Hoe maak je iets wat al jaren goed is nog beter? Simpel, je houdt alles grotendeels bij het oude. We mochten alvast eventjes op pad met de nieuwste generatie Supercaliber. Hierbij al het nieuws op een rijtje.

Wie goed heeft opgelet had hem al een tijdje kunnen spotten. De nieuwste Supercaliber rijdt namelijk al eventjes undercover rond bij de wereldbekers. Dat kon ook prima. De fiets is op het oog nauwelijks van zijn voorganger te onderscheiden. Pas als je er op stapt merk je het verschil.

De Supercaliber in een nieuw jasje blijft een pure racer voor een zeer brede doelgroep. Hiermee bedoel ik zowel recreanten als fanatieke racers. Zoals alles in de cross-country momenteel is ook bij de Supercaliber het een en ander een beetje opgerekt. Zo is het frame wat langer geworden en krijgt de achterdemper twee centimeter meer veerweg mee, van 60 naar 80 millimeter. Nog steeds duidelijk minder dan de concurrentie, maar het hele concept steekt dan ook iets anders in elkaar.

Op het eerste gezicht weinig nieuws…

Prijswinnaar

Na de introductie van de Supercaliber heeft Trek jarenlang flinke prijzen weten te pakken met dit model. Denk aan de Olympische spelen in Tokio. Of recent nog het Europees kampioenschap met Vlad Dasculu. De Supercaliber is een beetje een vreemde mix tussen een hardtail en een fully. Het frame was niet erg lang, maar in die tijd (2019) wel redelijk lui. De werking van de achtervering zorgt voor veel grip in de bochten en dat is zeker in Nederland met al die spaghetti-slingers erg prettig. Eigenlijk is de vernieuwde Supercaliber gewoon dat. Maar dan met meer van dat!

Het frame is breder, groter, langer en flinker geworden. Alsof je grotere broer op bezoek komt. De bovenbuis oog minder iel en de reach is van 450 naar 465 millimeter gegroeid in maat L. Nog steeds korter dan de meeste concurrenten aangezien we een lengte van 470 millimeter inmiddels wel gemiddeld mogen noemen. Dit komt vooral door het afwijkende veerconcept en het bijbehorende gebrek aan sag. Daarbij komt dat Trek in deze wat conservatiever blijft, om zo een zo breed mogelijke doelgroep te bedienen. De Supercaliber is tenslotte hun ‘cashcow’.  Ditzelfde argument geldt ook voor de balhoofdhoek van 67,5 graden. (voordien 69). Deze zakt bij de concurrentie al vaak genoeg tot 66 of zelfs minder.

Scheiding

En ander groot verschil is de onderdelenkeus en dan met name de merken waarmee samen is gewerkt. Waar bij de introductie in 2019 Trek nog een goed huwelijk met Shimano en ook Fox had, zijn deze wegen inmiddels gescheiden en is de alimentatie afbetaald. Het Trek Factory Racing team is all-in met Sram en dus ook Rockshox en daarom zien we een volledig opnieuw ontwikkelde Isostrut.

De demper is groter geworden en bevat een grotere luchtkamer. Ook is de veerweg opgerekt van 60 naar 80 millimeter. Wil je gebruik maken van spacers om de veerkarakteristieken te beïnvloeden dan kan dit nu gedaan worden zonder speciale tools. Ook zit de demper nu vast met vier in plaats van twee boutjes waardoor hij steviger op zijn plaats zit en de betrouwbaarheid toeneemt.

Een ander voordeel en dan vooral qua gebruiksgemak is dat Rockshox het patent heeft om een sag indicatie op de vork te mogen plaatsen. Waar voorheen een speciaal meetinstrumentje nodig was kun je nu gewoon het juiste percentage aanhouden, 25%. En dat voelt zachter dan je zou verwachten. Hierdoor ontstaat een vrij actieve suspension. Hierover zo meer.

Op het eerste gezicht weinig nieuws…

Lineair geveerd

Ook anders zijn de veereigenschappen. Waar de eerste generatie zeer progressief moest zijn qua gevoel en dat met spacers nog te versterken was, is deze versie juist zeer lineair. Dit gaat een beetje tegen de huidige trend bij andere merken in maar lijkt voor dit a-typische systeem prima te werken merken we tijdens een eerste verkenning.

