Toen Fiets.nl en Vifit Sport op zoek waren naar avonturiers, heb ik mij aangemeld. Ik wilde deze zomer een Super Randonnée gaan rijden. Dat is een rit van minimaal 600 kilometer en 10000 hoogtemeters, waarvan alleen de route vastligt. Je mag zelf bepalen wanneer je start en moet de rit, in maximaal 60 uur, zonder ondersteuning rijden. Op verschillende plaatsen in de tocht maak je foto’s ter controle om te bewijzen dat je de route helemaal hebt afgelegd.

Tekst en foto’s: Ernst Huijboom

D-Day

Zondag 1 juli 2018 om 7 uur’s ochtends stond ik bij het station van Deisenhofen, vlakbij München. Ik maakte een foto van mijn fiets met op de achtergrond de klok op het perron. Daarmee startte voor mij de Super Randonnée ´Ötztal Rundfahrt´.

Ik had de rit zo ingedeeld dat ik op de eerste dag 270 kilometer zou fietsen, op de tweede dag 3 bergen over zou rijden van boven de 2000 meter, en de derde dag nog één zo’n hoge berg en dan door na de finish. Een andere verdeling zou voor mij niet haalbaar zijn, met in gedachte:

  • Voor middernacht bij het eerste hotel aankomen (want daarna kan ik er niet meer in)
  • Voor 20:00 aankomen bij de poort van de Timmelsjoch (want die sluit voor de nacht)
  • Voor 19:00 aankomen bij de finish (want anders haal ik het brevet niet)

Dit zou ook betekenen dat ik de tweede en derde dag om 5 uur’s ochtends op de fiets moest zitten, anders zou ik het allemaal niet redden. Eigenlijk was het allemaal best strak gepland en kon ik weinig laten liggen.

Deel 1

Het stuk naar de eerste twee controles, op de Aachenpas en de Brenner, ging soepeltjes met geleidelijke stijging. Het was wel erg warm en ik vulde mijn bidons bij elke gelegenheid. Op het laatste stuk van de Brennerpas, na de controle, raakte ik bijna bevangen door de warmte. Ik reed al uren in de volle middagzon tegen het vals plat op, en mijn hoofd raakte oververhit. Door onder een struik te kruipen kon ik in de schaduw liggen, maar ik was heel wankel toen ik van mijn fiets stapte. Dit was het enige moment dat ik aan opgeven gedacht heb. Nota bene op een stuk dat op papier het makkelijkste van de hele tocht is.

Nadat ik weer in beweging was, week de route af van de pas over een leuk fietspad. Aan het einde daarvan was een restaurantje genaamd ‘Bike stop’, waar ik een pizza en een grote cola heb genomen. Dat had ik even nodig. Het ging erom dat ik nu op tijd bij mijn hotel kwam. Eerst moest, op weg naar Collalbo, de Ritten nog bedwongen worden. Een heftige trapsgewijze klim met lange stukken van boven de 10%. Ik zat er behoorlijk doorheen toen ik de controlefoto maakte bij het bord.

Mijn hotel lag in een dorp verderop, nog even klimmen dus. Om 23:30 checkte ik in. Mooi, een half uurtje voor op schema. 3,5 uur op bed gelegen waarvan 2 uur echt geslapen. Om 4:45 zat ik weer op de fiets.

Dag 2

Ik begon vrijwel meteen aan de de Penserjoch. Een klim van 37 kilometer met een lang vals plat middenstuk. Daar kon ik goed doorrijden, het was nog helemaal niet warm. Het laatste stuk werd het alleen maar frisser, en er stak een dichte mist op. Denk dat ik nog tien meter zicht had. Het was eigenlijk net of ik in een witte ruimte op een Tacx zat te zwoegen, omringt door onzichtbare koeien. Want ik hoorde alleen hun bellen in de mist. Boven snel de foto ter controle, en weer door.


Aan de andere kant van de berg was de zon gewoon doorgebroken, en was er helemaal geen mist! Beneden zat ik precies op schema toen ik begon aan de Jaufenpass. Gelukkig een beetje beschutting in het bos hier. Wel heel veel motoren op deze berg. Het leek net de Alpe d´Huez, maar dan met motoren ipv fietsen. De klim ging lekker en ik merkte dat ik voor kwam te liggen op schema. Toen ik boven was had ik een uurtje vrijgespeeld. Snel een foto ter controle.

Verschikkelijke Timmerlsjoch

En meteen door naar de Timmelsjoch, want daarvoor kon ik wel wat extra tijd gebruiken. De Timmelsjoch is een berg van 2500 meter hoog. In de klim van 29 kilometer moet je 1800 hoogtemeters overbruggen. En wat een klim was dat! Verschrikkelijk mooi en zwaar en alles zat er in.


Toen ik door de poort van de nachtsluiting ging had ik nog een half uurtje marge. Prima planning. Na de Timmelsjoch was het nog 40 kilometer fietsen naar Oetz, waar ik om 22:00  incheckte bij het hotel. Ik was bekaf.

De laatste dag

4,5 uur geslapen en om 5:00 reed ik de weg naar Kühtai in, de laatste klim van het hooggebergte kwartet. Best een zware nog, met 18 kilometer klimmen en bijna 7% gemiddeld. Natuurlijk ook weer erg mooi in de naaldbossen en door kleine ski-dorpjes. Boven (2017 meter) geen triomfantelijk bord met hoogtemeters, dus dan maar een controlefoto bij een bushokje.

De afdaling vanaf Kütai is de leukste die ik ooit heb gedaan, heel mooi en overzichtelijk het dal in. Ook bij hoge snelheden voelde het nog heel gecontroleerd. Snellere dalers dan ik halen daar de 100 per uur wel.

Beneden voelde het alsof het klaar was. Alleen nog even een makkelijke 140km terug naar München, en finishen. Dat was toch even anders. De klim naar Buchener Sattel had ik behoorlijk onderschat, maar ik moest er nog wel overheen. Negen kilometer klimmen met vaak 7-8% stijging. Oef. Nu waren mijn benen echt helemaal leeg. Wegrijdend uit de bergen werd ik nog een paar keer goed te pakken genomen door hagel en regenbuien. Dikke druppels die moeiteloos door mijn regenkleding heen leken te gaan. En ik dacht steeds: Ja, maar die finish dan?

Gehaald

Om half zes kreeg ik mijn zin.

Ik was moe, vies, hongerig, warm en had hoofdpijn. Maar dat maakte niet uit. Na 58 uur en 28 minuten had ik 630km op de teller en zo’n 11000 hoogtemeters. De lokale banketbakkerij bezocht, want dat was het eerste dat ik zag. Even gedoucht in het hotel, en toen met twee ibuprofen en drie stukken gebak in bed gaan liggen. Ze waren heerlijk!