Ruim 35 jaar geleden circuleerden er lijstjes met steile cols in Frankrijk en de Alpen, waarin de Grand Colombier hoog scoorde. Niet zozeer vanwege de lengte van de klim, maar dankzij haar fikse stijgingspercentages. Van alle kanten zitten er zware kilometers klimwerk in. De profs kregen de col pas in 2012 voor het eerst in de Tour te verstouwen. Thomas Voeckler wist hier als eerste boven te komen.

Mijn allereerste keer ging via de pittige zuidflank vanuit Culoz met bagage – met prachtige uitzicht over het Lac du Bourget cadeau – maar dat heb ik dubbel en dwars geweten op de 42×28. Vanuit het westelijk gelegen Artsmare wacht een nog lastiger en vooral onregelmatige beklimming. De D69e stijgt vlot langs kleine dorpjes als Munet en Viriel. Daarna volgt een splitsing en slingert het smalle weggetje verder door het bos, waar het loodzwaar wordt: 4 km klimmen tegen circa 12% met uitschieters naar boven, voelt als vierde keer de Stockeu achter elkaar.

Na samensmelting van de weg met D120 via de iets minder steile noordzijde, is er een korte adempauze voor de drie pittige slotkilometers door een open landschap naar de col. De zendmast zie je, als ijkpunt voor het nader einde van het bergop afzien, gelukkig al eerder liggen.

Meer weten over de mooiste bergen van Europa? Koop dan de Fiets 500.



De cijfertjes
Lengte: 15.9 kilometer
Hoogtemeters: 1245
Gemiddeld stijgingspercentage: 7.8%
Maximaal stijgingspercentage: 13.5%
Hoogte van de top: 1505 meter