Voordat we de kust verlaten wil ik nog even op de fiets. Het is tenslotte zaterdag en dat is de dag dat ik normaliter met de fietsclub ga fietsen. Meteen buiten de camping draai ik de Mulholland Drive op. Deze beroemde weg loopt vanaf de oceaan tot in Beverly Hills in Los Angeles, dwars door de Santa Monica Mountains. Hier wonen veel aardwezens met meer geld dan goed is voor een mens. De weg klimt meteen en blijft dat een hele tijd doen. 500 hoogtemeters hoger komen we uit. Ik zeg we omdat ik ben aangeklamd bij een groepje van een stuk of tien racefietsers. Als het tijd wordt voor een foto verlies ik ze uit het oog. Niet erg, want genieten doe ik ook graag alleen. De route is super. De weg draait en keert zich een weg omhoog. Ik kreun en steun de weg omhoog. Het mooie aan de Mulholland Drive is dat er routes te maken zijn van verschillende lengtes. Met regelmaat is er een ‘canyon road’ die terug gaat naar de kust. Mijn route meet 60 kilometer. In de afdaling zie ik een paar mountainbikers bij een routebord staan. Uiteraard even informeren. Er gaat een mtb-trail dwars door de bergen. Maar die is nogal lang en die tijd heb ik niet. #$@&*^%$ denk ik dan.
Terug bij de camper staat Ingrid al te trappelen van ongeduld om te vertrekken. Op naar Mount Pinos in het Los Padres National Forest dan maar. Daar staat morgen een singletrail op het programma. Zeker geen slecht vooruitzicht.Snel gaat het zeker niet. De weg kronkelt door de bergen omhoog. We kijken onze ogen uit zo mooi is het (alweer). In de buurt van de geplande campground blijkt het bos te zijn afgebrand, tja het zit vandaag niet mee. Op zoek naar een andere dan maar. Dat valt ook niet mee. Simpel gezegd, ze moeten er wel zijn, maar we vinden ze niet, of ze zijn gesloten. Als we de GPS-coördinaten van een campground ingegeven komen we op een bosperceel uit naast de doorgaande weg. We trekken de stoute schoenen aan en gaan wild kamperen. Als de ranger dan komt, zien we wel weer.
Goed slapen doen we niet. Eigenlijk liggen we te wachten tot we worden weggestuurd. Het is pikdonker. Zo donker heb ik het nog nooit gezien. Er is hier geen ‘restlicht’ en dan blijken er zoveel sterren te zijn dat die weer een beetje licht geven. Komt de song Colorado High van John Denver een beetje tot leven. “The Shadow from the starlight is softer than a lullabye”. En de ranger? … Die zien we niet.Mount Pinos – Bakersfield
Om 05.45 uur staat de koffie al te pruttelen. Of liever gooi ik voor de zevende keer een scheutje water op de filter. Want stroom hebben we niet en het aggregaat aanzetten zo midden in de forest is not done. Nog geen half uur later zijn we op weg naar de top van deze berg. Eerst kijken of er leven is op de Pinos campground. Dat is er wel, want er staan tentjes, maar het toegangshek is dicht zodat er geen campers op kunnen. Een paar kilometer verder een enorme parkeerplaats net onder de top. En wat staan daar? Campers, een paar auto’s en een paar tentjes. Wat zijn wij toch sukkels. Niemand die zich hier druk maakt over ´de ranger´.Tijd voor actie
