Neem niet zomaar je mountainbike mee naar een strandrace. Op zacht zand en strand rijdt het heel anders dan op ‘gewoon’ terrein. Bovendien zijn fijn zand en vooral zout water zeer slecht voor je fiets. Met enkele (tijdelijke) aanpassingen ‘overleven’ jij en je mountainbike de strandrace glansrijk.

Monteer (zeer) brede banden, bij voorkeur rond de 2.3 inch, zoals deze Schwalbe Super Moto 2.35 inch. Brede banden blijven op zachte ondergrond als het ware drijven. Je zakt minder snel en diep weg. Daarbij voldoet een gladde band (‘slick’) prima voor de grip. Pomp de band niet maximaal op. Met een iets zachtere band vergroot je ook het ‘drijfvermogen’, maar verhoog je wel de rolweerstand.

Tik een eenvoudige vaste voorvork op de kop en monteer deze tijdelijk in plaats van je verende voorvork. Let op dat dit niet te veel conflicteert met de inbouwhoogte, dus dat je geometrie niet te steil wordt. Kijk wel uit met kleine kuilen op het strand, die moet je nu zelf opvangen. Monteer de vaste vork met extra veel vet in het balhoofd, ook als je vaste lagers hebt. Een neopreen beschermhoes over het balhoofd, zoals van Lizard Skin, is ook een (tiijdelijke) aanrader. Spuit teflonolie in je buitenkabels, zodat er geen water in kan lopen.

Een ligstuur is geen aanrader, daarvoor kan het strand net te gevaarlijk zijn en kun je je handen niet snel genoeg verplaatsen. Maar een set bar-ends op het midden van je stuur, of nog beter BBB RaceSticks, zorgen dat je in rechte lijn meer gestroomlijnd kunt zitten. Ben je een sterke rijder, dan kun je het verzet aanpassen. Maar onderschat het strand niet. Als het stormt, zou je tegen de wind in zomaar je lichtste verzet nodig kunnen hebben.

Zout vreet aan de fietsonderdelen en het beschadigt gepolijste en verchroomde oppervlakken. Spuit daarom na de rit je mountainbike zo snel mogelijk af met veel water. Lukt dat niet ter plaatse, doe het dan meteen bij thuiskomst. Gebruik daarvoor geen hogedrukspuit, want dan spuit je het fijne vuil juist je lagers in. Gebruik een borstel om het zand op alle plaatsen weg te poetsen. Denk daarbij goed aan de trapaslagers en de derailleurs.

Reinig de ketting en tandwielen grondig, bij voorkeur met een goed reinigingsmiddel en een schoonmaakapparaatje. Wrijf de ketting droog en smeer deze rijkelijk in met een teflon-smeermiddel en laat deze intrekken. Verwijder te veel aan teflonolie pas vlak voor je volgende rit door een doek over de ketting te halen. Spuit de kabels door met teflonolie als deze niet van het afgedichte type zijn. Of vervang in ieder geval de buitenkabel bij de achterderailleur.