Vier maanden USA met de camper én de fiets (blog Ronald Jacobs)

The hanging judge
We gaan naar Big Bend National Parc. Niet helemaal, want de afstand van 450 mijl (720 km) is met een camper echt te ver om nog prettig te zijn. We komen tot Marathon toch nog steeds ruim 350 mijl (560 km). Op de kaart lijkt het heel wat, maar het is niet meer dan een gehucht met een paar huizen. Hier ervaren we voor het eerst dat Texas echt leeg is. In de binnenlanden is niets. Alleen ruimte.

De route is prachtig. Naarmate we verder komen wordt het landschap steeds droger en ruiger. We genieten iedere meter. Onderweg gaan we nog even langs bij de oude saloon van de beroemde cowboyheld judge Roy Bean, the hanging judge is een onderwerp in veel westerns. Roy had een levenslange liefde voor de actrice Lilly Langtry. Hij heeft haar nooit ontmoet. Toen hij net dood was, bezocht de actrice de saloon annex rechtszaal van Roy. Je kunt tenslotte niet altijd geluk hebben.

Voor de liefhebbers: http://nl.wikipedia.org/wiki/Roy_Bean

Happy in the Dessert
Als ik dit schrijf zit ik naast de camper op een kaal stuk grond bij een motel. Objectief gezien zou je het kunnen beschrijven als drie, nee vijf keer niets. Toch voelt het heel anders. De bergjes rond ons, de ruigheid, het western gevoel, het geluk hier te mogen zijn, maken dat ik mij hier meer thuis voel dan in het mooiste vijf sterren hotel in Amsterdam om maar eens een zijstraat te noemen.

Tijdens het ontbijt komen we samen tot de conclusie dat dat het tempo van ons rondreizen, zeg maar, racen is. Terugschakelen is de opdracht. Tijd nemen om meer te genieten. We voegen de woord bij de daad en rijden in tempo ‘hoogbejaard’ naar Rio Grande Village in Nationaal Park Big Bend. Nou impliceert village dat er wat is. Nou een benzinepomp, een winkeltje dat ook meteen de receptie voor de 20 RV’s en tenten is, kun je toch niet met droge ogen een village noemen. Niet dat we dat erg vinden, integendeel. Het geeft het genieten van de rust en de magnifieke omgeving iets exclusiefs.

De route van ca. 80 mijl hier heen is een groot genieten. Dwars door het ruige, bijna onwerkelijke woestijnlandschap. Het is zo perfect dat het niet echt lijkt, aangelegd zelfs. En alsof Walt Disney himself het heeft bedacht.
De naam Big Bend dankt het park aan de enorme bocht die de grensrivier de Rio Grande hier maakt. De Spanjaarden noemden het Despoblado, leeg land. Dat hadden we zelf niet beter kunnen bedenken. Aan de andere kant is leeg een relatief begrip. Er gaat een rijke fauna en flora verscholen achter de kennelijke monotoonheid. We hebben dan ook nog eens geluk. Veel planten en cactussen staan in bloei, en dat doen ze maar een paar weken per jaar. En bergen met pieken tot 2400 meter zie je  toch ook niet over het hoofd. Warm wordt het wel in de middag. Voor de middelbaren onder ons, de hier levende handelaar in runderen, Don Milton Faver, heeft model gestaan voor de eens populaire westernserie Rawhide. Dus vermoedelijk eten we vanavond bonen (beans). Deze laatste wordt alleen begrepen door de adepten van de serie.

In de tijd van de dinosaurussen was het voor mensen hier ook gevaarlijk, maar dan vanuit de lucht. Hier leefde de Gargantuan Pterosaur een vliegend reptiel met een spanwijdte van 15,5 meter. Bijna twee keer zo groot als onze camper. Er zijn in de park nog resten gevonden, die we hebben bekeken.

Beginner
We besluiten om eerst een rustige fietstocht te maken naar de Boquillas Canyon. Vanuit onze ‘village’ RV park leidt een 15 kilometer lange golvende asfaltweg ons er naartoe. We vertrekken vroeg, dan zijn we de warmte voor. Vannacht heeft het enorm geonweerd, de eerste regen in maanden. Het gevolg is een kraakheldere lucht. Als we bij het begin van het wandelpad zijn, dat ons naar de canyon brengt, ontdekken we dat we het fietsslot zijn vergeten. Dus slepen we de fietsen een eindje omhoog en leggen ze in een kuil. Hopelijk liggen ze er straks nog.  Via een rotsachtig pad lopen we verder richting de Rio Grande rivier. Aan de overkant ligt Mexico. Een Mexicaanse man zingt ons toe, hij heeft aan de Amerikaanse kant, onze kant dus, busjes neergezet waar we geld in mogen doen. Ook verkoopt ie wat prullaria. Als we dat zouden kopen dan hangt ons een grote geldboete boven het hoofd, geregeld staan er borden, met waarschuwingen. Ook border control via helikopters en checkpoints zijn we tot nu toe ook geregeld onderweg tegen gekomen. Even terug nu naar die Mexicaan. Voor The Voice hoeft ie zich niet op te geven, want het klinkt gewoon vals. Door de steile rotswanden galmt het geluid met ons mee, we zingen zijn deuntje mee, met andere teksten weliswaar. We wandelen verder de kloof in, eten een meegebracht boterhammetje met peanutbutter. Al etend kijken we tegen de enorme wand aan die de Rio Grande in vroeger tijden hier heeft uitgesleten. Als we weer terug de canyon uitlopen komt er een groep dikke Amerikanen ons tegemoet gepuft. Ze hebben de fietsen ongemoeid gelaten, hoe kan het ook anders.

