Komende weken vind je op Fiets.nl een reeks van vijf artikelen over tijdrijden voor amateurs. Ronald legt uit wat er zo leuk aan is, hoe je ermee kunt beginnen en hoe je er misschien zelfs wel goed in wordt. Vandaag deel 1!
Liefde voor afzien
Het mooie aan fietsen vind ik de combinatie tussen lekker ontspannen fietsen, mooie ritten maken en gezellige gesprekken met fietsmaten aan de ene kant en het brute afzien aan de andere kant. Snot voor de ogen, bloedsmaak in de mond etc. Ik ben vanuit mijn jeugd vooral vechtsporter, rugbyspeler en krachtsporter. Door blessures heb ik op doktersadvies die wereld lang geleden achter mij moeten laten, maar de rouwdouwer in mij heeft die memo nooit gehad. In de koersjes die ik rijd ben ik ook altijd op zoek naar excuses om mezelf volledig het snot voor de ogen te fietsen.
Ik durf te zeggen dat ik echt hard kan sprinten, maar ik beleef er simpelweg nul plezier aan om 1,5 uur zuinig te rijden om vervolgens 1 ronde hard te rijden en dan een sprint te winnen. Tuurlijk zit daar ook iets moois in, koers is spel en dat spelletje moet je mooi vinden. Maar ik vind afzien vooral mooi dus ik trek ontsnappingen op gang, rij gaten dicht, trek sprints aan en doe alles wat in mijn macht ligt om kapot te gaan.
In het voorjaar 2021 was er nergens koers te bekennen ivm de Covid lockdown, maar werd er op mijn geliefde clubparcours Sloten (Amsterdam) wel een tijdritcompetitie georganiseerd. Met een simpele opzet zonder officials, jury, starttijden of iets dergelijks. Door gewoon het timingsysteem aan te zetten kon iedereen met een chip op eigen gelegenheid 4 of 8 rondes rijden en werd er automatisch een klassement gemaakt. Vol goede moed schroefde ik een opzetstuurtje op mijn koersfiets en stelde mezelf tot doel om minimaal 40km/u te rijden over 10 kilometer (4 rondes). Ongelofelijk hoe intens diep ik ben gegaan. Met een grote lach op mijn gezicht stond ik bij mijn vrouw en dochter uit te puffen, “dit is het!” dacht ik. En zo was mijn liefde voor tijdrijden geboren.
Komende weken neem ik jullie mee in mijn ervaringen van 2 seizoenen tijdrijden. In dit eerste artikel ga ik in op het starten met tijdrijden, daarna ik ga in op aerodynamica en houding. Het derde artikel richt zich op materiaal om vervolgens door te gaan met tactiek en techniek en in het laatste artikel ga ik in op de sfeer en cultuur in het tijdrit wereldje. Iedere zondag vind je een nieuw artikel online op Fiets.nl.
Beginnen met tijdrijden
“You don’t have to be great to start, but you have to start to be great” aldus de Amerikaanse auteur Zig Ziglar. Ik begin bewust met deze uitspraak omdat dit precies is wat ik heel veel mis zie gaan bij mensen om mij heen. Veelgehoorde excuses om een eerste tijdrit uit te stellen zijn:
- Ik heb nog geen tijdritfiets
- Ik wil eerst nog even trainen zorgen dat ik wel minimaal 40km/u gemiddeld kan halen
- Ik ben nog op zoek naar een dicht achterwiel want mijn concurrenten zullen die wel hebben
- Ik heb nog (#WillekeurigMateriaal) nodig voordat ik me inschrijf
- Etc.
Mensen gebruiken vaak (een gebrek aan) materiaal of vorm als excuus om hun eerste tijdrit uit te stellen en dat is jammer. Je moet je realiseren dat met iedere tijdrit die je niet rijdt, je jezelf een kans ontneemt om te leren. De marges in het tijdrijden zijn soms zo extreem klein dat de zogenaamde “Marginal gains” helemaal niet zo marginaal meer zijn maar er serieus toe doen. En dus is iedere tijdrit een mogelijkheid om een nieuw stukje materiaal te testen, of om die scherpe bochten toch eens anders aan te snijden, of om te experimenteren met jezelf rustig op gang trekken t.o.v. hard aanzetten bij de start en na bochten of om je pacing strategie of houding eens anders aan te pakken. In een minder belangrijke rit kun je daar mee experimenteren zodat je weet wat werkt op de belangrijke ritten.
Zoek dus gewoon de eerste de beste tijdrit uit die je qua agenda en reistijd schikt en schrijf je in. Of die nu kort of lang is, bochtig of rechtdoor, profs aan de start of lokale amateurrace, het maakt niet uit. Schrijf je in en ga rijden en ga er van leren. Op tijdrijden.nl vind je een vrij complete kalender. Op Sloten wordt dit jaar voor het eerst een uitgebreide tijdritcompetitie van 6 wedstrijden gestart, die heel toegankelijk is. Meer info via wvamsterdam.nl/wva-tijdrijden/
Ik ga in mijn laatste artikel nog wat dieper in op de sfeer en cultuur rondom het tijdrijden maar ik verklap alvast, je hoeft niet bang te zijn om voor schut te staan. Sterker nog, je wordt omarmt en opgenomen in de tijdrit gemeenschap want het gaat er niet om wie het hardste rijdt maar hoe je het maximale uit jezelf en je beschikbare materiaal kan halen.
Materiaal om te beginnen
Qua materiaal zou ik 1 tip willen meegeven en dat is een opzetstuurtje monteren. Dat is een investering van een paar tientjes en verreweg de grootste efficiencyslag die je gaat maken in je tijdrit carrière. Haal zaken als zadeltasjes en bidonhouders van je fiets af, trek zo strak mogelijke kleding aan en gas d’r op! Als je al meer materiaal hebt zoals hoge velgen, een snelpak, overschoenen, een tijdrithelm etc. dan zou ik die uiteraard direct gebruiken.
Zie de eerste paar tijdritten vooral als oefening en evalueer goed. Ben ik te hard gestart en was ik ruim voor de streep al leeg? Had ik nog teveel over aan het einde? Heb ik goed op mijn houding gelet en zat ik ook in de laatste km nog in een goede houding? Hoe gingen de bochten eigenlijk? Etc.
Als je het een beetje serieus aanpakt dan zal je zien dat je, zonder verbetering van materiaal of vorm, in een aantal tijdritten al verbetering gaat zien in je tijden c.q. gemiddelde snelheid. En dat brengt me weer terug naar het begin. Om te beginnen met tijdrijden moet je dus vooral gewoon gaan beginnen!
Deel 2, over aerodynamica vind je hier.