Daar sta je dan in de winkel zonder de fiets. Gewoon om een bandje te kopen. “Welke bandenmaat wil je hebben?”, vraagt de verkoper. Je hebt geen idee. Op banden staan zoveel cijfers dat je door de bomen het bos soms niet meer ziet. Door fabrikanten worden namelijk veel verschillende maten gebruikt. Wij leggen je uit hoe je de juiste bandenmaat vindt.

Er zijn maten in zowel inches als millimeter. De Britten en Amerikanen geven hun maten weer in inches en de Fransen en Duitsers doen het allebei weer op een heel andere manier. En dan is er nog de standaard maatvoering in de fietsbandenindustrie: de ETRTO, de European Tyre and Rim Technical Organization.

De Franse maatvoering bestaat voor veel banden niet en wordt voor verschillende bandsoorten verschillend gemeten. De Franse 700 maat betreft de diameter van de buitenband in millimeters. Naast de hoofdmaat wordt altijd ook de breedte van de band van de aangegeven. Voor racebandjes is 25 millimeter een veelgebruikte maat en 28mm wordt steeds vaker standaard geleverd.

Vind de juiste bandenmaat
De bandenmaat vind je zoals op deze foto naast de merknaam.

Bandenmaat

De inch is de oudste maateenheid in de bandenindustrie. De inchmaat  is gebaseerd op virtuele, niet-meetbare maten. Je kunt geen meetlint langs de band leggen om te bepalen om welke maat het gaat. Het draait om de buitenmaat van de band, en twee banden met een gelijke buitenmaat kunnen verschillende binnendiameters hebben. Een 28” racevelg heeft dezelfde diameter als een 29-er velg, maar een 28” omafiets heeft een grotere velgdiameter terwijl ze geen van allen daadwerkelijk 28” meten. 28 inch wil zeggen: de diameter van een opgepompte buitenband. Bij stads- en toerfietsen wordt dan ook nog vaak de hoogte van de band aangegeven. Dan krijg je iets als 28 x 1 ⅝ x 1 1⁄8, waarbij de laatste waarde voor de bandhoogte staat.

Uiteraard zijn de systemen bruikbaar wanneer je gewoon exact dezelfde maat band zoekt als dat er al op je fiets zat, 26×2,25″ blijft 26×2,25″.

ETRTO: eigen maat voor band én velg

Er is een redelijk universeel, modern alternatief: ETRTO, wat gebaseerd is op meetbare maten. Zowel de velg als de band hebben hun eigen maat, elk bestaand uit twee getallen. Een band kan bijvoorbeeld 52-622 zijn, de bijpassende velg 21-622. 622 is de hoofdmaat en als die overeen komt dan kan je de band in ieder geval monteren. Dit is namelijk de diameter van het velgbed in mm’s. De breedte van de band wordt gemonteerd en opgepompt gemeten (waarbij de breedte van de velg een rol speelt en deze maat dus niet 100% betrouwbaar is).

Racefietsen gebruiken de ETRTO maten 622 en 571. 622 is de maat voor de gewone 28” racefiets, 700 in de Franse maatvoering. 571 is de ETRTO maat voor kleine racefietsen met 26″wielen (en in het verleden voor triathlonfietsen en tijdrit voorwielen). Op racevelgen, die in de regel 17 tot 21 mm breed zijn passen alle banden, van 23 tot wel 32 mm breed, zolang ze maar 622 of 571 als hoofdmaat hebben.

De breedte van een fietsband

Behalve in millimeters wordt de breedte van een fietsband ook in inches weergegeven. Een 23 mm brede band is 0,9 inch. Een 25 mm brede band is 1,0 inch. Een racebandje van 28 inch en 23 mm breed wordt op een band dan ook aangeduid als 28” x  1,0.

MTB’s gebruiken de ETRTO maten 622, 584 en 559 voor 29-er, 650b en 26”. De breedste MTB-banden halen 60mm. Die kun je beter niet op 17mm smalle velgjes zetten. Smalle 1,75″ banden zet je weer liever niet op een 40mm brede downhillvelg. Meestal wordt op de website van de velgenfabrikant aangegeven voor welke bandbreedtes de velgen geschikt zijn.

Klik hier voor de bandenmatentabel.