Wanneer trainen?
Dan: in een recent onderzoek van Finse bewegingswetenschappers werd gekeken naar de effecten van de volgorde waarin kracht- en duurtraining werden uitgevoerd, en naar de effecten van het uitvoeren ervan in de ochtend of in de avond. De onderzoekers deelden de deelnemers in bij één van de vier groepen die te maken waren. Een groep deed de training in de ochtend in de volgorde duurtraining en daarna krachttraining. In de ochtendgroepen zaten 9 deelnemers en in de groepen die in de avond trainden 12 deelnemers. Het onderzoek duurde bijna 24 weken.
Er werden testen gedaan aan het begin van het trainingsprogramma, na 12 weken en na 24 weken. Met betrekking tot kracht werden alle groepen significant sterker of ze nu in de ochtend (14 tot 19 procent sterker) of in de avond (18 tot 24 procent) werden getest, als er gekeken werd naar het maximale gewicht dat één keer kon worden weggeduwd (1 RM = één repetition maximum, één herhaling maximum). Als er gekeken werd naar de fysiologische dwarsdoorsnede – hoe dik is de spier – van de vastus lateralis bovenbeenspier, dan was na 24 weken bij alle groepen de doorsnede groter en dus sterker geworden.
Met betrekking tot cardio nam bij alle groepen de volhoudtijd bij een oplopende belasting significant toe. Zowel bij de groepen die in de ochtend trainden (16 tot 28 procent) als bij de groepen die in de avond trainden (18 tot 27 procent). Een algeheel effect was dat de groepen die eerst cardio- en daarna krachttraining deden, meer vooruitgang boekten dan bij een omgekeerde volgorde met eerst krachttraining.
Al met al geeft deze studie aan dat gecombineerde kracht- en duurtraining, wat de volgorde ook is, in de avond een wat groter effect geeft op de ontwikkeling van kracht. En dat eerst duur- en dan krachttraining doen voordeliger is voor de ontwikkeling van het duurvermogen. De trainingsvolgorde en -tijd lijkt dus invloed te hebben op het trainingseffect. Wel moet die trainingsperiode dan langer duren dan 12 weken.