Dat de Supercaliber in basis een racemachine is zie je doordat sommige dingen eigenlijk al een beetje ouderwets zijn. Maar daardoor o zo makkelijk qua onderhoud. Denk aan de kabels die gewoon buiten het balhoofd langs lopen en via de zijkant van de onder/bovenbuis hun weg naar binnen volgen. Dat Trek dit ‘easy-maintenance’ protocol niet wat verder heeft doorgetrokken door bijvoorbeeld het bracket te voorzien van schroefdraad is een misser.

Ook mooi, de losse achterrem bevestiging die eigenlijk rondom de achteras zweeft. Hierdoor zijn de krachten en bewegingen die op de achtervork komen niet meer van invloed op de achterrem en dat voorkomt onnodig aanlopende remmen en meer precisie.

In de praktijk

We hebben de fiets een korte tijd thuis en enkel ook precies op de dagen dat het regenseizoen gepland staat. Onze eerste kennismaking is dan ook vooral erg nat, glad en niet volledig representatief. Wat hier direct bij naar voren komt zijn de banden. Ja, normaal beginnen we een review van een fiets niet met de banden, maar hé, die doen het! Menig Trek die bij ons de revue heeft gepasseerd kreeg als opmerking mee dat de Bontrager banden niet bijzonder spannend zijn qua grip en rolweerstand. Dit jaar is het Factory team van Trek dan ook geswitcht van eigen merk naar Pirelli banden. Nu heeft Trek met deze nieuwe Saint Anne band in 2.4 (standaard op de fiets 2.2) breed een prima imitatie – of noem het mix – van een Maxxis Aspen en Rekon Race geïntroduceerd. Helemaal top! Breed, bol, stevig, grip. Het hele pakket is aanwezig. Dit op de überlichte Bontrager Kovee SL wielset en alles wat draait is dik in orde.

Dan even terug naar het frame zelf. Een eerste indruk is redelijk gelijkwaardig aan zijn voorganger. Stijf, direct en meer hardtail dan fully. De flinke bovenbuis die amper vervormt en het prettige stijve stuur uit één stuk versterken dat gevoel. De vork is gegroeid van 100 naar 110 millimeter en staat dus iets verder onderuit geschoven. Geen noemenswaardig verschil met andere moderne fietsen.

Het instellen van de achterdemper gaat duidelijk makkelijker dan zijn voorganger en tijdens het rijden hebben we amper het gevoel dat we lockout nodig hebben. De vering is actief, maar niet vervelend voelbaar. Prima dus! Met de fiets konden we alleen nog binnen onze landsgrenzen rijden en dat is leuk, maar lang niet de limiet. Een uitgebreide test op meer uitdagend terrein volgt later.

Ons topmodel is uitgerust met de nieuwe Sram T-Type groep en verse voorvork met bijbehorende lock-out hendel. Klein minpuntje. Doordat de achterdemper enkel een ‘aan’ en ‘uit’ stand kent kan de middenstand op de voorvork niet gebruikt worden, aangezien deze beide met dezelfde draaiknop bediend worden.

Diverse varianten

Het carbon frame is beschikbaar in twee varianten. Een SL met mooie interne kabelgeleiding en een vergelijkbaar gewicht als de 2019 variant. Of een 250 gram lichtere SLR waarbij die kabelgeleiding geskipt is en de carbon lay-up gefinetuned.

Er komen twee versies met SL frame en vijf versies met SLR frame, inclusief de SLR XX AXS welke ook door het Factory team gebruikt wordt. Prijzen lopen flink uiteen van €3999 voor de ‘instapper’ tot 11499 voor het topmodel.

Nog nieuwerder?!

En dan is er nog dit. Mooi zo’n topmodel inclusief de hele rambam. Tot we gisteren al renners van het Trek team met een nóg nieuwere versie zien rijden. Ooit gehoord van Flight attendant? Dit is Rockshox nieuwste draadloze elektronische snufje. Een automatische lockout die deels gekoppeld is aan je Quarq powermeter. Het systeem is al even op de markt voor de Enduro line-up maar nog niet in de XC-wereld. En juist daar komt het systeem het best tot zijn recht. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat dit zou opduiken. Sterker nog, Nino Schurter won met dit systeem al in Val di Sole dit jaar. Maar buiten de normale Sid vork met Flight Attendant lijkt ook de Isostrut van deze nieuwe Supercaliber klaar voor de strijd. Want Vlad Dasculu, Europees kampioen, rijdt momenteel in Glentress met deze setup rond. Een kwestie van tijd dus voor er een nóg luxere versie op de markt komt.