Jouw persoonlijkheid in je fiets
Wow, wat een coole fiets heb jij!” Het is niet de eerste opmerking die ik krijg sinds ik op een glanzende paars-met-lichtblauwe Swett rond rijd. De racer valt enorm op en wordt erg gewaardeerd: “Je mist alleen nog zo’n blauw underbody licht, zoals bij The Fast and the Furious”. Er wordt gelachen, maar toch vooral bewonderend naar de fiets gekeken.De tijd dat een wielrenner zijn persoonlijkheid terug kan laten komen in zijn materiaal, lijkt aangebroken. Kleding kun je in kleine oplages laten maken, kunstenaars bewerken schoenen op bestelling, en ook op fietsgebied zijn de mogelijkheden eindeloos. Je moet er alleen wel even goed naar zoeken. Waar een custom fiets voorheen óf heel veel geld kostte óf erg onbetrouwbaar was, zie je nu steeds meer kleine bedrijven die goede frames aanbieden waar je een persoonlijk tintje aan kunt geven. Dit zijn veelal open mold frames die lakloos worden geleverd door prima fabrikanten. Meestal gaat het om modellen die niet langer in de collectie zitten, maar dat is niet altijd het geval. Het ene custom-fietsmerk geeft je een paar opties, het andere bedrijf laat je helemaal vrij. Bedenk daarbij wel dat je zelf meestal geen topdesigner bent. Van mijn zelf gebouwde frame bij Bekking Frameworks (zie Fiets nr. 1-2016) kan ik me nog herinneren dat het maken van een bevredigend design zeker niet gemakkelijk is. De keuze voor een van tevoren vast gesteld design is voor de meesten van ons wellicht beter.“Om tot een ontwerp te komen, dat is een heel proces”, legt Swett-eigenaar Peter Paul Zalm uit. “Bij de één zijn we redelijk snel klaar, bij de ander duurt het een stuk langer.” Hij pakt een stapel foto’s met verschillende designs die al gerealiseerd zijn. Er zitten prachtige modellen bij, maar ook fietsen waar ik persoonlijk niet op zou willen rijden. “Natuurlijk proberen we alleen maar mooie fietsen te maken, en dat lukt vrijwel altijd. Maar de keuze is uiteindelijk aan de klant.”Oranje stippen
Ik ben op bezoek in het stijlvolle atelier van Peter Paul Zalm in Heerlen. Over smaak valt te twisten, maar ik krijg meteen het gevoel dat hier iemand zit die weet wat mooi is. Aan de muur prijken verschillende fietsen. De prijzen van weleer staan er trots naast. Achter zijn bureau hangen verschillende Lightweight-wielen. Naast eigenaar van Swett is hij ook vertegenwoordiger van Lightweight, vandaar. “Ik houd nu eenmaal van mooie dingen”, zegt Peter Paul met vet Limburgs accent. Hij vult de ruimte met verhalen en zijn enthou siasme. “Dit is wat ik graag doe; prachtige fietsen maken, samen met andere mensen. Het kan bij mij niet gek genoeg. Wil je een fiets met oranje stippen? Dan maken we die. Ik kan ook samen met de klant een ontwerp maken.”BIERTJE
‘Mijn’ paarsblauwe Swett is een ontwerp van Rodrick, de hoofdredacteur van Fiets. Ik vind het een plaatje. De Val-Dieu is geen open mold. Hij is in Europa exclusief voor twee merken. De kleur valt op. Het paars glanst als metaal, met dank aan de chroomlaag onder de gekleurde lak. Geen goedkope manier van lakken, maar het resultaat mag er zijn. De zilverkleurige letters maken het geheel af. De manier waarop de voorvork in de fiets valt, ziet er mooi uit. De kabels lopen op een nette manier door het frame. Op verschillende plaatsen is het frame verstevigd om de krachten extra goed op te vangen. De fiets oogt als een echte racer. Op de bovenbuis staat #25 Val-Dieu. Val-Dieu is een plaatsje in de Belgische Voerstreek, net over de grens bij Nederlands Limburg. Het is vooral bekend om zijn abdij en brouwerij. De fiets is niet voor niets naar deze plek vernoemd. Peter Pauls favoriete rondje komt langs deze abdij, en soms stopt hij even voor een van de Val-Dieu-bieren. “Een biertje op zijn tijd past prima bij een Swett”, vindt hij.No Swett, no glory
#25 is het persoonlijke nummer van de fiets. Mocht je niet netjes in de rij willen aansluiten en liever nummer 77 willen, dan kan dat ook, mits deze nog niet vergeven is.Op de liggende achtervork staat ‘No Swett, No Glory’. “Dat blijkt ook de slogan te zijn van Club Brugge, maar dat wist ik niet“, lacht Peter Paul. “Ik houd niet van voetbal. Ik kwam op de naam Swett omdat ik nogal overmatig zweet. Vandaar ook de zweetdruppel die als logo op de balhoofdbuis prijkt.” De eerste keuze die je moet maken als je een Swett koopt, is welk frame je als basis wilt. De Val-Dieu Disc is een van de vijf modellen. Elk frame heeft een naam die is geassocieerd met de trainingsrondjes van Peter Paul. Clermont, De Planck, De Smockelaer en Val-Dieu (met en zonder schijfremmen). Mijn testfiets wordt omschreven als ‘goddelijke high-end racer’, een grote belofte met een dikke knipoog naar de naam Val-Dieu (Dal van God).Als je eenmaal je frame en ontwerp hebt, kun je hem afmonteren met wat je wilt. Niet een paar configuraties, zoals bij veel merken tegenwoordig het geval is, maar precies wat je wilt hebben.Zilverkleurig