Fiets van de drager en op naar de Mountain Loop, die was geadviseerd door de boys in Bear Lake. Op internet lijkt de route wat ingewikkeld, maar in de praktijk is het eigenlijk gewoon steeds de smalle singletrail volgen. Het is nog mogelijk om eerst naar de top van de berg te rijden, maar die trail is niet spannend genoeg. De zwaartekracht het werk laten doen dan maar. Op een paar plaatsen is technisch kunnen van boven gemiddeld niveau nodig. Het overgrote deel is niet al te moeilijk. Alleen overmoedigheid kan voor ellende zorgen. De trails lopen nu eenmaal langs afgronden waar je liever niet in valt. En als het geen dieptes zijn, dan staan er wel bosjes met doornen die niet alleen met plezier een mountainbikeband doorboren, ze krassen met nog veel meer lol je vel open op tenminste honderd plaatsen. En zo alleen in het donkere sprookjesbos wil ik liever niet op mijn plaat gaan. Het is per slot van rekening nog geen half acht ‘s ochtends en dat is voor de meeste van het handjevol bikers dat vandaag hier de afdaling zal maken, nog wat vroeg. Bovendien lijkt het mij geen lolletje om hier een paar uur op hulp te liggen wachten om daarna met een gebroken ledemaat nog heel veel hoogtemeters vervoerd te moeten worden. De gedachte alleen al maant om voorzichtigheid en een snelheid royaal binnen de veiligheidsmarge. En trouwens, ik wil helemaal niet dat de trail te snel op is. Genieten is het devies. Dat doe ik een minuut of veertig. Dan is het einde daar en staan er 800 hoogtemeters over asfalt te wachten. De verkeerde kant op natuurlijk. Op mijn gemak, maar niet te langzaam pedaleer ik terug naar de startplek. Daar is het stil in de camper. Op mijn geklop, gaat de deur open. Een slaapkop met in de war geraakt haar weet nog uit te brengen: “ben je er nu al?”
Tijd voor een bakkie koffie en daarna naar Bakersfield.Internet: http://www.mountainbikebill.com/mtpinos.htm
You Tube: http://www.youtube.com/watch?v=i4mbn6M7shoBakersfield
Na een kilometer of vijftig is de wereld zo plat als een dubbeltje. Nog platter dan Nederland. In Bakersfield is niets over van de frisse berglucht. Het is er 37 graden en dat is fu..ing hot. Volgens de eigenaar van het park is dat nog niet echt heet voor deze streek. Dan weten wij één ding zeker morgen gaan wij richting het hoger gelegen Sequoia National Forest.Bakersfield – Giant Sequoia National Forest Southern Unit
Gelukkig is het ‘s nachts nog behoorlijk afgekoeld en kon de airco halverwege de nacht uit. Toch zijn we al vroeg uit de veren en laten Bakersfield achter ons. Het landschap wordt licht glooiend en staat afwisselend vol met ‘yes knobbers’ (de zelf bedachte belachelijke vertaling voor ja-knikkers) en reuze sinaasappelplantages. De combinatie levert of sinaasappels vol energie op, of oranje olie. Alleen dat eerste lijkt een succes.
De weg naar California Hot Springs lijkt een beetje op de groene heuvels in het Franse departement de Morvan. Alleen dan oneindig groter en op een autoloze zondag, want behalve de sheriff en nog twee auto’s zien we in 60 km geen mens. Meteen na de vier huizen die Hot Spings telt, begint het Giant Sequoia National Forest Southern Unit.Redwood campground
Hier in het zuidelijke Sequoia park wordt geen entree gevraagd, want toeristen komen hier niet. Die gaan naar het veel bekendere noordelijke deel dat aansluit aan het Kings Canyon Nationaal Park. Dat staat ook nog op onze planning, maar omdat we nog tijd hebben willen we ook het onbekende zuidelijke deel verkennen. Dat is een voltreffer. In het park stoppen we op Redwood campgroud (2500 m hoogte), met de aan de overkant van de weg gelegen wandelroute: 100 Giants trail. Op de campground, met maar een stuk of twintig plaatsen is niemand. Zelfs de enveloppen om staangeld in te doen, ontbreken. De $ 9 stoppen we dan maar gewikkeld in een leeg blaadje in de daarvoor bestemde sleuf.
