Tijdens de Dauphine verkende Cadel Evans tot vier keer toe het tijdritparcours, dat identiek was aan de slottijdrit van de Tour. Niet voor niks, want Cadel wist dat daar de Tour beslist zou worden. Dat kwam uit. Die voorbereiding toonde aan hoe de Australier zich heeft voorbereid op de tijdrit en op Eurobike vertelde hij wat eraan vooraf ging op de burelen van fietsenbouwer BMC.

Nee, aangeven hoeveel procent van de Tourwinst op conto kwam van mens en hoeveel op dat van de machine, dat kon Cadel Evans niet. “Ik moet ervoor zorgen dat ik het stuur in de juiste richting richt en heel hard op de pedalen duw. De mensen die de machine uittekenen weten veel beter waar watts kunnen worden gewonnen. Zij zijn beter in wiskunde dan ik.”

Maar Tourwinnaar Cadel Evans kon wel wat vertellen over het proces achter de nieuwe tijdritmachine van BMC. “Het proces begon eigenlijk al toen ik in 2009 achter de schermen met BMC ging praten. Ik moet overal waar ik kan tijdwinst pakken en dat de tijdrit daartoe voor mij de beste plek is, weet iedereen.”

Bij BMC werd in de jaren erna hard gewerkt aan prototypes, pas in mei van 2011 werd Cadel opgeroepen voor de eerste tests. “Dat was op het trainingskamp. Mijn trainer (de overleden Aldo Sassi, red) was ook biomechanisch ingenieur, wat het gesprek met de ingenieurs van BMC vergemakkelijkte. Daarna gingen we windtunneltesten doen. Dat is niet altijd makkelijk, want een aerodynamische fiets is niet meteen de snelste. Je moet ook je kracht kwijtkunnen.”

“Een goede tijdritfiets is een samenspel van aerodynamica, stijfheid en toch een beetje comfort, voor zo ver dat mogelijk is. Daarbij moet alles binnen de reglementen van de UCI blijven. Die vind ik trouwens prima, ik begrijp namelijk best waarom ze er zijn. Het instappen in de sport blijft zo betaalbaar. Ook deze fiets moet immers te koop zijn.”

“Natuurlijk is overal een aantal watt gewonnen. Vier watt hier, drie watt daar. Wat voor mij belangrijk is, is de positie. Ik heb de kwaliteit dat ik heel diep kan zitten met mijn armen. Ik kan zowat mijn voorband vegen met mijn  armen als ik fiets. Dat kan met deze fiets perfect, zonder buiten de reglementen van de UCI te komen.”

Het was liefde op het eerste gezicht toen Cadel de eerste reguliere fiets onder ogen kreeg.”Stealth-look, die moet wel snel zijn! Ik ben er meteen mee van een berg afgereden. Dat is immers het belangrijkst: hoe rijdt de fiets op snelheid.” Dat de fiets ook in de praktijk snel is, bleek op die zaterdag in juli in de buurt van Grenoble. Toen won Cadel Evans op de laatste echte dag de Tour.