We kozen een cyclocrosser, een 29-er hardtail en een volledig geveerd exemplaar voor een test die we eerder in 2008 én in 2011 al eens uitvoerden. Toen hadden crossfietsen nog velgremmen en bestonden er voornamelijk nog mountainbikes met 26 inch wielen. Zien we na zes jaar evolutie een verandering in de uitslag of zijn alle vernieuwingen vooral gerommel in de marge? Kortom, wie van de drie?

Beeld: Remco Veurink

Groesbeeks Gruwelijkste

Om een zo’n goed mogelijk beeld te kunnen schetsen van het mountainbiken dan wel veldrijden in Nederland gaan we onze fietsen op drie verschillende parcoursen testen. De rondes zijn stuk voor stuk toegespitst op één van de fietsen en een afspiegeling van tochten en routes zoals ze wekelijks worden georganiseerd. Zo rijden we in het Noord-Brabantse Alphen op heilige grond voor veldrijders en zetten daar het ideale ‘toertochtrondje’ uit. Zo plat als een pannenkoek en vooral snelle paden afgewisseld met korte bochtjes. Een theoretisch voordeel voor de crosser. We kiezen de vaste route van Rhenen als referentie voor de huidige Nederlandse mountainbikeroute. Veel flow, technische bochten en een beenharde ondergrond. De hardtail zou hier de snelste rondetijd moeten kunnen klokken. Als laatste trekken we via Groesbeek naar Sittard om een kort pittig rondje vol klimmetjes en listige afdalingen uit te zetten. Een goede vergelijking met tochten als Groesbeeks Gruwelijkste en de jaarlijkse MBC Cyclo. Een ronde die op het lijf is geschreven van de fully zou je denken.

De kandidaten

Crosser: Stevens Super Prestige – Theoretisch gezien is deze fiets op voorhand al een winnaar. Als Mathieu van der Poel het met dit karretje kon, dan moet het ons ook lukken. De carbon crosser is nog ouderwets hardcore. Een echte crossfiets! Het lage balhoofd, rechte buizen en zeer direct stuurgedrag maken van deze fiets een pure racemachine. Natuurlijk beschikt ook deze crossfiets inmiddels over schijfremmen en steekassen, wat de veelzijdigheid ten goede komt. Dit 2018-model is uitgerust met de nieuwe Ultegra Disc-groep en dat is een feestje om mee te rijden. De Super Prestige is de betaalbaarste fiets uit deze test, maar mist natuurlijke kostbare veerelementen.

1. De juiste banden-druk is essentieel wanneer je met een crossfiets snel door het zand wilt manoeuvreren.

2. Steekassen en schijfremmen zijn dé grote vooruitgang bij crossfietsen. In plaats van vertragen kun je nu daadwerkelijk stoppen wanneer het jou uitkomt!

Hardtail: OLYMPIA F1 -Deze F1 hardtail is een volbloed Italiaans renpaard. Het carbon frame met dikke platte bovenbuis en opengewerkte balhoofdbuis is zeer stijf. De steile balhoofdhoek maakt van de fiets een rappe machine, die wel wat gewenning vraagt om er goed mee uit de voeten te kunnen. Een foutje wordt namelijk direct afgestraft. Een luxe Fox-vork met lockout op het stuur en 1×11 Shimano XT zorgen voor een degelijke setup, terwijl de Notubes Crest-wielset het lichte, speelse gevoel creëert. Olympia is helemaal bij de tijd met brede Boost-naven en een goed werkende lockouthendel, die de linkershifter vervangt.

1. De lichte Crestwielen en brede banden laten de Olympia snel rollen.

2. De hoekige buizen maken de F1 knoeperdhard en het vergt wel wat stuurmanskunst om daarmee overweg te kunnen.

Fully: Specialized Epic Expert – De Epic is totaal vernieuwd dit jaar, maar eigenlijk gewoon als vanouds. Hij heeft net als de Olympia 100 millimeter veerweg en door de gebruikte brain technologie veert de fiets alleen wanneer het echt moet. Een zeer efficiënt systeem dat zowel in de demper als in de voorvork wordt gebruikt. De 1×12 SRAM Eagle-groep maakt de fiets zeer veelzijdig qua inzet-bereik, want met een cassette van 10 tot 50 tanden kun je alle kanten op. Doordat de fiets een volledig carbon frame heeft en ook standaard wordt geleverd met carbon wielen is dit wel de duurste fiets uit de test.