Na een lunch met zelfgebakken fluffy pancakes lopen we de slechts één kilometer lange trail. De bomen zijn gigantisch. Volgens mij moet je er zelf voor staan, ze aanraken, er omheen lopen, om te beseffen hoe kolossaal ze zijn. En oud zijn ze ook. De grote zijn meer dan 3000 jaar oud. Da’s best oud. De temperatuur is aangenaam. Gewoon als op een ideale zomerdag. En geluk hebben we ook. Met donderend geraas valt er een forse tak naar beneden. Rennen! Daar waar we net nog stonden ploft hij op de grond. Dat had mis kunnen gaan. Ach, beter overlijden in de Amerikaans wouden door een tak van een 2500 jaar oude Sequoia, dan thuis van het keukentrapje gevallen….Giant Sequoia National Forest Southern Unit- Giant Sequoia Northern Unit
Er komen geen andere campinggasten bij. Super rustig dus. Het is doodstil. We slapen als beren in hun winterslaap. We zijn al echt ingeburgerd. Net als echte ‘Ammies’ ontbijten we met oatmeal (havermout). Onze volle kommetjes smaken heerlijk in de ochtendzon. De Sequoia’s kijken tevreden op ons neer. Even later is de camping leeg, want onze RV is weer ‘on the road’. Na de ruige bergen volgen de sterk heuvelachtige uitlopers. Farms, koeien en heel veel ruimte. Onderweg staat een eenzame boer met een verrekijker. Hij is overduidelijk zijn vee aan het zoeken.
De smalle weg is overbevolkt met grijze eekhoorns. Van oversteken hebben die niet veel begrepen. Vanuit de lucht zal het vast lijken dat er een dronken bestuurder in de camper zit. Het ontwijken van de knagers vraagt alle aandacht. Eén keertje lukt het niet. In de spiegel is het gestrekt gelegen ontzielde lichaampje nog te zien. Het nummer ‘Bright eyes’ van Art Garfunkel komt meteen in ons op. Alleen ging dat over een konijn, maar ja, je kunt niet alles hebben.
Eenmaal beneden zijn we snel bij de noordelijke ingang van het Nationale Park. Hier staat wel een kassa. Niet dat wij hoeven te betalen, want onze jaarpas geldt ook hier. Tot onze verbazing blijkt dat er wegwerkzaamheden zijn en onze camper mag maar 6 km het park in. Daar is wel een campground, dus daar gaan we heen. Eenmaal gesetteld op de fiets, lijkt ons dat een prima alternatief. Nou niet echt. Na vier kilometer zijn we bij het begin van de wegwerkzaamheden. Fietsers mogen daar niet door. Ze moeten achterin de laadbak van een auto. Dank u, wij passen. Er is wel een doodlopende zijweg. Fietsen we daar maar in, zien we tenminste nog wat van het park. Met minder dan twintig kilometer op de teller staan we weer bij de camper. Daar stikt het van de muggen. Het zou er ook van de beren moeten stikken, maar die laten zich niet zien.16 mei Giant Sequoia – Kings Canyon
Twee reeën staan in het ochtendzonnetje naast de camper aan verse blaadjes te knabbelen. Een prima begin van de dag. Na de teleurstelling van gisteren vermannen we ons en vertrekken naar de andere kant van het park. Daar is het punt waar Giant Sequoia en Kings Canyon Nationaal Park samen komen. Het wordt saai, maar de rit erheen is landschappelijk uitzonderlijk mooi. We vragen ons wel langzaam af wat uitzonderlijk mooi inmiddels nog betekent. De ene rit is nog mooier dan de andere. Onze TomTom kiest een verbindingsweg die smaller en smaller wordt. Heel on-Amerikaans soms niet geschikt voor twee auto’s. Niet dat het problemen oplevert want ander verkeer is er amper. De kwaliteit van de weg is niet super. De broodrooster hebben we de mond gesnoerd. Voor de verandering zijn het de koffiekopjes die voor zichzelf zijn begonnen en rammelen in een soort van slechte kwaliteit tegen elkaar. Een echt koffieconcert dus.