Mijn Swett is afgemonteerd met een Ultegra Disc-groep. De hydraulische remmen zijn voorzien van 140 millimeter schijven. Ook dit is allemaal aan te passen aan jouw eigen wensen. De Scope-velgen hebben een speciaal zilverkleurig stickertje dat past bij de zilverkleurige letters op het frame. Het zijn overigens geen complete Scope-wielen, want er zijn DT Swiss 240S-assen gemonteerd. Je kunt bij Swett ook custom handbuilt wielen laten bouwen via Wheeltec. Het stuur en de stuurpen zijn van Ritchey, het zadel is een Selle Italia SLR. De banden zijn Continental 4000S Lightweights.De complete fiets (zonder pedalen) weegt 7,9 kilo. Niet licht voor een high-end racefiets, en dat is mede te danken aan de keuze voor schijfremmen en hoge velgen. Maar ook door de lak is hij zwaarder dan de gemiddelde Val-Dieu.A Interne zadelpenklem
B Nauw aansluitende voorvork
C Semi-compact 52/36 cranks
B Nauw aansluitende voorvork
C Semi-compact 52/36 cranks
Genieten van het leven
Peter Paul en ik fietsen naar Val-Dieu. Onderweg vertelt hij over ‘zijn’ omgeving en het vaste rondje dat hier langs gaat. De abdij doemt op als we de bocht omdraaien. Het is een indrukwekkende plaats. “Even een biertje doen?”, vraagt Peter Paul. Dat sla ik niet af. Val-Dieu is een van de weinige abdijen in de streek waar nog actief wordt gebrouwen. Op het terras vertelt Peter Paul dat hij ook een Swettbiertje heeft laten brouwen. “Genieten van het leven, dat moet toch kunnen?” Helemaal waar. En de eerste indruk van de fiets is ook nog eens goed. Het is zo’n zeldzame racer waar je op gaat zitten en die gelijk lekker rijdt. Als ik aanzet, reageert hij direct goed. Ik vertel het Peter Paul en hij glimt van trots. In de weken daarna rijd ik diverse ‘na Tour’-criteriums voor oud-profs en prominenten. De reacties van mijn oud-collega’s zijn opvallend. “Wat een vette fiets! Wow, blits hoor!” Dit is de racer waar ik tot nu toe de meeste respons op heb gehad – en bijna allemaal positief. Niet de Trek Madone met zijn vleugeltjes of de Specialized Venge met zijn aerovormen maken de tongen los, maar de Swett Val-Dieu. Opvallend.Tijdens de criteriums, waar stuurgedrag extra belangrijk is, staat hij prima zijn mannetje. Even een gaatje dicht knallen, is geen enkel probleem. Hij voelt stijf aan waar dat moet, maar is ook voldoende comfortabel. Volgens Peter Paul biedt de Val-Dieu een goed evenwicht tussen een langeafstandsfiets en een racer. Voor mij neigt hij meer naar een racer met goed comfort dan naar een endurance fiets met race-eigenschappen.Echte mening
In Le Mans fiets ik een 24-uursrace (zie Fiets nr. 10-2017) op de Swett. Dat zegt wel iets over hoe heerlijk ik de fiets vind rijden. De wedstrijd gaat oké, de fiets doet het perfect en ook de wielen bevallen. Het klimmetje op knallen, vol de afdaling in en plat door de bochten… De Val-Dieu doet het allemaal zonder moeite. Terwijl je in een wedstrijd het materiaal toch altijd net even zwaarder belast dan tijdens een gewone rit. Schijfremmen bevallen me nog steeds goed. Grappig genoeg kreeg ik onlangs van een lezer de vraag of ik nu eens mijn échte mening zou willen geven over schijfremmen. Ik moest er wel om lachen. Wat ik schrijf in Fiets is echt mijn mening, en dat geldt dus ook voor de schijfremmen.Ik heb maar twee kleine minpunten aan de Swett kunnen ontdekken. Het zadel zakte in het begin, maar dat werd snel opgelost. Verder hebben de steekassen een enorm lang schroefdraad. Vooral bij het achterwiel duurt het even voordat je klaar bent om je wiel eruit te halen. Het heeft verder geen invloed op de rijkwaliteit, maar opmerkelijk is het wel.Aandacht
Swett biedt je de keuze tussen een paar basisontwerpen, waarvan je de kleuren naar eigen smaak kunt aanpassen. Een prima manier om snel en efficiënt een bijzondere fiets te maken. Dit kost minder inspanning en tijd dan hem vanaf nul ontwerpen, en het scheelt dan ook in de prijs. Het bedrijf bestaat ruim een jaar en de zaken gaan voorspoedig, maar Peter Paul maakt zich geen illusies. “Laten we eerlijk zijn: rijden op een Swett is en blijft een exclusieve aangelegenheid. Je zult onze fietsen nooit in groten getale tegenkomen, ook al omdat iedere fiets individueel ontworpen en gelakt is, en genummerd wordt. Ik wil vooral iets bijzonders maken. Jarenlang was ik importeur van mooie spullen van Oakley, Isaac en Lightweight. Maar Swett is mijn merk, daar heb ik invloed op. Dat voelt goed.”‘HET KAN MIJ NIET GEK GENOEG. WIL JE EEN FIETS MET ORANJE STIPPEN? DAN MAKEN WE DIE VOOR JE’