Fiets on tour

Fiets is een blad voor doe-het-zelvers in de wielersport. Het overgrote deel van de verhalen gaat over materiaal, techniek, kleding, gezondheid, training, voeding, fietsbestemmingen en wielergadgets. Met andere woorden: informatie waar je mee aan de slag kunt, of het nu gaat om hulp bij de aanschaf van een nieuwe fiets, inspiratie voor de volgende fietsvakantie of een stukje verdieping in trainingsleer. Verhalen over profkoersen en profwielrenners daarentegen vind je zelden bij ons. Dat simpele feit zou kunnen betekenen dat de gemiddelde Fiets-lezer weinig geeft om het wel en wee van de profs, in ieder geval minder dan bijvoorbeeld een lezer van Procycling, want je koopt een blad natuurlijk omdat je de inhoud interessant vindt. Hoe dan ook, wij vroegen ons af: hebben onze lezers eigenlijk interesse in profwielrennen? Wat vinden ze van de Tour de France, de grootste wielerwedstrijd ter wereld? We schakelden ons lezerspanel in en kregen respons van 155 lezers.

VERSTOPT

In Nederland is de Tour bijzonder populair, niet alleen bij de diehard wielervolger maar ook bij de algemene sportliefhebber en zelfs bij veel niet-sportliefhebbers. Die laatsten kijken gewoon graag naar mooie kastelen, alpenkammen en zonnebloem- dan wel lavendelvelden. De Tour staat voor zomer en vakantie en is als zodanig van harte welkom in de huiskamers. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er vorig jaar gemiddeld 748.000 mensen naar de live-uitzendingen van de NOS keken (en dan missen we nog de Nederlanders die op ‘de Belg’ of op Eurosport afstemden). Ten opzichte van 2015 (1,1 miljoen kijkers) was er weliswaar sprake van een forse daling, maar dat jaar zorgde het Grand Départ in Utrecht voor extra animo en bovendien had de Tour van 2016 in de eerste week concurrentie van het EK voetbal. Ten opzichte van 2013 (735.000) en 2014 (670.000) bleef het aantal kijkers ongeveer gelijk.

Eigenlijk kan het bijna niet anders of tussen die pakweg 700.000 Tourkijkers zitten ook de Fiets-lezers verstopt, ondanks dat ze misschien eerder gefocust zijn op fietsen dan op fietsen kijken. Dat laatste is bovendien alleen maar een veronderstelling, want beide zaken kunnen natuurlijk ook prima gecombineerd worden. Dat laatste blijkt inderdaad het geval te zijn: van de 155 respondenten (147 mannen, 8 vrouwen) geven er 139 aan dat zij de Tour de France volgen (vraag 4). Profwielrennen blijkt sowieso populair: ook de Giro, Vuelta en WK’s worden nauwlettend gevolgd. Slechts 3 lezers geven aan dat zij het profwielrennen helemaal niet volgen.

AANGEWEZEN MEDIUM?

Dat valt dus goed mee: onze lezers zijn wel degelijk geïnteresseerd in het doen en laten van de profs. Liefst 145 respondenten geven aan dat zij meer te weten willen komen over de achtergrond van het profwielrennen, waarbij het opvallend is dat er duidelijk het meest interesse is voor het materiaal dat de profs gebruiken, meer dan voor voeding en training (vraag 5). Echt vreemd is dat niet, want dat is precies de focus van Fiets en het feit dat iemand deel uitmaakt van het lezerspanel maakt het aannemelijk dat hij of zij die focus waardeert. Want waarom zou je het blad anders lezen? Er is dus interesse voor het wel en wee van de profs, maar het is de vraag of Fiets het aangewezen medium is om die behoefte te vervullen. Het antwoord daarop is niet eenduidig: 61 lezers vinden dat er best wat meer over profs geschreven mag worden, 38 lezers hebben daar geen behoefte aan en de rest is neutraal (vraag 6.11).

Een verre van afgetekende overwinning voor het ja-kamp, maar misschien moeten we toch eens overwegen om die arme profs wat meer aandacht te gunnen. Dat hoeft overigens niet per se rondom de Tour te zijn: liefst 90 respondenten geven aan de Giro en Vuelta mooiere wedstrijden te vinden (vraag 6.9). De Tour heeft sowieso geen erg bijzonder plekje in het hart van de panelleden: slechts een kleine meerderheid ziet La Grande Boucle als de kers op het wielerseizoen (vraag 6.1), niet meer dan 30 respondenten volgen de etappes van start tot finish (vraag 6.2) en Tour-tijdschriften en Tour-pooltjes zijn niet bepaald populair (vraag 6.3 en 6.12). Dat zegt overigens niet veel over de Tour op zich: het is begrijpelijk dat de Tour niet veel hoger wordt gewaardeerd dan de Giro en Vuelta, want dat zijn gewoon ook prachtige koersen. En inderdaad, je kunt ook prima van de Tour genieten zonder pooltjes in te vullen of elke etappe integraal te volgen.

CHAUVINISME

De Tour mag bij het Fiets-publiek dan serieuze concurrentie hebben van andere grote rondes, de wedstrijd op zich wordt nog altijd hoog aangeslagen. Dat blijkt uit het feit dat liefst 121 lezers het belangrijk vinden wat de Belgen en Nederlanders in de Tour doen, terwijl er maar 11 lezers zijn die daarover hun schouders ophalen. Een goede graadmeter voor de status van de koers, want in de regel geldt: hoe prestigieuzer het evenement, des te groter het chauvinisme bij de toeschouwers. Vreemd genoeg zou datzelfde chauvinisme er dit jaar wel eens voor kunnen zorgen dat er minder belangstelling voor de Tour is dan andere jaren. De grootste Nederlandse wieleroverwinning is met het roze van Dumoulin al binnen, dat staat vast, en omdat de beste Nederlandse klassementsrenners al aan de start van de Giro stonden, is de spoeling voor de Tour vrij dun. Etappes kapen met Gesink en sprinten met Groenewegen, zoiets zal het wel worden, maar van klassementsspanning is dit jaar geen sprake. Het is afwachten wat dat met de Nederlandse belangstelling doet.

Wat zegt dit alles? Dit alles zegt dat de gemiddelde Fietslezer (vooruit, het gemiddelde panellid) komende weken ’gewoon’ de Tour volgt, zoals het een rechtgeaarde wielerliefhebber betaamt, en niet alleen op het zadel maar ook op de bank zit. Logisch ook, eigenlijk, want wat is er nu fijner dan eerst jezelf afmatten en dan voldaan naar de koers kijken?