Om terug in het park te komen staat er een klim van zo’n 1800 hoogtemeters op het programma. Heel wat keren denk ik er aan wat een schitterende fietstochten hier te maken zou zijn. Als je het maar van tevoren zou weten. Maar dat is niet zo, en daar moet ik mij bij neer leggen.Berenkast
Onze camper vindt een schitterende plek op de eveneens schitterende campground. We staan onder mooie dennenbomen en sequoia’s. Volgens de instructie moet al het eten in een speciale stalen berenkast die bij ieder plek staat. Beren ruiken op 5 km afstand al dat er ergens een dode ree ligt, dus een lekker hapje in een tent van camper is zo gevonden. We lezen dat een beer per dag 5.000 tot 20.000 calorieën eet. En heeft een beer eenmaal voedsel van mensen gegeten dan gaat ie steeds vaker op jacht in kampeerplekken en moet zo’n beer worden afgemaakt. En dat willen we natuurlijk niet. Daarom we laden de hele camper leeg, alles waar een geurtje aanzit tot afwasmiddel toe moet eruit. Da’s een hele klus. In één keer zijn beren toch niet van die leuke beesten. Na dertig keer de camper uit naar de berenkluis, zijn het ronduit irritante dieren. Bij de honderdste keer verwensen we ze. The general
Na het verplaatsen van onze hele voedselvoorraad en toiletartikelen, wandelen we naar de plek waar een aantal reuze Sequoia’s staan, waaronder de 81 meter hoge generaal. Er zijn veel andere toeristen. Er staan hekken om de bomen. Dat zijn we niet gewend. Een omgevallen boom op de route vormt een tunnel. Dat is niet zo gemaakt, maar is zo aangetroffen. In het verleden gebruikten Indianen en later beren het als onderkomen.
’s Middags blijft Ingrid met een boekje onder de boom. Ik ga op de pedalen en maak een ronde. Volgens de mevrouw bij de informatie, beslaat die ronde ongeveer 300 hoogtemeters. Nou reken maar dik op het dubbele. Niet dat het erg is, energie zat. Er is nog tijd over, dus nog een stuk over de Generals Highway door het Grand Sequoia Park. Voor de mooie uitzichten hoef je deze tocht niet te maken. Voor 95% voert het door dichte bossen. De overgebleven 5% bieden tussen de bomen door een mooi zicht op Kings Canyon en de met sneeuw bedekte toppen van de omringende bergen. Ook het zicht op het blauwe water van Hume Lake is wel aardig. Toch heb ik heerlijk gefietst. En via telepathie wist Ingrid al dat ik er aan zat te komen, want bij de camper is de heerlijke geur van een perfecte maaltijd alom aanwezig.Kings Canyon
Op tijd op, want vandaag staat de fietsrit door Kings Canyon op het programma. We zitten helemaal in het begin van het park, dus het hele traject ligt op ons te wachten. Vanaf de campground een klimmetje van een 75 hoogtemeters om op te warmen. Dan de diepe in. Eerst door weelderige bossen met her en der een sequoia. Die bomen met hun opvallend rode bast vallen altijd op en geven een weg iets speciaals. Dan onverwacht opent de canyon zich voor ons. Een wonderschoon gezicht. In de diepte tussen elkaar overlappende ruige bergen wringt een dun zilveren lint zich door de diepte. Het is het snelstromende water van de Kings rivier in de ochtendzon. De bergen vormen een steeds nauwer wordende kloof. De weg slingert als op hol geslagen spaghetti langs de bergwand naar beneden. Zo’n 1150 meter suizen de bikes over het strakke asfalt. Nu er nog maar niet aan denken dat de benen straks iedere meter weer omhoog moeten. De Canyon loopt namelijk dood en de enige weg is terug omhoog. 930 meter is het diepste punt van vandaag. Op dat punt is een winkeltje waar koffie en wat snacks te koop zijn. Liefhebbers kunnen er ook grotten bezoeken. Tot die categorie horen wij niet. Wel tot de categorie koffie fanaten. Pas als ons cafeïnepeil weer op orde is fietsen we verder. Tot aan het einde van de kloof rijden we naast de rivier. Dat zijn toch nog 17 kilometer. Voor je rust hoef je daar niet te rijden, want de rivier maakt een hels kabaal. Voor mensen die niet van klimmen houden is dat slecht nieuws. Een rivier die lawaai maakt stroomt snel. Een rivier die snel stroomt komen van hoger gelegen gebied. Dat klopt bij de King Rivier precies. Er staan 500 hoogtemeters op het programma. Niet zo heel erg, want er valt nog wel wat te zien onderweg. Al gebied de eerlijkheid wel dat dit niet het mooiste deel van de rit is. Aan het eind van de kloof is een restaurant, daar gaan we wat eten is de planning. Het worden twee powerbars de man, want de lokaliteit opent pas morgen haar deuren. Slechte planning. Van de eigenaar natuurlijk, niet van ons, dat begrijpt iedereen.
