Durgano – Mesa Verde (zonnig 25 graden)
Van het campingterrein af en meteen een kleine slalom om een groepje reeën op de weg. De benzinetank vullen en je raadt het al, naar de Walmart. Bij de ingang heet een mevrouw – duidelijk boven de pensioen gerechtigde leeftijd (hoezo langer doorwerken) – ons welkom in de winkel. Op haar badge staat duidelijk te lezen ‘people greeter’. Ik heb de hele winkel afgezocht naar de ‘dog greeter en de horse greeter’ maar heb die niet gevonden. Bleek later dat er ook helemaal geen honden en andere dieren binnen mogen. Dat is overigens niet helemaal waar, want de hele winkel ligt vol met in stukjes gehakte ingevroren dieren. Volgens Ingrid slaat deze beschouwing helemaal nergens op en daar heeft ze vermoedelijk gelijk in. Zal wel komen omdat we al zo lang van huis zijn.
Nou, dan maar de fraaie highway op naar Nationaal Park Mesa Verde. De 70 km tot aan de ingang rollen snel onder de wielen door. Wie denkt dat hij er dan is, heeft het mis. Naar de bezienswaardigheden is het dan nog 35 km enkele reis de berg op. Maar die kilometers zijn de moeite waard. Een beetje vanwege de schitterende panorama’s maar toch vooral vanwege de ‘cliff dwellings’.

Dwellings
Cliff Dwellings zijn op 2500 meter hoogte in de rotsen gebouwde nederzettingen van de Anasazi indianen. De nederzettingen zijn gebouwd tussen 500 en 750 na Christus. We bezoeken de twee mooiste, het Cliff Palace en Balcony House. Voor je binnen mag, eerst uitleg van een ranger. Die mensen vertellen met een enthousiasme alsof ze het voor de eerste keer doen. Het geheel heeft iets on-Amerikaans en wel om twee redenen. De rangers nemen het op voor de Anasazi. En dat zijn we nog niet eerder tegen gekomen, waardering voor de underdog. Ten tweede moeten er nogal wat capriolen worden uitgehaald om de plekken te bezoeken. Er wordt geklommen over hoge ladders, door smalle kloven en ongelijke in de rotsen en uitgehouwen steile trappen. Tenslotte kruipen door een donker gangetje waar sommige oversized Amerikanen niet door kunnen. Die moeten dan terug zoals ze zijn gekomen. Er wordt veel gewaarschuwd dat wel. Maar het is ook een beetje gewaagd. Enkele minder moedigen hebben het gevoel in de commando-opleiding terecht te zijn gekomen.
De verhalen van de rangers zijn interessant. Er worden theorieën opgeworpen waarom de Anasazi uiteindelijk zijn vertrokken en hoe slim en doortasten die mensen waren om het hier vol te houden. Het wordt leuk gebracht. Zo vraagt er iemand aan de ranger wie er eigenlijk de leiding had in zo’n groep. Vertelt de ranger dat het niet bekend is, maar vermoedelijk of de vrouwen, of de echte heel oude en wijzen mannen. Die van tegen de dertig, want ouder werden ze niet.

De nacht brengen we door op de Morefield campground van het Mesa Verde park. Er staan heel wat types zoals wij. Met regelmaat komt er een ranger voorbij om te zien of alles op de campground okay is. Voor mensen hoef je hier niet bang te zijn, maar de waarschuwingen voor beren staan er vermoedelijk niet voor niets.