1. Het grootste tandwiel op de Epic is nog groter dan je remschijf!

2. Met de brain fade bepaal je zelf hoeveel de fiets mag veren.

ONZE TEST SETUP

Om ervoor te zorgen dat de fietsen onder zo gelijk mogelijke omstandigheden presteren zetten we alle banden op dezelfde druk: 1,1 bar in beide mountainbikes en 1,5 bar in de crosser. De smallere band vereist meer druk om vergelijkbare rijeigenschappen te creëren. We stellen de zadelhoogte en de stuurpositie zorgvuldig af en houden bij de Epic rekening met de kanteling van het zadel. Een fully zakt tenslotte nog wat in zijn vering zodra je op de fiets stapt. Sag noemen we dit.

Verder besteden we veel tijd aan het instellen van de vering. We gebruiken de Quarq Shockwize tool om testritten te analyseren op onze smartphone en zo bij de Epic en de F1 beide dempers zo optimaal mogelijk en vooral zoveel mogelijk hetzelfde af te stellen. In de RockShox Sid pompten we 60 Psi, de Fox Float had 5 Psi meer nodig. Het gewicht van de berijder is 70 kilo. Een lage vorkdruk dus die ervoor zorgt dat kleine oneffenheden zo goed mogelijk worden uitgefilterd. Een tragere reboundinstelling zorgt ervoor dat de controle over de fiets behouden blijft. Om het geleverde vermogen te kunnen analyseren gebruiken we tijdens alle testritten Powertap-pedalen. Deze pedalen meten zowel links als rechts de geleverde kracht zodat we precies kunnen bekijken welke fiets het meeste rendement oplevert.

TESTEN MAAR

Zowel in Alphen, Rhenen als Sittard reden we met de drie fietsen steeds twee rondes van circa 10 minuten. Eenmaal reden we rond op ‘duurtempo’ in hartslagzone D2. Dit is een hartslag die je haalt bij een inspanning die je geruime tijd kunt volhouden. Voor onze testpersoon betekent dit een hartslag rond de 170. Het tweede rondje rijden we voluit in de weerstandzone. Dit betekent dat je rijdt op je omslagpunt of net daarboven. Simpelweg een tempo waarin je dusdanig verzuurt dat je het net die tien minuten kunt volhouden en zo het uiterste uit de fiets (en jezelf) haalt. Natuurlijk fluctueert de hartslag per dag en speelt vermoeidheid hierbij een rol. Goed om te weten is dat het omslagpunt van onze testpersoon 190 slagen per minuut is met een maximum hartslag van 203.

Op onze eerste ronde in Alphen, waar vlakke brede paden worden afgewisseld met singletracks, een zandbak en wat snelle bochtenpassages, constateerden we dat de verschillen op de klok minimaal zijn. Een secondespel in het voordeel van de Epic. We kijken echter niet alleen naar de snelheid. De wattagemeter laat het gemiddeld vermogen zien dat we hebben getrapt over het hele rondje, maar ook de normalized power. De waarde die wordt getoond bij het gemiddelde vermogen is het wattage gemeten over de volledige rijtijd. Inclusief de momenten dat je de pedalen stilhoudt dus! Normalized power laat het gemiddelde vermogen zien over de tijd dat je effectief de pedalen hebt rondgetrapt. Wanneer we het gemiddelde vermogen en genormaliseerde vermogen vergelijken, kunnen we dus zien op welke fiets je het langst kunt door blijven trappen. Op dit vlakke rondje zonder grote obstakels is ook hier nauwelijks verschil waarneembaar. De ondergrond laat het toe om met of zonder vering bijna overal door te trappen. Het hoogste wattage trappen we met de Epic. Wellicht doordat deze flink wat zwaarder is dan de andere fietsen.

