Het Nederlandse wedstrijd seizoen zit er voor de cyclocrossers inmiddels alweer bijna helemaal op. Na een seizoen lang vol ‘crossvrijdagen’ leggen we je ook nog maar even uit wat je nu het beste allemaal meeneemt wanneer je volgend seizoen je eerste cross gaat betwisten. Je eerste cyclocross wedstrijd? Hoe pak je dat dan aan? Een georganiseerde camper met vijf man personeel zal het hoogst waarschijnlijk niet worden. We lopen samen met je door een wedstrijddag heen en geven je de nodige tips om goed voor de dag te komen.

De avond voor de wedstrijd
Meestal zijn regionale of nationale wedstrijden in de ochtend. Om zoveel mogelijk stress weg te nemen is het slim zo veel als mogelijk de dag of avond ervoor al klaar te zetten en in te pakken. Stress bepaalt voor een behoorlijk deel vaak onopgemerkt je wedstrijdverloop. Door dit zo veel mogelijk te minimaliseren neemt de kans op een lekkere uitslag toe.

Wat neem je mee?
Een aantal zaken zijn essentieel. Probeer, wanneer je meerdere crossen gaat rijden een vaste volgorde op te bouwen zodat je minder snel dingen vergeet. Een checklist maken kan ook. Ik begin altijd met het inpakken van mijn tas met kleding. Het belangrijkste hierbij zijn je helm, fietsschoenen en chip. Al het andere is zeker nodig maar in het ergste geval is starten in je trainingsbroek best een optie. Starten zonder helm niet.

Zorg ervoor dat je altijd voldoende kleding bij je hebt. Is het nat of koud (of leuker nog, beide) gebruik dan een andere set kleding om in te rijden dan waar je in koerst. Heb je een 2e set schoenen? Neem die mee. Wellicht is het parcours drassig. Zo kun je starten met een paar droge patta’s. Ook schoenen kunnen kapot. Nog een reden om een reservepaar mee te nemen.

Maak een tasje met kleding voor na de finish. Zo kun je makkelijk en snel een warm jack en eventueel een broek aantrekken. Ook een handdoek en iets te drinken zijn prettig na de inspanning.


Kleding om warm te rijden. broek, shirt, arm/beenstukken, regenjas, jack, sokken, schoenen, bril en accessoires.

Kort op een rijtje wat er in mijn tas zit voor een dagje cross:

  • Volledig kit om warm te rijden
  • Volledige kit om de wedstrijd in te rijden
  • Helm
  • Extra reserve kleding, jack en broek
  • Wasmiddelen zoals shampoo en handdoek
  • Eten & drinken


Wedstrijdoutfit: Aeropak, droge schone schoenen, helm en natuurlijk een paar snelle sokken.

Materiaal
Is je tas ingepakt? Dan is het tijd voor het materiaal. Neem alles mee wat nodig is. Natuurlijk je fiets(en) en eventueel wielsets wanneer beschikbaar. Vergeet niet je bandenpomp en gereedschapskoffer. Een normale handpomp gebruiken kan, eventueel in combinatie met een digitale drukmeter zodat je zeker weet hoeveel bar er in de bandjes zit. SKS maakt een goede. Nog beter is een draagbare compressor. Deze zijn er van diverse merken en bijvoorbeeld ook te koop bij de Aldi of Lidl. Lekker betaalbaar. Mankeert er iets aan je fiets dan zijn kleine mankementen makkelijk te verhelpen voor de start. Eventueel een uitvouwbare werkstandaard kan hierbij helpen.


Met één fiets en eventueel een extra setje wielen met een ander (grover) bandenprofiel kun je op alle Nederlandse parcoursen uit de voeten.


Een dubbele setup geeft je de mogelijkheid te wisselen in de materiaalzone bij defect of wanneer het erg modderig is.

Cross = modder. Met het veranderende klimaat helaas minder dan we hopen, maar beter te goed voorbereid dan niet voorbereid. Neem daarom poetsspullen mee. Ontvetter, doeken, olie om de ketting opnieuw te smeren. Bewaar alles in een emmer zodat je deze direct ook kunt gebruiken.


Altijd handig wanneer je kleine problemen direct kan oplossen.

Normaal is er bij de veldrit op locatie altijd een tuinslang of hogedrukreiniger aanwezig. Tegenwoordig zijn er ook diverse draagbare systemen beschikbaar zodat je vanuit je auto of bus aan de slag kunt. Dit zijn bijvoorbeeld systemen van Bosch of Kärcher. Wil je echt profje spelen, dan neem je een versie met benzinemotor. Vavavroem!

Voeding
Kleding, check. Materiaal, check. Een veldrit duurt niet lang, maar je bent wel vaak vroeg uit de veren. Een goed ontbijt is cruciaal. Ook dit kun je de avond voordien al klaar maken. Ook wil je vooraf graag warm rijden. Is het lekker weer dan voldoet een rondje rondom het parcours of op de weg meestal. Bij kouder weer is een hometrainer de uitkomst. Je bent sneller warm en kunt gerichter opwarmen doordat je niet word afgeleid door verkeer of anderen.

Wat je eet is nogal persoonlijk, maar een moraalgelletje voor de start kan wonderen doen.


Een dure powertrainer is niet nodig. Zelfs dit oude beestje voldoet nog prima.

Hoe laat vertrek je?
Niets is zo onhandig als te laat komen. Je loopt achter de feiten aan en hebt nergens echt de tijd voor. De meeste renners zijn ongeveer twee uur voor de start aanwezig. Wanneer je een beetje efficiënt te werk gaat heb je voldoende de tijd om het parcours te verkennen, je nummer op te halen en op te warmen. Probeer hierin ook een vaste volgorde aan te nemen. Zo voorkom je dat je bijvoorbeeld zonder rugnummer aan de start verschijnt.

Op plaats van bestemming en dan?
Persoonlijk vind ik het prettig om eerst mijn rugnummer te halen. Zo zijn alle zaken die ‘van buiten af’ moeten komen geregeld en kan ik verder focussen op mijn eigen doel. De ronde verkennen is wellicht het belangrijkste. Je maakt de keuze met welke banden je gaat rijden en bepaalt welke lijnen je kiest in de wedstrijd. Ook kijk je alvast waar je gaat staan bij de start en of je de eerste bocht aan de binnen- of buitenkant instuurt.

Verken het parcours goed. Verkennen is niet zomaar rondjes fietsen. Wanneer je het parcours goed in je opneemt en vooraf besluiten maakt over waar je wel of niet fietst en welk spoor het jouwe wordt, heb je tijdens de koers meer tijd om te focussen op je voorganger.

Zorg dat je op tijd eet en niet meer vlak voor de start. De opwarming begint globaal gezien zo’n 45 minuten voor de start en vanaf de rollenbank verdwijn je idealiter direct richting de startlijn. Succes!