Meer informatie op internet: www.nps.gov/meve

Mesa Verde naar Monument Valley
Vier staten tour
De Morefield campground in Mesa Verde national Park is super. Omdat het seizoen nog niet is begonnen, staan we hier helemaal gratis terwijl er wel faciliteiten zijn zoals een dumpplaats en toiletten. Op ons gemak tutteren we de berg af. Vandaag gaan we door vier staten: Colorado, New Mexico, Arizona en Utah. Geen kunst, want we zijn toevallig vlakbij de plek waar de vier staten elkaar raken. Amerikanen vinden dat bijzonder omdat er geen andere plek in de VS is, waar een ‘vierstatenpunt’ bestaat. Waren wij maar net zo trots op ons drielandenpunt in Vaals.
Vanaf Mesa Verde in Colorado is het nog 80 kilometer naar Shiprock in New Mexico. We merken meteen dat we in New Mexico zijn, de asfaltwegen zijn erg slecht en onze broodrooster heeft een nieuw dansje ontwikkeld, nog luidruchtig als het vorige. Shiprock is een bijzonder grillig gevormde vulkanisch berg van 560 meter hoog. Een heilige berg voor de Navajo. De indianen noemen deze vulkaankegel ook wel de ‘gevederde berg’, omdat hun voorouders volgens de overlevering op de rug van een reusachtige vogel in deze regio zijn beland. Shiprock is het versteende overblijfsel. Visueel valt het een beetje tegen, want hij ligt er nogal heiig bij en er leidt geen weg naar toe. Het is echt kijken maar niet aankomen.
In dit reservaat regeert de armoe. Als we stoppen bij een plaatselijke Mc Donalds om even te internetten, worden we voor het eerst lastig gevallen door een hele serie bedelaars. Overal ligt zwerfvuil en heel veel lege drankflessen. Als daar statiegeld op zou zitten, ging ik het verzamelen, kocht van de opbrengst een berghut en ging alleen nog maar fietsen.
Een groot deel van de indianen leeft onder de armoedegrens. Denk je in het Navajo reservaat de auto’s weg, is de vergelijking met een derde wereldland zo gemaakt.

Johnny Depp was here
Het doel voor vandaag is Monument Valley net een paar honderd meter over de grens met Utah. Onderweg richting Monument Valley zien we ontelbare fotogenieke rotsformaties. Voor koffie stoppen we bij een locale voormalige handelspost, die nu dienst doet als postkantoor annex winkel, tankstation en koffietent. Aan de buitenkant ziet het eruit als zo’n zweterig tankstationnetje uit een film. Het is er droog, warm en waait er zo hard dat de koffie uit de beker vliegt. De druppels verdampen voordat ze grond raken. Het landschap doet denken aan de film Thelma en Louis. Kaal, vlak, stoffig en heet.
Bij de ingang van het Nationaal park Monument Valley vertelt de Indiaanse juffrouw aan de kassa dat de campground van dit State Park vol is. Op dit moment worden filmopnames gemaakt voor de film the lone ranger met Johnny Depp. De crew bezet alle plekken. Gelukkig is er even verderop een camping met alles erop en eraan. Behalve dan dat we hutje op mutje staan, aggregaten draaien, en er Nederlanders in de buurt zijn. Dat zijn we niet gewend en daar willen we ook niet aan wennen. Wel hebben we uitzicht op drie van die wereldberoemde ‘puisten’ uit park, dat is fantastisch.
Even een korte geschiedenis over de Goulding’s Camp Park waar we nu staan (internet: www.gouldings.com ), de relatie met John Wayne (acteur in western movies) en John Ford (regisseur/producent van Hollywood films). Harry Goulding en zijn vrouw Leone kwamen in 1920 naar de Monument Valley. Toen dit reservaat, land te koop aanbood, kochten ze grond en zette een handelspost op. Ze dreven handel met de locale Navajo indianen. Net zoals vandaag de dag leven deze indianen van de verkoop van sieraden en kleden. In 1930 was er de grote Depressie met alle armoede en ellende van dien. Het Navajo Reservaat leed immens. Harry hoorde dat een filmproducent op zoek was naar een goede filmlocatie. Met hun laatste 60 dollar ging hij samen met zijn vrouw naar Hollywood en ontmoette daar de legendarische regisseur John Ford. Harry liet foto’s zien van Monument Valley. En dat legde hem geen windeieren. Ford besloot om daar zijn westerns op te nemen. Later en nu nog steeds is Monument Valley een geliefde locaties voor filmers en fotografen. Tot de grootste producties behoort Sergio Leones cultwestern Once upon a time in the West uit 1970.