HARTSLAGZONES TESTPERSOON

Een van onze favoriete vaste routes vind je midden in het land. In Rhenen testen we op de helft van de vaste ronde en creëren we een lus van 4,3 kilometer singletrack met circa 50 hoogtemeters. We nemen zo een heel klein stukje van het inmiddels steeds groter groeiende routenetwerk op de Utrechtse Heuvelrug. De route bestaat uit veel flowende singletracks, waarbij korte klimmetjes worden afgewisseld met heerlijk lopende afdalingen.

Deze route is zo aangelegd dat je eigenlijk met alle drie de fietsen prima uit de voeten kunt. Wil je met de Stevens je maten kunnen volgen, dan zijn de juiste bandendruk en de nodige stuurmanskunsten wel essentieel. Het was dan ook niet voor niets de enige fiets waarmee we een keer in de kant lagen. De brede banden op de fully en vooral de hardtail geven erg veel grip en maken het daardoor mogelijk nog harder de bochten in te sturen zonder grip te verliezen. Het hoogste wattage trapten we wederom weg op de volgeveerde fiets. Na een kleine 10 minuten bleek het verschil met de hardtail en crossfiets respectievelijk 10 en 20 seconden in het voordeel van de fully.

FIETSSPECIFICATIES

Op een onbekende bult nabij Sittard creëerden we de ideale crosscountry ronde. In 1500 meter overwinnen we 65 hoogtemeters, steile switchbacks, een sprongetje en flowy paden. Tijdens het testen is vooral voelbaar dat het smalle stuur van de Stevens verre van ideaal is en ook bergaf ontbreekt het aan controle wanneer het tempo oploopt. De lichtste versnelling, 36×27, is precies licht genoeg om overal boven te komen, maar de 1×11 setup van de Olympia of de 1×12 groepsset op de Epic geven toch een stuk meer mogelijkheden. De verschillen zijn op deze omloop dan ook duidelijk. De tijdsverschillen zijn aanzienlijk. Vooral bergaf loopt de Epic in deze korte afstand ruim uit op zijn concurrenten. De Stevens krijgt zelfs een dikke minuut aan de broek. Ook qua efficiëntie scoort de Specialized het best.

OP EN AF

Toen de 29-ers beschikbaar kwamen voor het grote publiek was vooral het gebrek aan wendbaarheid en het optrekken na bochten een reden voor de diehard 26 inch fans om de grote wielen af te zweren. We klokten in de praktijk welke fiets het snelst uit de startblokken komt en welke model zonder ondersteuning het makkelijkst bergaf rolt. De fully mag dan wel efficiënt en snel over oneffenheden scheren, de fiets is wel 3 (!) kilo zwaarder dan de lichtste fiets uit de test. We reden meerdere malen 100 meter met staande start. De weg liep met 3 procent licht op. Hoewel de smallere banden, een betere tandwielverhouding en een aerodynamisch voordelige houding doen vermoeden dat de lichte crosser het snelst is, moeten we wederom concluderen dat de grote zware volgeveerde fiets de rest te snel af is. Wel moeten we opmerken dat de verschillen erg klein zijn. Bergaf daarentegen is het extra gewicht in dit geval een voordeel en dat is dan ook duidelijk zichtbaar in de resultaten.

ACCELERATIETEST

ROLTEST

FEITEN VERSUS GEVOEL

Tabellen vol cijfertjes zijn magisch om naar te kijken, maar soms zijn de verschillen op de fiets veel groter dan de stopwatch aangeeft. Op de crosser is het duidelijk veel harder werken op alle drie de rondes om bij te blijven met de rest. De fiets biedt geen comfort en dat moet je allemaal zelf zien op te lossen. Hierdoor is de hele fietservaring veel intenser. Een wortel over het hoofd zien betekent een lekke band of met een beetje pech een duikeling. Je rug staat continu onder spanning om als schokdemper te fungeren met de nodige lichamelijke gevolgen van dien. Al dit gehobbel zorgt wel voor een zeer leuke fietservaring. Je hebt namelijk het gevoel dat je erg hard gaat.