Na de energierepen terug naar het laagste punt. Daar laat ik Ingrid achter, dat hadden we van tevoren zo afgesproken. Zo snel als het gaat terug naar de campground. De klim van 32 kilometer valt nog niet mee. Het is best warm en een mountainbike rolt nou niet zo lekker als een racefiets. Al wil ik niet klagen over mijn 29” Specialized. Het is meer om voor mijzelf te verantwoorden dat het wellicht wat sneller had gekund dan de ruim twee uur die ik nodig heb om weer bij de camper te komen.
Onze camper verpulvert met gemak het record afdalen in Kings Canyon. In een half uurtje ben ik bij Ingrid. Daarna knarren we met een tevreden gevoel terug de berg op. Het eten smaakt die avond op de een of andere manier nog lekkerder dan anders.Kings Canyon – Fresno
Heerlijk geslapen. Zal wel door de rust op de camping komen. Van de fietstocht kan het niet zijn, toch?
Na alles uit onze berenkluis te hebben gehaald ligt de weg naar Fresno open. Tijd om ons weer eens in de grote stad te laten zien. Van de berg af en naar het vlakke land. Onderweg staan om de paar kilometer fruitstalletjes met kersen en aardbeien. Dat maakt wel duidelijk wat er hier wordt verbouwd. Onderweg een stop bij een garage. Daar wordt de olie van onze trouwe RV ververst. Dat moet om de 2500 mijl (4000 km). Dat is nou niet wat je noemt duurzaam. We worden keurig en vooral snel geholpen. Binnen een uur de klus geklaard. De volgende halte is een bikeshop in Fresno, want de achterrem van mijn fiets is zo’n beetje dood. Op de een of andere onverklaarbare manier is er vermoedelijk olie op de remblokken gekomen en dan is het einde oefening. Ook hier weer klantvriendelijkheid ten top. Na een uurtje is alles beter dan nieuw. Tijd voor een late lunch met een broodje. Daarna naar de bank en, ik durf het eigenlijk niet goed op te schrijven, …………. de Walmart.
Als laatste halte voor vandaag onze RV-park. Wel even wennen na al die rust van de mountains. Het geluid van voorbij razende auto’s en continue sirenes van politie en brandweerauto’s. Maar wel een laundry voor de hoognodige was en natuurlijk internet om de site bij te werken, te skypen en mailen.Internet: www.HerbBauerSportingGoods.comFresno – Brass Lake
Het aantal kilometers blijft beperkt vandaag. We rijden tot vlak voor National park Yosemite. Daar kunnen we pas morgen terecht. Het eerste deel is vlak en een centrum van landbouw. Al snel buigt de route toch weer af in de richting van niet al te hoge bergen. Bij het Bass Lake zijn een serie campgrounds met mooie plekken vlak bij het water. Het is er best druk met watersporters.