Informatie Monument Valley:  www.navajonationparks.org
Monument Valley, Utah
De zon is nog maar net op als we het nog een keer proberen bij Monument Valley. Dezelfde Indiaanse mevrouw zegt dat de camping gesloten is. Toch zien we de trucks van de filmmaatschappij massaal haar kassa voorbij rijden. Als wij vertellen dat we gehoord hebben dat er vandaag wel mogelijkheden zijn om te camperen, besluit ze iemand te bellen. Het resultaat is positief. Onze RV parkeren we tussen de vertrekkende filmcrew aan de rand van de kloof. We kijken van daar uit over het hele park. Vanuit onze achterraam kunnen we morgen de zon op zien komen over Monument Valley. Het is adembenemend mooi en helemaal voor ons alleen.

Stof happen
Het is bewolkt en niet meer zo warm als gisteren. Misschien is het dan wat minder mooi, maar als fietsweer is het perfect. De 17 mijl loop staat op het programma. Het is de standaard route die andere bezoekers met een guided tour doen. Ze zitten in een open auto en happen stof. Dat laatste doen wij liever op de fiets.
De eerste kilometers gaan naar beneden. De route heeft de vorm van een lasso. We fotograferen er flink op los. Eigenlijk iedere centimeter is een fotogenieke spot. De Navajo indianen staan op gezette tijden met hun stalletjes met sieraden. Ze vragen de hoofdprijs voor producten van een matige kwaliteit. En in ieder stalletje ligt min of meer hetzelfde. Totaal geen handelsgeest vinden wij. Zal onze VOC-mentaliteit wel zijn. Of we daar dan weer trots op moeten zijn?

John Wayne is back
Halverwege de route is er een plateau. Hier heeft John Wayne in de film Stagecoach op zijn paard uitgekeken over de vallei. Een filmische highlight. Voor $ 5 dollar mag je op een paard gaan zitten en een foto maken. Als er een busje toeristen aan komt rijden, klimt er een Navajo al gapend op zijn paard en sukkelt een aantal meters naar het plateau en kijkt vandaar gezeten op zijn paard over de vallei. De toeristen mogen dan voor $ 2 per persoon een foto van hem maken. Wel vreemd. Als John in de film een Indiaan treft is het midden tussen zijn ogen met een kogel. Daarna kijkt hij vol trots uit over de vallei. Nu gaat een Indiaan op een paard zitten en doet alsof hij John Wayne is. Het moet niet gekker worden.
Wij besluiten een nieuwe variant te maken. Gezeten op ons ijzeren ros kijken we vanaf het plateau over de vallei om te zien of er ergens knooppuntroutebordjes staan. Die staan er niet, maar het is een goede poging.
Aan het einde van de trail zien we helemaal rood van het zand. Het zit overal. Het knarsen van de kiezen spoelen we weg met wat water. Het landschap is super spectaculair en druk is het hier niet. Een goede reden om nog een extra nachtje te blijven.
Nadat we een zwerfhond, die we Droef dopen, wat eten en drinken hebben gegeven en twee Navajo indianen die weer met sieraden langskomen, vriendelijk de deur wijzen, besluiten we om vroeg naar bed te gaan. We verheugen ons nu al op de zonsopgang morgenvroeg die we kunnen zien vanuit ons bed door het achterraam. Oh wat is het leven toch verrukkelijk!!!!

Wildcat
Het blijft maar waaien. Stormen zelfs. Dat de camper dan heen en weer schut, is geen probleem meer. Het wiegt ons lekker in slaap. Van koude nachten hebben we geen last meer onder de super slaapzaak die als deken dienst doet. In de ochtend blijkt het slechte weer overgewaaid. De lucht vol stapelwolken is een plaatje. Ik besluit de Wildcat Trail te rijden.  Ja, het is maar een kilometer of acht, maar wat voor kilometers. Het is een epic ride zoals de Amerikanen zo’n droom trail met een gevoel voor understatement noemen. Het hoort zeker bij de mooiste stukken die ik van mijn leven heb gefietst.  En ik durf te beweren dat dat wel wat wil zeggen. Het decor lijkt een computer animatie uit de beste film van Steven Spielberg die hij nog moet maken. Het pad is verlaten en slingert heen en weer. Bochtjes, steentjes, af en toe stukken los zand, maar op de laatste zandduin na, allemaal te fietsen. Mijn fotocamera kan ik eigenlijk overal neerzetten. De mooiste plek bestaat niet tussen de mooiste plekken. Een euforisch gevoel dat tot in de toppen van mijn tenen, tot de haren op mijn hoofd zou gaan, als ik daar haar zou hebben.
Voor deze keer laat ik mij niet opjagen door de tijd. Ja ik weet ook dat we nog 290 km voor de boeg hebben om naar onze campsite aan de rand van de Grand Canyon te rijden. Maar het plekje is gereserveerd, dus tijd zat.