De crosser heeft ook voordelen. Het smallere stuur en de totaal andere tandwielverhouding maakt je op de vlakke stukken een stuk rapper. Dit was in Alphen duidelijk merkbaar toen we een lange strook met de wind pal tegen vol voor onze rekening namen. Met 46×15 geschakeld was 40 kilometer per uur mogelijk terwijl de veel minder aero dynamische positie van beide mountainbikes en het kleinere voortand-wiel ervoor zorgden dat de benen met een vergelijkbare cadans bij circa 35 kilometer per uur al begonnen te verzuren. De kleine winst die je op deze rech te paden boekt verlies je helaas al snel op één van de vele bochten. Waar je met de smalle banden continu moet werken om het juiste spoor te kiezen, cross je met de mountainbikes overal dwars overheen. Vooral in los zand is dit verschil goed merkbaar.

Dat cijfers niet alles zeggen, blijkt wel wanneer we ook anderen op pad sturen op de verschillende testfietsen. Door de extra hulp van de slimme vering op de Epic en zijn overgewicht ten opzichte van de andere fietsen voelt deze fiets nooit echt snel maar zijn het de pr’s op Strava-secties die voor het besef zorgen dat die hulpmiddelen wel degelijk werken.

Als laatste zijn sommige zaken niet in cijfers uit te drukken. Zo is rijtechniek en kennis van het product niet te onderschatten voor de prestaties van de drie verschillende fietsen. Het rijden met een crossfiets vraagt een heel andere bochtentechniek en vooral een veel dynamischer fietshouding dan met een mountainbike.

RONDE A, VLAK LOCATIE: ALPHEN

RONDE B, GLOOIEND LOCATIE: RHENEN

RONDE C, HEUVELACHTIG LOCATIE: SITTARD

CONCLUSIE

DIT ZIJN DE RESULTATEN, AAN JOU DE KEUZE

Mountainbikes en in het bijzonder volgeveerde modellen hebben de afgelopen jaren een flinke ontwikkeling doorgemaakt. XC-fietsen met 100 millimeter veerweg hebben inmiddels stuk voor stuk een degelijk veersysteem waarbij het energieverlies in de vering – mits goed afgesteld – nihil is. Hierdoor is er eigenlijk geen enkele reden meer om niet voor een fully te kiezen. De Epic is snel, wendbaar en biedt de mogelijkheid je grenzen te verleggen. De vering geeft je misschien niet het snelle gevoel van een crosser, maar maakt je fietsritten wel een heel stuk comfortabeler. Vooral tijdens langere ritten zal je merken dat je minder snel moe wordt. De nieuwe SRAM GX Eagle-schakelgroep is in Nederland niet per se nodig, maar het geeft je wel de mogelijkheid om zonder van tandwielen te wisselen in het buitenland bergop te rijden.

Eigenlijk kleeft er maar één nadeel aan het kiezen voor een fully: de prijs. Wil je een niet al te zware, volgeveerde fiets, dan betaal je algauw 1000 tot 1500 euro meer dan voor dezelfde fiets zonder achtervering. De ontwikkeling, het extra materiaal en het veerelement maken de fiets een stuk kostbaarder. Niet alleen in aanschaf ook in onderhoud is de volgeveerde fiets het duurst. Dempers hebben onderhoud nodig en scharnierpunten moeten bij intensief gebruik gemiddeld eens per jaar worden vervangen.

Vind je de meerprijs van een fully te gortig of fiets je alleen maar over terreinen als biljart-lakens, ga dan voor de speelse 29-er hardtail. Met deze fiets kun je inmiddels bijna geen miskoop meer doen.

Houd je van het spartaanse gevoel van ongeveerd rijden en vind je het niet erg dat je links en rechts voorbij wordt gereden door mountainbikers, kies dan voor de crossfiets. Wij raden een crossfiets vooral aan wanneer je toertochten wilt afwisselen met veldrit-wedstrijden van de regionale of landelijke competitie.