Met wat pijn in het hart laat ik Ingrid onder ‘haar’ boom bij de camper achter. De trail roept als een sirene naar Odysseus. Het is het warmste moment  van de dag en de thermometer wijst in Fahrenheit het equivalent van 34 graden aan. Maar met ‘slechts’ ongeveer 65 km voor de boeg kan dat het probleem niet zijn. Twee volle bidons meenemen dan maar. En natuurlijk de fotorugzak. Die heb ik nog nooit gewogen, maar dik tien kilo is het zeker. Na een kilometer of 6 over de verharde weg gaat het linksaf de dirt road op. Die heet River Road East. Het is om te beginnen één lang wasbord. Niet echt prettig voor de billen, maar hij rolt niet slecht. Tenminste de eerste kilometers niet. Dan verandert de trail geleidelijk. Steeds meer grind waar de wielen zo lekker in wegzakken. Steeds is er een beetje meer energie nodig om vooruit te komen. Ook begint de weg langzaam te klimmen. Toch voel ik mij ontzettend happy. Een volwassen man die op zijn mountainbike door een woestijnlandschap mag raggen dat een landschapsarchitect niet mooier aan had kunnen leggen. Gelukkig heb ik een computer op mijn fiets, anders had ik gedacht dat ik al veel eerder bij de afslag naar de Glenn Spring Road had moeten zijn. De 15,5 km had ik volgens mijn benen al 10 km geleden afgelegd. Glenn Spring moet een sadist zijn geweest. Anders was deze road vast niet naar hem genoemd. Venijnige klimmetjes en kilometerslang diepe gravel. Recht vooruit ligt de 2301 m hoge Casa Grande met daarnaast Pummel Peak (2018 meter). Hoe ik ook mijn best doe, Pummel komt maar niet dichterbij. Wat wel dichter bij komt is het einde van mijn watervoorraad. Met nog een halve bidon te gaan, is het tijd om te rantsoeneren. Dat is schrikken, want nog meer dan de helft van de tocht ligt nog voor de wielen. Op de volgende bult komen de zorgen opzetten. De weg slingert oneindig in de verte en in de hoogte.  De zon brandt onbarmhartig en het woord schaduw is hier onbekend. Ik ploeter verder. Af en toe schiet er een koude rilling door mijn lijf en komt er een licht zweverig gevoel opzetten. Dat is niet goed. Helemaal niet goed. Toch maar gaan drinken dus? Wat is wijsheid? Iedere mijl een klein slokje is het besluit. Maar één mijl duurt lang als de computer snelheden onder de 10 km per uur aangeeft. Niet opgeven, niet opgeven, trappen, trappen, trappen motiveer ik mijzelf. Bij de weg naar Juniper Canyon een kleine pauze. Nog 10 km naar de hoofdweg. Als je hier neervalt hoef je voorlopig niet op hulp te rekenen. Deze dirtroads worden door geen toerist gebruikt. Het is wachten op een ranger. Aan het einde van mijn latijn kom ik bij de hoofdweg aan. Nog 34 km terug. Gelukkig weet ik dat de weg op het laatste stukje na alleen vals plat naar beneden loopt. Maar dan helpt de wind weer niet mee. Die staat vol in het gezicht. Rustig trappend en enigszins gekoeld door de wind bereik ik Rio Grande Village.

Twee blikjes cola en een galon water (3,8 liter) later, komen de krachten een beetje terug. Op de een af andere manier heb ik tocht het gevoel een beetje door het oog van de naald te zijn gekropen. MET DE WOESTIJN VALT NIET TE SPOTTEN. Ook niet als je veel fietservaring hebt. Zo’n beginnersfout had ik nooit mogen maken!

Rondje door het park
We ontbijten onder een boom,vergezeld van een viertal javelinas, die afstammen van de tapirs. Thuis noemen we dat zwijntjes, maar dat klinkt een stuk minder charmant.

Om wat van de uitdroging te bekomen besluiten we om een rondje met de RV door het park te maken. Onderweg het ene uitzichtpunt na het andere. Allemaal even mooi. Het weer is wel iets minder dan gisteren. Het is niet veel minder warm, maar wel veel bewolkter en dat drukt de oneindige kleurschakeringen die de bergen hebben een beetje.  De Scenic Drive loopt dood bij de Rio Grande, daar waar de rivier met oneindig geduld een reusachtige berg door midden heeft gekliefd. De nauwe doorgang luistert naar de naam Santa Elena Canyon.

Na te hebben genoten rijden we weer terug. Op de soms steile klimmen schakelt de automaat soms terug en komt er een indrukwekkende brom uit het vooronder. Hij geeft geen krimp en slingert het niet geringe gewicht van de RV iedere keer zonder problemen tot boven aan de klim. Terug op het RV-camp hebben we toch iets meer dan 200 km afgelegd. Gewoon een rondje door nog minder dan de helft van het park. Hoezo groot…..
Er verdwijnen weer een paar dollars in de wasmachine en wasdroger om een tas vol was schoon te krijgen. Onderwijl zitten wij te internetten, dat hebben ze dan weer wel in the middle of nowhere

Wie meer wil weten over Big Bend:
http://www.nps.gov/bibe

De fiets informatie vind je op:
http://www.nps.gov/bibe/planyourvisit/biking.htm