blog: Ronald Jacobs

De Drie Jaargetijden
Ons prachtige plekje onder een fraaie boom aan de Rio Grande  , was niet zo slim bedacht. In dit jaargetijde laat de boom zijn zaadjes vallen en het stuifmeel komt in zakken naar beneden. Dat resulteert in een muziekstuk van ritmische tikken op het dak van de camper. Het is tijd dat een goede componist hiermee aan de slag gaat, want er zit niet veel logica in. Het draagt niet bij aan een ontspannen slaap.

De zon piekt door het achterraam. De kleur heeft iets van de herfst. Overal liggen bladeren en gevallen zaadjes. Voor dag en dauw op weg dan maar.

Taos is een stad van niks. Lelijk. Het enige positieve is , je raadt het al, ze hebben een Walmart. Om een einde te maken aan “we hebben geen handdoeken….” verdwijnen er weer een stuk of vier nieuwe, twee pannenlappen en twee theedoeken in het linnenkastje van de RV. Goed, daarna het doel van deze dag, Taos Pueblo.

Taos Pueblo
(pueblo: Spaans voor dorp) staat op de werelderfgoedlijst van Unesco. Het is de oudste continue bewoonde nederzetting van oorspronkelijke Amerikanen. Nu wonen er nog een stuk of vijftig Indianen. Stroom en waterleiding hebben ze er niet. Commercieel zijn ze wel. Om binnen te mogen betaal je $ 10 per persoon en nog eens $ 8 per fotocamera. We gaan mee met een rondleiding, die is op papier gratis, maar feitelijk wordt er een kleine fooi van een paar dollar verwacht. In een klein half uur leren we het nodige over de bloedige geschiedenis en het leven in de pueblo. Ik maak een paar artistiek bedoelde foto’s van gekleurde deuren in het bruine leem. Blijkt tijdens de rondleiding dat er helemaal geen deuren en ramen in de oorspronkelijke huizen zaten. De ingang was via het dak.

Na de rondleiding lopen we nog wat rond en gaan de winkeltjes met Indiaanse producten binnen. Nogal aan de prijs allemaal, net als het ter plekke gebakken brood dat we verorberen. Of is dat nou weer te Nederlands? Het typische Indiaanse brood is wel lekker trouwens, doet een beetje denken aan de smaak en omvang  van onze pannenkoeken. Volgens de Indiaanse mevrouw eten zij het bij de soep zonder er iets op. Ingrid kan de kaneel en poedersuiker niet laten staan. Zelf eet ik het met honing.

Meer informatie: http://www.taospueblo.com/

Sneeuw!
Weer in de camper stuurt de TomTom ons door het Carsons National Forrest. Een schitterende weg door de bergen. De route gaat zo hoog dat er nog sneeuw en ijs naast de weg ligt. En als de wereld dichttrekt ook op de weg. Er valt regen en natte sneeuw. Het is een uurtje winter. Eenmaal in de afdaling verbetert het weer en rijden we de blauwe lucht met stapelwolken tegemoet.

Als er nog een kilometer of tien te rijden valt, gaat het een beetje mis. TomTom geeft aan dat we over een weg moeten die niet bestaat en stuurt ons een weg op tussen niets en nergens. De weg wordt smaller en smaller, slechter en slechter om in een zandpad te veranderen. Draaien gaat met ons ruim 8 meter lange huisje niet, dus we besluiten door te zetten. Het geluk is met ons en het pad sluit weer aan op een asfaltweg.

Bij de hoofdweg staat een bord, RV park 13 mijl. Daar maar heen dan. Het wordt tijd om het bord kapot te zagen en op te stoken, want het park is dicht en gras staat er een meter hoog. Gelukkig is er nog een ander park aan het stuwmeer waar we vlak bij zijn. Door dan maar. We passeren de ingang van een State Park, maar nemen niet de tijd om daar een goed op het bord te kijken. Het RV park blijkt open, maar fraai is het niet. Een passant vertelt ons dat er in het State Park een camping is. Na wat twijfel, wagen we de gok. Een voltreffer. Dat zie je alleen in boekjes. Een prachtig meer, wij lleen met één campeerder op een onmetelijk terrein. En, de zon schijnt. Het voelt een beetje als voorjaar.

El Vado Lake State Park op 2100 meter hoogte

Pas op de plaats na vrieskoude nacht
De plek waar we staan is verrukkelijk…. 360 graden rondom alleen maar ruimte, vergezichten, blauw water, bergen. We zijn helemaal alleen. Gisteravond wilden we na een soepje en een broodje nog even de ranger van het park bezoeken, maar die was er niet. Toen maar een envelopje met stageld in het bakje gedaan. We besluiten om vroeg ons bed in te duiken om nog effe naar het wild te kijken, want er zijn ontelbare sporen. Onderweg naar deze plek zien  we een elk (soort hert) en kalkoenen. Het wildspotten heeft geen lang leven, want we tollen van de slaap. Dan wordt Ingrid midden in de nacht wakker van de kou. Niet gewoon koud, vrieskou. De camper isoleert voor geen meter. Is het warm buiten, dan is het warm binnen, is het koud buiten, nou dan raad je het al. Uit het vooronder haal ik een extra deken en een paar dekbedhoezen mee. Daarna nog een kopje pepermunt thee en de wereld is weer okay. ’s Ochtends blijkt zelfs de waterslang bevroren. Bij de eerste zonnestralen hervat hij zijn dienst.