Op naar de Grand Canyon, Arizona
De autorit is een makkie. Onderweg bakken we nog een spiegeleitje als lunch bij een soort mini Grand Canyon. Eigenlijk de Mini Canyon dus. Bij de Tradepost in Cameron kopen we drie toffe nieuwe T-shirts voor slechts € 27,-. Op de kaart lijkt Cameron overigens een plaats. In de praktijk is het niet meer dan een paar winkeltjes (de Tradepost), twee benzinestations, een motel en een RV-park. Woningen zijn er niet. Dat gaat overigens vaak zo in dit deel van Amerika. De andere plaats die we tegenkomen heet Tuba City. Die naam duidt op grootheidswaanzin. Het is niet eens een dorpje, eerder een gehucht en zeker geen city.

Grand Canyon, Arizona
Bij de ingang van het National Park Grand Canyon is alles weer georganiseerd zoals we dat kennen. Een ranger heet ons welkom alsof hij speciaal op ons heeft zitten wachten. De informatiefolder, kaart en krant zijn compleet en duidelijk. Alle voorzieningen zijn op en top in orde. Wel weer even wat anders als de blije ongeorganiseerdheid die we in Monument Valley aantroffen.
Eerste autostop is Dessert View. Ongelooflijk, een foto kan de immensheid van de canyon echt niet vastleggen. Jammer dat het een beetje heiig is, maar dat gaan we in de komende dagen vast nog anders meemaken.
Op de campsite zijn we blij dat we hebben gereserveerd. Alles is bezet. Dan het probleem. Onze reservering staat op juli. Foutje van de dame gisteren bij de reservering. Er wordt even nors gekeken, maar meteen voor een oplossing gezorgd. We krijgen een prima plek op de loop die eigenlijk voor tenten is bedoeld. Onze camper past er prima.

Grand Canyon, Arizona
Ingrid is pertinent in haar standpunt. Eerst het werk, dan het avontuur. Foute keus in de wereld  van een rasechte boogschutter, maar na meer dan dertig jaar samen moet je weten waar de grenzen van het haalbare liggen. Eerst naar de Laundry dus. Ingrid met vier wasmachines en de nodige droogtrommeltjes in de weer, ik met de laptop om veel achterstallig werk te verzetten. Zo is fotograferen super leuk, maar het moet ook allemaal worden verwerkt en de beste foto’s uitgezocht en klaargezet voor de website. Dan het bijwerken van de routekaart, maken van teksten en ga zo maar door.
Een geluk hebben we wel, ze doen hier aan zomertijd, daylight saving heet dat hier, en dus is het een uur vroeger. Waren we dus al om 06.00 uur op. Dan heb je nog eens wat aan je dag.
Rond de klok van half tien ligt de was weer droog en opgevouwen in de kast en zijn we onderweg naar het informatiecentrum. Lijkt op de kaart een klein stukje. In de echte wereld toch ruim 2 kilometer. Dat is een lekkere wandeling en het centrum ligt pal aan de rand van de canyon. Genieten dus weer.

