.nl zocht ik een bijzondere locatie en die
vond ik in een heel gave gepimpte silo bij camping de Nixhoeve. Een plek die ideaal is als
tussenstop voor een fietsvakantie, ook voor grotere groepen. De accommodatie is van alle
gemakken voorzien en ik kijk vanuit bed zo uit over de weilanden. Maar dat duurt niet lang,
want lang blijven mijn ogen niet open.

Dag 2: Genderen-De Meern (151km, 431hm)

Zaterdagochtend vertrek ik na een heel uitgebreid ontbijt weer bij de Nixhoeve (klopt, je hoeft hier echt niks). De wind is in de nacht niet gedraaid, dus ik vertrek weer tegen de windrichting in, verder naar het zuiden. Richting Drunen, om van daaruit de Loonse en Drunense duinen mee te pakken. Het is een schitterend natuurgebied met ook een heel mooie mountainbike route. Die laat ik vandaag links liggen: met al die zware tassen aan je fiets is zo’n zanderige singletrack heel wat minder uitnodigend.

De eindeloos lijkende zandvlaktes zorgen ervoor dat je je even heel ver weg van Nederland waant. Ik trap aardig door en eenmaal door de Duinen zet ik via Dongen en de bossen van Dorst koers richting Breda. Ook hier weer veel asfalt, want op de vele gravel- en bospaden die er hier zijn mag je niet fietsen. In de bebouwde kom van Breda aangekomen kom ik dan eindelijk, na bijna anderhalve dag, mijn eerste POI tegen: de Amerongsestraat. Mooi? Nee. Hij ligt in een woonwijk met verder weinig bijzonderheden, maar hé: de foto is gemaakt. Op naar koffiebar en fietswinkel Kamu dan maar. In die hippe tent laad ik even mijn Garmin op terwijl ik een pannenkoek eet. Altijd lekker om ergens iets te eten waar ze wielrenners ook begrijpen.

Van adel of niet?

Na de pauze baan ik me een weg door het centrum van Breda richting het Noorden. Theoretisch gezien zou het windmeefeest nu moeten beginnen, maar niets is minder waar. Ik had op mijn wind-app al gezien dat hij de bries iets richting zuidwest is gedraaid. En dat betekent zijwind de hele weg naar Utrecht. Gelukkig zijn de benen best goed en blijft de route continu wat draaien, waardoor ik ook hele stukken lekker kan peddelen. Via Oosterhout en Raamsdonksveer navigeer ik richting de Biesbosch. Na al dat stedelijke geweld geniet ik hier dubbel van de natuur, het water en de vele boten die bij dit mooie weer de trossen hebben losgegooid. Op het Jeppegat lijkt het wel happy hour!

Een lang fietspad langs het water leidt mij uiteindelijk naar Gorinchem: een verrassend leuk stadje met gezellige en authentieke straatjes. Om met een foto van de Amerongensteeg thuis te kunnen komen, ben ik gedwongen het complete centrum door te manoeuvreren. Het is lekker druk, maar goed: zo zie je nog eens wat!

Na Gorinchem volgt een lang stuk langs verschillende kanalen richting De Meern. Ik zag hier een beetje tegenop omdat het er vrij open is, maar het is hier mooi fietsen en de kilometers gaan sneller dan gedacht. In de verte doemen de hoge kantoorpanden van Utrecht op, een teken dat het niet ver meer is naar mijn volgende bestemming.

Willem Hendrik Taets van Amerongen (1895-1971) was burgemeester van respectievelijk Oudenrijn, Harmelen en Driebergen. Zijn dubbele achternaam doet adel vermoeden en dat klopt ook: het geslacht Taets van Amerongen komt al voor in historische Utrechtse geschriften uit de vroege vijftiende eeuw. Zou er ergens in mij ook wat adellijke bloed stromen? Geen idee, maar de foto van Taets van Amerongens straatnaambordje is in the pocket. En even verderop waan ik mij toch maar mooi een koning te rijk als mijn Airbnb een zwembad blijkt te hebben. Hoezo bikepacking is afzien?