Huiswerk
We besluiten om vandaag maar eens ‘thuis’ te blijven en rustig aan te doen. Tijd om mijn blog en foto’s bij te werken. Het is een schilderachtige plek, dus het is geen straf.

El Vado State Park New Mexico naar Durango, Colorado
Met pijn in ons hart verlaten we ons plekje aan het water. We rijden een paar mijl naar de doorgaande weg. Het is nog lekker vroeg en ja hoor daar staat  een groep reeën gulzig langs de kant te knabbelen en nemen ons nieuwsgierig op als we stoppen. Ook allerlei woestijnmuizen rennen voor onze banden uit als we verder rijden. Wild genoeg zo ’s ochtends vroeg. Richting de grens met Colorado, verandert het landschap met de mijl. En met het landschap ook de ranches. Hier zie je ze, zoals in films: prachtige landhuizen met veranda’s en witte hekken. Je ruikt en ziet dat er nog tot voor kort veel sneeuw heeft gelegen. Onderweg stoppen we voor een lekkere kop koffie met een muffin bij een bakkerij annex koffiehuisje. We slaan meteen een aantal broden in. Ze zijn lekker stevig gebakken net als thuis en dat hebben we toch een beetje gemist. Buiten schijnt een voorjaarszonnetjes en we zien de mensen hier lopen in korte broeken t-shirts en dat op zo’n 1500 meter hoogte. Iedereen is relaxed, het is een mooi zonnig stadje, niks niet meer rommelig, stoffig en vaak armoedig zoals in New Mexico en Texas. Hier in zuid Colorado is alles fris en schoon. Zoals voorgenomen rijden we vandaag niet meer dan 150 mijl en zijn tegen 12.00 uur in Durango (14.000 inwoners). De stad en omgeving  is een eldorado voor mountainbikers, wandelaars, wildwatersporters, die in typische westernlandschappen en in oude mijnwerkersnederzetting zijn  geïnteresseerd.

Roet
Dichtbij is een relatief begrip hier in de VS. Dat blijkt als we op de kaart zien dat er een RV camping is vlakbij waar er mountainbike trails beginnen: United Campground aan de Animas rivier. De camping biedt internet. Helaas bij inchecken blijkt dat de wifi defect is. Er is alleen internet in de bibliotheek in downtown Durango. Wij weten inmiddels dat Starbucks the place is to be als het om koffie en internet gaat. Bovendien zijn ze op zondag open. Morgen dus maar.

Een enorm kabaal en een verstikkende rook. We schrikken als we vanuit onze camping stoeltjes kennis maken met een grote publiekstrekker: de Durango & Silverton Narrow Gauge Railroad train, die over een 72 km lange bergroute naar de vroegere mijnbouwstad Silverton rijdt. Op het sinds 1882 continu gebruikte smalspoor (pal achter onze camper dus!!!) rijdt een heuse stoomlocomotief met gerestaureerde wagons. Een enorme zwarte rook blaast ons bijna van ons campingstoeltje we moeten het roet van ons gezicht afvegen. Afijn dat hoort bij een beetje bij Durango zullen we maar zeggen.

Durango, Colorado (zonnig 30 graden)
 
 

 

On the trails
In Durango lijkt outdoor sport bij het leven te horen. In het niet al te grote stadje hoest het winkels met outdoor gear. Skies, bergsport, hiken en gelukkig veel mountainbikes. Al vanuit de stad beginnen de trails. En daar zijn er ontelbare van. In alle soorten en maten en voor ieder niveau mountainbiker. Althans dat zeggen ze. Het is niet waar. Althans niet naar Nederlandse maatstaven. Er bestaan geen vlakke meters. Het gaat of omhoog of omlaag. In alle trails zitten technische hindernissen. Niet allemaal even spannend voor gemiddelde en gevorderde bikers, maar voor beginners vermoedelijk al snel too much.

Voor Durango begrippen zijn we nogal vroeg in het seizoen. Op de hoge bergen ligt nog sneeuw, vertelt de aardige gast in een moutainbikeshop waar we een routekaart kopen. Veel routes zijn nog ontoegankelijk, maar toch hebben we geluk. Normaal is het in deze tijd van het jaar niet zo’n prachtig weer en ligt er nog veel meer sneeuw. Dat komt omdat Durango op 1988 meter ligt en de zomer vroeg is dit jaar. Gesterkt met de nodige adviezen ga ik de trail op. Als start het Horse Gulch Telegraph Trail System ten oosten van de stad. Amerikanen lijken te zijn geboren met een ingebouwd kompas, want ze praten steevast in windrichtingen als ze het over een route hebben. Als ik het over een windrichting heb, kun je beter niet achter me gaan fietsen, maar dat terzijde.