Op de fiets langs alle uitzichtpunten van de canyon
Daarna naar het ‘winkeltje’ van de camping. Dat blijkt een complete supermarkt met eetgelegenheid, postkantoor en bank. Waren we toch weer even vergeten dat in de States alles bigger is.
Na de lunch is het dan toch echt zo ver, op the iron horse langs de canyon. Via een systeem van fiets-/wandelpaden komen we bij het begin. In het eerste deel moeten we de rijbaan volgen omdat de trail direct langs de kloof exclusief voor wandelaars is. Een serieus geval van discriminatie van de fietser. Een echt probleem is het niet, want op de mooiste punten – en dat zijn er tientallen – zijn uitzichtpunten gemaakt waar ook fietsers toegang hebben. Het is een kloof van niet te bevatten afmetingen. We denken een vogelt te zien vliegen, blijkt het een helikopter te zijn. De overkant lijkt niet al te ver weg, maar het is toch al snel een kilometer of twintig. Feitelijk heeft de hier toch niet al te imposante Colorado rivier de geschiedenis van de aarde uitgekerfd. Ieder jaar slechts de dikte van een papiertje, maar dat al 1,8 miljard jaar volgehouden. De verschillende kleuren maken duidelijk dat het om verschillende gesteenten gaat. De vormen zijn ongekend in hun pracht. Zonder al te veel fantasie zijn pagodes, forten, piramides, gezichten en figuren te ontdekken. Je moet het gezien hebben om het te bevatten. En dan nog. Het is misschien wel te groot, te immens, te overweldigend om het echt tot je door te laten dringen. Cijfers zeggen dan weer iets, maar ook niets. De kloof is 446 km lang, tot 29 km breed en 1,6 km diep. Super wauw, vat het eigenlijk samen.
Naarmate we verder naar het eind komen, wordt het pad leger en leger. Hikers zijn er geen meer. Tijd om burgerlijk ongehoorzaam te zijn en de smalle onverharde trail te volgen die rakelings langs de diepte suist. Met de snelheid van een bike is een stuurfout niet aan de orde. Tenminste niet als je ooit nog eens in Zuid Limburg wilt gaan fietsen. Een kick geeft het wel. Korte bochtjes draaien langs dit oogverblindende panorama. Na op een haar na 20 km eindigt de trail bij Hermit rest. Daar rusten we even, genieten wat na en biken terug. De trails zijn leeg. De wandelaars zijn al naar huis. Als wij bij ons rijdend huisje aankomen zijn we tevreden met deze dag. Hoe kan het ook anders.

Hike in de Grand Canyon south rim Arizona
Er zijn heel wat wandelroutes om af te dalen in de Grand Canyon. Wij kiezen voor de Bright Angel trail. Daarin zijn we niet alleen, want het is de populairste variant. De afdaling start op 2.088 meter, daalt af naar 1.400 meter en dan mag je dezelfde weg weer terug. Na het ontbijt gaan we op weg. Gratis bussen brengen bezoekers naar alle uithoeken van het park. Eén van de opstapplaatsen is vlak voor onze camper en de bus stopt bij de trail. We laten de kaart van de omgeving thuis en lopen richting bushalte. ‘Onze’ bus blijkt eerst een hele lus te maken. Daar hebben we geen zin in. Dus gaat het richting een betere opstapplek. Dat denken we dus. Fout gedacht. Als we ruim een half uur aan het lopen zijn door de bosachtige omgeving zien we plots een coyote oversteken. Wat een beest. Een soort groot uitgevallen gespierde herdershond. Op een meter of vier meter afstand kijkt hij ons brutaal aan. Daarna huppelt hij parmantig de bossen in en verdwijnt.
Uiteindelijk na een klein uurtje lopen komen we aan bij het begin van de afdaling. Er bestaat een mogelijkheid om de Grand Canyon helemaal af te dalen tot aan de Colorado rivier, daar te overnachten en dan weer terug te lopen. Overal wordt gewaarschuwd niet te proberen om in één dag op en neer te lopen. Dat hebben al diverse doorzetters met de dood moeten bekopen. Onderweg komen hikers met zware rugzakken omhoog gelopen. Die hebben beneden overnacht. Wandelaars van allerlei pluimage en met allerlei uitrusting zijn onderweg. Van compleet uitgerust met loopstokken, rugzakken en bergschoenen tot op teenslippers met alle sierraden uit de juwelendoos om.
In het begin gaat het pad rustig naar beneden, later en stuk steiler. We lopen een tijdje. Maken wat foto’s, want het licht staat mooi op de rotswanden die door erosie prachtige vormen hebben gekregen. Toch begint het na verloop van tijd te vervelen dat haar beneden lopen, vooral omdat het uitzicht maar weinig verandert. We besluiten dat we genoeg hebben gezien en keren om. Boven nemen we de bus terug naar de camping. Tijd voor lekkere verse koffie in het zonnetje. Het is net wintersport, de temperatuur is fris maar in de zon is het heerlijk warm en ondanks de hoogte van 2200 meter is het genieten geblazen.