Dag 3: De Meern-Deventer (129km, 532hm)

De laatste dag terug richting Deventer begint geweldig mooi. Het is 20 graden met een heerlijk ochtendzon: perfecte omstandigheden voor een mooie rit terug naar huis. Vanuit De Meern rijd ik dwars door het centrum van Utrecht, waar ik een ontbijt probeer te scoren. De prachtige stad stikt van de fancy koffietentjes, die ook zondagsmorgens al geopend zijn. Bij eentje scoor ik een havermoutyoghurt met een heel ingewikkelde naam, waarna ik door de bossen van de Utrechtse Heuvelrug richting Austerlitz rijdt. In deze schitterende natuur liggen wél mooie gravelpaden die ook nog eens grotendeels toegankelijk zijn. De wind die mij de eerste twee dagen behoorlijk dwars zat is nu mijn beste vriend.

Gunstige wind, mooi weer, een schitterende omgeving en goede benen: beter gaan een bikepackingdag niet worden. Bij Breedeveen steek ik de Woudenbergseweg over richting Amerongen, het dorpje waar mijn familie naar vernoemd is. Daar scoor ik bij wielercafé De Proloog de nodige snelle suikers, alvorens ik een rondje maak rond Kasteel Amerongen. De bouw van het kasteel begon al in 1286. Bewoners kwamen en gingen, maar helaas: er heeft nooit een Van Amerongen gewoond. Wel een Duitse (ex-)keizer: de verbannen Wilhem II verbleef na de Eerste Wereldoorlog anderhalf jaar in Kasteel Amerongen, waarna hij zijn laatste jaren sleet in Huis Doorn. Het kasteel ligt aan de uiterwaarden van de Nederrijn, het laagste punt van de route. Het is vanaf daar klimmen geblazen naar de top van de Amerongse Berg. Onderweg naar boven pik ik een stukje mountainbikeroute mee. Dat gaat nog best lekker, ondanks al die tassen aan de fiets. Bovenop geniet ik nog even van de zon en de prachtige natuur.

Het ware gravelwalhalla

Maar na al die pauzes wil ik nu toch graag terug naar huis. Ik vervolg mijn weg in noordenoostelijke richting. Zo bereik ik door de bossen achtereenvolgens Veenendaal en Ede, om daarna snel de oversteek te maken richting de Veluwe. Om verder naar het noorden te gaan, zal ik eerst om militair terrein de Harskamp heen moeten. Vrij veel asfalt en zijwind zorgen ervoor dat ik blij ben om na de Harskamp rechtsaf een zandpad in te slaan richting Radio Kootwijk. Dit is het gravelwalhalla van Nederland. De paden worden mij steeds bekender, want hier fiets ik wekelijks vanuit Deventer naartoe. De laatste 20 kilometer is puur om thuis te komen: de rechtste weg vanuit Apeldoorn naar Deventer. Met de wind in de rug en het eind in zicht, leg ik me plat over het stuur, met mijn handen vast aan de stuurtas. Deze houding mag dan verboden zijn in het wielerpeloton, op de gravelbike mag alles.

Moe maar voldaan zie ik de brug over de IJssel voor mij opdoemen, die samen met de Lebuinuskerk de skyline van Deventer vormt. Ik kan zeggen dat het bikepacken mij erg goed bevallen is. Ik heb enorm genoten van Nederland en dit avontuurtje smaakt zeker naar mee! Volgende keer probeer ik het misschien zelfs wel met een tentje. En als klap op de vuurpijl ook nog wat over mijn familie geleerd, al waren het wel allemaal verre voorvaderen!

Thematrip

Als je tijdens een bikepacktrip niet de geijkte rondjes wilt rijden, pak dan net als Thijs een thema. Hij heeft een tocht door Nederland gedaan op basis van zijn achternaam, maar dat hoeft natuurlijk niet. Je kunt van alles aan elkaar rijgen: beroemde plekken uit WOII, buitenlandse plaatsnamen (Siberië, Bath), postcodes, heuvels die Berg heten, vestingsteden, noem maar op. Wees creatief! Heb jij ooit zelf aan de hand van een thema een bijzondere fietstocht in elkaar gedraaid, of heb je plannen? We zijn nieuwsgierig! Laat het ons weten via de reacties.