De eerste halve kilometer op de trail vraag ik mij af waar ik aan begonnen ben. Ik knuts van dikke kei naar dikke kei. Voordat ik ga twijfelen versmalt het pad tot een echte singletrail en wordt hij ook prima begaanbaar. Volgens advies blijf ik de bordjes met Telegraph Trail volgen. De naam van de trail is al snel duidelijk. Oude palen waar de telegraafdraden aan hebben gezeten staan nog verweerd en schuin in het landschap. Het pad kronkelt de berg omhoog. Afwisselend vrij stevig en dan weer gemoedelijk. Zo af en toe is er een kleine technische uitdaging in de vorm van wat ongelukkig liggende rotsblokjes of krap uitgevallen haarspeldbochten. Met het stijgen van de hoogtemeters worden de met sneeuw bedekte toppen van de omliggende bergreuzen beter zichtbaar. Dat soort panorama’s maken mij altijd weer gelukkig. Eenmaal boven rij ik van trail naar trail. De namen nodigen uit om er heen te gaan. Sidewinder-, Big Canyon- en Cowboy Trail schieten onder de wielen van mijn eigen Specialized Stumpjumper 29-er door. Het rijden gaat echt veel beter dan met mijn bike met 26 inch wielen. De € 200 enkele reis heb ik er graag voor over. Op de South Rim Trail is mijn band lek. Normaal geen echt probleem, want een binnenband is snel vervangen. Maar mijn nieuwe pomp blijkt niet goed te werken. Na een minuut of twintig prullen, komt de redding. Denk ik. Er komt een biker voorbij met een pomp. Maar die werkt nog minder dan de mijne. Dus mijn pomp uit elkaar gesloopt. En opnieuw in elkaar gezet. Blijkt er een rubber aan de binnenzijde verkeerd gemonteerd. Blij verder. Totdat, juist een tweede lekke band. Deze keer loopt hij maar langzaam leeg. Dus zo snel mogelijk retour naar de camper. Af en toe pompen en dan weer rijden, brengt mij veilig terug.

Colorado trail
Met een nieuwe binnenband in het zadeltasje is het tijd voor mijn tweede tour. Een kilometer of acht over de verharde weg en dan de beroemde Colorado Trail op. Die trail is één lange singletrack die, zoals de naam al doet vermoeden de staat Colorado doorkruist. Ik prijs mij gelukkig dat ik er een stuk van fietsen kan fietsen. Mijn deel volgt eerst het stroomgebied van de Junction Creek. Dat gaat over een smalle strook met af en toe diepe kloven en onverwachte hindernissen in de vorm van stukken rots, krappe bochten of een afgekalfde zijkant. Naar links in de diepte kijken is niet aan te raden voor de stuurvastheid. Het oog vooruit is het devies. Als na de nodige kilometers een klein brugje de oversteek over Junction Creek mogelijk maakt is dat het signaal voor nog steviger klimmen over soms erg krappe maar neembare haarspeldbochten.  Als ik eindelijk bij de afsteker naar Hoffheins Connect kom, schrik ik van de tijd die nodig is geweest om zo ver te komen. De zon geeft signalen dat hij het over een uurtje of twee voor gezien gaat houden. Goede raad is duur. Wat doe ik? Doorgaan of omdraaien. Een blik op de trailkaart, een korte overpeinzing en het besluit is daar. Omdraaien want je wilt echt niet in het stikkedonker moederziel alleen op deze trail vast komen te zitten. En onderaan de berg ligt nog een leuk trailnetwerkje dat Dalla mtb Park heet. Ook niet slecht.

De afdaling terug naar de ‘trailhead’ zoals de Amerikanen de start van een trail noemen is een en al fun. De soms lastige beklimming is nu een kronkelende afdaling met een hoog cruise gehalte. Het gezonde verstand gebruiken blijft nodig, want over de rand duikelen zal op veel plaatsen niet goed bevallen.

Eenmaal in het Dalla mtb park kom ik Rob tegen. Spreek Rob uit met een zwaar Amerikaans accent want dat doet hij zelf ook. Rob is een local die vertelt dat op de dag dat hij zijn snowboard voor de laatste keer gebruikt het tijd is om met de mountainbike de trails op te gaan. Een lichte vorm van jaloezie maakt zich van mij meester. Sommige mensen wonen op precies de juiste plek. Voor onze wegen zich scheiden nodigt Rob mij nog uit om die avond met zijn buddy’s mee te gaan naar de kroeg om te gaan poolbiljarten. Helaas moet ik afhaken. En wel om twee goede redenen. Ten eerste kan ik net zo goed stijldansen als poolbiljarten, niet dus. En ten tweede slaat Ingrid mij met een biljartkeu in mijn nek als ik niet voor het donker bij de camper ben.

Met pijn in het hart neem ik afscheid van Durango. Het is een coole plek om als mountainbiker een tijdje door te brengen op de schier oneindige trails. Troost is er ook, Monument Valley roept.

Internet Durango: http://www.durango.org/
Mountainbike in Durango: http://www.trails.com/activity.aspx?area=14172