We gaan ervan uit dat de meesten van ons meestal vol goesting op de fiets stappen, maar het kan ook voorkomen dat je geen zin hebt, maar wél het gevoel dat je ‘moet’. Wanneer ben je fietsverslaafd, is dat erg en hoe kun je ermee omgaan?

Gaan, niet gaan, wel gaan, niet gaan. Buiten vallen dikke regendruppels uit de grijze lucht, binnen is de indoortrainer al even onaantrekkelijk als het gure buiten. Je hebt geen zin, voor de conditie hoeft het niet per se, maar toch knaagt het. Zal ik dan toch…? Je ververst Buienradar nog tien keer, drentelt een beetje heen en weer van de bank naar de kast met wielerkledij en kruipt aan het eind van de dag toch nog even op de fiets. Niet fietsen, dat kan natuurlijk niet.

Sportsverslaving

Lang niet iedereen zal het herkennen, maar er zijn genoeg mensen die dat stemmetje maar al te goed kennen: zou je niet tóch even gaan? Sportpsycholoog Jens Van Lier, zelf een enthousiast wielrenner en gravelaar, kan er zich iets bij voorstellen. Echte fietsverslaving – of sportverslaving, om het breder te trekken – komt echter weinig voor, zegt hij. “Maar misschien moet ik zeggen: in ieder geval is het niet zo zichtbaar. Dat is direct het tweede punt: omdat we sporten zien als iets gezonds en positiefs wordt een sportverslaving veel minder snel negatief aangemerkt of überhaupt opgemerkt dan bijvoorbeeld een gok- of gameverslaving.”

Om een indicatie te geven: uit een onderzoek in Denemarken blijkt dat circa 7 procent van de profsporters een risico op sportverslaving heeft, aldus Van Lier. Interessant is dat het meer voorkomt bij duursporters zoals wielrenners, triatleten en hardlopers dan bij bijvoorbeeld balsporters. “Een groot deel van wat duursport verslavend kan maken – en wat veel mensen er ook leuk aan vinden – is de befaamde runner’s high: de euforie die je krijgt na een training of wedstrijd doordat er endorfine vrijkomt. Die endorfine werkt verslavend en daarom is het logisch dat er meer risico is op verslaving bij duursporten dan bij spelsporten.”

Ontwenningsverschijnselen

Wanneer noem je iemand verslaafd? Veel staat of valt met de vraag of je het fietsen echt nodig hebt, wat het je kost en wat er gebeurt als je níet fietst, zegt Van Lier. Belangrijke graadmeters zijn de impact op familie en vrienden, werk en gezondheid. “Stel dat je koorts hebt, maar zo verslaafd bent aan de fiets dat je toch het idee hebt dat je moet fietsen. Of stel dat fietsen zo’n grote impact heeft op je sociale leven dat dit helemaal uit balans raakt. Dat conflictgedeelte is belangrijk, in zulke gevallen zou ik zeggen: dat neigt naar verslaving. Hetzelfde geldt als fietsen niet het doel op zich is, maar een middel om nare emoties weg te drukken. Verder is ook datgene wat er gebeurt als je níet meer fietst een belangrijke indicatie: een drugsverslaafde die stopt met drugs krijgt ontwenningsverschijnselen en zoiets kan ook bij fietsers gebeuren. Stel dat je je mentaal echt minder voelt als je een week of twee niet kunt fietsen, bijvoorbeeld onrustig, somber of gefrustreerd, dan is dat ook iets wat duidt op een verslaving.”

Ook is het de vraag of er sprake is van een primaire of secundaire verslaving. “Vaak gaat sportverslaving namelijk gepaard met een onderliggende problematiek, zoals anorexia. In zo’n geval is de anorexia het eigenlijke probleem en het bewegen een secundair probleem dat het primaire probleem ‘ondersteunt’. Dat is wat je in de klinische wereld vaker ziet.”

Moetivatie

De meesten van ons zullen gelukkig niet echt verslaafd zijn, maar toch: de lijn tussen gezonde tegenzin en fietsverslaving is misschien dunner dan we denken. Hoe zit het dan met die onschuldige drang om toch te fietsen terwijl je geen zin hebt? Voor profs is het logisch dat ze af en toe door weer en wind moeten om hun doelen te behalen, maar waarom zou je dat als liefhebber doen als je eigenlijk geen zin hebt? Nu komen we meer in de hoek van motivatie en moeten, zegt Van Lier. “De eerste vraag is: waarom wil je fietsen? Is dat omdat je een doel hebt gesteld en bang bent om dat niet te halen als je niet traint?

“En de tweede vraag: is er externe druk, van je trainer of fietsmaatjes, of voel je interne druk, bijvoorbeeld omdat fietsen heel belangrijk is voor je eigenwaarde en je moet fietsen om je goed te voelen? Als we kijken naar motivatietheorieën spreken we van moetivatie: je bent dan niet intrinsiek, maar extrinsiek gemotiveerd. Dat is op lange termijn niet zo positief, want het is dan moeilijker om plezier in je sport te houden. Ik zou niet graag zien dat mijn sporters veel moetivatie tonen. Ergens moet er een bepaalde liefde voor de fiets zijn. Niet de beloning achteraf moet het belangrijkste zijn, maar het fietsen zelf, het plezier dat je op de fiets hebt.”

Ontspannen

Grote vraag is dan: hoe kun je de ontspanning houden in je fietsleven? Volgens Van Lier is het belangrijk om goed te kijken naar wat je zelf wilt. “Waarom ben je gaan fietsen? Is dat voor sociaal contact? Zoek dan een toffe trainingsgroep en stop je fietscomputer in je achterzak – die cijfertjes zijn dan niet het doel. Een belangrijke vraag is ook: is het doel trainen of fietsen? Soms wil ik zelf vooral even uitwaaien, of nieuwe weggetjes opzoeken – dan is mijn doel ontspannen, of ontdekken. Als ik ga gravelen draait dat voor mij om buiten zijn, met vrienden babbelen, toffe fietsplekken ontdekken – dát is dan mijn doel. Het is een kwestie van inzicht krijgen in wat je denkt en doet en dat is soms heel moeilijk, zeker als je iets al jaren doet. Stel jezelf steeds de vraag: wil ik dit, of moet ik dit? Dat komt je mentale gezondheid ten goede én je prestaties. Daar ben ik van overtuigd.

Ben jij fietsverslaafd? Doe de check!

Er zijn zes punten die je kunt nagaan om te zien of je sportverslaafd bent. Is het antwoord steeds ‘ja’? Dan is het misschien tijd om wat veranderingen proberen aan te brengen.

  • Is sporten het allerbelangrijkste in je leven, belangrijker nog dan familie, vrienden en werk?
  • Conflicteert je sportgedrag ook met bovenstaande zaken?
  • Gebruik je de fiets om je stemming te veranderen? Fiets je om je daarna gelukkiger te voelen of om problemen te vergeten?
  • Ga je opeens heel veel meer sporten?
  • Heb je last van ontwenningsverschijnselen als je een tijdje niet fietst?
  • Vind je het moeilijk om minder te sporten als je dat probeert?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."